David van Reybrouck, Mary Oliver

De Vlaamse dichter, schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck werd geboren in Brugge op 11 september 1971. Zie ook alle tags voor David van Reybrouck op dit blog.

Uit: Odes

“En daar zaten we ineens weer. Een Brussels café, vorige week maandag. Het was avond en we zaten naast elkaar, net zoals vroeger. Naar de mensen kijken, elkaars dij voelen, denken aan die ene zin van Antoine de Saint-Exupéry: Aimer, ce nest pas se regarder l’un l’autre, c’est regarder ensemble dans la méme direction.’ Ja, wij hebben vaak in dezelfde richting gekeken. Zes jaar lang. Begaan met zoveel, verwonderd over nog meer en soms simpelweg gelukkig met het appel-wortel-gembersap dat we op zondagochtend voor elkaar persten. En hier zaten we nu. Na drie maanden stilte. Ze bestelde een port. Wat vreemd, dat deed ze vroeger nooit. Alles was anders, en toch leek het als vanouds. Wie zijn toch die mensen die we ooit zo hebben liefgehad? Het woord ‘ex’ doet geen recht aan de intense, veellagige verhoudingen die we overhouden aan onze vroegere liefdes. Misschien staan oud-geliefden wel garant voor de meest duurzame relaties in een mensenleven. De liefde ging voorbij, het verleden blijft, zoiets. Maar waarom moet dat zo vaak ondraaglijk zijn? Zo verbitterd blijven? Verdriet dat zich vermomt als hardheid. Verlies dat zich uitdrukt in nijd. Doodzonde. Het is toch niet omdat een relatie voorbij is dat de vriendschap ophoudt? Het is toch niet omdat het vormpje niet meer past dat de inhoud is verdampt? Soms vloeien levens samen, soms vloeien ze weer uiteen. Rodaan Al Galidi schreef daarover het mooiste afscheidsgedicht uit de Nederlandse poëzie:

Morgen
ga ik naar de vrouw van wie ik hou
en geef ik haar haar vleugels terug.

Natuurlijk is het nog beter als die vleugels nooit afgenomen werden tijdens de relatie, maar vleugels zijn zo licht, je weet vaak niet eens of je ze nog op hebt of niet. Ik heb nooit zussen gehad, maar oud-geliefden komen in de buurt, denk ik. Vrouwen die me door en door kennen, bij wie ik niets te verbergen heb, die ik ondanks alles nog steeds graag zie. Niet zeker of ik met een van hen zou willen herbeginnen, maar heel zeker dat ik de tijd met hen voor geen geld ter wereld had willen missen. Ze mogen allemaal op mijn overlijdensbrief komen te staan.”

 


David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Spreeuwen in de winter

Gedrongen en luidruchtig,
maar met sterren in hun zwarte veren,
springen ze van de telefoondraad
en onmiddellijk

zijn het acrobaten
in de ijskoude wind.
En nu, in het luchttheater,
balanceren ze boven gebouwen,

duikend en stijgend;
ze zweven als één gestippelde ster
die opengaat,
even fragmentarisch wordt,

en dan weer sluit;
en je kijkt
en je probeert het
maar je kunt je gewoon niet voorstellen

hoe ze het doen
zonder duidelijke instructies, zonder pauze,
alleen de stille bevestiging
dat ze dit opmerkelijke ding zijn,

dit wiel met vele onderdelen,
dat steeds weer kan opkomen en draaien,
vol prachtig leven.

Ach, wereld, wat een lessen bereid je ons voor,
zelfs in de bladerloze winter,
zelfs in de asgrauwe stad.
Ik denk nu
aan verdriet, en hoe ik er overheen kom;

Ik voel mijn laarzen
die proberen de grond los te laten,
ik voel mijn hart
hard bonzen. Ik wil

weer aan gevaarlijke en nobele dingen denken.
Ik wil licht en dartel zijn.
Ik wil onwaarschijnlijk mooi zijn en nergens bang voor,
als had ik vleugels.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2021 en ook mijn blog van 11 september 2020 en eveneens mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Edmund de Waal, Mary Oliver

De Britse schrijver, keramist en hoogleraar Edmund Arthur Lowndes de Waal werd geboren op 10 september 1964 in Nottingham. Zie ook alle tags voor Edmund de Waal op dit blog.

