Ontbijt met krantenfoto van de onontkoombare oogopslag van een loensende blondine die besloot de paarse kringen van slaaptekort aan het glasdeeg van de huid rond haar ogen toe te staan
daar ze droomt als ze werkt en werkt als ze praat en praat als ze slaapt en slaapt als ze reist als ze denkt en denkt als ze droomt. Goedemorgen passagier
door een span hoogwaardige chronosomen vervoerd, wat bent u mooi boven de dertig en wat schonk de Schepper half rijmend op uw verwekker u een prachtig stel
rechte enkels, een scheve hoektand en ‘Jij vindt Patricia Arquette alleen maar aantrekkelijk omdat ze op Ireentje lijkt.’
zegt mijn voruw. Ireentje is niet mijn vrouw maar een liefde van vroeger, van school
‘Dit is niet Patricia, dit is Noreena Hertz.’
‘Wie?’
‘Die komt in Nederland werken, en wordt er doodmoe van dat mannen haar altijd complimenteren met haar intelligentie.’
‘Je aapt gigantisch Tonnus Oosterhoff na als je dit allemaal zo letterlijk gaat zitten opschrijven, hoor.’
De Vlaamse dichter en schrijver Tom Lanoye krijgt in januari volgend jaar de Constantijn Huygensprijs 2013 voor zijn gehele oeuvre uitgereikt. Dat heeft de voorzitter van de Jan Campert-stichting, die de prijs toekent, vandaag bekendgemaakt in het radioprogramma Kunststof. Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.
Uit: Gelukkige slaven
“We vinden Tony Hanssen terug tijdens de hondsdagen van een verstikkende, walmende, besmettelijke zomer. Niet in het uiteenvallende continent waar hij meer dan veertig jaar geleden zijn levenslicht zag. Daar is het winter nu, daar regent het vuile sneeuw op straat en onheilsberichten in alle parlementen en beursgebouwen. We treffen hem aan elfduizend kilometer verderop, in de schaamspleet onder de tropisch gezwollen buik van Brazilië, de open wond genaamd Rio de la Plata, Rivier van Zilver. Ze is breed als een zee, ze ruikt naar petroleum en ingewanden en ze is het voorgeborchte van de Atlantische Oceaan — een deinend, koningsblauw universum vol verborgen gasvelden, scheepswrakken en walviskadavers.
Op de beide oevers van de Rio de la Plata ligt een hoofdstad. In het noorden Montevideo. In het zuiden Buenos Aires, een stad zo groot als een staat. Daar, in San Telmo, een van de oudste wijken, nog gesticht door gevluchte Italianen en ontsnapte negerslaven, de latere bakermat van de tango, de wapensmokkel en de voetbalgekte, treffen wij Tony Hanssen aan. Hijgend en zwoegend in een kitscherig gerenoveerd herenhuis, una casa de turistas, waar hij op de tweede etage een Chinese matrone aan het bevredigen is, op haar aandringen en tegen zijn goesting. Boven hun hoofden wiekt een gammele ventilator, de charmant antieke airco steunt en rammelt luider dan het bed.
Toch zweet Tony zich kapot. En hij is niet de enige, te voelen aan de huid waar hij tegenaan stoot. Hij walgt van zichzelf en heeft medelijden met mevrouw Bo Xiang. Maar stoppen met haar te bevredigen doet hij niet. Ze zou het kunnen begrijpen als een afwijzing. Hoed u voor de wraak van een gekrenkte vrouw op leeftijd. Tony staat voor een fortuin in het krijt bij haar echtgenoot. Dus stoot hij voort. Het is nog geen twee uur in de middag. De lantaarnpalen buiten werpen amper schaduw.”
Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)
Ook drie andere schrijvers zijn bekroond. Micha Hamel mag voor zijn bundel “Bewegend Doel” de Jan Campert-prijs in ontvangst nemen. Oek de Jong krijgt voor zijn roman “Pier en Oceaan” de F. Bordewijk-prijs. Jan Paul Schutten ontvangt de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs voor jeugdliteratuur voor “Het Raadsel van Alles Wat Leeft”. Aan al deze prijzen zijn bedragen van vijfduizend euro verbonden. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog en eveneens alle tags voor Oek de Jong op dit blog.
De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Hamel studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag (1988-1994); daarnaast heeft hij ook een jaar filosofie gestudeerd in Amsterdam. Hij volgde een compositiecursus in het Tanglewood Music Center, in de Verenigde Staten. Zijn composities schreef hij vooral in opdracht van de Slagwerkgroep Den Haag, het Ives Ensemble, het Schönberg Ensemble en het Nieuw Ensemble. Tevens heeft hij een aantal stukken geschreven in opdracht van een aantal Engelse dansgroepen. Als dirigent heeft Hamel carrière gemaakt bij het Nederlands Balletorkest, het Radio Symfonie Orkest en bij de Slagwerkgroep Den Haag. In 1997 kreeg hij de Bernard Haitink Beurs voor een assistent-dirigentschap van het Radio Filharmonisch Orkest. Hamel was chef-dirigent van het Noordhollands Philharmonisch Orkest van september 2000 tot aan de opheffing in 2002. In 2004 debuteerde hij bij het orkest van de RAI in Turijn. Naast zijn werk in de muziek heeft Hamel in 2004 zijn eerste dichtbundel uitgebracht, “Alle enen opgeteld”. Hiervoor ontving hij in 2005 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. In 2006 heeft hij zijn tweede bundel uitgegeven, “Luchtwortels” en in 2010 de derde, “Nu je het vraagt”.
Vader en zoon
Ik vertel hem niet dat het leven leuk is, opdat hij later niet in verslaving vlucht.
Mijn kind, het meeste zeg ik niet. Hoe mytisch het vaderlijk zwijgen ook worden mag, ik verkies de aalmoes van het bestaan woordeloos te delen.
Op een speeltoestel een vrouw in meisjeskleren met haar kind als kortgerokte verleidster verkleed.
Ook als kleuter had ik het niet zo op kleuters. Schreeuwerig volk, ongecoördineerd, onmachtig zich behoorlijk te uiten of mij te verstaan.
Hierom vermijd ik nu volwassenen liefst. Wij keren ons af van de wipkippen en trappen een blikje voor ons uit.
Heerlijk grijpt de leegte om zich heen, het regent knikkerputjes in het zand. Belangrijker is de hand, een hand die leidt, die je op het hoofd kunt voelen als een zegen levenslang.
Mijn vader, die het niet tot Sinterklaas, God of opa schopte, had handen van gele eelt, van zalmkleur zijn mijn zoons. Ze omklemmen de beddenspijlen, ik voel de kriebelbaard op mijn wang.
In de zandbak graaf ik naarstig mijn weg naar hem terug, en vind plots de laatste spuit die hem werd toegediend.
Geen steek brengt mij terug naar de dag dat mijn ik herboren werd, en gretig beleven we samen de schrik die griezeldoods vriendschap versmaadt.