Lieke Marsman, Max Dauthendey

De Nederlandse dichteres Lieke Marsman werd op 25 juli 1990 geboren te Den Bosch. Zie ook alle tags voor Lieke Marsman op dit blog.

 

Ik had door het bos kunnen rennen

Een bouwval kunnen maken
en af laten breken

De tijd aan mijn zijde hebben

Hier iets neer kunnen zetten
en daar iets weg kunnen nemen

Zeggen dat er verticale strepen bestaan
naast driedimensionale holtes

Dat er een andere zijde is
en een einde aan mijn tijd

Soms ben ik zo open
dat ik mezelf van de randen afduw

Soms zo laag
dat het voelt alsof ik er wortel schiet

Maar ik heb goed gegeten
en het was lekker

 

De meeste dingen blijven gemakkelijk

De meeste dingen blijven gemakkelijk
hangen. Geen probleem. Maar niet
de boze woorden, het opnieuw
bedoelde. Het is
ook koud als ik het raam sluit. En licht
met de gordijnen dicht. Zo blijf ik vol
in een kamer die leeg is en leger
nu ik alles naar me toetrek.

Ik heb dit nodig, want ik heb alles nodig
Nadat ik het nodig heb gehad, is er voor niemand iets over
Jullie vinden allemaal de hond in de pot
Het spijt me, maar niet genoeg

 

De overkant van de canyon

wat er aan de overkant, wilden we weten
van die duizelende diepte met het heldere water

dat wandelaars koelt, dus daalden we af
langs de gruizelende randen en het vogelgeschater

naar de tengere cactus. jij moedigde me aan
en je hielp me op de bodem om te kiezen voor vervolg

als je een landschap was, dan was je een canyon:
tot grote hoogte uitgesleten

ik verkwistte in jou al mijn vrolijke dagen
en keek ’s nachts vanuit jou naar die brave planeten

je zou je geschiedenis zijn – dat ben je
wat er aan de overkant is, kan niemand weten

 

Lieke Marsman (Den Bosch, 25 juli 1990)

 

De Duitse dichter en schilder Max Dauthendey werd geboren op 25 juli 1867 in Würzburg. Zie ook alle tags voor Max Dathendey op dit blog.

 

Avond

Zwarte mossen.
Aardegeur in warme vlokken.
Smalle, dunne zilveren bloemen
En het gezang van bleke klokken.

Zwakke vuurtjes doven zachtjes.
Slechts een vleugje warme vloed.
Bloeiend smelten rode zeeën,
Donkere zonnen zuigen bloed.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Max Dauthendey (25 juli 1867 – 29 augustus 1918)

 

Zie voor de schrijvers van de 25e juli ook mijn blog van 25 juli 2020 en eveneens mijn blog van 25 juli 2018 en eveneens mijn blog van 25 juli 2017.

Weihnachten (Max Dauthendey)

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Prettig Kerstfeest!

 

 
De aanbidding van de herders door Charles Le Brun, 1689

 

Weihnachten

Die eisige Straße mit Schienengeleisen,
Die Häusermaße in steinernen Reih’n,
Der Schnee in Haufen, geisterweißen,
Und der Tag, der blasse, mit kurzem Schein.

Der Kirchtüre Flügel sich stumm bewegen,
Die Menschen wie Schatten zur Türspalte gehn;
Bekreuzen die Brust, kaum dass sie sich regen,
Als grüßen sie jemand, den sie nur sehn.

Ein Kindlein aus Wachs, auf Moos und Watten,
Umgeben von Mutter und Hirten und Stall,
Umgeben vom Kommen und Gehen der Schatten,
Liegt da wie im Mittelpunkte des All.

Und Puppen als Könige, aus goldnen Papieren,
Und Mohren bei Palmen, aus Federn gedreht,
Sie kamen auf kleinen und hölzernen Tieren,
Knien tausend und tausend Jahr im Gebet.

Sie neigen sich vor den brennenden Kerzen;
Als ob im Arm jedem ein Kindlein schlief,
Siehst du sie atmen mit behutsamen Herzen
Und lauschen, ob das Kind sie beim Namen rief.

        

 
Max Dauthendey (25 juli 1867 – 29 augustus 1918)
Würzburg, de geboorteplaats van Max Dauthendey

 

Zie voor de schrijvers van de 25e december ook mijn twee vorige blogs van vandaag.

