Jan Eijkelboom, Jim Crace, Delphine de Vigan, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer, Franzobel, Steven Barnes

De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zie ook alle tags voor Jan Eijkelboom op dit blog.

 

Ja het klopt

Alles verklaarbaar en van een
regelmaat die koestert en sust
al jaagt het sommigen de deur uit
naar tomelozer oorden.

Zie ze dansen op de maan
in hun opgeblazen hansop.
Hunkerend kijken ze terug
naar de blauwgroene aarde.

Ja het klopt,
als de hartslag van een heelal vol
wentelende sterren, prieelvogels,
kleine middenstanders, kalm
wiekende adelaars en een losbol
die het aanziet en zich
plotseling verbaast.

 

Rafels

Toen ving een roodbruine stam nog
de ochtendzon op, puur cederhout
van caran d’ache.

Later fladderden er raven
tussen de al even gerafelde takken
van de lariks.

Een schicht: de schaduw
van een zwaluw schoot
door de zomer.

En in het sprookjesbos
is plotseling de stinkzwam
dwingend aanwezig.

Doodgaan behoort tot het zeer weinige
dat niet zou mogen. Toch
wordt het veel gedaan.

 

Een haan kraait

De schreeuw van wie
de zon doet opgaan
helemaal in z’n, met
prachtvolle veren bedekte,
eentje. Triomf
die als doodskreet
kan worden verstaan.
Zoals, andersom,
de schreeuw van wie
heelhuids ter wereld komt:
in woede en pijn
je moeder verlaten en
dan toch luidkeels
willen leven en leven.
Onbegrijpelijk, later.

 

 
Jan Eijkelboom (1 maart 1926 – 28 februari 2008)

Lees verder “Jan Eijkelboom, Jim Crace, Delphine de Vigan, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer, Franzobel, Steven Barnes”

Jan Eijkelboom, Jim Crace, Delphine de Vigan, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer, Franzobel, Steven Barnes

De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zie ook alle tags voor Jan Eijkelboom op dit blog.

 

Camping, Frankrijk

Voor het eerst dat ik sliep in een tent,
voor het eerst naar een ruisen geluisterd
dat voor het ruisen van regen,
het vallen van regen te zacht was
en ook voor de wind te gelijk, te gelijk aan zichzelf.

En ’s ochtends gezien hoe water
bijna rechtstandig,
toch zonder te breken, naar lager
water kan gaan, onzichtbaar verschietend.

Hadden wij zo kunnen leven,
zo blijven leven als toen
in die tent, in dat gras

Geen woede, geen andere hartstocht,
geen weten wie zo stil overstroomt
in wie.

 

Ik liep in een straat

Ik liep in een straat
die doodliep,
op het spoor van iemand
die hier gelopen had
maar die nu dood was.
In kieren tussen de keien
groeide fris gras
want doodlopende straten
bieden meer levenskans
dan straten die doorlopen
naar mensen die
nog volop leven.

 

Een ijzersterke mist

Eerste najaarsnevel boven de sloot
tussen spoorbaan en snelweg
en heel dat doen alsof
wordt nu het zwijgen opgelegd.

Het lijkt blijvend door afwezigheid
van wind. Het is ijl en standvastig.
Waarom trekt dit versterven meer
dan bloesemtak of eerste sneeuw?

Alle begin verheldert, roept beelden op
van eerdere aanvang die te snel verliep
om dicht te slibben, tijdstippen
met de gedegen zwaarte van een eeuw.

Maar deze nevel laat geen modder na,
wekt geen verwachting, lost slechts op
en laat toch in ’t voorbijgaan weten
dat wij nog niet, nog lange niet
zijn uitgekeken.

 

 
Jan Eijkelboom (1 maart 1926 – 28 februari 2008)

Lees verder “Jan Eijkelboom, Jim Crace, Delphine de Vigan, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer, Franzobel, Steven Barnes”

Jan Eijkelboom, Jim Crace, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer

De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zie ook alle tags voor Jan Eijkelboom op dit blog.

 

De kunst

In die tijd trokken amateurs
met zwarte kastjes er op uit
om in een poortdoorgang
het tegenlicht te vangen

dat door de lindeblaadjes scheen.
Of ze betraden gretig het park
op de dag van de eerste sneeuw.
Vanaf meegenomen keukentrapjes

legden zij vast hoe ijzel of rijp
van takjes toverstokjes maakte.
Ook ik verbalisant betrapte

dat voortvluchtig licht en
sloot het op in een sonnet
waaruit het ijlings is ontsnapt.

 

Hij had geen talent

Hij had geen talent voor tragiek,
verdonkeremaande rampspoed
bij het leven, meanderde
door een landschap tot aan
een toevallige stad
waar hij plotseling zag:
hier kom ik vandaan.

Af en toe viel hem in
dat hij misschien wel bestond.
Ook zag hij een vrouw
van wie het bestaan
met geen pen
te ontkennen.

Ze paarden en hadden geluk.
Toen hij later tot zijn verbazing
het leven moest laten
liet hij één boodschap na:
als jullie mij gaan verstrooien
ga dan met je rug naar de wind toe staan.

 

Vox humana

In een klein dijkhuis staat,
ziet hij door ’t uitvergrote raam,
het oude orgel bijna naakt.
Over de toetsen ligt een loper.
Tussen de twee koop’ren kandelaars
staat een gezangboek open.
Hij hoort weer het asmatisch steunen:
loflied of klaagzang – eender zeurt
deze muziek, tot hij die deur
snel weer vergrendelt. En toch,
o mocht hij nog een keer,
geknield voor ’t orgelfront,
de trappers voor de vrouw bewegen
die boven hem haar psalmen zong.

 

 
Jan Eijkelboom (1 maart 1926 – 28 februari 2008)

Lees verder “Jan Eijkelboom, Jim Crace, Franz Hohler, Lytton Strachey, Robert Lowell, Myrthe van der Meer”

Robert Lowell, Jacques Chessex, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Richard Wilbur, Ralph Ellison

De Amerikaanse dichter Robert Traill Spence Lowell werd geboren op 1 maart 1917 in Boston. Zie ook alle tags voor Robert Lowell op dit blog.

