Cees Nooteboom, Wouter Godijn, Grand Corps Malade, Joanne Rowling, Alain Nadaud, Daniel Bielenstein, Hans-Eckardt Wenzel, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand

De Nederlandse dichter en schrijver Cees Nooteboom werd geboren in Den Haag op 31 juli 1933. Zie ook alle tags voor Cees Nooteboom op dit blog.

 

Bashio III

Nergens in dit helaal heb ik een vaste woonplaats
Schreef hij op zijn hoed van cypressen. De dood nam zijn hoed af,
Dat hoort zo. De zin is gebleven.
Alleen in zijn gedichten kon hij wonen.
Nog even en je ziet de kersenbloesem van Yoshino.
Zet je sandalen maar onder de boom, leg je penselen te rusten.
Berg je stok in je hoed, vervaardig het water in regels.
Het licht is van jou, de nacht ook.
Nog even, cypressehoed, en ook jij zult ze zien,
De sneeuw van Yoshino, de ijsmuts van Sado,
Het eiland dat scheepgaat naar Sorén over grafstenen golven.

 

En vannacht in de stenen stilte

En vannacht, in de stenen stilte
van mijn kamer, het huis op het eiland,
onder het web van sterren, de palmen roerloos,
kwamen die andere stemmen, Auden en Frost
en Elisabeth Bishop, Pound en Cummings
en Sylvia Plath, woorden op mijn schouders,
in mijn haren, tegen de ramen,
dichters, gedichten,
droombeeld, verhaal, getijden
van toen, ooit, nu,
naast me, achter me, op de maat
van de mot tegen het licht, zinnen,
ooit hardop gesproken in een andere ruimte,
nu bij mij binnengelopen
als de omarming van vrienden, de monden
van al deze doden in het middelste
nachtuur,
de adem waarvan ik leef,
en jij.

 

Latijn

In een duister woud, zeker,
en het midden al jaren voorbij,
hoefde ik geen volkstaal
meer uit te vinden.

Niets wat ik had te zeggen
kon daarin nog klinken,
mijn woorden waren weer
latijn geworden, onleesbaar, gesloten.

Dichter, klerk, geheime diaken
van de kleinste gemeente,
de afkerige sekte van verhulde beduiding,
gewend naar zichzelf,

een gnosis van gemaskerde zinnen
in een steeds onherkenbaarder schrift.

 

 
Cees Nooteboom (Den Haag, 31 juli 1933)

Lees verder “Cees Nooteboom, Wouter Godijn, Grand Corps Malade, Joanne Rowling, Alain Nadaud, Daniel Bielenstein, Hans-Eckardt Wenzel, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand”

Hans-Eckardt Wenzel, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand, Peter Rosegger, Ahmad Akbarpour, Triztán Vindtorn

De Duitse dichter, singer-songwriter en muzikant Hans-Eckardt Wenzel werd geboren op 31 juli 1955 in Kropstädt bij Wittenberg. Zie ook alle tags voor Hans-Eckardt Wenzel op dit blog enook mijn blog van 31 juli 2010.

 

August

Das war ein Sommer, wie ich lange ihn nicht kannte.
Das Land lag faul und ward am Spieß gedreht,
Da war die Sonne, die auf unsre Rücken brannte
Und auf den Feldern wurde schon das Korn gemäht.

Wie Katzen, die sich in der Sonne sielen,
So lagen wir, fast fiebertrunken, hinterm Haus
Und als die ersten Tropfen Regen niederfielen
Da wars, als zögen wir uns, nackt, noch einmal aus.

Und als der Regen blieb bis übern Nachmittag
Und schlug mit seinen Fingerkuppen auf das Dach
Da wars, als ich in deinen Armen lag,
Als würden wir zum ersten Male wach.

 

 

Dezember

Sich umzudrehn, ein letzter Aufenthalt.
Der Weg, das Dorf, Minuten, die Epochen.
Nun wird es spät und klar und kalt.
Die Linden klappern laut mit ihren Knochen.

Der Wind dreht weg und wieder fällt kein Schnee,
Und schon beginnt die Ferne neu zu flimmern.
Ein harter Strich durchs Land ist die Allee.
Die Menschen sitzen in den guten Zimmern.

Zwölf Monde sind verbraucht, das Jahr ist leer,
Von Sommern fern, so fern von Paradiesen.
Der Abend kommt, das Land steigt in das Meer,
Und Sterne stürzen in die Wiesen.

 

 
Hans-Eckardt Wenzel (Kropstädt, 31 juli 1955)

Lees verder “Hans-Eckardt Wenzel, Ahmed Zitouni, Munshi Premchand, Peter Rosegger, Ahmad Akbarpour, Triztán Vindtorn”