Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Rob Boudestein op dit blog.

 

4 Staatslieden: Kuyper

Een manisch depressieve schriftgeleerde,
geducht om zijn immense diarree
van woorden. Hij schiep VU en ARP
en was de hoofdman der gereformeerden.

De in zijn kring afgodisch haast vereerde
werd Kamerlid, was vier jaar lang premier,
verloor daarna; er kwam geen Kuyper II.
Ook later niet omdat het tij toen keerde.

De krant ‘Het Volk’ onthulde een schandaal.
Door lintjeshandel en een roomse snol,
bekwaam in ‘de perversiteit suceeren’

(bedoeld wordt hier bevrediging, oraal),
was het gedaan met Kuyper’s heldenrol;
hij trok zich terug en zou niet meer regeren.

 

 
Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)
Den Haag

 

De Russische essayist, criticus en schrijver Kornej Ivanovitsj Tsjoekovski werd geboren in Sint-Petersburg op 31 maart 1882. Zie ook alle tags voor Kornej Tsjoekovski op dit blog.

 

Crocodile (Fragment)
(an old tale)

Meets Crocodile:
“Anyone I have not forgotten,
And for each of you
I have gifts in store!
Lev –
Halva,
The monkey –
Gingerbread,
Eagle –
Candy,
The Hippo –
Books,
Buffalo – rod,
The ostrich – pipe,
The elephant – candy,
And the Elephant – gun…”

Only Tohoshinki,
Only Konoshenko
Not presented
Crocodile
Anything.

Cry Totosha with Cocosa:
“Daddy, you are so bad!
Even for stupid Sheep
Do you have candy.
We don’t someone else,
We are your children, family,
So why, why
Do we not brought anything?”

Smiled, laughed Crocodile:
“No, cubs, I don’t forgot:
Here’s a Christmas tree scented, green,
From far from Russia brought,
All wonderful hung with toys,
Gilded nuts, crackers.
That candle we are on the Christmas tree will light,
That song we sing Christmas tree:
“Man you served to kids
Serve now and us and us and us!”

 

 
Kornej Tsjoekovski (31 maart 1882 – 28 oktober 1969)
Hier met Alexander Blok (links)

 

De Schotse dichter, schrijver en journalist Andrew Lang werd geboren op 31 maart 1844 in Selkirk. Zie ook alle tags voor Andrew Lang op dit blog.

 

Robin Hood And The Monk (Fragment)

In somer when the shawes be sheyne,
And leves be large and longe,
Hit is full mery in feyre foreste
To here the foulys song.

To se the dere draw to the dale,
And leve the hilles hee,
And shadow hem in the leves grene,
Vndur the grene-wode tre.

Hit befell on Whitsontide,
Erly in a may mornyng,
The son vp fayre can shyne,
And the briddis mery can syng.

‘This is a mery mornyng,’ seid Litulle Johne,
‘Be hym that dyed on tre;
A more mery man than I am one
Lyves not in Cristiante.’

‘Pluk vp thi hert, my dere mayster,’
Litulle Johne can sey,
‘And thynk hit is a fulle fayre tyme
In a mornynge of may.’

‘Ze on thynge greves me,’ seid Robyne,
‘And does my hert mych woo,
That I may not so solem day
To mas nor matyns goo.

 

 
Andrew Lang (31 maart 1844 – 20 juli 1912)
Portret door Sir William Blake Richmond, 1855

 

De Roemeense dichter en essayist Nichita Stănescu werd geboren op 31 maart 1933 in Ploieşti. Zie ook alle tags voor Nichita Stănescu op dit blog.

 

Distance

Distance is the cog wheel
on the haunted axle of my hearing,
grinding fine the deadened mind
of that unborn god
waiting to be caught
by the earth’s blue speed,
and carrying in a handled urn
the plucked heart – ours,
it’s beating, it’s heard, it’s beating, it’s heard,
a sphere in wild growth –
the roads are wet with tears,
memory frail and elastic,
a sling for stones, a gondola
drowned in childlike Venices,
a tooth yanked from the cells with a string –
down the empty socket of Vesuvius. And you exist.

 

The Hieroglyph

What loneliness
to find no meaning
when there is a meaning

And what loneliness
to be blind in the full light of day, –
and deaf, what loneliness,
amidst the swelling of a song

But not to understand
when there is no meaning,
and to be blind in the middle of the night,
and deaf when silence is complete, –
oh, loneliness within loneliness!

