Han Kang, William Blake

De Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang werd geboren op 27 november 1970 in Gwangju, in de provincie Zuid-Cholla. Zie ook alle tags voor Han Kang op dit blog.

Uit: Mensenwerk (Vertaald door Monique Eggermont)

“De jongen. 1980
“Zo te zien komt er regen,” mompel je in jezelf. Wat moeten we doen als het echt met bakken uit de hemel komt? Je doet je ogen een klein stukje open zodat er slechts een flintertje licht binnenkomt en tuurt naar de ginkgo”s voor het provinciehuis. Alsof daar, tussen die takken, de wind elk moment een zichtbare vorm kan aannemen. Alsof de regendruppels die in de lucht hangen, met ingehouden adem voordat de bui losbarst, op het punt staan trillend als schitterende juwelen neer te vallen. Als je je ogen helemaal opendoet zijn de contouren van de bomen vaag en wazig. Binnenkort moet je een bril. Die gedachte wordt kortstondig verstoord door het geroep en geklap dat losbarst uit de richting van de fontein. Misschien gaat je gezichtsvermogen niet verder achteruit en red je het toch wel zonder bril. Als jij weet wat goed voor je is, doe dan wat ik zeg: kom terug naar huis, nu onmiddellijk. Je schudt je hoofd om de herinnering, de woede waarmee de stem van je broer doorspekt is kwijt te raken. Uit de geluidsboxen voor de fontein schalt de heldere, vastberaden stem van de jonge vrouw die de microfoon vasthoudt. Je kunt de fontein niet zien vanaf de plek waar je zit, op de trappen van de gemeentelijke sporthal. Je zou rechts om het gebouw heen moeten lopen en dan nog zou je alleen in de verte iets van de rouwdienst kunnen ontwaren. In plaats daarvan besluit je te blijven zitten waar je zit en alleen te luisteren. “Broeders en zusters, onze dierbaren worden vandaag vanaf het Rodekruisziekenhuis hierheen gebracht.” Daarna gaat de vrouw de mensen die op het plein samengedromd zijn voor met het volkslied. Haar stem raakt algauw verloren in de menigte, duizenden stemmen stapelen zich op elkaar, het geluid reikt als een toren naar de hemel. De melodie stijgt tot een hoogste punt en slingert daarna weer omlaag. Het zachte gemurmel van je eigen stem is nauwelijks hoorbaar.
Toen je vanochtend vroeg hoeveel doden er vandaag uit het Rodekruisziekenhuis werden overgebracht, luidde het antwoord van Jin-su niet langer dan nodig was: dertig. Terwijl het refrein van het volkslied met zijn loden gewicht rijst en daalt, rijst en daalt, worden stuk voor stuk dertig doodskisten uit de vrachtwagen getild. Ze zullen naast elkaar geplaatst worden, aansluitend aan de achtentwintig kisten die jij en Jin-su vanochtend hebben neergezet, zodat er een rij wordt gevormd helemaal vanaf de sporthal tot aan de fontein. Vóór gisteravond waren zesentwintig van de drieëntachtig kisten klaargezet voor een gezamenlijke rouwdienst; gisteravond was dit aantal gestegen tot achtentwintig, toen twee families waren verschenen die elk een lijk hadden geïdentificeerd. Die waren toen in kisten gelegd, met een noodzakelijk haastige en geïmproviseerde versie van de gebruikelijke riten. Nadat je hun namen en kistnummers in je schrift had genoteerd, schreefje er tussen haakjes “gezamenlijke herdenkingsplechtigheid” bij; Jin-su had je gevraagd om duidelijk te noteren voor welke kisten al een dienst was gehouden om te voorkomen dat sommige kisten twee keer naar buiten gingen.”

 

Han Kang (Gwangju, 27 november 1970)

 

De Engelse schrijver, dichter en schilder William Blake werd geboren op 28 november 1757 in Londen. Zie ook alle tags voor William Blake op dit blog.

 

Oorlog

O was er een stem als donder, en een tong
Die de keel van de krijg kon verstikken! –
Het lijf geschokt en de ziel tot waanzin gedreven,
Wie doorstaat het? Als de ziel der verdrukten
Vecht in de wielende baaierd, wie doorstaat het?
Als de wervlende furiën komen van de
Troon van God, als de frons van zijn aangezicht
Drijft de volkren samen, wie doorstaat het?
Als zonde haar vleugels uitslaat over de strijd,
Verzaligd wegzeilt op de vloed des Doods;
De ziel gesleurd wordt naar het eeuwig vuur
En helse Bozen juichen om hun prooi,
O wie doorstaat het? Waar komt dit vandaan?
O wie geeft antwoord voor de Troon van God?
Vorsten en eedlen hebben het gedaan!
Neen, Hemel, úwe schaar heeft het gedaan!

