Willem de Mérode, Sabine Scho, Nelio Biedermann

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

Sonnet

Gij hield van daden en ik hield van droomen.
Gij kendet vreugde, ik alleenlijk smart.
Terzelfder ure heeft ons beider hart
Met zachten drang de liefde voelen komen.

Een oogwenk gleed gelijk een wazig doomen
Verwondring langs uw oogen en verward
Hebt gij gebloosd en aarzelend gemard
Mij aan te zien, wijl gij mijn blik wist komen.

Maar dan dorst gij mij recht in d’oogen zien.
En ‘k wist gij zoudt niet van mijn smart verschrikken,
Maar die met zachte woorden kozen streelen.

En toen ik u geen enkle vreugd kon biên,
Hebt gij, wijl g’aan mijn tafel woudt schikken,
Uw vreugd gebroken om met mij te delen.

 

Voor Okke

Als gij voor ’t orgel hoog gezeten zijt
En zwaar het heilig Gloria doet hooren
Of ’t lied van ’t Kindeken, dat, nieuw geboren,
Om onze ondeugden zuivre tranen schreidt,

En zingt: ‘ziet, wat de liefde doet’, benijdt
Gij mij niet, die uw liefde heb verloren?
Wilt gij vergeten, wat eens was verkoren?
Liefde blijft heerschen over dood en tijd

Gij kunt mij niet meer uit uw leven dringen,
Omdat ik heersch in uw herinneringen,
Zooals een damp naakt opstijgt uit de zee
Om in zijn witte duister u te hullen,
En heel uw worstlend wezen te vervullen,
Met zijn benauwing en verstikkend wee.

 

De spin

O kunstenaar, die onbekommerd
Uw wezen aan de wereld toont,
Waar zonneluwte heerscht of ’t lommert,
In zelfgeschapen woning woont;

Ze is luchtig, los, de winden waaien
Er scheerlings langs en dwars door heen.
Gij laat haar liederlijk doorlaaien
Van ieder schijnsel dat er scheen.

Gij hebt uw ziel, als web gespannen,
Verzichtbaard, loerend om een buit
Door uw bedwelming te overmannen
En drinkt zijn reine leven uit.

Ineengedoken en doodveinzend
Bespiedt gij levens dwaze spoed,
Ten sprong gereed, en spottend peinzend
Op krachtig en onnoozel bloed.

Al wat er vlerkt en wat er vleugelt,
Vreest en staat toch betooverd stil,
Door lust verlokt, door list beteugeld,
En vastgebonden door uw wil.

Nu komt u al uw stille wreede
Verbeelding openlijk te baat.
Uw woning scheen een huis der vrede
En is een hol van pijn en haat.

Maar dan – een hand greep toe en scheurde
En trof u, bol vol boos venijn.
Met afschuw denkt men, onbetreurde
Aan uw bestaan en uw festijn.

De zomer geurt, de gaarde dommelt,
En ligt bedwelmd door de jasmijn.
En wat er gonst en wat er hommelt
Vliegt veilig in Gods zonneschijn.

 


Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

chimpansee

Ik heb de aap
gevoerd
die je gisteravond
geslagen hebt

je wilde hem
allicht
opvoeden

vergeef me
hij was zo devoot
geïntimideerd
en gulzig

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Zwitserse schrijver Nelio Biedermann werd in 2003 geboren in Thalwil aan het Meer van Zürich, waar hij samen met zijn zus opgroeide. Zijn familie, van vaderskant, is van Hongaarse adel; zijn grootouders vluchtten in de jaren vijftig naar Zwitserland. Biedermann studeerde in 2022 af aan de kantonnale school Enge. Zijn Matura-scriptie – een roman getiteld “Verwischte Welt” (Vervaagde Wereld) en een bundel korte verhalen – werd door het kanton Zürich erkend als een van de vijf beste werken. Zijn debuutroman, “Anton will bleiben”, werd in 2023 uitgegeven door de Zwitserse uitgeverij Arisverlag. In “Anton will bleiben” vertelt Biedermann het verhaal van een oude man die aan kanker lijdt en op het punt staat te sterven. Hij werd in vakkringen al voor zijn debuutroman omschreven als een “uitzonderlijk talent”. In de zomer van 2024 streden zeven Duitstalige uitgevers om de publicatierechten voor “Lázár”, zijn tweede roman. In het kader van de Frankfurter Buchmesse in het najaar van 2024 werden buitenlandse licenties verleend door twintig internationale uitgevers, waaronder uit de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, Spanje, Polen en Hongarije. Biedermann studeert Duits en filmwetenschappen aan de Universiteit van Zürich.