 

Homecoming

What was is … since 1930;
the boys in my old gang
are senior partners. They start up
bald like baby birds
to embrace retirement.

At the altar of surrender,
I met you
in the hour of credulity.
How your misfortune came out clearly
to us at twenty.

At the gingerbread casino,
how innocent the nights we made it
on our Vesuvio martinis
with no vermouth but vodka
to sweeten the dry gin–

the lash across my face
that night we adored . . .
soon every night and all,
when your sweet, amorous
repetition changed.

 

“To Speak of Woe That Is in Marriage”

“The hot night makes us keep our bedroom windows open.
Our magnolia blossoms.Life begins to happen.
My hopped up husband drops his home disputes,
and hits the streets to cruise for prostitutes,
free-lancing out along the razor’s edge.
This screwball might kill his wife, then take the pledge.
Oh the monotonous meanness of his lust. . .
It’s the injustice . . . he is so unjust–
whiskey-blind, swaggering home at five.
My only thought is how to keep alive.
What makes him tick?Each night now I tie
ten dollars and his car key to my thigh. . . .
Gored by the climacteric of his want,
he stalls above me like an elephant.”

 

 
Robert Lowell (1 maart 1917 – 12 September 1977)

Lees verder “Robert Lowell, Jacques Chessex, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Richard Wilbur, Ralph Ellison”

Robert Lowell, Jacques Chessex, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Richard Wilbur Ralph Ellison

De Amerikaanse dichter Robert Traill Spence Lowell werd geboren op 1 maart 1917 in Boston. Zie ook alle tags voor Robert Lowell op dit blog.

The Ruins Of Time

(Quevedo, Mire los muros de la partia mia and
Buscas en Roma a Roma, (!)O peregrino!)

I

I saw the musty shingles of my house,
raw wood and fixed once, now a wash of moss
eroded by the ruin of age
furning all fair and green things into waste.
I climbed the pasture. I saw the dim sun drink
the ice just thawing from the boldered fallow,
woods crowd the foothills, sieze last summer’s field,
and higher up, the sickly cattle bellow.
I went into my house. I saw how dust
and ravel had devoured its furnishing;
even my cane was withered and more bent,
even my sword was coffined up in rust—
there was no hilt left for the hand to try.
Everything ached, and told me I must die

II

You search in Rome for Rome? O Traveller!
in Rome itself, there is no room for Rome,
the Aventine is its own mound and tomb,
only a corpse recieves the worshipper.
And where the Capitol once crowned the forum,
are medals ruined by the hands of time;
they show how more was lost by chance and time
the Hannibal or Ceasar could consume.
The Tiber flows still, but its waste laments
a city that has fallen in its grave—
each wave’s a woman beating at her breast.
O Rome! Form all you palms, dominion, bronze
and beauty, what was firm has fled. What once
was fugitive maintains its permenance.

 
Robert Lowell (1 maart 1917 – 12 September 1977)
Cover

Lees verder “Robert Lowell, Jacques Chessex, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Richard Wilbur Ralph Ellison”

Lytton Strachey, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Robert Lowell

De Britse schrijver Giles Lytton Strachey werd geboren op 1 maart 1880 in Londen. Zie ook alle tags voor Lytton Strachey op dit blog.

 

Uit: Landmarks In French Literature

When the French nation gradually came into existence among the ruins of the Roman civilization in Gaul, a new language was at the same time slowly evolved. This language, in spite of the complex influences which went to the making of the nationality of France, was of a simple origin.

With a very few exceptions, every word in the French vocabulary comes straight from the Latin. The influence of the pre-Roman Celts is almost imperceptible; while the number of words introduced by the Frankish conquerors amounts to no more than a few hundreds. Thus the French tongue presents a curious contrast to that of England. With us, the Saxon invaders obliterated nearly every trace of the Roman occupation; but though their language triumphed at first, it was eventually affected in the profoundest way by Latin influences; and the result has been that English literature bears in all its phases the imprint of a double origin. French literature, on the other hand, is absolutely homogeneous.

How far this is an advantage or the reverse it would be difficult to say; but the important fact for the English reader to notice is that this great difference does exist between the French language and his

own. The complex origin of the English tongue has enabled English writers to obtain those effects of diversity, of contrast, of imaginative strangeness, which have played such a dominating part in our

literature. The genius of the French language, descended from its single Latin stock, has triumphed most in the contrary direction—in simplicity, in unity, in clarity, and in restraint.“

 

Lytton Strachey (1 maart 1880 – 21 januari 1932)

Portret door Dora Carrington, 1916

Lees verder “Lytton Strachey, Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Robert Lowell”

Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Robert Lowell, Richard Wilbur, Saul Williams, Ralph Ellison

De Japanse dichter en schrijver Ryūnosuke Akutagawa werd geboren op 1 maart 1892 in Tokio. Zie ook mijn blog van 1 maart 2009 en ook mijn blog van 1 maart 2010. 

 

Uit: In a Grove (Vertaald door Takashi Kojima)

 

„Yes, sir. Certainly, it was I who found the body. This morning, as usual, I went to cut my daily quota of cedars, when I found the body in a grove in a hollow in the mountains. The exact location? About 150 meters off the Yamashina stage road. It’s an out-of-the-way grove of bamboo and cedars.

The body was lying flat on its back dressed in a bluish silk kimono and a wrinkled head-dress of the Kyoto style. A single sword-stroke had pierced the breast. The fallen bamboo-blades around it were stained with bloody blossoms. No, the blood was no longer running. The wound had dried up, I believe. And also, a gad-fly was stuck fast there, hardly noticing my footsteps.