Uit: De wiite weg: verslag van een obsessie (Vertaald door Jan Pieter van der Sterre)

“Ik ben in China. Ik probeer een weg over te steken in Jingdezhen in de provincie Jiangxi, de porseleinstad, het legendarische Ur waar het allemaal begon; schoorstenen van ovens die de hele nacht branden, de stad ‘als één grote oven met talloze ventilatieopeningen waar vlammen uit komen’, fabrieken voor de huishouding van de keizer, de plaats in de bergplooi waar mijn kompas heen wijst. Dit is de plaats waar keizers afgezanten naartoe stuurden met bestellingen van onmogelijk diepe porseleinen waterbekkens voor karpers in een paleis, bekers met een voet voor rituelen of tienduizenden kommen voor hun huishouding. Het is de plaats waar kooplieden platte schotels bestelden voor feesten van prinsen uit de Timoeridendynastie, wasbekkens voor sjeiks en eetserviezen voor koninginnen. De stad van de geheimen, duizend jaren vakmanschap, vijftig generaties die witte aarde dolven, zuiverden en mengden, er porselein van maakten en er kennis van hadden, vol ateliers, pottenbakkers, glazuurders en decorateurs, kooplui, oplichters en spionnen. Het is elf uur ’s avonds en vochtig, de stad is een zee van neon en verkeer, het lijkt Manhattan wel. Er valt een licht zomerregentje en ik weet niet precies hoe ik bij mijn logeeradres moet komen. Ik heb het opgeschreven als ‘Naast porseleinfabriek no. z’ en dacht dat ik dat wel kon uitspreken in het Mandarijn, maar ik stuit op drukdoend onbegrip, en een man probeert me schildpadden te verkopen, waarvan de kaken zijn dichtgebonden met touw. Ik wil zijn schildpadden niet, maar hij weet zeker dat ik ze wel wil. Het voelt absurd om zo ver van huis te zijn. Er is mahjong op televisie, die keihard staat in de woonkamers, waar glitterballen hangen, wat de associatie oproept aan een disco uit de jaren zeventig. In de noedeltentjes is het nog steeds druk. Een man loopt langs met zijn dochtertje; ze huilt en houdt hem bij een vinger vast. Iedereen heeft een paraplu, behalve ik. Er komt een handkar voorbij met porseleinen katten onder een plastic zeil, scooters zigzaggen eromheen. Belachelijk genoeg draait iemand keihard Tosca. Ik ken maar één persoon in de hele stad. Ik heb geen kaart. Wel heb ik mijn aan elkaar geniete fotokopie van de brieven van Père d’Entrecolles, een Franse jezuïet die hier driehonderd jaar geleden woonde en die de fabricage van porselein levendig heeft beschreven. Die heb ik meegebracht omdat ik dacht dat hij mijn gids kon zijn. Op dit moment lijkt me dat een ietwat vergezocht initiatief, en al helemaal niet slim.”

 


Edmund de Waal (Nottingham, 10 september 1964)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Uitnodiging

Oh, heb je tijd om
voor slechts even
te verwijlen
buiten je drukke

en zeer belangrijke dag
voor de putters
die zich verzameld hebben
in een veld met distels

voor een muzikale strijd,
om te zien wie
de hoogste noot,
of de laagste kan zingen ,

of de meest expressief vrolijke,
of de meest tedere?
Hun sterke, stompe snavels
drinken de lucht

terwijl ze zich inspannen
melodieus
niet voor jou
en niet voor mij

en niet om te winnen
maar uit puur genot en dankbaarheid –
geloof ons, zeggen ze,
het is een serieuze zaak

om gewoon te leven
op deze frisse ochtend
in de gebroken wereld.
Ik smeek je,

loop niet voorbij
zonder even stil te staan om
deze nogal belachelijke voorstelling
bij te wonen.

Het zou iets kunnen betekenen.
Het zou alles kunnen betekenen.
Het zou kunnen zijn wat Rilke bedoelde, toen hij schreef:
Je moet je leven veranderen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2024 en ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2.

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

Van een ziekte herstellend; ’s morgens

het licht is bij mij ingetrokken
de man is uit mij weggegaan

beweging als het slapend klokken
van water onder het open raam

een wijdheid die mij heeft betrokken
bij elk geluid van het bestaan

dienstmeisjes die de kleden kloppen
de bel gaat voor de tweede maal

 

Toekomstroman

in een lege afgedankte trein
dat is één wagon zonder locomotief
[die was nog te goed zeiden ze]
rijd ik rond

over de hei tussen de bomen
van het bos maar het liefst
dicht langs de huizen
over het trottoir

ik zie je in een achterkamer
tafeldekken het rinkelend servies
is de kinderstemmen net iets te vlug af
en bij elk bordje leg je
het schoolverhaal dat er bij past
[dat ze straks voor je meenemen]
maar onzichtbaar want zoals op je verjaardag
doe je of je niet weet wat je krijgt

meestal ben je te bezig om te kunnen wuiven
maar ik kijk altijd overal naar binnen
ik begrijp niet dat de politie
het niet verbiedt

 

Oudsaksisch

Rook stijgt van brandend loof
op uit gerooide velden. Tussen
de ingekuilde bieten, rieten daken
een totempaal scheef bij de waterput.

Hout en handen gekloofd.
Van jaren zand onder de nagels.
De kleren stroef van moeheid, klam
van koeiedampen.
Aarde worden zelf en oud

en in de winter zwaar
aan godsdienst doen met niets
dan voren, zaad en graan
voor ogen.
In opstanding geloven
en hemelvaart.

 


C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Afgezien van het lichaam

Afgezien van het lichaam
van iemand van wie je houdt,
inclusief alle uitingen daarvan
in de privésfeer en in het openbaar,

zijn bomen, denk ik,
de mooiste
vormen op aarde.

Hoewel, toegegeven,
als dit een wedstrijd was,
zouden de bomen op
een zeer verre tweede plaats komen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Elly de Waard, Mary Oliver

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Vannacht

Vannacht was je opnieuw dichtbij
ik was zelfs vergeten dat ik dat vergat –
had nog gedacht: vergeet dit niet
voor ik weer dieper verder sliep.
Het was een lange, lange droom
waarin ik, wang tegen jouw wang gedrukt
een diepe tederheid beleefde
die ik ook aan je uit kon spreken.
Ik nam zelfs waar dat ik je rook.

Dat dit gevoel nog in mij leeft!
Er werd een hele generatie groot
sinds ik en jij ons lichaam deelden –
maar het bestaat en steekt zijn kop
op in de nacht, als dag en ik
zijn uitgeschakeld, teruggebracht
tot wat de kern is van mijn wezen
die steeds wordt luchtgespiegeld in
de slaap, die wolk, die ring, waarrond
mijn schamele woorden zweven.

 

Vijver

Fluweel gemarmerd water,
fluwelen karper ademt.

Hoe hoger de zon stijgt
hoe meer er aan het licht komt
van dit schaduwrijk.

Totdat weerspiegeling
zich mengt met dieper zien.

 

In Zomer

I

Oud hout van horren, bruine boot.
Het zonlicht druipt, als water uit een goot,
Van takken, dik in het groen, wiegende
Vlekken lekt het op mijn schoen.
Het roestig gaas golft als het water toen
Ik langs je voer in mijn geleende boot.
Wat was je klein, daar wuivend op de dijk,
Wat voelde ik me, liggend op

De voorplecht groot. Het zeil,
Die nagel van de wind, duwde mij voort
Langs het verzonken land. Een stadje,
In een blauwe oplossing van lucht en zand,
Rees, aan zijn torenspitsjes opgetild,
Als fata morgana uit het water.
Ik schuimde je kust af, klokke
Kwart voor een blies ik de scheepshoorn.

Vreemd was het de molen om je huis heen
Te zien draaien, om jou heen.
De buik van het schip was bruin met
Ribben, de zwaarden zoemden aan hun
Koorden, hartslag echode van de boorden,
Ommelandvaarder uit negentieneen.
De mijne was luider te horen
Tot ook jij, onder je violette kam

Van populieren, in zee verdween.
Wij gingen door de wind, voeren
Van dichtbij langs de haven van
Volendam, door de heilige maagd,
Navigare necesse est, bewaakt.
Maria, Sterre der zee: ‘Gij, die alleen
Zijt, zult bij sterke wind niet varen,
Gij zult niet verdrinken.’ Dichter

Was ik bij je dan in jaren,
Mijn slaap droeg je gezicht.

 


Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Dorst

Op een andere ochtend word ik wakker met dorst
naar het goede dat ik niet heb. Ik loop
naar de vijver en de hele weg heeft God ons
zulke prachtige lessen gegeven. O Heer,
ik was nooit een snelle leerling, maar zat te mokken
en over mijn boeken gebogen tot na het uur
en de bel; geef me, in uw genade,
nog wat tijd. Liefde voor de aarde
en liefde voor U voeren zo’n lang
gesprek in mijn hart. Wie weet wat
er uiteindelijk zal gebeuren of waar ik naartoe gestuurd word,
en toch heb ik al heel veel weggegeven,
in de verwachting dat ik niets hoef in te pakken,
behalve de gebeden die ik, met deze dorst,
langzaam aan het leren ben.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Indian Summer (Diane Glancy), Merijn de Boer, C. J. Dennis, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 


Warm of Indian Summer door Oleg Riabchuk, 2023

 

Indian Summer

There’s a farm auction up the road.
Wind has its bid in for the leaves.
Already bugs flurry the headlights
between cornfields at night.
If this world were permanent,
I could dance full as the squaw dress
on the clothesline.
I would not see winter
in the square of white yard-light on the wall.
But something tugs at me.
The world is at a loss and I am part of it
migrating daily.
Everything is up for grabs
like a box of farm tools broken open.
I hear the spirits often in the garden
and along the shore of corn.
I know this place is not mine.
I hear them up the road again.
This world is a horizon, an open sea.
Behind the house, the white iceberg of the barn.