 

 
Nichita Stănescu (31 maart 1933 – 13 december 1983)

 

De Duitse schrijver Hartmut Lange werd geboren op 31 maart 1937 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Hartmut Lange op dit blog.

Uit: Das Konzert

„Zuletzt erschien Liebermann, hüstelte verlegen, sprach davon, daß die Philharmonie einer belagerten Festung glich, wollte wieder fort, aber seine Blicke auf Frau Altenschul und die Unmißverständlichkeit, mit der er ihr seinen Arm bot, um sie endlich, es war höchste Zeit, in die gemeinsame Loge zu führen, blieben ohne Erfolg. Sie machte sich Sorgen, ob Lewanski für seinen Auftritt in angemessener Weise gekleidet sein würde, und sie wollte partout, daß er den weißen Seidenschal lose um den Kragen legen und damit seinem Auftritt das allzu Feierliche nehmen sollte.
Über den Rest, versicherte sie, müsse man sich keine Gedanken machen, und sie zitierte als unumstößlichen Beweis eine Nachricht, die ihr Lewanski vor ein paar Tagen hatte zukommen lassen:
»Liebe, verehrte Freundin, denken Sie nicht, ich sei undankbar oder ich hätte es bereut, in Ihrer Nähe wieder seßhaft zu werden. Ich weiß, wie sehr Sie mich lieben, ich bewundere Ihre Hartnäckigkeit, mit der Sie unser aller Schicksal rückgängig machen wollen. Ich spiele Beethoven, immer nur Beethoven, und ich kann Ihnen sagen, daß ich voller Zuversicht bin.«
In der Tür, aber so, daß er mit seinem Rücken die Wand des Korridors fast berührte, stand Schulze-Bethmann.
Er wollte offenbar etwas sagen, fand aber keine Gelegenheit, und man wunderte sich, daß er, der sonst in fast unhöflicher Weise zurückhaltend war, derart im Wege stand, und Liebermann hatte Mühe, an ihm vorbeizukommen, als er mit den Worten: »Gut, dann werde ich das Schauspiel allein genießen« die Garderobe verlassen wollte.
»Wir werden Nachbarn sein«, sagte Schulze-Bethmann, »und ich habe einen Gast mitgebracht, der Sie durchaus nicht erschrecken soll.«
»Was meinen Sie?« fragte Frau Altenschul, die immer bereit war, eine gewisse Gereiztheit, die sie beim Anblick Schulze-Bethmanns überkam, nicht zu unterdrücken.
»Da es, wie ich höre, ein Auferstehungskonzert werden soll«, sagte Schulze-Bethmann, »sollte man auch den Gedanken an eine Versöhnung nicht außer acht lassen.«
»Das ist doch selbstverständlich«, sagte Frau Altenschul.“

 

 
Hartmut Lange (Berlijn, 31 maart 1937)
Cover

 

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit. Zie ook alle tags voor Marge Piercy op dit blog.

 

Season of skinny candles

A row of tall skinny candles burns
quickly into the night
air, the shames raised
over the rest
for its hard work.

Darkness rushes in
after the sun sinks
like a bright plug pulled.
Our eyes drown in night
thick as ink pudding.

When even the moon
starves to a sliver
of quicksilver
the little candles poke
holes in the blackness.

A time to eat fat
and oil, a time to gamble
for pennies and gambol.

 

The seder’s order

The songs we join in
are beeswax candles
burning with no smoke
a clean fire licking at the evening

our voices small flames quivering.
The songs string us like beads
on the hour. The ritual is
its own melody that leads us

where we have gone before
and hope to go again, the comfort
of year after year. Order:
we must touch each base

of the haggadah as we pass,
blessing, handwashing,
dipping this and that. Voices
half harmonize on the brukhahs.

Dear faces like a multitude
of moons hang over the table
and the truest brief blessing:
affection and peace that we make.

 

 
Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

Zie voor de schrijvers van de 31e maart ook mijn vorige blog van vandaag.

Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Rob Boudestein op dit blog.

Mont Ventoux

De Reus werd door Petrarca reeds bedwongen
en velen hebben het nadien gedaan.
Een zware klim, schreef hij, maar boze tongen

beweren dat hij daar nooit heeft gestaan;
de schepper van onsterfelijke zinnen
is enkel in de geest bergop gegaan.