Uit: Anton will bleiben

Die Welt ist so, wie wir sie wahrnehmen; für einen Tauben ist sie still, für einen Hund schwarz-weilt und für Anton und mich war sie nun mal beängstigend schnell geworden. Die Autos zum Beispiel rauschten mittlerweile in schwindelerregendem Tempo durch die Stadt, das Wasser kochte schon über, obwohl man es gerade erst aufge-setzt hatte, die öffentlichen Verkehrsmittel fuhren einem immer vor der Nase weg und die Sonne ging auf und wieder unter, ehe man Notiz von ihr nahm. Das hätte man aushalten können, wenn es allen so ergangen wäre, doch die an-deren Menschen schienen ebenfalls schneller geworden zu sein, denn sie zeigten keinerlei Probleme, wie gewohnt ihrem Leben nachzugehen Nur Anton und ich konnten nicht mehr Schritt halten. Für ihn war das schlimm, denn es ging ihm ja gerade darum, nicht unterzugehen, sondern auf sich aufmerksam zu machen. Aber so ganz ohne Kontext mit den Angsten eines Menschen herauszuplatzen, scheint mir geschmacklos, deshalb nach einer kurzen Aufklärung mehr zu Antons Furcht, vergessen zu werden.
Am Tag nach der Diagnose wachte Anton ungewöhnlich früh auf. Seit Anna ihn nicht mehr mit dem Rascheln der umblätternden Buchseiten weckte, schlief er bis neun Uhr. Er war froh über seinen Schlafrhythmus, denn zu viele in seinem Alter plagte Schlaflosigkeit. Doch an jenem Morgen wurde er durch ein hartes, schabendes Schlagen geweckt. Obwohl er das Geräusch deutlich hörte, hielt er die Augen geschlossen, in der Hoffnung, es sei nur ein Traum und nichts, das seinen geordneten Alltag aus dem Gleichgewicht bringen könnte. Als ihm einfiel, dass er nie träumte, versuchte er herauszufinden, woran ihn das Geräusch erinnerte; kramte in seinem Gedächtnis wie in einer Antiquitätenkiste. Und er wird fündig: eine Erinnerung an seine Mutter, die mit dem groben Strohbesen die Steinstufen vor der Eingangstür fegt, die Haare noch kastanienbraun und das Kind noch im Haus. Aber nun legte sich unter das schabende Schlagen auch noch ein Kratzen, so als würde man mit einem scharfen Nagel über Holz fahren. Anton öffnete die Augen und drehte den Kopf zum offenen Fenster, von wo die Geräusche kamen. Zuerst erkannte er nichts, der Schlaf und die Gardinen verschleierten ihm noch die Sicht.“

 


Nelio Biedermann (Thalwil, 2003)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

September (Koos Schuur), W. F. Hermans, Sabine Scho

 

Bij het begin van september

 


September Afternoon door Joseph DeCamp, ca. 1895

 

September

Blond lief, de laatste gouden dagen
wuiven ten afscheid en wij achten ’t niet,
de bomen en de struiken dragen
hun laatste tooi en in het riet
schuilen de vissen en hun trage
vinslag verraadt hen niet.

Het wordt nu tijd ons te bezinnen;
de bossen kleuren dieper bruin
en lila herfstasters beginnen
hun ijle bloeien in mijn tuin.