 


Diane Glancy (Kansas City, 18 maart 1941)
Kansas City

 

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Lieve Hannibal: Schrijver in New York, Jeruzalem en Tunesië

“In tegenstelling tot de rest van de aardbewoners had ik het nooit zo op New York. Waarschijnlijk kwam dat door het linkse, anti-Amerikaanse milieu waarin ik opgroeide. Bovendien had ik op mijn twintigste Reis naar het einde van de nacht van Céline gelezen en de hoofdpersoon in dat boek, Bardamu, is nergens zo ongelukkig als in die kille ‘rechtopstaande stad; terwijl hij ook in Vlaanderen was geweest tijdens de Eerste Wereldoorlog. We zochten een huis in Brooklyn, maar vlak buiten Manhattan, zodat mijn vrouw niet al te ver hoefde te reizen naar haar kantoor in Midtown. De meest voor de hand liggende wijken waren Williamsburg en DUMBO. Die laatste buurt ligt ten zuiden van het Financial District, net aan de overkant van de East River, ingeklemd tussen de Brooklyn en de Manhattan Bridge. Onze makelaar liet eerst een paar appartementen in Williamsburg zien. Hoewel de potentiële huizen vlak bij elkaar waren, verplaatste ze zich per auto. Hiervoor had ze zelfs een chauffeur ingehuurd, een zeer dikke en op het oog zwakzinnige neef van haar die er telkens minuten over deed om een parkeerplaats te vinden. Terwijl zij in de auto stapten, wandelde ik met onze dochter naar het volgende appartement, waar ik dan telkens op hen moest wachten. In DUMBO lagen de huizen nog dichter bij elkaar, maar ook hier ging ze steeds met de auto. Al snel werd me duidelijk dat ik in deze wijk wilde wonen. DUMBO leek me namelijk de perfecte locatie voor een roman. Het inzicht was louter intuïtief. Van tevoren had ik me sterk afgevraagd of ik onze tijd in New York wel literair zou kunnen gebruiken. Aan romans die zich afspelen in New York is immers geen gebrek. De stad voelde voor mij als een cliché, zowel in het echt als in de literatuur.
DUMBO is echter een relatief onbekende wijk, die niet alleen interessant is door haar ligging, maar ook door haar omvang: de buurt bestaat uit maar een paar straten. Als een dorp, zo ervoer ik DUMBO toen ik haar voor het eerst met de makelaar bezocht. En ik ging een roman schrijven over dit dorp binnen de metropool. Projectontwikkelaars beschouwden de wijk lange tijd als de dode hoek van New York, vooral vanwege het onophoudelijke metrolawaai.”

 


Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Australische dichter en journalist (Clarence Michael James Stanislaus) C. J. Dennis werd geboren op 7 september 1876 in Auburn, Zuid-Australië. Zie ook alle tags voor C. J. Dennis op dit blog.

 

Tea Talk

‘Excuse me if I sit on you,’ the cup said to the saucer.
‘I fear I’ve been here all the afternoon.’
‘Spare excuses,’ said the saucer; ‘you have sat on me before, sir.’
‘Oh, I’ll stir him up directly,’ said the spoon.
‘Stop your clatter!  Stop your clatter!’ cried the bread-and-butter platter
‘Tittle-tattle!’ sneered the tea-pot, with a shrug;
‘Now, the most important question is my chronic indigestion.’
‘Ah, you’ve taken too much tannin,’ jeered the jug.
‘Hey, hey, hey!’ sang the silver-plated tray,
‘It’s time you had your faces washed.  I’ve come to clear away!’

 


C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Ik daal af naar de kust

Ik daal af naar de kust als het licht wordt,
en, gebonden aan het uur, zie ik golven
die aanrollen of zich verwijderen,
en ik zeg: O, ik voel me ellendig,
wat zal –
wat moet ik doen? En de zee zegt
met zijn lieflijke stem:
Het spijt me, ik heb het nu te druk.

 

Vertaald Arie Sonneveld

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

Theo Olthuis, Mary Oliver

De Nederlandse dichter en schrijver Theo Olthuis werd geboren in Amsterdam op 10 september 1941. Zie ook alle tags voor Theo Olthuis op dit blog.

 

Voor altijd

Met ergens in mijn achterhoofd
de dood als blindganger
ben ik graag zo grondig mogelijk hier.
Met beide voeten op een stukje aarde
het leven vierend,
waarin van dag tot dag boven in mijn brein,
onmetelijk magazijn,
zelfs de kleinste dingen zich verzamelen.
Duurzaam en houdbaar
tot onzekere datum.

Natuurlijk ooit, vroeg of laat
toch een keer overschreden.
Maar voor altijd wél geweest.