You ask me if I saw a sword or any such thing? No, nothing, sir. I found only a rope at the root of a cedar near by. And . . . well, in addition to a rope, I found a comb. That was all. Apparently he must have made a battle of it before he was murdered, because the grass and fallen bamboo-blades had been trampled down all around.

“A horse was near by?” No, sir. It’s hard enough for a man to enter, let alone a horse. The Testimony of a Traveling Buddhist Priest Questioned by a High Police Commissioner The time? Certainly, it was about noon yesterday, sir. The unfortunate man was on the road from Sekiyama to Yamashina. He was walking toward Sekiyama with a woman accompanying him on horseback, who I have since learned was his wife. A scarf hanging from her head hid her face from view. All I saw was the color of her clothes, a lilac-colored suit. Her horse was a sorrel with a fine mane. The lady’s height? Oh, about four feet five inches. Since I am a Buddhist priest, I took little notice about her details. Well, the man was armed with a sword as well as a bow and arrows. And I remember that he carried some twenty odd arrows in his quiver.“

 

 

Ryūnosuke Akutagawa (1 maart 1892 – 24 juli 1927)

 

Lees verder “Ryūnosuke Akutagawa, Sabina Lorenz, Robert Lowell, Richard Wilbur, Saul Williams, Ralph Ellison”

Robert Lowell, Richard Wilbur, Saul Williams, Ralph Ellison, Steven Barnes

De Amerikaanse dichter Robert Traill Spence Lowell werd geboren op 1 maart 1917 in Boston. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008 en ook mijn blog van 1 maart 2009.

 

Waking in the Blue 

 

The night attendant, a B.U. sophomore,

rouses from the mare’s-nest of his drowsy head

propped on The Meaning of Meaning.

He catwalks down our corridor.

Azure day

makes my agonized blue window bleaker.

Crows maunder on the petrified fairway.

Absence! My hearts grows tense

as though a harpoon were sparring for the kill.

(This is the house for the “mentally ill.”)

 

What use is my sense of humour?

I grin at Stanley, now sunk in his sixties,

once a Harvard all-American fullback,

(if such were possible!)

still hoarding the build of a boy in his twenties,

as he soaks, a ramrod

with a muscle of a seal

in his long tub,

vaguely urinous from the Victorian plumbing.

A kingly granite profile in a crimson gold-cap,

worn all day, all night,

he thinks only of his figure,

of slimming on sherbert and ginger ale–

more cut off from words than a seal.

This is the way day breaks in Bowditch Hall at McLean’s;

the hooded night lights bring out “Bobbie,”

Porcellian ’29,

a replica of Louis XVI

without the wig–

redolent and roly-poly as a sperm whale,

as he swashbuckles about in his birthday suit

and horses at chairs.

 

These victorious figures of bravado ossified young.

 

In between the limits of day,

hours and hours go by under the crew haircuts

and slightly too little nonsensical bachelor twinkle

of the Roman Catholic attendants.

(There are no Mayflower

screwballs in the Catholic Church.)

 

After a hearty New England breakfast,

I weigh two hundred pounds

this morning. Cock of the walk,

I strut in my turtle-necked French sailor’s jersey

before the metal shaving mirrors,

and see the shaky future grow familiar

in the pinched, indigenous faces

of these thoroughbred mental cases,

twice my age and half my weight.

We are all old-timers,

each of us holds a locked razor.

 

robert_lowell

Robert Lowell (1 maart 1917 – 12 September 1977)

 

De Amerikaanse dichter Richard Wilbur werd geboren op 1 maart 1921 in New York. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008 en ook mijn blog van 1 maart 2009.

 

Boy at the Window 

 

Seeing the snowman standing all alone

In dusk and cold is more than he can bear.

The small boy weeps to hear the wind prepare

A night of gnashings and enormous moan.

His tearful sight can hardly reach to where

The pale-faced figure with bitumen eyes

Returns him such a God-forsaken stare

As outcast Adam gave to paradise.

 

The man of snow is, nonetheless, content,

Having no wish to go inside and die.

Still, he is moved to see the youngster cry.

Though frozen water is his element,

He melts enough to drop from one soft eye

A trickle of the purest rain, a tear

For the child at the bright pane surrounded by

Such warmth, such light, such love, and so much fear.

 

 

The Beautiful Changes 

 

One wading a Fall meadow finds on all sides

The Queen Anne’s Lace lying like lilies

On water; it glides

So from the walker, it turns

Dry grass to a lake, as the slightest shade of you

Valleys my mind in fabulous blue Lucernes.

 

The beautiful changes as a forest is changed

By a chameleon’s tuning his skin to it;

As a mantis, arranged

On a green leaf, grows

Into it, makes the leaf leafier, and proves

Any greenness is greener than anyone knows.

 

Your hands hold roses always in a way that says

They are not only yours; the beautiful changes

In such kind ways,

Wishing ever to sunder

Things and Thing’s selves for a second finding, to lose

For a moment all that it touches back to wonder.

 

richard_wilbur

Richard Wilbur (New York, 1 maart 1921)

 

 

De Amerikaanse dichter, schrijver, acteur, rapper en musicus Saul Stacey Williams werd geboren in

Newburgh, New York op 29 februari 1972. Zie ook mijn blog van 28 februari 2008 en ook mijn blog van 1 maart 2009.

 

She (Fragment)

 

i presented
my feminine side
with flowers

she cut the stems
and placed them gently
down my throat

and these tu lips
might soon eclipse
your brightest hopes

 

***

she had nothing
but time on her hands:
silver rings, turquoise stones
and purple nails

i rubbed my thumb
across her palm:
a featherbed
where slept a psalm

yea, though i walk
i used to fly
and now we dance

i watched
my toenails blacken
and walked a deadened trance

until she woke me
with the knife edge
of her glance

i have the scars to prove
the clock strikes
with her hands

 

saul_williams

Saul Williams (Newburgh, 29 februari 1972)

 

De Afro-Amerikaanse schrijver Ralph (Waldo) Ellison werd geboren in Oklahoma City op 1 maart 1913. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 1 maart 2009.