Lieke Marsman, Sytze van der Zee, Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt, Ottokar Kernstock, Albert Knapp, Louise Boege

De Nederlandse dichteres Lieke Marsman werd op 25 juli 1990 geboren te Den Bosch. Zie ook alle tags voor Lieke Marsman op dit blog.

Uit:Het tegenovergestelde van een mens

„Als kind hield ik ervan om te fantaseren dat ik een komkommer was. ’s Avonds lag ik met mijn armen langs mijn lichaam onder mijn dinosaurussendekbed, soms kaarsrecht, soms met mijn benen licht kromgetrokken, en probeerde voor heel even de gestalte van mijn lievelingsgroente aan te nemen. Ben een komkommer, ben een komkommer, ben een komkommer, fluisterde ik tegen mijn achtjarige zelf, totdat ik bedacht dat komkommers niet kunnen fluisteren. Vervolgens zei ik mijn mantra op in mijn hoofd, totdat me te binnen schoot dat komkommers ook niet in zichzelf kunnen praten. Maar doorgaans was ik tegen die tijd al in een zoete, diepe slaap gevallen. Nota bene: dit was in de tijd dat mindfulness nog niet bestond en ook meditatie nog iets zo exotisch was dat de meeste mensen er alleen maar van in paniek raakten.
Ik woonde met mijn ouders en mijn broer Carl in een Vinexwijk aan de rand van een middelgrote provinciestad. De huizen in onze straat waren gemaakt van witte bakstenen met lichtgrijs cement ertussen. De meeste bewoners hadden hun kozijnen blauw, rood of geel geverfd: primaire kleuren die fel afstaken bij het wit van de stenen. Er woonden veel kinderen in de wijk en daarom mochten de auto’s niet harder dan 30 kilometer per uur. Als logge beesten bewogen de gezinswagens zich voort naar school en werk, grazende bizons op een steppe van rechte stoepranden en basketbalpleintjes. Alleen ’s avonds laat hoorde je wel eens een auto snel optrekken. Zo nu en dan zelfs een scooter.
Van hun vakantiegeld kochten de mensen uit de straat een nieuwe parasol of een nieuwe hogedrukspuit. Of een vakantie natuurlijk. De meeste buren gingen net als wij op vakantie in eigen land, naar een bungalowpark op de Veluwe of een camping aan de Noordzeekust, maar zo nu en dan reed er eind augustus een zongebruinde familie de straat in die met caravan en partytent drie weken lang op een Spaans grasveldje had gestaan. Zij zouden op de buurtbarbecue die ieder jaar in het eerste weekend van september gehouden werd hoge ogen gooien.”

 

 
Lieke Marsman (Den Bosch, 25 juli 1990)

Lees verder “Lieke Marsman, Sytze van der Zee, Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt, Ottokar Kernstock, Albert Knapp, Louise Boege”

Dolce far niente, Max Dauthendey, Hugh MacDiarmid, Ernst Stadler, Yoshikawa Eiji, Fernando Arrabal, Andre Dubus, Alex Haley

Dolce far niente

 

 
Regenstimmung door Otto Modersohn, 1884

 

Regen

Da draußen regnet es weit und breit.
Es regnet graugraue Verlassenheit.
Es plaudern tausend flüsternde Zungen.
Es regnet tausend Erinnerungen.
Der Regen Geschichten ums Fenster rauscht.
Die Seele gern dem Regen lauscht.

Der Regen hält dich im Haus gefangen.
Die Seele ist hinter ihm hergegangen.
Die Insichgekehrte ist still erwacht,
Im Regen sie weiteste Wege macht.
Du sitzt mit stummem Gesicht am Fenster,
Empfängst den Besuch der Regengespenster.

 

 
Max Dauthendey (25 juli 1867 – 29 augustus 1918)
Würzburg. De Alte Mainbrücke in de regen. Max Dauthendey werd geboren in Würzburg.

Lees verder “Dolce far niente, Max Dauthendey, Hugh MacDiarmid, Ernst Stadler, Yoshikawa Eiji, Fernando Arrabal, Andre Dubus, Alex Haley”

Lieke Marsman, Sytze van der Zee, Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt, Louise Boege

De Nederlandse dichteres Lieke Marsman werd op 25 juli 1990 geboren te Den Bosch. Zie ook alle tags voor Lieke Marsman op dit blog.