Het wordt nu tijd om te bedenken:
de zomer houdt niet eeuwig stand;
zij schonk ons al wat zij kon schenken –
de laatste gouden dagen wenken
en herfst komt reeds in feller kleuren drenken
de bloemen van dit dierbaar land.

 


Koos Schuur (4 oktober 1915 – 1 december 1995)
Het Veenkoloniaal museum in Veendam, de geboorteplaats van Koos Schuur

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Onder professoren

“Het boerderijtje, juister een voormalige boerenarbeiderswoning, min of meer tot buitenhuisje verbouwd, stond te druipen van de regen, die er de hele nacht op neergeplensd was. Die herfstige zaterdagmorgen ging de zon precies om een minuut voor zevenen op en juist op datzelfde ogenblik opende, in de slaapkamer van het huisje, de hooggeleerde Professor Doctor Rufus (roepnaam Roef) Dingelam zijn ogen. Hoogleraar in de technische scheikunde aan een universiteit in het Noorden van ons land, had hij, als iedereen, op zaterdag vrij. Hij zou dus rustig wat later wakker hebben kunnen worden. Maar dat lukte hem nu eenmaal niet, want van maandag tot en met vrijdag werd hij ook altijd om even voor zevenen wakker. En net als op die werkdagen, Samen ook nu zijn gedachten onmiddellijk op zijn beroepsbezigheden. `Dat gelazer,’ mompelde hij. Had hij, even voor het ontwaken, een kwade droom doorstaan, een nachtmerrie die voortsproot uit de ergernissen waaraan hij op zijn laboratorium dagelijks onderworpen was? Sinds de universiteiten waren gedemocratiseerd, wat inhield dat hij bijna elke week vele uren moest vergaderen om mensen die niets afwisten van de zaken waar ze over praatten, de gelegenheid te geven van hun democratische recht gebruik te maken er toch het hoogste woord over te voeren, ergerde hij zich. Al drie jaar moest hij nu zijn tijd aan deze onbenullige nieuwigheid verknoeien. Tot wetenschappelijke arbeid van enige betekenis kwam hij niet meer. Een tweede ergernis was zijn slechte verstandhouding met zijn naaste collega, Professor Doctorandus Knellis Tamstra, een man die nooit hoogleraar had mogen worden, die er alleen maar in geslaagd was het zo ver te brengen, wisten insiders, door met veel openbaar vertoon van het rooms-katholieke op het gereformeerde geloof over te stappen. Het laatste wat Tamstra had bedacht om Dingelam te pesten, was Dingelam te verdrijven uit diens mooie kamer aan de voorzijde van het laboratorium gebouw en daar een assistent van zichzelf in te stoppen. Twee dagen had de Laboratoriumraad, samengesteld uit twee hoogleraren, twintig wetenschappelijke ambtenaren, vijftig studenten en dertig secretaresses, instrumentmakers, laboranten, werksters en schoonmaken, benevens de portier, hierover vergaderd van ’s ochtends elf tot ’s avonds elf. Er was gestemd.

 


W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

Kreeft

Hij staat bekend als een lastig gerecht
sorteert zijn bestek
links, neemt de enorme klem
hem in de tang, dat
was ooit een naziproject
op Helgoland
grijpen, voelen en
trancheren, leren
mensen van hem

nu, schrik er maar niet van
hij houdt rekening met linkshandigheid
heeft een goed geheugen, onder-
scheidt geweldig het relevante van het slechts
licht interessante, dat geldt
over het algemeen als intelligent

wordt levend gekookt
wat voelt een kreeft daarbij
over het algemeen interesseert dat
hongerigen geen moer

ook een pantserkreeft
eist zijn deel van het geluk
vrijheid van pijn? Wat voor
buitengewone omstandigheden! receptoren
bestaan maar om één reden

dat prikkels dringen door
het hardste pantser, denk aan de
Führerbunker, die kregen ze nauwelijks
opgeblazen, die was zo stevig bekleed
en toch drong er nog iets binnen
zodat de erin weggekropen wezens
ruw en door hun eigen hand
ophielden te bestaan