 

Contrasten

Het was soms maar
als een stipje
op iets hagelwits,
een meningsverschil,
een dissonant
of het stoorde al,
gaf ongemak.
Later meer gezien
als spanningsveld
en ontmoetingsplek
tussen hier en daar,
waar tegenpolen
hoe ver op afstand ook
toch in verbinding
met elkaar.

 

Weer een wonder

Na obstakels geslecht
dromen nog helder
en met vallen en opstaan
de weg hernomen.
Waar als voorheen
de zang van een vogel,
een hemel vol kleur
en bloemen in de berm
gewoon weer een wonder.

 

Theo Olthuis (Amsterdam, 10 september 1941)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Aarzel niet

Als je plotseling en onverwacht vreugde voelt,
aarzel dan niet. Geef eraan toe. Er zijn genoeg
levens en hele steden die verwoest zijn of op het punt staan
te worden verwoest. We zijn niet wijs en niet vaak
aardig. En veel kan nooit worden goedgemaakt.
Toch heeft het leven nog wat mogelijkheden. Misschien is dit
zijn manier om terug te vechten, dat er soms
iets gebeurt dat beter is dan alle rijkdom
of macht in de wereld. Het kan van alles zijn,
maar het is heel waarschijnlijk dat je het opmerkt op het moment
dat de liefde begint. Hoe dan ook, dat is vaak het geval.
Hoe dan ook, wat het ook is, wees niet bang
voor de overvloed. Vreugde is niet gemaakt om een kruimel te zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2.

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

Als Kind

Je draait je om en ziet het kind vertrekken,
het huis al leeg, ’t legt bloemen op de trap,
springt van de stoep zodat de laatste stap
niet hoeft gezet, dan sluit het de tuinhekken,

houdt op te zijn daar, want niet op te wekken
– talitha koem – uit kinderjaren graf
zijn hond en tamme kraai, een pluche giraf:
’t beschrevene zal nooit die dingen dekken

die uit zichzelf, je weet niet waarvandaan,
jou woordloos wisten, en jij nam hen aan
zo vanzelfsprekend dat je vaak verbaasd,

vroeg iemand naar een naam, in malle haast
wat namen noemde die je maar verzon –
het kijkt niet om; je riep het als dat kon.

 

Waarom niet, lichaam?

Waarom niet, lichaam, heb je in jezelf geloofd
de dagen van je jeugd, je bent ten laatste
gedaante in deze vorm en je houdt op
te zijn straks – waarom niet? Heeft jou
de geest misleid alsof er wonderen
van hoger deugd, van waarheid waren te verwachten?
En jij wou steeds ook iemand anders zijn.
Nu wordt het dadelijk nacht in ons. En jij?
Doe je wat voor me om me er door heen te helpen?
Lichaam, nooit heb ik je vertrouwd,
niet aan je noden ooit geloof geschonken,
je was van mij en daarmee uit. Ik dacht
te zijn in wat geen toekomst worden wou,
dralend in daden van bedenking, overzicht.
En jij bent hier en bezig aan je sterven.
Je weet toch, lichaam, waar je nog de groeven voelt
van eiken planken toen we zittend op die brug,
we waren kind, op lange zomeravonden
boven de stroom het trage water vol
van geheimzinnig leven zagen, wieren, vissen,
ons eigen spiegelbeeld, en ik gedachtenloos
jou niet besefte, enkel opging in
een vrijheid niets te hoeven zijn dan zo?
Alleen te kijken en het rustige gesnuif
te horen in de wei van grazenden, vlakbij –
Dat evenwicht, jij was er toen nog niet
als nu, nog ongemeld, nog zwijgend in jezelf
Wij gaan voorbij, terwijl ik dat niet wil,
lichaam, je zult mijn dood nog zijn wanneer
je niet de beelden die je meedraagt in je
afstaat aan mij – maar ik, wie ben ik zonder jou?
Je hebt geen kind aan mij zolang je luistert.
Waarom, lichaam, heb ik jou nooit geprezen?

 

Gedachtenis

Omdat een droom mij aankeek ben ik er vandaag.
Je liep door ’t laantje naar de hertenkamp en was
even niet dood. Ik kon niet met je praten want
moest letten op mijn benen of die wel bewogen,
en haalde jou daardoor niet in. Toch was je het,
de omtrek van jouw lichaam languit uitgeknipt
tegen het overhangend loof kwam je niet verder
dan dat het eeuwig door zou gaan, een kloppend beeld

dat in het daglicht zwart wordt, ’k zit het op te schrijven
terwijl je tussen regels door verdwijnt – het is
nog vroeg met grijze hemel achter lege takken;
mij schiet het woord wüeste te binnen, woestenij,
bij Eckhart staat het voor het onuitsprekelijke
beeldloze Niets der godheid achter god. – ’t Kwam door
die film van gisteravond denk ik dat ik droomde:
zo wacht men steeds op iets en of er iemand komt.