Een renner hoeft daar niet aan te beginnen,
beestachtig afzien wordt van hem verwacht;
met metaforen valt geen rit te winnen.

Het snot voor ogen! En ontbreekt de macht,
neemt hij soms toevlucht tot het clandestiene.
Tom Simpson heeft die missie niet volbracht;

moraal en hitte sloopten zijn machine.
Wat ook niet hielp was de amfetamine.

 
Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)

Lees verder “Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy”

Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang

De Vlaamse dichter, schrijver en essayist Stefan Hertmans werd geboren in Gent op 31 maart 1951. Zie ook alle tags voor Stefan Hertmans op dit blog.

Uit: Oorlog en terpentijn

“Ik had me voorgenomen dat ik zijn memoires pas zou gaan lezen wanneer ik er ten volle de tijd voor had, ervan uitgaande dat de lectuur ervan me zo zou overweldigen dat ik meteen zijn levensverhaal zou willen schrijven, dat ik met andere woorden vrij zou moeten zijn, niets meer omhanden moest hebben dan dit, om hem ten dienste te staan. Maar de jaren gleden voorbij, en de dagen naderden waarin er, omwille van de onvermijdelijke honderdjarige herdenking van het rampjaar 1914, een stortvloed aan boeken zou gaan verschijnen die aan de schier onoverzichtelijke berg reeds bestaand historisch materiaal nog een dam van boeken zou toevoegen, boeken even talloos als de zandzakken in de IJzervlakte, ijverig gedocumenteerde, historische, verzonnen romans en verhalen, terwijl ik, die over het privilege van zijn memoires beschikte, deze schriften angstvallig gesloten hield, zelfs de eerste bladzijde niet durfde op te slaan, wetend dat dit mijn afrekening zou worden met een stuk van mijn eigen kinderjaren, een verhaal dat, als ik er geen spoed achter zette, zou verschijnen op het ogenblik dat de lezer zich geeuwend zou afkeren van weer een boek over die vervloekte Groote Oorlog. Ik hield de schriften gesloten, ondanks het feit dat ik wist dat ze, aangezien het om een uitzonderlijk goed gedocumenteerd verslag gaat, thuishoren in het archief van de Eerste Wereldoorlog – dat ik met andere woorden met mijn schandelijke indolentie ook nog een sprekende getuigenis uit de eerste hand achterhield, die openbaar domein had moeten zijn. Daardoor kwam er ook nog een soort faalangst over me, die me nog verder blokkeerde. En toen ik me een aantal van zijn verhalen voor de geest riep zoals ik ze hem vroeger had horen vertellen en ik van vele dingen pas op dat moment de ware toedracht en achtergrond begon te begrijpen, overviel me een gevoel van machteloosheid en schuld. Weer verspeelde ik kostbare jaren, bleef ijverig met talloze andere zaken bezig en liep met een boog om de schriften heen, deze geduldig zwijgende getuigen waarin zijn zorgvuldige, sierlijke, vooroorlogse handschrift lag opgeslagen als in een nederig schrijn.”

 
Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)

Lees verder “Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang”

Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski

De Vlaamse dichter, schrijver en essayist Stefan Hertmans werd geboren in Gent op 31 maart 1951. Zie ook alle tags voor Stefan Hertmans op dit blog.

 

De overtocht

Het zijn die ogen in de schaduw
die dood gelezen zijn.
Waarheid is een woord met wapens.
Het gaat om angst in de woestijn,
gevleugeld beest uit lang vervlogen eeuwen,
wreedheden flitsend op een zinkend scherm.

Je moet niet met je vinger wijzen,
het was haar moeder die het zei.
Ze stak hem in haar keel,
de boot schokte zich door een storm
die de wereld overspoelde.

Haar vonnis onverstaanbaar,
iets dat zich niet liet schrijven,
een vinger in een bloedend oog,
en naamloos door de jaren drijven.

 

Hoe een omelet te bakken zonder het ei te breken

Leg eerst de schalen in een geur –
Aarde en wind, dat wat je bij kinderen vindt
Het dood konijntje bij de achterdeur.

Sluit dan bokaaltjes af,
Adem niet langer
Wees je eigen ruime graf.

Wacht nog een dag of twee.
Je eieren broeden met je mee.