 

Vertaald door Frans Roumen

 

 
Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

Late Summer (James Brasfield), Willem de Mérode, Sabine Scho

 

 

Sunlight Late Summer door Theodore Clement Steele, 1913

 

Late Summer

Now cosmos in bloom and snow-in-summer
opening along the garden’s stone borders,

a moment toward a little good fortune,
water from the watering can,

to blossom, so natural, it seems, and still
the oldest blooms outside my door are flourishing

according to their seedtime. 
They have lived as in trust

of tended ground, not of many seasons
as the lingering bud in late summer,

when leaves have reached their greenest,
when a chill enters the nights,

when a star I’ve turned to, night after night,
vanished in the shift of constellations. 

But when on a bare branch,
even in August, a sprig starts,

sprig to stem—as if to say, See,
there’s kinship with the perennials

you think so hardy—voice
the moment among the oaks, toast

the spring in summer, as once each May
a shot of vodka is poured on bare dirt

among gravestones to quench the dead,
among the first stars of this new evening.

 

James Brasfield (Savannah, 19 januari 1952)
Savannah

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

De peppel

Gij hebt mij dit gegeven,
Dat ik zoo lang ik leef,
Met vreezen en met beven,
Naar boven streef.

Mijn bladeren, de velen,
Op hun gedraaide steel,
Kaatsen in duizend deelen
Uw licht geheel.

In ’t veld, ver van de dorpen,
Een flikkerstraal, een glans,
Sta ik, door U geworpen
Trillende lans.

En als de schemers dalen,
Van ronden horizon,
Schiet zon uit mij haar stralen,
Uw zwart kanon.

Tot eenzaamheid geschapen,
Gemeden door ’t gemeen,
Blijf ‘k, ongerept, een wapen
Voor U alleen.

 

De eerste jacht

De blanke buks beeft in zijn handen.
Zijn vingers trillen aan den haan.
Honderd maal loert hij in de laan,
Zoo hunkert hij om los te branden.

De mannen, koel bereeknend, staan
Rustig achter de loovren wanden.
Hij voelt hun gulle spot als schande:
“Dat jog schiet straks nog grof wild aan!”

Het is zijn eerste jacht … hij moet
Doods huivering door ’t heete bloed,
Duisternis over helle oogen jagen.

Daar knalt zijn schot … hij is niet wreed,
Maar zijn fier hart kan niet het leed
Van spottend medelijden dragen.

 

Jan Mankes

Hij heeft de dieren en de stille dingen
Met sterke aandachtigheid tot zich genomen
En lichtend zijn zij weer aan ’t licht gekomen,
Wijl zij het lichten van zijn ziel doorgingen.

Hij liet zijn teerheid als verhelderingen
In oogen stralen, om een mond verdroomen.
En koel en klaar liet hij de zoete roomen
Rozen verrijzen uit hun mijmeringen.

En soms heeft hij het schemeren en streelen
En strengelen van haren en fluweelen
Gezichten in een levend licht gesteld.

En stil zijn bleekend aangezicht gegeven
In vreemden luister of zijn rijpe leven
Blank uit het blinken van zijn wezen welt.

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

Ekballein, waar komt de demon binnen?

filum terminale
it‘s always hit me from below
ze houden me rechtop, dat wel
maar ze laten me in vliegtuigen stappen
en zeggen: kijk, jij laat het loon van de angst zien
solaris en champagne zijn er om te
vergeten waar je eigenlijk woont
je doel zul je waarschijnlijk bereiken
maar je kunt het je niet herinneren
was je bij de bewening van Christus?
situations have ended sad
je kunt het je niet herinneren
misschien werd er een gelukshormoon uitgedeeld?
het is moeilijk om je te bereiken
het is niet zo dat jullie niet met elkaar
overweg kunnen, jij en je demon, alleen voor de vorm
blijf je volhouden dat het
eigenlijk als volgt geweest is, en
dat je je alleen tegen een dergelijke interventie, alleen
omdat je het woord niet leuk zou vinden,
in principe graag zou verzetten, maar het is voor jou duidelijk
zonder de mechanica ervan mis je misschien
elke motivatie, het houdt je op de been en
zou uiteindelijk alleen maar bemiddelen
bij een provisie voor spinale zenuwen
en wat zitvlees. je kunt in de duty free
ook nog een schladerer likeur kopen
aan uitdrijving valt dan niet meer te den
ken
yer gonna have to leave me now, i know