 

Noorwegen

Donkergroen, denk ik. Ja
er zou veel donkergroen zijn. En geschreeuw
zo ver dat het onhoorbaar werd. De wereld
buiten ons zou, op haar beurt, mij eens niet
horen zuchten. Met een mondvol onzichtbare
kakkerlakken op een sofa die de grond heet,
zou je me geen pijn doen met die tong, maar
mijn huid helen. De wijnvlek op mijn enkel
zou je dronken maken – ik zou vragen
niet in de bloemenvaas te kotsen. De hele avond
op slippers door de keuken lopen, Zweden
kunnen zien liggen vanaf een steiger. En denken aan
de chimpansee ergens in de dierentuin
van Buenos Aires die men onze taal leert. Aan hoe
hij het nooit zal begrijpen. Ik zou zeggen:
oh nee, niet nog eens
die jurk.

 

 
Lieke Marsman (Den Bosch, 25 juli 1990)

Lees verder “Lieke Marsman, Sytze van der Zee, Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt, Louise Boege”

Dolce far niente, F. Starik, Lieke Marsman, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt

 

Dolce far niente

 

 
Open Raam, Collioure door Henri Matisse, 1905 

 

Museum

Alles komt goed. Tijd gaat voorbij met een vloek
en een zucht. Wat nieuw is zal oud zijn. Waar je
naar zocht raakt toch zoek. Wat dicht leek kan open.
Donker bleek licht. Blijf hopen. Alles komt terug.
Wat hier achter zit. Verborgen. Onder dit doek.
Een gereinigde gevel. Lege zalen vol bouwstof.
Een man die met zijn vinger de tijd wegpoetst.
Aanwezig. Afwezig. Alsof. Zucht en vervloek.
Wat we bewaren bestond al. Alleen jouw ogen
nog niet. Gesloten. Laten we doen alsof je wat ziet.
Leef in vertrouwen. Wat oud was zal nieuw zijn.
Blijf bouwen. Alles wat zoek lijkt komt terug. Straks
valt het doek. Echt. Tijd gaat zo vlug. Alles komt goed.
Alles komt terug. Alleen jij niet. Kijk dus. Ga open.

 


F. Starik (Apeldoorn, 1 juli 1958)
Stedelijk Museum Amsterdam, waar nu een Matisse tentoonstelling te zien is.

Lees verder “Dolce far niente, F. Starik, Lieke Marsman, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt”

Atemloser August (Max Dauthendey)

Dolce far niente

 

 
Het Onweer door Giorgione, ca. 1508

 

Atemloser August

Sommermonde machen Stroh aus Erde,
Die Kastanienblätter wurden ungeheuer von Gebärde,
Und die kühnen Bäume stehen nicht mehr auf dem Boden,
Drehen sich in Lüften her gleich den grünen Drachen.
Blumen nahen sich mit großen Köpfen, und scharlachen,
Blau und grün und gelb ist das Gartenbeet, hell zum Greifen,
Als ob grell mit Pfauenschweifen ein Komet vorüberweht.
Und mein Blut, das atemlos bei den sieben Farbenstreifen stille steht,
Fragt sich: wenn die Blum’, Baum und Felder sich verschieben,
Ob zwei Menschen, wenn die Welt vergeht,
Zweie, die sich lieben, nicht von allen Wundern übrig blieben.

 

 
Max Dauthendey (25 juli 1867 – 29 augustus 1918)
Portret door Heinrich Kiefer, z.j.

 

Zie voor de schrijvers van de 31e augustus ook mijn blog van 31 augustus 2013.

Dolce far niente, Kees Fens, Lieke Marsman, Max Dauthendey

 

Dolce far niente

 

 
Het Spui in 1895, geschilderd door Eduard Karsen

 

Uit: Het stadsgevoel (Het geluk van de brug)