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Wanneer de dood komt

Wanneer de dood komt
als de hongerige beer in de herfst;
wanneer de dood komt en alle glimmende munten uit zijn beurs haalt

om mij te kopen, en de beurs dichtklapt;
wanneer de dood komt
als de mazelenpokken;
wanneer de dood komt
als een ijsberg tussen de schouderbladen,

wil ik vol nieuwsgierigheid door de deur stappen, me afvragend:
hoe zal het zijn, dat huisje van duisternis?

En daarom zie ik alles
als een broederschap en een zusterschap,
en ik zie tijd als niet meer dan een idee,
en ik beschouw de eeuwigheid als een andere mogelijkheid,

en ik denk aan elk leven als aan een bloem, zo gewoon
als een veldmadeliefje, en zo uniek,

en aan elke naam als aangename muziek in de mond,
neigend, zoals alle muziek, naar stilte,

en aan elk lichaam als aan een leeuw van moed, en iets
kostbaars voor de aarde.

Wanneer het voorbij is, wil ik zeggen: mijn hele leven
was ik een bruid die getrouwd was met verbazing.
Ik was de bruidegom die de wereld in mijn armen nam.

Wanneer het voorbij is, wil ik me niet afvragen
of ik van mijn leven iets bijzonders en echts heb gemaakt.
Ik wil mezelf niet zuchtend en bang aantreffen,
of vol met argumenten.

Ik wil niet eindigen alsof ik deze wereld alleen maar heb bezocht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Elly de Waard, Mary Oliver

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Hoe is het mogelijk dat de wildernis

tot telkens ordelijker schoonheid zich verdicht?
Wie tussen sterren vloog
nu mos van stenen schraapt en wist
dat wat hem schiep hem ook bedroog?
Er rede schuil gaat in wat zich vergist?

Het waait in het glazen huis, het waait
aan binnenkant van ramen, de naald
wordt uit de groef getild, de kraan
ruist open als een radio,
met ether wordt het lege huis, dat zich
nog uitrekt in zijn gangen, gestild.

De bloemen buigen in de wind,
het bovenlijf ontbloot, onthoofd, een gesel
slaat de heggen – hoe is het ooit geweest
zonder dit ruige zeggen, zonder waaien
en zonder antwoord dat alleen
verdere vragen stelt?

Een duif duikt in zijn vlucht,
o duizeling van wie in lucht
verdrinkt zonder houvast van water.
Verheldering ontgaan bieden in adempauze
de paden hun verlokking aan –
dat ik de tuin betreed waar nooit begaan.

 

Godenschemering

De magistrale avondlucht
Schildert het industrieterrein

Tot Bagdad aan het IJ –
Filters van ragdun fijngemalen vuil

Waardoor de zon in balken schijnt
Versluieren de arabeske werf

En uit dit schitterend palet
Rijst er een zeeslag op van wolken.

Bezuiden dit druipt honingzoet elektrisch licht
Uit steeds meer ramen van de huizen.

Ik ben alleen –

Gekleed in flarden van gezang
Dat uit de autoradio rafelt

Achter mij aan en om mij heen
Voeg ik mij zwijgend in de rij.

De stemmen die uit deze stoet
Van water en metaal opgaan

Vertellen een tumultueus
Scheppingsverhaal van een nieuw Babylon

Waarvan de duistere contouren
Al lokken aan de horizon.

Het ozon verft het asfalt adellijk blauw
Als het ademloos door ons bewaarde bloed

Dat eens gemorst zal worden op de vloeren
Van wie de aarde van ons erven –

Geplukt is dan de oogst die wij het waard vonden
Te redden uit het avondlijke vuur

Door hem te zaaien in het uur
Waarop het sterven al was uitgerukt.

 

Het hoofd, een benen doos

Het hoofd, een benen doos
waarin wat wij zien als
het hoogste, kroon

op de schepping: hersens
het uitgespogen kauwsel
van de goden, de schedel

kwispedoor, waarin
een grijze kauwgom of
stinkende pruim

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

DE IJSVOGEL

De ijsvogel rijst op uit de zwarte golf
als een blauwe bloem, in zijn snavel
draagt hij een zilveren blad. Ik denk dat dit
de mooiste wereld is—zolang je het niet erg vindt
om een beetje te sterven, hoe kan er dan een dag in je hele leven zijn
die geen spatje geluk kent?
Er zijn meer vissen dan bladeren
aan duizend bomen, en trouwens, de ijsvogel
werd niet geboren om erover na te denken, of over iets anders.
Als de golf over zijn blauwe kop dichtklapt, blijft het water
water—honger is het enige verhaal
dat hij ooit in zijn leven heeft gehoord dat hij kon geloven.
Ik zeg niet dat hij gelijk heeft. Noch
zeg ik dat hij ongelijk heeft. Religieus slikt hij het zilveren blad
met zijn gebroken rode rivier, en met een ruwe en makkelijke kreet
die ik niet uit mijn bedachtzame lichaam zou kunnen laten ontsnappen,
al hing mijn leven ervan af, zwenkt hij terug
boven de heldere zee om hetzelfde te doen, en wel
(zoals ik verlang om iets te doen, wat dan ook) perfect.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Merijn de Boer, Mary Oliver

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Lieve Hannibal

“Om vijf uur ’s ochtends verliet ik het huis van mijn broer, na een laatste zoen op de wang van mijn moeder. De taxi stond al in de Overveense laan. Omdat ik de voordeur niet open kreeg, sloop ik door de achterdeur de tuin in, waar twee bosuilen woonden die me de afgelopen nachten — tot mijn plezier — uit mijn slaap hadden gehouden. Nog even snoof ik de duinlucht op, keek ik naar de hoge dennen met hun takloze stammen en luisterde ik naar het ruisen van de zeewind. Ik hoopte dat ik erin zou slagen om dit alles op te roepen als ik weer in New York was, met geen bos of bosuilen in de buurt. Ik dacht aan de drukte daar, aan het constante gedender van de metro’s over de Manhattan Bridge en aan het verkeer waarin ik straks zou komen vast te zitten als ik in een Uber van JFIC. naar DUMBO reed. Het was januari 2018. Sinds een halfjaar woonde ik in New York en ik kon er nog niet aarden. In de jaren daarvoor hadden we in een oude tuinderswoning te midden van de weilanden gewoond, aan de rand van een bos. Al houthakkend, tuinierend en imkerend was ik een natuurmens geworden. Ljovin uit Anna Karenina was mijn rolmodel, met zijn afkeer van het mondaine leven en zijn toewijding aan het boerenbedrijf. En nu woonde ik midden in een metropool. Joost de Vries van De Groene Amsterdammer interviewde me per e-mail en vroeg onder andere: ‘Heb je verborgen talenten? Als je geen schrijver zou zijn, wat zou je dan zijn? Ik antwoordde: ‘Ik kan erg goed houthakken. En ik overweeg al jaren om een boswachtersopleiding te volgen.’ Zijn antwoord: ‘Ik denk wel dat je houthakambities in New York slecht tot hun recht komen.’ Het is vreemd: we woonden anderhalf jaar in New York en in die periode had ik heimwee naar ons huis in de natuur in Nederland. Inmiddels woon ik in Jeruzalem en heb ik heimwee naar New York. Ik mis The Met (zowel het museum als de opera), boekwinkel Strand en koffiehuis Brooklyn Routing Company. Een mede-ex-pat in Jeruzalem noemde me laatst een ‘city boy’ en ik dacht ja, je hebt gelijk. Maar wat is er dan met dat Ljovin-achtige natuurmens gebeurd? De eerste paar weken in New York verbleven we in een tijdelijk appartement op de achtendertigste verdieping in Midtown. Vanuit het raam keek ik neer op de Queensboro Bridge, waar een krankzinnige hoeveelheid auto’s zich traag en blikkerend in de ochtendzon naar de overkant van de East River bewoog. Mijn vrouw was overdag naar haar werk, ik zorgde voor onze dochter van zes maanden. Als ik met haar over First Avenue liep of in de metro zat, kon ze rekenen op veel aandacht en bewondering van de Amerikanen: ‘Oh, what a cutie!’ En: ‘Look how she smiles at me…’ Ook gehoord: `She’s gonna be a knockout!’ Een oudere vrouw boog zich over de kinderwagen, slaakte een zucht en zei: ‘Oh my God, I wamia be a granny.’ Tijdens haar middagdutjes las ik een boek van Evelyn Waugh, speelde ik online schaak met een vriend in Nederland of werkte ik aan het eerste hoofdstuk van een nieuwe roman.”

 

Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Viooltjes

Beneden bij de ruisende kreek en de hoge bomen –
waar ik drie dagen per week spijbelde
en daarmee het record verbrak –
stonden viooltjes wier leven net zo zorgeloos was
als alles wat je ooit hebt gezien
of waar je voorovergebogen de zoete adem van inademde.
Later, toen de benodigde huizen waren gebouwd,
waren ze verdwenen, en wie zou betekenis
geven aan hun afwezigheid.
Oh, viooltjes, jullie hadden wel degelijk betekenis, en wat zal
jullie plaats innemen?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

David van Reybrouck, Mary Oliver

De Vlaamse dichter, schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck werd geboren in Brugge op 11 september 1971. Zie ook alle tags voor David van Reybrouck op dit blog.

Uit: De kolonisatie van de toekomst

“Tegen het eind van deze lezing zullen er naar schatting zes á zeven soorten zijn uitgestorven. Een tropische salamander, een glimmende kever, een onopvallend korstmos, een vogel, een varen, een vis — het kan van alles zijn. Na duizenden of zelfs miljoenen jaren te hebben bestaan zullen ze het komende uur niet overleven en onherroepelijk van de aardbodem verdwijnen. Tegen middernacht kunnen het er al 70 zijn. Morgen rond deze tijd zullen we ongeveer op 150 soorten zitten. En wanneer volgend jaar de siste Huizinga-lezing wordt uitgesproken, kan de teller op ss.000 uitgestorven soorten staan. Nee, niet staan, maar voortrazen, onophoudelijk, want we zitten midden in de zesde grote uitstervings-golf die onze planeet ooit gekend heeft, de eerste echter die door menselijk handelen werd veroorzaakt. De vorige vond 65 miljoen jaar geleden plaats, toen de dinosauriërs door een meteorietinslag massaal het loodje legden. Tot 55.000 soorten per jaar: dit getal is geen apocalyptisch visioen van enkele ecologische fundi’s, maar een schatting afkomstig van de internationale Convention on Biological Diversity, een multilateraal verdrag tussen 196 landen.’ Volgens de recentste wetenschappelijke berekeningen van het IBPES, het VN-panel voor de biodiversiteit, dreigt van de acht miljoen levende soorten er één miljoen uit te sterven binnen één of enkele generaties. Het gaat om een voorzichtige schatting’ Op Mauna Loa, een wetenschappelijk onderzoeksstation op 3400 meter hoogte op Hawaii, werd dit jaar in april een co:-concentratie van 420 parts per million (ppm) gemeten. Het cijfer zegt de meeste mensen niks, maar het gaat wellicht om het belangrijkste nieuwsfeit van dit jaar. Stek u zich onze atmosfeer voor als een zwembad met daarin één miljoen donker- en lichtblauwe ballen: dat zijn de moleculen zuurstof en stikstof. In dat blauwe ballenbad zie je hier en daar ook een knalrode bal. Ze zijn niet talrijk, slechts enkele honderden, maar ze zijn verschrikkelijk heet, ze blijven heel lang heet en warmen daardoor heel het zwembad op. Dat zijn de co2-moleculen. Welnu, 420 rode ballen op een miljoen blauwe is alarmerend hoog. Manna Loa is een onherbergzame vulkaan, een hellend maanlandschap van steen dat uitkijkt over de Stille Oceaan. Het is ook de plek waar al sinds maart 1958 dagelijks waarnemingen van de atmosfeer worden gedaan, de langste reeks op aarde. Drieënzestig jaar geleden, bij het begin van de waarnemingen, bedroeg het co2-gehalte nog maar 315 ppm. Vandaag 420. Het is ongelooflijk snel gegaan: van 315 naar 420 rode ballen in minder dan een mensenleven, dat is gigantisch als je beseft dat we de voorbije achthonderdduizend jaar, met al zijn barre ijstijden en warme tussenijstijden, hooguit tussen de 170 en 300 ppm schonunelden.
Het grote wee-rapport dat afgelopen augustus verscheen, gebaseerd op meer dan veertienduizend wetenschappelijke publicaties, liet er geen twijfel meer over bestaan. De aarde warmt snel op en dat komt door de mens. Gletsjers en poolkappen zijn kleiner dan ze de voorbije duizenden jaren waren, het zeeniveau is in drieduizend jaar niet zo snel gestegen en de co2-concentratie is de hoogste van de voorbije twee miljoen jaar.”

 

David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De Zwaan

Heb jij hem ook gezien, de hele nacht ronddrijvend op de zwarte rivier?
Heb je hem ’s ochtends gezien, opstijgend in de zilverachtige lucht –
Een armvol witte bloesems,
Een perfecte beweging van zijde en linnen terwijl hij leunde
in de gebondenheid van zijn vleugels; een sneeuwbank, een veld van lelies,
Met zijn zwarte snavel in de lucht bijtend?
Heb je hem gehoord, zoemend en fluitend?
Een schelle donkere muziek – zoals de regen die tegen de bomen klettert – als een waterval
Die de zwarte richels afsnijdt?
En heb je hem, tenslotte, gezien, net onder de wolken –
Een wit kruis dat door de lucht stroomt, zijn voeten
Als zwarte bladeren, zijn vleugels als het uitgestrekte licht van de rivier?
En voelde je in je hart hoe het met alles te maken had?
En heb jij ook eindelijk door waar schoonheid voor dient?
En heb je je leven veranderd?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2021 en ook mijn blog van 11 september 2020 en eveneens mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.