Open de ramen op de derde dag.
Lees psalmen; onthaal je
Weggelopen liefde op en
Zorgeloze lach.

Breek open, vingernagels,
Ruk de ongedachte
Dooier uit je dichtgeknepen palm.

Warm de aarde met je hand.
Wacht nu het bakken af,
en roer, roer, roer

Tot diep in je schaalomhulde nacht.

 

 
Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)

Lees verder “Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski”

Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Nichita Stănescu

De Vlaamse dichter, schrijver en essayist Stefan Hertmans werd geboren in Gent op 31 maart 1951. Zie ook alle tags voor Stefan Hertmans op dit blog.

Zijn troost

Men maakt een dier dood
in de nacht; iets kleins en
wilds wordt in de struiken
omgebracht.

Omdat hij stemmen hoorde,
dacht hij dat het volstond
als men geloofde;

maar even later huilt verschrikking
in een gracht.

Men heeft je niets beloofd bij
de geboorte;
maar overlast, het roken en het
drinken tot in de ochtend,
de volle maan die van de lucht afglijdt

en scherven in je armen –

je hebt die dingen zelf bedacht,
verwacht dus ook maar
geen erbarmen.

 

Zoals je thuis tikt

Dat het niet aanklinkt
maar er is, als regen,
waaiend over de toetsen
die tegen je spreken.

Lichte hagel, scherp
als nagels, klinkt er nu
en dan in mee.

Geduld, als je op snelheid
komt, een hoger ritme
dat het hart kalmeert

en alles – bomen groeien
door het raam, de glasgordijnen
ademen als een dier –
wordt daarin opgenomen:

je handen, snel als wolken
in september, tikkend
op een zwart klavier.

 

Verwensing van geluk

Je hebt het hart niet
om de stenen te begeren;
maar stenen dauwen
als je loopt.

Het huis heeft licht gedronken.
Wankelend komen stemmen
in de oren, de messen
zwellen scherp op snee.

Plots helt je lichaam iets te ver.
Ik ben dit niet gewend,
dit snikken van je harde
armen, dit warme klauwen

in mijn hals
De bloemen gillen roze.
We slapen ons voorbij.

 
Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)

Lees verder “Stefan Hertmans, Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein, Nichita Stănescu”

Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein

De Mexicaanse schrijver, dichter, en diplomaat Octavio Paz werd geboren op 31 maart 1914 in Mixcoac, tegenwoordig een deel van Mexico-stad. Zie ook alle tags voor Octavio Paz op dit blog.

Summit And Gravity

There’s a motionless tree
And another one coming forward
A river of trees
Hits my chest
The green surge
Is good fortune
You are dressed in red
You are
The seal of the scorched year
The carnal firebrand
The star fruit
In you like sun
The hour rests
Above an abyss of clarities
The height is clouded by birds
Their beaks construct the night
Their wings carry the day
Planted in the crest of light
Between firmness and vertigo
You are
Transparent balance

 

The Bridge

Between now and now,
between I am and you are,
the word bridge.

Entering it
you enter yourself:
the world connects
adn closes like a ring.

From one bank to another,
there is always
a body stretched:
a rainbow.
I’ll sleep beneath its arches.

 

Counterparts

In my body you search the mountain
for the sun buried in its forest.
In your body I search for the boat
adrift in the middle of the night.

 
Octavio Paz (31 maart 1914 – 19 april 1998)

Lees verder “Octavio Paz, Asis Aynan, Martijn Teerlinck, Marga Minco, Enrique Vila-Matas, Rob Boudestein”

Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit. Zie ook alle tags voor Marge Piercy op dit blog.

Implications of One Plus One

Sometimes we collide, tectonic plates merging,
continents shoving, crumpling down into the molten
veins of fire deep in the earth and raising
tons of rock into jagged crests of Sierra.

Sometimes your hands drift on me, milkweed’s
airy silk, wingtip’s feathery caresses,
our lips grazing, a drift of desires gathering
like fog over warm water, thickening to rain.

Sometimes we go to it heartily, digging,
burrowing, grunting, tossing up covers
like loose earth, nosing into the other’s
flesh with hot nozzles and wallowing there.

Sometimes we are kids making out, silly
in the quilt, tickling the xylophone spine,
blowing wet jokes, loud as a whole
slumber party bouncing till the bed breaks.

I go round and round you sometimes, scouting,
blundering, seeking a way in, the high boxwood
maze I penetrate running lungs bursting
toward the fountain of green fire at the heart.

Sometimes you open wide as cathedral doors
and yank me inside. Sometimes you slither
into me like a snake into its burrow.
Sometimes you march in with a brass band.

Ten years of fitting our bodies together
and still they sing wild songs in new keys.
It is more and less than love: timing,
chemistry, magic and will and luck.

One plus one equal one, unknowable except
in the moment, not convertible into words,
not explicable or philosophically interesting.
But it is. And it is. And it is. Amen.


Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

Lees verder “Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein”

Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit. Zie ook alle tags voor Marge Piercy op dit blog.

My Mother’s Body

1.
The dark socket of the year
the pit, the cave where the sun lies down
and threatens never to rise,
when despair descends softly as the snow
covering all paths and choking roads:

then hawkfaced pain seized you
threw you so you fell with a sharp
cry, a knife tearing a bolt of silk.
My father heard the crash but paid
no mind, napping after lunch

yet fifteen hundred miles north
I heard and dropped a dish.
Your pain sunk talons in my skull
and crouched there cawing, heavy
as a great vessel filled with water,

oil or blood, till suddenly next day
the weight lifted and I knew your mind
had guttered out like the Chanukah
candles that burn so fast, weeping
veils of wax down the chanukiya.

Those candles were laid out,
friends invited, ingredients bought
for latkes and apple pancakes,
that holiday for liberation
and the winter solstice

when tops turn like little planets.
Shall you have all or nothing
take half or pass by untouched?
Nothing you got, Nun said the dreydl
as the room stopped spinning.

The angel folded you up like laundry
your body thin as an empty dress.
Your clothes were curtains
hanging on the window of what had
been your flesh and now was glass.

Outside in Florida shopping plazas
loudspeakers blared Christmas carols
and palm trees were decked with blinking
lights. Except by the tourist
hotels, the beaches were empty.

Pelicans with pregnant pouches
flapped overhead like pterodactyls.
In my mind I felt you die.
First the pain lifted and then
you flickered and went out.

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

Lees verder “Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein”

Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit.  Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008 en ook mijn blog van 31 maart 2009en ook mijn blog van 31 maart 2010.

The Friend

 We sat across the table.
he said, cut off your hands.
they are always poking at things.
they might touch me.
I said yes.

Food grew cold on the table.
he said, burn your body.
it is not clean and smells like sex.
it rubs my mind sore.
I said yes.

I love you, I said.
That’s very nice, he said
I like to be loved,
that makes me happy.
Have you cut off your hands yet?

 

The Cat’s Song

Mine, says the cat, putting out his paw of darkness.
My lover, my friend, my slave, my toy, says
the cat making on your chest his gesture of drawing
milk from his mother’s forgotten breasts.

Let us walk in the woods, says the cat.
I’ll teach you to read the tabloid of scents,
to fade into shadow, wait like a trap, to hunt.
Now I lay this plump warm mouse on your mat.

You feed me, I try to feed you, we are friends,
says the cat, although I am more equal than you.
Can you leap twenty times the height of your body?
Can you run up and down trees? Jump between roofs?

Let us rub our bodies together and talk of touch.
My emotions are pure as salt crystals and as hard.
My lusts glow like my eyes. I sing to you in the mornings
walking round and round your bed and into your face.

Come I will teach you to dance as naturally
as falling asleep and waking and stretching long, long.
I speak greed with my paws and fear with my whiskers.
Envy lashes my tail. Love speaks me entire, a word

of fur. I will teach you to be still as an egg
and to slip like the ghost of wind through the grass.

 

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

Lees verder “Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein”

Marge Piercy, Judith Rossner, Rob Boudestein, Hartmut Lange, John Fowles, Andrew Marvell, Edward FitzGerald, Andrew Lang, Robert Brasillach

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit.  Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008 en ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Colors Passing Through Us

 

Purple as tulips in May, mauve

into lush velvet, purple

as the stain blackberries leave

on the lips, on the hands,

the purple of ripe grapes

sunlit and warm as flesh.

Every day I will give you a color,

like a new flower in a bud vase

on your desk. Every day

I will paint you, as women

color each other with henna

on hands and on feet.

 

Red as henna, as cinnamon,

as coals after the fire is banked,

the cardinal in the feeder,

the roses tumbling on the arbor

their weight bending the wood

the red of the syrup I make from petals.

