Natalka Bilotserkivets, Anne Sexton

De Oekraïense dichteres en vertaalster Natalka Bilotserkivets werd geboren op 8 november 1954 in het dorp Kuyanivka in de buurt van Soemy. Zie ook alle tags voor Natalka Bilotserkivets op dit blog.

 

Wine of Angels

There’s a peaceful land of maidens crystal-pure,
where children are as unbreakable as steel
where snake-victors kneel and drink
the wine of angels in silent, frozen halls.

There’s a peaceful land of grasses
where the dragon sings for eternal hours.
He waits, his wise head bowed,
powerful wings embroidered with flowers.

Monks dwell in cells among burgundy rocks.
Fire burns inside their stone bowls.
And the wine of angels can’t been tasted or seen
like tears in a river or in our dead souls.

Here no victories or failures prevail.
The scorpion sleeps at the foot of the rhododendron.
And in the window’s light—a sacred darkness,
like writing on a scorpion’s scales.

 

Vertaald door Dzvinia Orlowsky

 

Fire

This red fire of dry stalks —
and what dry stalks
and sweet crackling of first rains! —
of fallen leaves that fell for a long time,
warm with currant smoke, or maybe raspberry,
the gentle crunch of branches cut from bushes

slowly unfolded. The ashy edges grew,
and the broken toy the child carried over
and laid at the foot of perhaps its first temple
only smoked through the varnish
of its dirty, wooden side.

O, red fire with the blue, violet eye!
Noon, and then, at once, an evening village —
a child who’s grabbed onto its mother,
dark groves far beyond the river.

Suddenly and everywhere — here
on the quiet, sleepy street, in the dark
groves far beyond the river,
fires blaze up in rays of evening sun
and the smoke of sweet leaves
spread its arms to us.

And when the evening oval faces lit up,
cleansed with sparkling grain and strange delight,
we tossed the child in the air, kissed
and twirled with it — and laughed
as if we, too, were children.

You will never die — in your little blue coat;
your thin lips will never break,
just as this fall evening will never disappear,
this fire that dances and flies into the air.
Can we not rejoice in the happy rhythm
that fills the universe and our hearts?
Can we not catch the divine light
wiping tears, like years, from our faces?

 

Vertaald door Ali Kinsella en Dzvinia Orlowsky

 

Natalka Bilotserkivets (Kuyanivka, 8 november 1954)

 

De Engelse dichteres en schrijfster Anne Sexton werd geboren op 9 november 1928 in Newton, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Anne Sexton op dit blog.

 

Omgang met engelen

Ik was het moe om vrouw te zijn,
de lepels en de potten was ik moe
moe van mijn mond en mijn borsten
moe van de make-up en de zijden kleren.
Nog altijd zaten er mannen aan mijn tafel
die heendraaiden om de schaal die ik opdiende.
De schaal zat vol met blauwe druiven
en vliegen zweefden er omheen, vanwege de geur
en zelfs mijn vader kwam, met zijn witte botten.
Maar ik was het moe dat alles en alles een geslacht had.

Vannacht heb ik een droom gehad
en ik zei tegen mijn droom…
‘Jij bent het antwoord.
Jij blijft langer voortleven dan mijn man en mijn vader.’
In die droom was er een stad, gemaakt van ketens
waar Jeanne ter dood werd gebracht in mannenkleren
en het wezen van de engelen nooit werd beredeneerd,
geen twee waren er van dezelfde soort,
een met een neus, een met een oor in de hand,
een die kauwde op een ster en de baan ervan beschreef,
ieder gehoorzaamde als een gedicht aan zichzelf
en voerde god’s functies uit,
een volk op zichzelf.

‘Jij bent het antwoord’,
zei ik, en ging naar binnen,
ik ging bij de poorten van de stad liggen.
Toen werden de ketens om me heen gebonden
en ik verloor mijn gewone geslacht en mijn definitieve gestalte
Adam stond links van mij
en Eva stond rechts van mij,
allebei ten diepste onverenigbaar met de wereld van de rede.
Wij vlochten onze armen in elkaar
en reden onder de zon.
Ik was niet langer meer een vrouw,
niet het een of het ander.

O dochters van Jeruzalem,
de koning heeft mij binnengebracht in zijn kamer.
Ik ben zwart en ik ben prachtig.
Ik ben opengemaakt en ontkleed.
Ik heb geen armen en geen benen.
Ik ben helemaal huid, als een vis.
Ik ben evenmin vrouw
als Christus een man was.

 

Vertaald door Maaike Meijer en Marta Vooren

 

Anne Sexton (9 november 1928 – 4 oktober 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e november ook mijn blog van 8 november 2018 en eveneens mijn blog van 8 november 2015 deel 2.

Natalka Bilotserkivets, Anne Sexton

De Oekraïense dichteres en vertaalster Natalka Bilotserkivets werd geboren op 8 november 1954 in het dorp Kuyanivka in de buurt van Soemy. Zie ook alle tags voor Natalka Bilotserkivets op dit blog.

 

We’ll Not Die in Paris

I will die in Paris on Thursday evening.

                                        — Cesar Vallejo

You forget the lines smells colors and sounds
sight weakens       hearing fades       simple pleasures pass
you lift your face and hands toward your soul
but to high and unreachable summits it soars

what remains is only the depot       the last stop
the gray foam of goodbyes lathers and swells
already it washes over my naked palms
its awful sweet warmth seeps into my mouth
love alone remains though better off gone

in a provincial bed I cried till exhausted
through the window       a scraggly rose-colored lilac spied
the train moved on       spent lovers stared
at the dirty shelf heaving beneath your flesh
outside a depot’s spring passed       grew quiet

we’ll not die in Paris       I know now for sure
but in a sweat and tear-stained provincial bed
no one will serve us our cognac       I know
we won’t be saved by kisses
under the Pont Mirabeau murky circles won’t fade

too bitter we cried       abused nature
we loved too fiercely
                        our lovers shamed
too many poems we wrote
                        disregarding poets
they’ll not let us die in Paris
and the alluring water
                        under the Pont Mirabeau
will be encircled with barricades

 

The Letter

You go out for bread and milk in the morning.
Returning, you see the mailwoman—
she’s walking away from your house.
As usual, you imagine her two schoolchildren.
It seems you and she are the same age.

Two dozen blue mailboxes.
Yours, number 20, is at the bottom on the right.
A key on the delicate ring.
Newspapers, bills, letters.

You sit with the white envelope for an hour and a half,
studying stamps, cancellation marks.
And you can neither cut nor tear
nor dissect the letters of the return address.

Hide it deep inside your writing desk
like wilted flower petals in a volume of verse,
like a handful of ashes.

If you could take and burn this body, if you could leave
only the spirit, only the X-rays on a spinal image,
only the young vertebrae under an invisible surface,
under someone’s hands,

stroking from neck to thigh.

 

We zullen niet sterven in Parijs

Donderdagavond zal ik sterven in Parijs
— Cesar Vallejo

De lijnen luchten kleuren klanken worden uitgewist
gezicht verslapt gehoor verzwakt – gewone vreugden doven
je strekt je armen je gezicht uit naar je ziel
maar ze vliegt hoog onbereikbaar over

het enige wat rest: het station met het laatste perron
het grauwe afscheidsschuim wervelt en zwelt
nu spoelt het mijn weerloze handen al weg
dringt met zijn weezoete warmte mijn mond in
de liefde is gebleven – was ze er maar niet geweest

in een provinciebed had ik tot uitputtens gehuild
walgelijk keek de blozende vlier door het raam
de trein reed zacht en een verliefd stel keek lui toe
hoe onder jouw lichaam de vuile ligplank hijgde
de banale lente stiller en stiller op het station

we sterven niet in Parijs dat weet ik nu zeker
maar in een provinciebed nat van tranen zweet
niemand zal jou je cognac serveren ik weet
door niemand gekust worden wij niet getroost
geen kringen van donker onder Pont Mirabeau

te bitter hebben we gehuild – de natuur geschoffeerd
te hevig de liefde bedreven
– de minnaars beschaamd
te vurig geschreven – en de dichters beledigd
die ons nooit in Parijs laten sterven – rond het water
onder Pont Mirabeau hun dichte ring van bewakers.

 

Vertaald door Gerard Rasch

 

Natalka Bilotserkivets (Kuyanivka, 8 november 1954)

 

De Engelse dichteres en schrijfster Anne Sexton werd geboren op 9 november 1928 in Newton, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Anne Sexton op dit blog.