 

Uit: Ralph Ellison (Biografie door Arnold Rampersad)

 

„Decades after the blazing hot afternoon in June 1933 when Ralph Ellison, in his first and last outing as a hobo, climbed fearfully and yet eagerly aboard a smoky freight train leaving Oklahoma City on a dangerous journey that he hoped would take him to college in Tuskegee, Alabama, his memories of growing up in Oklahoma continued both to haunt and to inspire him. For a long time he had suppressed those memories; then the time came when he began to crave them.

The turning point had been his triumph in 1952 with his novel Invisible Man. That success had led to a cascading flow of honors such as no other African-American writer had ever enjoyed. In 1953, he won the National Book Award, besting The Old Man and the Sea, by Ernest Hemingway, one of his idols. Later, the American Academy of Arts and Letters elected him a member, one of the fifty distinguished American men and women who formed its inner core. At the White House, first Lyndon B. Johnson and then Ronald Reagan awarded him presidential medals. At the behest of the novelist and critic André Malraux, another of his idols, France made him a Chevalier of the Order of Arts and Letters. The most venerable social club in America connected to the arts, the Century, in New York, elected him as its first black member. Harvard University, awarding him an honorary degree, offered him
a professorship. Never out of print and translated into more than twenty languages, Invisible Man maintains its reputation as one of the jewels of twentieth-century American fiction.

Ellison’s triumph in 1952 had also led to a tangled mess of fears and doubts about his ability to finish a second novel at least as fine as Invisible Man. By the time of his death in 1994, his failure to produce that second novel had made Ellison, a proud man, the butt of surreptitious jokes and cruel remarks. The snickering and giggling behind his back often left him prickly and tart, if not downright hostile. Clinging fearlessly and stubbornly to the ideal of harmonious racial integration in America, he found it hard to negotiate the treacherous currents of American life in the volatile 1960s and 1970s.“

 

Ellison

Ralph Ellison (1 maart 1913 –  16 april 1994)

 

 

De Amerikaanse schrijver Steven Barnes werd geboren op 1 maart 1952 in Los Angeles. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 1 maart 2009.

 

Uit: Shadow Valley

 

„Summer’s warm rains had long since riven the earth, then dried again to dust. Three moons would wax and wane before the winter rivers swelled within their graveled banks.
Hot Tree had lived most of her adult life in Fire boma, the bamboowalled cluster of huts a day’s walk southeast of Great Sky. Now her hair was streaked with white, her brown skin deeply wrinkled, her breasts empty sacks. Years had cooled the fire in her dancing feet. She felt both hollow and heavy, and knew it would not be long before Father Mountain summoned her bones.
So much had changed in the past few moons.
For generations unknown the Ibandi had lived within the sheltering shadows of the mountains called Great Sky and Great Earth. The peaks were home to Father Mountain and Great Mother, whose timeless passion had birthed the world.
Three moons ago, Great Sky had exploded, the cataclysm wreathing the sky in stinking smoke and spewing rivers of boiling mud down its verdant slopes. Trees had been wrenched up by the roots, tumbling like dead brush. The Ibandi hunt chiefs had died. Some believed the god Himself had perished, but Hot Tree did not, though she well believed that the explosion was a sign of His displeasure with their wickedness.“ 

 

steven_barnes

Steven Barnes (Los Angeles, 1 maart 1952)

Robert Lowell, Richard Wilbur, Ralph Ellison, Steven Barnes, Jean-Edern Hallier, William Dean Howells, Marcel Cabon, John Byrom, Mercedes de Acosta

De Amerikaanse dichter Robert Traill Spence Lowell werd geboren op 1 maart 1917 in Boston. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008.

 

 

The Old Flame

  

My old flame, my wife!

Remember our lists of birds?

One morning last summer, I drove

by our house in Maine. It was still

on top of its hill –

 

Now a red ear of Indian maize

was splashed on the door.

Old Glory with thirteen stripes

hung on a pole. The clapboard

was old-red schoolhouse red.

 

Inside, a new landlord,

a new wife, a new broom!

Atlantic seaboard antique shop

pewter and plunder

shone in each room.

 

A new frontier!

No running next door

now to phone the sheriff

for his taxi to Bath

and the State Liquor Store!

 

No one saw your ghostly

imaginary lover

stare through the window

and tighten

the scarf at his throat.

 

Health to the new people,

health to their flag, to their old

restored house on the hill!

Everything had been swept bare,

furnished, garnished and aired.

 

Everything’s changed for the best –

how quivering and fierce we were,

there snowbound together,

simmering like wasps

in our tent of books!

 

Poor ghost, old love, speak

with your old voice

of flaming insight

that kept us awake all night.

In one bed and apart,

 

we heard the plow

groaning up hill –

a red light, then a blue,

as it tossed off the snow

to the side of the road.

 

lowell_r_02

Robert Lowell (1 maart 1917 – 12 September 1977)

 

De Amerikaanse dichter Richard Wilbur werd geboren op 1 maart 1921 in New York. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008.

 

Matthew VIII,28 ff.

  

Rabbi, we Gadarenes

Are not ascetics; we are fond of wealth and possessions.

Love, as You call it, we obviate by means

Of the planned release of aggressions.

 

We have deep faith in properity.

Soon, it is hoped, we will reach our full potential.

In the light of our gross product, the practice of charity

Is palpably non-essential.

 

It is true that we go insane;

That for no good reason we are possessed by devils;

That we suffer, despite the amenities which obtain

At all but the lowest levels.

 

We shall not, however, resign

Our trust in the high-heaped table and the full trough.

If You cannot cure us without destroying our swine,

We had rather You shoved off.