 

Orange as the perfumed fruit

hanging their globes on the glossy tree,

orange as pumpkins in the field,

orange as butterflyweed and the monarchs

who come to eat it, orange as my

cat running lithe through the high grass.

 

Yellow as a goat’s wise and wicked eyes,

yellow as a hill of daffodils,

yellow as dandelions by the highway,

yellow as butter and egg yolks,

yellow as a school bus stopping you,

yellow as a slicker in a downpour.

 

Here is my bouquet, here is a sing

song of all the things you make

me think of, here is oblique

praise for the height and depth

of you and the width too.

Here is my box of new crayons at your feet.

 

Green as mint jelly, green

as a frog on a lily pad twanging,

the green of cos lettuce upright

about to bolt into opulent towers,

green as Grand Chartreuse in a clear

glass, green as wine bottles.

 

Blue as cornflowers, delphiniums,

bachelors’ buttons. Blue as Roquefort,

blue as Saga. Blue as still water.

Blue as the eyes of a Siamese cat.

Blue as shadows on new snow, as a spring

azure sipping from a puddle on the blacktop.

 

Cobalt as the midnight sky

when day has gone without a trace

and we lie in each other’s arms

eyes shut and fingers open

and all the colors of the world

pass through our bodies like strings of fire.

 

piercy

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

De Amerikaanse schrijfster Judith Rossner werd geboren als Judith Perelman op 31 maart 1935 in New York. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Uit: Perfidia

 

„She was raised on a farm west of Montreal, ran away from home when she was sixteen. In 1965. She packed her knapsack with some clothes and necessities, plus she stole her favorite two of her father’s 78’s that the two of them listened to together on the phonograph in the kitchen. “Perfidia” and “Remember.” Her mother had no use for music and they’d never bought a more modern system. She stayed with the first man who gave her a hitch until she lied about her age and got a job as a waitress. She’d changed her name a few times, but I think that she’d settled on Anita by then. She alwaysinsisted that she wasn’t pretty, though I thought she was beautiful, and she was terribly sexy, with a big bosom, great legs, and a lively, teasing manner with men. She had no trouble connecting with them in those days when even the middle class had begun to think that sex was free and easy. After a couple of years in Montreal, she hitched to Toronto, which she’d say she eventually left because it was too clean. She had stories about the café and restaurant owners she worked for and slept with. She called them Pierre One, Pierre Two and so on, though they mostly weren’t French. (My given name was Madeleine. She claimed it was one of the few things my father ever insisted upon. She didn’t like it because it was French.) When she told the umpteenth Pierre that she was leaving Toronto, and he said she had to stay until he found another waitress, she suggested he bring in the cow who was his wife, it wouldn’t hurt for her to know what it was like to work for a living.
My mother told stories like that more readily than she told ones in which she did something nice. Nor did she ever make any effort to conceal her sexual adventures from me, though she was occasionally surprised or amused that I knew as much as I did.“

 

Rossner

Judith Rossner (31 maart 1935 – 9 augustus 2005)

 

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Boudestein begon pas op latere leeftijd met schrijven. Hij is al langere tijd werkzaam als docent economie; de laatste jaren bij een instelling voor HBO te Groningen. Boudestein publiceerde verhalen in vele tijdschriften. Gedichten publiceerde hij in Wel, het Drents letterkundig tijdschrift Roet, Meulenhoffs Dagkalender (2001 en 2004) en de Tuinscheurkalender.

Impressie

Achter een raam, bij neonlicht
Showt blonde Nel haar handelswaar
En met geroutineerd gebaar
Brengt zij haar roze vlees in ’t zicht.

Ach, denkt het jonge blonde wicht
Het is gewoon m’n werk, nietwaar?
Zelf vindt ze het niet zo’n bezwaar
Maar ’t is wel om het geld, allicht.

Een jonge man loopt langs haar ruit,
Hij aarzelt, neemt dan een besluit.
Wordt hij haar eerste klant vandaag?

Wat of het kost wil hij graag weten.
Ze noemt een prijs, wat afgemeten.
Hij knikt. ‘Maar dun gesneden graag.’

Boudestein

Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)

 

De Engelse romanschrijver en essayist John Fowles werd geboren in Leigh-on-Sea (Essex) op 31 maart 1926. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.en ook mijn blog van 31 maart 2009.

Uit: The Journals

 „25 September (1949)
3 a.m. Beautifully played New Orleans jazz, with clarinet in low register, and very jazzy tuba and cornet. Bessie Smith singing. This sort of stuff has in it the germ of music that will last.
Op. 55. Splendidly vigorous, with some of the secret lyricality of the last quartets.2

Writing fever. Can’t get any university work done. Full of ideas for ‘Cognac’ and full of frustration at not having the time to do them. ‘Cognac’ must aim at being popular, with art overboard. The idea came all in two hours last night and this morning.

30 September
Another appalling half-hour of talk. When screaming was close. Talk of the utmost banality, on prices of mattresses, on Mrs Ramsey’s daughter who married a doctor in Montreal. A few comments are made on poetry. So hopeless to try and explain. They would never understand. No mention of art can ever be developed in case we are ‘highbrow’ – God, how I hate that word! No philosophy is mentioned, without Thomas Hardy and Darwin getting dragged in. It is la mere. Her attitude to conversation is one of complete alertness. I must break in, and I must say something – and in she breaks and says something, whether she has any knowledge, real opinion or not. It is with great difficulty that I can keep my oyster silence. But I must not hurt. With le pere, it is partly a defence; modernity is ignored, age is suspicious of invention.
I feel violent with ‘hate’ against this bloody town. Least violent, now, against the geographical situation (once I longed for Devon), most against the way of life, and then the people who allow it to sap all the beauty of life out of them. All my sympathy goes out to the boy who ran away to be a bullfighter. I’m sure he must have ‘felt’ the complete horror of this place. This town can have as much horror mentally for a sensitive person as a blitzed city may have, physically, for a turnip. It is the unsociability, the not-knowing-anyone, the having-no-colour, that kills. No interesting people to talk to, no sincere people, no unusual things to do.
Then there is ‘niceness’ as a standard of judgement – God, how I hate that word, too! – ‘a nice girl’, ‘a nice road’. Nice = colourless, efficient, with nose glued to the middle path, with middle interests, dizzy with ordinariness. Ugh!“

JohnFowles
John Fowles (31 maart 1926 – 5 november 2005)

 

De Engelse dichter Andrew Marvell werd geboren in Winestead, Yorkshire op 31 maart 1621 in Londen. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Bermudas

Where the remote Bermudas ride

In th’ Oceans bosome unespy’d,

From a small Boat, that row’d along,

The listning Winds receiv’d this Song.

What should we do but sing his Praise

That led us through the watry Maze,

Unto an Isle so long unknown,

And yet far kinder than our own?

Where he the huge Sea-Monsters wracks,

That lift the Deep upon their Backs.

He lands us on a grassy stage;

Safe from the Storms, and Prelat’s rage.

He gave us this eternal Spring,

Which here enamells every thing;

And sends the Fowl’s to us in care,

On daily Visits through the Air,

He hangs in shades the Orange bright,

Like golden Lamps in a green Night.

And does in the Pomgranates close,

Jewels more rich than Ormus show’s.

He makes the Figs our mouths to meet;

And throws the Melons at our feet.

But Apples plants of such a price,

No Tree could ever bear them twice.

With Cedars, chosen by his hand,

From Lebanon, he stores the Land.

And makes the hollow Seas, that roar,

Proclaime the Ambergris on shoar.

He cast (of which we rather boast)

The Gospels Pearl upon our coast.

And in these Rocks for us did frame

A Temple, where to sound his Name.

Oh let our Voice his Praise exalt,

Till it arrive at Heavens Vault:

Which thence (perhaps) rebounding, may

Eccho beyond the Mexique Bay.

Thus sung they, in the English boat,

An holy and a chearful Note,

And all the way, to guide their Chime,

With falling Oars they kept the time.

 

Marvell
Andrew Marvell (31 maart 1621 – 16 augustus 1678)

 

De Engelse dichter, schrijver en vertaler Edward FitzGerald werd geboren in Woodbridge, Suffolk, op 31 maart 1809. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

The Meadows In Spring

‘Tis a dull sight

To see the year dying,

When winter winds

Set the yellow wood sighing:

Sighing, oh! sighing.

 

When such a time cometh,

I do retire

Into and old room

Beside a bright fire:

Oh, pile a bright fire!

 

And there I sit

Reading old things,

Of knights and lorn damsels,

While the wind sings—

Oh, drearily sings!

 

I never look out

Nor attend to the blast;

For all to be seen

Is the leaves falling fast:

Falling, falling!

 

But close at the hearth,

Like a cricket, sit I,

Reading of summer

And chivalry—

Gallant chivalry!

 

Then with an old friend

I talk of our youth!

How ’twas gladsome, but often

Foolish, forsooth:

But gladsome, gladsome!

 

Or to get merry

We sing some old rhyme,

That made the wood ring again

In summertime—

Sweet summertime!

 

Then go we to smoking,

Silent and snug:

Nought passes between us,

Save a brown jug—

Sometimes!

 

And sometimes a tear

Will rise in each eye,

Seeing the two old friends

So merrily—

So merrily!

 

And ere to bed

Go we, go we,

Down on the ashes

We kneel on the knee,

Praying together!

 

Thus, then, live I,

Till, ‘mid all the gloom,

By heaven! the bold sun

Is with me in the room

Shining, shining!

 

Then the clouds part,

Swallow soaring between;

The spring is alive,

And the meadows are green!

 

I jump up, like mad,

Break the old pipe in twain,

And away to the meadows,

The meadows again!

 

FitzGerald
Edward FitzGerald (31 maart 1809 – 14 juni 1883)

 

De Schotse dichter, schrijver en journalist Andrew Lang werd geboren op 31 maart 1844 in Selkirk. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

RHYME OF RHYMES

Wild on the mountain peak the wind
Repeats its old refrain,
Like ghosts of mortals who have sinned,
And fain would sin again.

For “wind” I do not rhyme to “mind,”
Like many mortal men,
“Again” (when one reflects) ’twere kind
To rhyme as if “agen.”

I never met a single soul
Who SPOKE of “wind” as “wined,”
And yet we use it, on the whole,
To rhyme to “find” and “blind.”

We SAY, “Now don’t do that AGEN,”
When people give us pain;
In poetry, nine times in ten,
It rhymes to “Spain” or “Dane.”

Oh, which are wrong or which are right?
Oh, which are right or wrong?
The sounds in prose familiar, quite,
Or those we meet in song?

To hold that “love” can rhyme to “prove”
Requires some force of will,
Yet in the ancient lyric groove
We meet them rhyming still.

This was our learned fathers’ wont
In prehistoric times,
We follow it, or if we don’t,
We oft run short of rhymes.

Lang
Andrew Lang (31 maart 1844 – 20 juli 1912)
Portret door Sir William Blake Richmond 

 

De Franse schrijver, dichter en journalist Robert Brasillach werd geboren in Perpignan op 31 maart 1909. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Les Noms Sur Les Murs

D’autres sont venus par ici,

Dont les noms sur les murs moisis,

Se défont déjà, et s’écaillent.

Ils ont souffert et espéré,

Et parfois l’espoir était vrai,

Parfois il dupait ces murailles.

 

Venus d’ici, venus d’ailleurs,

Nous n’avions pas le même coeur,

Nous a-t-on dit. Faut-il le croire ?

Mais qu’importe ce que nous fûmes !

Nos visages noyés de brume

Se ressemblent dans la nuit noire.

C’est à vous, frères inconnus,

Que je pense le soir venu,

O mes fraternels adversaires

Hier est proche d’aujourd’hui.

Malgré nous, nous sommes unis

Par l’espoir et par la misère.

 

Je pense à vous, vous qui rêviez,

Je pense à vous qui souffriez,

Dont aujourd’hui j’ai pris la place.

Si demain la vie est permise,

Les noms qui sur ces murs se brisent

Nous seront-ils nos mots de passe ?

 

Brasilach
Robert Brasillach (31 maart 1909 – 6 februari 1945)

 

 

De Duitse dichteres en schrijfster Angela Kreuz werd geboren in Ingolstadt op 31 maart 1969. Zie ook mijn blog van 25 juli 2009.

Im Turm

der Wind verfängt sich
in der schaurigen Stille,
eine abgerissene Spirale
aus moosgrünem Licht
windet sich empor,
die Decke ein lauernder Stein
in der Höhe.
der Blick nach oben gleicht dem
in einen Brunnenschacht –
draußen das federnde Gras so weich, wie zum Trost

Angela_Kreuz.jpg
Angela Kreuz (Ingolstadt, 31 maart 1969)