 

De furie van zonsondergangen

Iets
kouds hangt in de lucht,
een sfeer van ijs
en slijm.
De hele dag heb ik
mijn tijd van leven opgebouwd en nu
daalt de zon en laat
er niets van heel.
De horizon bloedt
en zuigt op zijn duim.
De kleine rode duim
gaat onder.
En ik verwonder me
over deze tijd van leven met mezelf,
deze droom die ik uitleef.
Ik kan de lucht opeten
als een appel
maar liever
vraag ik de eerste ster:
wat doe ik hier?
wat moet ik in dit huis?
wie zit erachter?
nou?

 

Vertaald door Anneke Brassinga

 

Anne Sexton (9 november 1928 – 4 oktober 1974)
Portret door John Springfield, 2017

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e november ook mijn blog van 8 november 2018 en eveneens mijn blog van 8 november 2015 deel 2.

Natalka Bilotserkivets

De Oekraïense dichteres en vertaalster Natalka Bilotserkivets werd geboren op 8 november 1954 in het dorp Kuyanivka in de buurt van Soemy en studeerde af aan de Taras Shevchenko National University in Kiev. Ze is getrouwd met de criticus Mykola Riabchuk en werkt als redacteur voor het tijdschrift “Ukrainian” Culture in Kiev. Haar eerste dichtbundel, “Ballad about the Invincibles” (Balada pro neskorenykh), verscheen in 1976, terwijl ze nog studeerde. Ze publiceerde ook de bundels “The Underground Fire” (Підземний вогонь, 1984) en “November” (Листопад, 1989).[1] Voor haar dichtbundels “Allergy”(Алергія, 1999) en “Central Hotel” (Готель Централь, 2004) ontving zij respectievelijk in 2000 en 2004 deBoek van de maand prijs.

 

Hotel Central

for anyone

in one of the cities where at an uncertain time
capricious fate acknowledges us
where in the evening you can hear jazz in the restaurants
in the morning — bells from the gothic arches
water-lilies bloom in the canals there
people drink coffee there and later on beer
and the bicycles of radiant schoolgirls fly
in their sweet way in flocks

their backpacks bright and light
their legs long their hips slim
my God we once were like them too
ten twenty thirty years ago
but cast aside your itinerant pity
there\’s a Hotel Central in every city —
for those just like you who are no one for no one

here you\’ll unpack your ordinary things
remove the contacts from your eyes
wash your flesh get your drink
push the button of the pay TV —
there\’s everything you\’d want; and how you\’d want it too;
shut your eyes enter and take
nocturnal music knows no bounds
in the chambers of your Hotel Central

at three AM God like Bosch will come
to Hotel Central from the heavenly halls
with insects playing clarinets
with mosquitoes drinking submissive blood
with frogs and snails;
with fish, too;
and all your love —
is just caviar in the repositories of hell

just the struggle of a puny and a miserable slave
spread all over the walls,
of a human being — with a smiting Spirit
he sculpts and bends your body
then throws it into a tub of dung
removing it with his two fingers
shaking it looking and listening

like the first look of tender compassion
like the first touch of a somber “I love you”
like the burst of sun in the folds of a curtain —
Hotel Central meets the new dawn

and every day is like your last chance
and every night as though for the last time
and over the lily-flowered canals
the bicycles
of anxious schoolgirls fly

Grand Hotel Central
Rotterdam, June 22, 2002

 

BOYS CHOIR

In memory of Ernst Juenger

There are boys who befriend snakes.
They are fearless and they sing.
Their white shirts, like snow
fly above a fresh grave.

Beneath the black velvet of their pants
their knees burn, torn in marches
on the marble cliffs. Their voices
are thin, but even thinner is their pure breath.

Their perfect pitch resounds like thunder
from lop-eared ears to tender ribs.

…There is no falsity in my feelings
for You, my Lord, for You.

O this love, cold and clear,
this steel honor:
like crystal, salty and icy
and crystal.

There are lips that close the seam
on the sleepy wound;
and blood that drips from the sole
becomes dew.

This is the love that befriends snakes
and beats without pity;
and will kill if Your image
winks from the crystal

and points towards the bloodied path
between reapings
where snow lies on dead ships
and sailors sleep.

 

Vertaald door Dzvinia Orlowsky

 

Natalka Bilotserkivets (Kuyanivka, 8 november 1954)