 

wilbur

Richard Wilbur (New York, 1 maart 1921)

 

De Afro-Amerikaanse schrijver Ralph (Waldo) Ellison werd geboren in Oklahoma City op 1 maart 1913. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

 

Uit: Juneteenth

 

“Two days before the shooting a chartered planeload of Southern Negroes swooped down upon the District of Columbia and attempted to see the Senator. They were all quite elderly: old ladies dressed in little white caps and white uniforms made of surplus nylon parachute material, and men dressed in neat but old-fashioned black suits, wearing wide-brimmed, deep-crowned panama hats which, in the Senator’s walnut-paneled reception room now, they held with a grave ceremonial air. Solemn, uncommunicative and quietly insistent, they were led by a huge, distinguished-looking old fellow who on the day of the chaotic event was to prove himself, his age notwithstanding, an extraordinarily powerful man. Tall and broad and of an easy dignity, this was the Reverend A. Z. Hickman–better known, as one of the old ladies proudly informed the Senator’s secretary, as “God’s Trombone.”

This, however, was about all they were willing to explain. Forty-four in number, the women with their fans and satchels and picnic baskets, and the men carrying new blue airline take-on bags, they listened intently while Reverend Hickman did their talking.

“Ma’am,” Hickman said, his voice deep and resonant as he nodded toward the door of the Senator’s private office, “you just tell the Senator that Hickman has arrived. When he hears who’s out here he’ll know that it’s important and want to see us.”

 

Ellison

Ralph (Waldo) Ellison (1 maart 1913 –  16 april 1994)

 

De Amerikaanse schrijver Steven Barnes werd geboren op 1 maart 1952 in Los Angeles. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

 

Uit: Lion’s Blood

 

SPRING’S FIRST DAY WAS A WARM SWEET SONG, a time of companionable silences and comfortably shared labor in Mahon O’Dere’s coracle. The boat’s round woven sides bobbed gently in the Lady’s arms. Aidan O’Dere, eleven years old and the crannog’s best swimmer, leaned against the coracle’s side, reveling in the river’s timeless flow. He studied the dark darting shadows of the fish as if they held the secrets of the universe, his mind alternately racing and utterly still.

Just now, his thoughts were of his father, Mahon, a lean, strong man weathered brown by sun and wind. He pulled the nets all day without tiring, best fisherman and fighter in the village bearing Aidan’s great-grandfather’s name. Father and son were sculpted from the same clay: blazing golden hair, crystal blue eyes, clean angled profiles. His father stood a head and a half taller and twice as broad across the shoulders, all of it good useful muscle and well-proportioned bone.”

 

barnes

Steven Barnes (Los Angeles, 1 maart 1952)

 

De Franse schrijver Jean-Edern Hallier werd geboren op 1 maart 1936 in Saint-Germain-en-Laye. In 1960 richtte hij met Philippe Sollers het tijdschrift Tel Quel op. Drie jaar later publiceerde hij zijn eerste roman “Les Aventures d’une jeune fille”. Vervolgens werkte hij als uitgever bij Plon. In 1967 verscheen zijn tweede roman “Le Grand écrivain”. Na de studentenopstanden van 1968 startte hij het linkse blad L’Idiot international. Hij had een tijd nauw contact met François Mitterrand, maar voerde later oppositie tegen hem en hij was het ook die dreigde het bestaan van diens buitenechtelijke dochter Mazarine Pingeot te onthullen.

 

Uit: Fax d’outre-tombe : Voltaire tous les jours 1992-1996

 

Lettre d’outre-vie à Jean-Edern Hallier

 

Cher Jean-Edern,

Tu as choisi la postérité contre la carrière et, tu le sais, seule la mort change la vie en destin.

1997-2007, dix ans déjà !

Tu as laissé derrière toi des dizaines de livres, des centaines d’articles, de discours, de poèmes, de tableaux; tu as posé ta belle voix de «gorge profonde» dans des milliers d’émissions de télévision, des centaines d’heures de radio ; tu as accumulé un trésor de mots, de fulgurances, de pensées neuves, de coups de foudre amoureux, de «misérables petits tas de secrets» aussi, comme tout un chacun ; en un mot, tu es devenu, en tes admirations pour quelques grands maîtres qui t’ont précédé, un «milliardaire de l’or du temps».

Tes amis s’en souviennent ! Les bons comptes font-ils toujours les bons amis ?

Qui n’a pas été insulté par Jean-Edern Hallier a-t-il seulement existé ? écrivait drôlement l’un d’eux.

Qui analyse le plus froidement la société de la fin du siècle dernier ne peut, hélas ou tant mieux, échapper à toi… Incontournable, d’aucuns ont fait de toi un nouvel élément, feu, terre, eau, air, mêlés en une boue sublime, ou une glaise, dont on peut faire les vases de Soissons de l’amitié comme de l’inimitié. Attention, fragile ! Danger ?

 

Hallier

Jean-Edern Hallier (1 maart 1936 – 12 januari 1997)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en criticus William Dean Howells werd geboren op 1 maart 1837 in Martinsville, Ohio. Hij werd opgeleid tot letterzetter en leerde zichzelf tegelijkertijd vreemde talen. Daarnaast begon hij met het schrijven van gedichten en artikelen die hij publiceerde in de Ohio State Journal en de Atlantic Monthly. Een eerste succes behaalde hij met de buigrafie over de presidentskandidaat Abraham Lincoln. In 1871 werd Howells hoofduitgever van de Atlantic Monthly. Daarnaast bleef hij een uiterst productief schrijver

 

Uit: Boy Life (Earliest memories)

 

Some of my boy’s memories reach a time earlier than his third year, and relate to the little Ohio River hamlet where he was born, and where his mother’s people, who were river-faring folk, all lived. Every two or three years the river rose and flooded the village; and his grandmother’s household was taken out of the second-story window in a skiff; but no one minded a trivial inconvenience like that, any more than the Romans have minded the annual freshet of the Tiber for the last three or four thousand years. When the waters went down the family returned and scrubbed out the five or six inches of rich mud they had left. In the mean time it was a godsend to all boys of an age to enjoy it; but it was nothing out of the order of Providence. So, if my boy ever saw a freshet, it naturally made no impression[Pg 46] upon him. What he remembered was something much more important, and that was waking up one morning and seeing a peach-tree in bloom through the window beside his bed; and he was always glad that this vision of beauty was his very earliest memory. All his life he has never seen a peach-tree in bloom without a swelling of the heart, without some fleeting sense that

“Heaven lies about us in our infancy.”

 

Howells

William Dean Howells (1 maart 1837 – 11 mei 1920)

 

De Mauritiaanse dichter, schrijver en journalist Marcel Cabon werd geboren op 29 februari 1912 in Curepipe. Hij groeide op in het westen van het eiland. In 1931 verschenen zijn eerste gedichten. Hij werkte een tijd als journalist. Uit 1956 stamt zijn bekende epos Kélibé-Kéliba. Met zijn roman Namasté vestigde hij in 1965 definitief zijn naam in de literatuur.

 

Uit: Namasté

 

„Et tel était leur amour de la terre qu’une grande joie leur gonflait le cœur quand les cannes étaient mûres et que cent mille panaches fleurissaient la plaine, comme l’armée d’un maharajah.

Ces cannes fleurissaient parce qu’ils avaient défriché, pioché, sarclé, dépaillé — comme l’esclave, jadis —, parce qu’ils avaient donné leur sueur à cette terre qui n’était pas à eux, dont pas une parcelle ne serait peut-être à eux, malgré les rigueurs auxquelles ils s’astreignaient, malgré ces travaux de chaque heure et ce riz qu’ils se refusaient pour que le fils eût une case à lui …

Oui, combien de ces hommes n’avaient eu de terre (eux qui aimaient tant la terre !) que la fosse où on les avait couchés dans le langouti de tous les jours !

Mais y songeant et malgré la peine qui lui brûlait le cœur de tous ses souvenirs, Ram se disait que si chacun le voulait, une grande joie viendrait à tous les enfants de l’île d’aller ensemble sur les routes, de quelque sang qu’ils soient …

Les mauvais souvenirs, alors, ne seraient plus peut-être qu’un peu de poussière sous le pied …“

 

chabon

Marcel Cabon (29 februari 1912 – 31 januari 1972)

 

De Engelse dichter en vertaler  John Byrom werd geboren op 29 februari 1692 in Manchester. Zie ook mijn blog van 29 februari 2008.

 

Come, Savior, Jesus, from above

 

Come, Savior, Jesus, from above!

Assist me with Thy heavenly grace;

Empty my heart of earthly love,

And for Thyself prepare the place.

 

O let Thy sacred presence fill,

And set my longing spirit free!

Which pants to have no other will,

But day and night to feast on Thee.

 

While in this region here below,

No other good will I pursue:

I’ll bid this world of noise and show,

With all its glittering snares, adieu!

 

That path with humble speed I’ll seek,

In which my Savior’s footsteps shine,

Nor will I hear, nor will I speak,

Of any other love but Thine.

 

Henceforth may no profane delight

Divide this consecrated soul;

Possess it, Thou Who hast the right,

As Lord and Master of the whole.

 

 

(Oorspronkelijk: „Ven­ez, Jé­sus, mon sal­u­taire”

door An­toin­ette Bour­ig­non, vertaald door John Byrom)

 

Byrom

John Byrom (29 februari 1692 – 26 september 1763)

 

 Zie voor onderstaande schrijfster ook mijn blog van 1 maart 2007.

 

De Spaans-Amerikaanse schrijfster en dichteres Mercedes de Acosta werd geboren op 1 maart 1893 in New York.

 

Jan Eijkelboom, Lytton Strachey, Robert Lowell, Richard Wilbur, Franzobel, Ralph (Waldo) Ellison, Mercedes de Acosta, Steven Barnes

De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zijn vader was verzekeringsagent en werd later in Dordrecht, waarheen het gezin in 1928 was verhuisd, raadslid voor de Antirevolutionaire Partij. Zijn ouders behoorden tot de Gereformeerde Bond in de Nederlands-Hervormde Kerk. Ondanks de strenge kerkleer groeide hij op in een naar verhouding tolerant milieu.  Tijdens zijn opleiding aan het Marnix Gymnasium te Rotterdam raakte hij bevriend met Jan Emmens. Kort na de bevrijding ging hij in 1945 vrijwillig in militaire dienst. Gedurende de hierop volgende vijf jaar maakte hij onder meer de politionele acties in Indonesië mee. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij in 1950 student te Amsterdam, waar hij in datzelfde jaar ook ging wonen. Aanvankelijk koos hij voor Engelse taal- en letterkunde, maar al snel ging hij over op politicologie, een studie die hij evenwel niet afmaakte. De tijdens die jaren ontwikkelde belangstelling voor het schrijven kwam op verschillende wijzen tot uiting. Zo publiceerde hij in 1953 in Libertinage het verhaal ‘De Terugtocht’, waarin hij ervaringen verwerkte uit zijn Indonesische periode. Vanaf datzelfde jaar tot 1956 was hij redacteur van Propria Cures waarin toen, naast anderen, Renate Rubinstein en Aad Nuis publiceerden. Bovendien richtte hij in 1957, samen met onder meer Jan Emmens, Tirade op. Een jaar daarvoor was Eijkelboom getrouwd en aan een journalistieke carrière begonnen. Aanvankelijk werkte hij voor Vrij Nederland, waar hij naar eigen zeggen zowel het vak als het drinken leerde. Twee jaar later werd hij er benoemd tot adjunct-hoofdredacteur. Nadat hij vanaf 1964 op freelance-basis was gaan werken, vestigde hij zich drie jaar later opnieuw in Dordrecht, waar hij met korte onderbrekingen zou blijven wonen, zij het op verschillende adressen. Hij werd er aangesteld als voorlichtingsambtenaar bij de gemeente. Deze functie hield hij vol tot 1971, in welk jaar hij naar de journalistiek terugkeerde en afwisselend werkte voor De Dordtenaar en Het Vrije Volk. Tijdens een psychotherapie, die hij onderging in verband met zijn oorlogservaringen in Indonesië, ontstonden in 1976 de eerste gedichten. Eén daarvan, ‘Koning Alcohol (aan de poëten)’, verscheen in juni van datzelfde jaar in Het Vrije Volk. Nadat hij vanaf januari 1977 in onder meer Tirade en Maatstaf poëzie had gepubliceerd, kwam uiteindelijk in maart 1980 zijn debuutbundel ‘Wat blijft komt nooit terug’ op de markt. In 1983 werd hem voor zijn bundel ‘De gouden man’ de Herman Gorter-prijs toegekend. In 1991 kreeg hij voor zijn verdiensten als schrijver de gouden legpenning van de gemeente Dordrecht en mocht hij zich, dankzij die onderscheiding, ereburger van zijn woonplaats noemen. In 2001 werd hij door de gemeente Dordrecht als eerste in Nederland benoemd tot bezoldigd stadsdichter. Eijkelboom overleed afgelopen donderdag op 81jarige leeftijd. Zie ook mijn blog van 28 februari 2008.

Tegenlicht

Straks mag de winterzon weer ondergaan
maar nu vernist hij nog de daklijst
van voorname huizen.

 

En laat het daarbij niet: een goudlawine
vult de straat, verpulvert
wederzijds de gevels.

 

De automobilist rukt zijn vizier
in aller ijl omlaag, de wandelaar
doet een stap opzij, krijgt zo
zijn perspectief terug:

 

Kijk, daar fietst een heel gewone engel.

 

 

Museum

Als ik gestorven ben
zal in de tuin van dit museum
boven het warrig bladerengedruis
een merel net zo helder zingen
op net zo’n late voorjaarsdag.

 

En ik, ik zal er niet meer zijn
om door dit zingen te vergeten
dat ik moet sterven mettertijd.

 

Maar aan de and’re kant zal ik
– je weet maar nooit –
veel langer leven dan die vogel.
En als ik toch onder de zoden lig
dan zal mijn zoon nog eens
een merel net zo horen klinken
op net zo’n late voorjaarsdag.
En hij zal weten wie ik was
en ach, een vogel weet van niets.

 

Maar aan de and’re kant alweer:

als merels aan hun vaders konden denken,

wellicht dat ze dan krasten als een raaf.

 

 

Wat Blijft Komt Nooit Terug

Nevelverscheurend

kraait een haan

vanuit onzichtbare

tuin achter vage huizen,

het rozerood van de dageraad

al in top.

 

In een andere tuin

voerde ik grootmoeders kippen

nadat een andere haan

mij had gewekt

op de donkere vliering

die geurde naar appels.

 

Ik hoor dit nu,

ik zie dat nog.

Het blijft bij me en

ik kan het niet vasthouden

al zou ik zelf

een kippenhok gaan bouwen

(ik zou dan trouwens

ter vervolmaking

die gedempte stinksloot

achter de tuin

ook opnieuw moeten graven).

 

eijkelenboom

Jan Eijkelboom (1 maart 1926 – 28 februari 2008)

 

De Britse schrijver Giles Lytton Strachey werd geboren op 1 maart 1880 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

UitEminent Victorians

 

Henry Edward Manning was born in 1807 and died in 1892. His life was extraordinary in many ways, but its interest for the modern inquirer depends mainly upon two considerations–the light which his career throws upon the spirit of his age, and the psychological problems suggested by his inner history. He belonged to that class of eminent ecclesiastics–and it is by no means a small class–who have been distinguished less for saintliness and learning than for practical ability. Had he lived in the Middle Ages he would certainly have been neither a Francis nor an Aquinas, but he might have been an Innocent. As it was, born in the England of the Nineteenth Century, growing up in the very seed-time of modern progress, coming to maturity with the first onrush of Liberalism, and living long enough to witness the victories of Science and Democracy, he yet, by a strange concatenation of circumstances, seemed almost to revive in his own person that long line of diplomatic and administrative clerics which, one would have thought, had come to an end with Cardinal Wolsey. In Manning, so it appeared, the Middle Ages lived again. The tall gaunt figure, with the face of smiling asceticism, the robes, and the biretta, as it passed in triumph from High Mass at the Oratory to philanthropic gatherings at Exeter Hall, from Strike Committees at the Docks to Mayfair drawing-rooms where fashionable ladies knelt to the Prince of the Church, certainly bore witness to a singular condition of affairs. What had happened? Had a dominating character imposed itself upon a hostile environment? Or was the Nineteenth Century, after all, not so hostile? Was there something in it, scientific and progressive as it was,which went out to welcome the representative of ancient tradition and uncompromising faith? Had it perhaps, a place in its heart for such as Manning–a soft place, one might almost say? Or, on the other hand, was it he who had been supple and yielding? he who had won by art what he would never have won by force, and who had managed, so to speak, to be one of the leaders of the procession less through merit than through a superior faculty for gliding adroitly to the front rank? And, in any case, by what odd chances, what shifts and struggles, what combinations of circumstance and character had this old man come to be where he was? Such questions are easier to ask than to answer; but it may be instructive, and even amusing, to look a little more closely into the complexities of so curious a story.”

 

stratchey

Lytton Strachey (1 maart 1880 – 21 januari 1932)

 

De Amerikaanse dichter Robert Traill Spence Lowell werd geboren op 1 maart 1917 in Boston. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

Dolphin

 

My Dolphin, you only guide me by surprise,
a captive as Racine, the man of craft,
drawn through his maze of iron composition
by the incomparable wandering voice of Phèdre.
When I was troubled in mind, you made for my body
caught in its hangman’s-knot of sinking lines,
the glassy bowing and scraping of my will. . . .
I have sat and listened to too many
words of the collaborating muse,
and plotted perhaps too freely with my life,
not avoiding injury to others,
not avoiding injury to myself–
to ask compassion . . . this book, half fiction,
an eelnet made by man for the eel fighting

my eyes have seen what my hand did.

 

 

History

 

History has to live with what was here,
clutching and close to fumbling all we had–
it is so dull and gruesome how we die,
unlike writing, life never finishes.
Abel was finished; death is not remote,
a flash-in-the-pan electrifies the skeptic,
his cows crowding like skulls against high-voltage wire,
his baby crying all night like a new machine.
As in our Bibles, white-faced, predatory,
the beautiful, mist-drunken hunter’s moon ascends–
a child could give it a face: two holes, two holes,
my eyes, my mouth, between them a skull’s no-nose–
O there’s a terrifying innocence in my face
drenched with the silver salvage of the mornfrost.

 

lowell_r

Robert Lowell (1 maart 1917 – 12 September 1977)

 

De Amerikaanse dichter Richard Wilbur werd geboren op 1 maart 1921 in New York. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

Advice to a Prophet

When you come, as you soon must, to the streets of our city,
Mad-eyed from stating the obvious,
Not proclaiming our fall but begging us
In God’s name to have self-pity,

Spare us all word of the weapons, their force and range,
The long numbers that rocket the mind;
Our slow, unreckoning hearts will be left behind,
Unable to fear what is too strange.

Nor shall you scare us with talk of the death of the race.
How should we dream of this place without us?–
The sun mere fire, the leaves untroubled about us,
A stone look on the stone’s face?

Speak of the world’s own change. Though we cannot conceive
Of an undreamt thing, we know to our cost
How the dreamt cloud crumbles, the vines are blackened by frost,
How the view alters. We could believe,

If you told us so, that the white-tailed deer will slip
Into perfect shade, grown perfectly shy,
The lark avoid the reaches of our eye,
The jack-pine lose its knuckled grip

On the cold ledge, and every torrent burn
As Xanthus once, its gliding trout
Stunned in a twinkling. What should we be without
The dolphin’s arc, the dove’s return,

These things in which we have seen ourselves and spoken?
Ask us, prophet, how we shall call
Our natures fo
rth when that live tongue is all
Dispelled, that glass obscured or broken

In which we have said the rose of our love and the clean
Horse of our courage, in which beheld
The singing locust of the soul unshelled,
And all we mean or wish to mean.

Ask us, ask us whether with the worldless rose
Our hearts shall fail us; come demanding
Whether there shall be lofty or long standing
When the bronze annals of the oak-tree close.

Wilbur

Richard Wilbur (New York, 1 maart 1921)

 

De Oostenrijkse schrijver, dichter en schilder Franzobel werd geboren op 1 maart 1967 in Vöcklabruck. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007.

Uit: Der Schwalbenkönig

 

“Rapid ist eine Heilige, viel mehr als nur ein Fußballklub, Rapid, heißt es, ist Religion, die sich ihre Anhänger wohl sogar im Pass eintragen würden. Man pilgert nach Sankt-Hanappi, kauft grün-weiße Devotionalien, singt Hier-regiert-der-SCR-Choräle, durchlebt Höllen und feiert in der Rapidviertelstunde Ostern und Pfingsten gleichzeitig. Die Heiligen und Nothelfer heißen: “Funke” Feurer, Konsel, Kienast, Sintschenko, Krankl (…) und und und. Rapid ist nichts Edles, keine Schokolade von einem Pariser Chocolatier, sondern ein fetter Haselnussaufstrich. Rapid ist deftig, vielleicht sogar vulgär. Aber sind nicht die Vulgärsten immer die Empfindsamsten – wie auch umgekehrt? Rapid hat keinen reichen Onkel, Rapid heißt nicht Magna, Liebherr, Superfund oder wie sonst ein Großkonzern und genau das macht sie sympathisch.
Wäre Rapid ein Impressionist, dann ein heftiges leuchtendes Schmieren wie Van Gogh, während die Austria den stieren Narrenkastl-Blick Manets verkörpert, der GAK die sichere Strichführung Toulouse-Lautrecs, Sturm die bunte, aber flach gemalte Sehnsucht Paul Gauguins.

Salzburg wäre Degas und Mattersburg wie Kokoschka. Cezanne und Monet kämen in der österreichischen Bundesliga gar nicht vor. Wäre Rapid ein Essen, dann ein Wurstbrot, und als Tier ein Hund, ein Urlaub in Lignano; Fatima als Wallfahrtsort. Rapid ist wunderbar. Freilich ist mein Enthusiasmus heute nur noch schwach. Vor 20 Jahren habe ich noch einen Zusammenhang zwischen positiven Schularbeiten und gewonnenen Rapidspielen gesehen. Zum Glück war Rapid damals recht gut, sonst hätte ich es nie bis zur Matura gebracht. Meine intensivsten Erlebnisse – das massive Interesse an Fußball entspringt ja einer kollektiven Sehnsucht nach Geschichte – meine intensivsten Erlebnisse also waren die Achtung-Achtung-Schreie aus dem Radio, die kurzen Momente höchster Spannung, bis heraußen war, auf welcher Seite nun das Tor gefallen ist. Die Weinhofer-Flasche im Spiel gegen Celtic Glasgow, das in ein 5:0 umgestülpte 0:3 gegen Dynamo Dresden, das sind die Legenden meiner Fangeschichte, da habe ich so laut “Hier regiert der SCR” in meinem Kinderzimmer gegrölt, bis ich grün geworden bin.”

 

Franzobel

Franzobel (Vöcklabruck, 1 maart 1967)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 1 maart 2007.

De Afro-Amerikaanse schrijver Ralph (Waldo) Ellison werd geboren in Oklahoma City op 1 maart 1913.

De Spaans-Amerikaanse schrijfster en dichteres Mercedes de Acosta werd geboren op 1 maart 1893 in New York.

De Amerikaanse schrijver Steven Barnes werd geboren op 1 maart 1952 in Los Angeles.