“Soms sta ik in de avond wel eens een klein kwartier voor het raam.
Ik kijk naar de overzijde; lang niet overal brandt licht, maar elk verlicht raam doet mij beseffen dat ik niet alleen ben. Het licht geeft ook een gevoel van veiligheid. De mooiste passages in oude jongensboeken vond ik altijd de beschrijvingen van het sluiten van der stadspoorten. Niemand er meer in, niemand er meer uit, we zitten veilig achter de muren, onder elkaar. Ik geloof dat nog altijd de poort van het Begijnhof op een vast uur wordt gesloten. Ik vind dat een prachtig symbolisch gebaar en ik benijd de poortwachter die het ritueel uitvoert.
Als ik niets meer zie, luister ik. Ik kan de Westertoren horen, de hele nacht door. Ik ben niet alleen. Die sensatie is alleen in een stad mogelijk. (Ik heb nu en dan ook een vertrouwensrelatie met die schildwachten van de nacht: de lantarenpalen.)
Deze week zag ik in het derde deel van de Geschiedenis van Amsterdam een schilderij van Breitner. De Kalverstraat met vlaggen op een regenachtige avond. Ik moet het ooit hebben gezien, ik ben het vergeten en ik voel mij schuldig. Een schitterende streep van geel licht loopt over het bijna abstracte schilderij heen. Licht van etalages kan men nog ter linker- en rechterzijde zien. De besloten straat is voor mij de volmaakte uitdrukking van mijn stadsgevoel. Ik zou daar graag hebben gelopen opgenomen in de lichtstreep. We hebben de ‘echte’ straat niet eens nodig. Al jaren draag ik het schilderij van het Spui van Eduard Karsen in gedachten mee. Het is van een zeldzame stadsintimiteit, zoals ook sommige schilderijen van de grote Witsen.
Ik denk dat mijn stadsgevoelens lopen tot de vroegere afscheiding van stad en land: de lijn Orteliuskade, Postjeskade, Stadionkade. Daarachter ligt een stad van veelal brede straten. De intimiteit is weg, verlichte ramen aan de overzijde zijn verre lichtpunten. Men is er niet meer onder elkaar en misschien pas echt verlaten.

 

 
Kees Fens (18 oktober 1929 – 14 juni 2008)

Lees verder “Dolce far niente, Kees Fens, Lieke Marsman, Max Dauthendey”

Job Degenaar, James L. Dickey, Max Dauthendey, Evelyn Scott

Wegens omstandigheden, zoals dat heet, even iets anders:

 

Vaders nipte terugkeer

Moment waarop hij z’n ogen
opslaat en ziet ‘het is
er nog, ik ben er nog’

en weer wegvalt als
een zwakke zender

De machinerie van toe- en
afvoerslangen ruist, zoemt,
flitst codes van onmacht

maar stuurt hem in
z’n zachte landing bij

Buiten de kliniek hangt
behaagziek voorjaar


Job Degenaar (Dubbeldam, 1 november 1952)

Lees verder “Job Degenaar, James L. Dickey, Max Dauthendey, Evelyn Scott”

Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt

De Duitstalige schrijver Elias Canetti werd geboren op 25 juli 1905 in Russe in Bulgarije. Zie ook alle tags voor Elias Canetti op dit blog.

Uit: Die gerettete Zunge

„Sie las mir einen Satz Deutsch vor und ließ mich ihn wiederholen. Da ihr meine Aussprache missfiel, wiederholte ich ihn ein paar Mal, bis er ihr erträglich schien. Das geschah aber nicht oft, denn sie verhöhnte mich für meine Aussprache, und da ich um nichts in der Welt ihren Hohn ertrug, gab ich mir Mühe und sprach es bald richtig. Dann erst sagte sie mir, was der Satz auf englisch bedeute. Das aber wiederholte sie nie, das musste ich mir sofort ein für allemal merken. … Sie entließ mich, sagte: “Wiederhole dir das für dich. Morgen machen wir weiter.” Sie behielt das Buch, und ich war ratlos mir selber überlassen. … Wenn sie besonders ungeduldig wurde, schlug sie die Hände über dem Kopf zusammen und rief: “Ich habe einen Idioten zum Sohn!” … oder “Dein Vater hat doch auch deutsch gekonnt, was würde dein Vater dazu sagen!” … Sie achtete nicht darauf, dass ich vor Kummer wenig aß. Den Terror, in dem ich lebte, hielt sie für pädagogisch.“

(…)

„Ob wir es wahrhaben wollten oder nicht, solange wir zusammenlebten, waren wir einander Rechenschaft schuldig. Jeder wusste nicht nur, was der andere tat, jeder spürte auch die Gedanken des anderen, und was das Glück und die Dichte dieses Verständnisses ausmachte, war auch seine Tyrannei.“

 



Elias Canetti (25 juli 1905 – 14 augustus 1994)

Lees verder “Elias Canetti, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt”