Allerzielen (Maarten Das), Ilse Aichinger

 

Bij Allerzielen

 

Allerzielen in Rome door Jose Gallegos, 1907

 

Allerzielen

Was je maar bij me, de stad is zo kil.
De nevelen boven de grachten,
het schuifelen tussen de gevels,

de fietsers over het Smakkelaarsveld.
We zijn met onnoemelijk velen
en onze dagen zijn geteld.

Ik lig in het zoveelste trapportaal en ril.
Waar jij liep, hangt nu een leegte
en in die leegte vat ik kou –

en toch durf ik te wedden
dat er een rustplaats is onder de sterren,
een dak van licht voor jou.

 

Maarten Das (Amersfoort, 11 maart 1980)
De St. Joriskerk in Amersfoort

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Bergrand

Want wat zou ik doen
als de jagers er niet waren, mijn dromen,
die in de ochtend
aan de achterkant van de bergketen
afdalen, in de schaduw.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)
In 1978

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

Maarten Das

De Nederlandse dichter Maarten Das werd geboren op 11 maart 1980 in Amersfoort. Das studeerde journalistiek te Utrecht en is werkzaam als dichter en freelance-journalist. Hij is lid van het Utrechts Dichtersgilde en treedt regelmatig op, onder andere in de ‘Nacht van de Poëzie’ en op het festival ‘Lowlands’. In 2005 verscheen van hem de dichtbundel “De voddenman zingt” en in 2009 volgde de bundel “Schuilkerk”.

 

Lied van de onschuld

Terwijl zijn leven golvend, haast elektrisch, van zijn schouders gleed
en een handjevol soldaten om zijn schaduw dobbelde,
zijn bloedeigen doodskleed, uit één stuk geweven
uit de Vaderschoot, en de sluier van de tempel
in tweeën werd gereten, van boven naar beneden,
en de aardbodem sidderde en de rotsen spleten
– dit is het Lichaam dat voor ons gebroken wordt -,
en zijn lijk werd overhandigd aan zijn broeder,
die het wikkelde in linnen en in z’n eigen graf
neerlegde, maar zichzelf in zwijgen hulde,
keerden wij ons hier beneden
om en om en om en om,
als onschuldigen.

 

Hartkuiltje

Het licht op de golven is stil.
De maan en de blinkende sterren zijn stil.
De storm die de takken haast genadeloos versplinterde,
daalt langzaam af naar de aarde om te slapen.

Ook het hart is gestaag op weg naar stilte.
Het klimt en daalt, langs olijfbomen, lavendel,
wijnstokken, pioenrozen, beuken, eiken, orchideeën,
narcissen, tulpen, margrieten, papavers,
blauwe druifjes, korenbloemen, boterbloemen, affodil,
wilde venkel, paardenbloemen, geraniums, blauw schapegras,
munt en kastanjes, tot het aankomt bij een huis waar
geen gehavende ziel ooit vergeefs te schuilen zocht en met
geen mens in de buurt om het te zien noch te voorkomen,
werpt het zich ter aarde, waar het bloed
tot de laatste druppel uit hem wegvloeit.

Dan zal het zijn, als het hart
de gevaren van de wind voorgoed heeft afgewend,
dat melkwitte blaadjes als vanzelf naar binnen dwarrelen
en een ruisen als van beken zich van ons meester maakt.

 

Maarten Das (Amersfoort, 11 maart 1980)