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: De tranen der acacia’s

“De boerenmeid (of -vrouw) had tenslotte niet geprotesteerd toen hij zijn kin op haar schouder liet rusten. Zij had zelfs haar hoofd even bewogen, zodat haar naar zeep geurende haar langs zijn neus en mond streek. Kort daarop had hij alleen nog maar vermoeidheid gevoeld en niet de minste begeerte. Van Zwolle af had hij gestaan, aldoor tegen die vrouwelijke rug aangedrukt. Het was al over zessen. In de trein brandde geen licht. Luidruchtige jongens die zeker dagelijks heen en weer reisden naar een school van een soort als er in Kampen niet was, speelden soms met handdynamo’s en sigarettenaanstekers. De raampjes van de portieren stonden allebei open. Maar grove mannen stonden er tegenaan gedrukt, zodat de lucht bijna niet werd ververst; in de coupé hing zwaar de geur van naar geschroeide paardehoeven stinkende tabak die hem bijna braken deed. Toen begon de trein nog langzamer te rijden en hield daarna geheel stil. De gesprekken werden luider, als het gekakel van in manden opgesloten vogels die op de markt worden neergezet. Maar zij waren nog niet in Kampen. Buiten viel geen licht te bekennen, alleen grijze, hier en daar met nog donkerder wolken zwart besmeurde mist. Hij had geen woord met het meisje gewisseld en ook zij sprak noch tegen hem noch tegen anderen. Hij had erover gedacht haar hand te strelen, hij zou die, zachtjes tastend langs haar dij, behoedzaam moeten vinden, maar hij dacht: waarom eigenlijk? Terwijl de hilariteit van de schooljongens nog even opleefde kwamen de wagens weer in beweging, zo traag, dat de wielen bij iedere las een sonoor geluid gaven alsof het gongen waren. Toen de trein in het station ten slotte stopte, zeeg hij bijna door zijn knieën van vermoeidheid, maar de andere reizigers, die zich tegen hem aanwrongen, hielden hem overeind. Hij wilde net als zij naar zijn koffers grijpen en reikte naar de overzijde van de coupé waar deze in het net moesten liggen. Maar de anderen waren haastiger dan hij. Zij drongen hem neer op de bank, op een plaats waar juist iemand was opgestaan. Daar bleef hij zitten, tot allen de coupé verlaten hadden. Hij steunde zijn hoofd in de handen en was liefst in slaap gevallen.
Hij dacht met weemoed aan het meisje, maar was toch blij dat hij haar feitelijk niet had gezien; immers de kans dat zij lelijk was, was de grootste. Eindelijk stond hij met zijn twee zware koffers bij de controle, er waren nog slechts vijf of zes mensen voor hem. Overigens viel er, behalve een man met een lantaarn die tussen de rails liep, niemand op het hele emplacement te bekennen.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

chartreuse

geloof dat toch alsjeblieft niet
wat men zegt, wat men ziet
de onderbelichte deprivaties
de heldere vlek, en vraag
niet naar correcties, schilderen
heeft toch iets, men kan
ook zakparaplu’s klonen
en beweren dat ze gestolen zijn
totdat daarvan iets zichtbaar wordt
blijft regen regen, “het loopt
de lege façade rolt«
heeft het ooit iemand geïnteresseerd
wat men daarachter hoe distilleert?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971. Zie ook alle tags voor Babs Gons op dit blog.