 

Vertaald door Bert Voeten

 

William Blake (28 november 1757 – 12 augustus 1827)
Portret door Thomas Philips, 1807

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e november ook mijn blog van 27 november 2023 en ook mijn blog van 27 november 2021 en ook mijn blog van 27 november 2018 en eveneens mijn blog van 27 november 2017.

Nobelprijs voor de Literatuur 2024 voor Han Kang

Nobelprijs voor de Literatuur naar Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang

Aan de Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang is de Nobelprijs voor de Literatuur 2024 toegekend. De jury looft Han om “haar intense poëtische proza ​​dat historische trauma’s confronteert en de kwetsbaarheid van het menselijk leven blootlegt“. Han Kang werd geboren op 27 november 1970 in Gwangju, in de provincie Zuid-Cholla. Zie ook alle tags voor Han Kang op dit blog.

Uit: De vegetariër (Vertaald door Monique Eggermont)

“Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in alle opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden. Eerlijk gezegd vond ik haar toen ik haar voor het eerst zag niet eens aantrekkelijk. Gemiddelde lengte; recht afgeknipt haar, niet lang en niet kort; een gelige, ongezonde teint; jukbeenderen die een beetje uitstaken; haar schuwe, vale voorkomen zei me genoeg. Toen ze naar het tafeltje liep waaraan ik zat te wachten, konden haar schoenen me niet ontgaan — lelijker schoenen zijn niet voor te stellen. En die manier van lopen — niet snel en niet langzaam, geen grote stappen maar ook geen trippelpasjes. Ze was weliswaar niet bijzonder aantrekkelijk, maar echte nadelen manifesteerden zich evenmin, en er was dan ook geen reden waarom we niet zouden trouwen. De passieve aard van deze vrouw bij wie ik frisheid noch charme noch een ander verfijnd trekje kon ontdekken, kwam me uitstekend uit. Ik hoefde geen intellectuele belangstelling te veinzen om haar voor me te winnen, ik hoefde niet bang te zijn dat ze me zou vergelijken met de strak in ’t pak zittende mannen uit modebladen, en ze werd niet boos als ik toevallig te laat kwam op een afspraak. Het buikje dat verscheen toen ik halverwege de twintig was, mijn dunne benen en onderarmen die ondanks al mijn inspanningen hardnekkig weigerden in omvang toe te nemen, het minderwaardigheidscomplex dat ik altijd had over de afmeting van mijn penis — ik kon er rustig van uitgaan dat ik me er bij haar geen zorgen over hoefde te maken. Ik heb tijdens mijn leven altijd de neiging gehad de middenweg te bewandelen. Op school koos ik ervoor op te trekken met leerlingen die een jaar of twee jonger waren en bij wie ik haantje-de-voorste kon spelen, in plaats van de confrontatie aan te gaan met leerlingen van mijn eigen leeftijd, en later koos ik een universiteit op basis van mijn eigen leeftijd, en later koos ik een universiteit op basis van mijn kans op een toelage die groot genoeg was om aan mijn behoeften te voldoen. Ten slotte stelde ik me tevreden met een baan waarmee ik een fatsoenlijk maandloon zou verdienen in ruil voor het nauwgezet uitvoeren van de mij opgedragen taken bij een bedrijf dat zo klein was dat ze er mijn middelmatige vaardigheden zouden waarderen. Het was dan ook niet meer dan logisch dat ik trouwde met de meest alledaagse vrouw van de wereld. Vrouwen die knap waren, intelligent, buitengewoon sensueel, de dochters uit rijke families — die zouden mijn zorgvuldig geordende leventje alleen maar ontwricht hebben. Zoals ik had verwacht bleek ze een doodgewone echtgenote die geen onaangename lichtzinnigheden aan de dag legde. Elke ochtend stond ze om zes uur op om rijst en soep te maken, met meestal wat vis. Sinds haar tienerjaren had ze af en toe met parttime werk bijgedragen aan het inkomen van haar ouders. Uiteindelijk vond ze een baan als klassenassistent aan de academie voor computeranimatie waar ze een jaar op had gezeten, en voor een manhwa-uitgeverij werd ze ingehuurd om de tekstballonnetjes te maken, wat ze thuis kon doen. Ze was een vrouw van weinig woorden.”

 

Han Kang (Gwangju, 27 november 1970)