 

ALS JE NOOIT IN HAAR SCHOENEN HEBT GELOPEN

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
nooit met je sleutels tussen je vingers door het donker hebt
     gefietst
een extra large hoodie over je jurk hebt aangetrokken
je hakken verwisseld voor sneakers
om zo hard mogelijk door de nacht naar huis te trappen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe uitputtend het is om ogen en oren
over je hele lichaam te dragen
de haren in je nek je als alarmbellen
te laten vertellen
wanneer je moet maken dat je wegkomt
je altijd in je hoofd aan het rekenen bent,
hoe laat je waar aankomt,
wanneer je moet vertrekken
en of je dan nog net op tijd
niet hardlopen in het donker
niet via het park
groepjes vermijden
nooit je drankje uit het oog verliezen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe het is om
oogcontact te vermijden, te doen alsof je belt
stoerder te gaan lopen
een busje haarlak in je mouw te dragen
via winkelruiten in de gaten te houden
wie er achter je loopt
een omweg te maken zodat je achtervolger
niet ziet waar je woont
om dan soms het grootste gevaar
in je eigen huis te treffen
het zijn toch vaak bekenden

als je nooit in haar schoenen hebt gestaan
het gevoel niet kent geen adem meer te kunnen halen
omdat iemand opeens een deur in het slot draait
de taxi onverwachts afslaat

als je niet weet hoe het is om in haar schoenen te staan
niet weet hoe het voelt
niet gehoord, niet geloofd
niet geholpen te worden
om de volgende ochtend
gewoon weer een nieuwe dag te beginnen
de verse wonden, de schade
onzichtbaar
onder je kleding, je huid
vanachter een glimlach
de dag zien door te komen

vertel dan nooit
wat zij moet doen
wat ze moet dragen
dat ze moet baren 
en hoe zich te gedragen

hoe te bewegen
wanneer te spreken
hoe ze haar lichaam
hoe ze haar leven

maar leer de wereld van haar houden
zo hard dat ze nooit meer achterom hoeft te kijken
zo hard dat ze mag dansen wanneer ze wil
gaan waar ze wil
laat de wereld nu verdomme eens beginnen
hartgrondig van haar te houden

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

Willem de Mérode, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

Verbeiden

Ik weet, dat gij niet komen zult,
En wacht tóch op uw komen.
En mijn verbeidend ongeduld
Waakt nog in diepste droomen.

Ik lig en slaap, en, onbewust
Hoor ik op elk geruchten
En beef vervaard naar de ijdlen lust
Der nadrende genuchten.

Geen wind zoo ijl en bevend veeg
Voorbij der ramen duister,
Of ’s harten jagende onrust zweeg:
Klaar wakker lig ‘k en luister.

En in het grijze schemerlicht,
Bleek in het vage nachten,
Licht uw aanbeden aangezicht,
En lacht naar mij te wàchten.

Te wachten … ver, en zóo nabij,
En kan mij niet genake.
En ik lig, machteloos als gij,
In bovenaardsche wake.

Dan dooven, wijkend in den nacht
Uw uchtendblanke oogen.
En ik lig hopeloos, en wàcht,
Om uw gelaat bedrogen.

En ‘k wéét, dat gij niet komen zult,
En wacht toch op uw komen.
En mijn verbeidend ongeduld
Heeft niet slaaps troost genomen.

 

Brieven

Stamelwoorden van verrukking,
Die geen zin en geen verband meer kennen;
Flarden van gedachten, afgebroken
Als een nieuwer zoeter visioen zijn toover
Langs uw droomend aangezicht liet gaan.
Deze onnoozle kinderlijke woorden,
Heilig in hun ongeweten onschuld,
Deze golvingen van jeugdig hartbloed,
Dit zich naakt naar buiten wagen
In de goudgloed van de zon…

 

DE MARTELAAR

Toen heeft zijn hart, lang door zijn angst belet,
Een wraakschreeuw naar den hemel uitgestooten
En in Gods ooren donderden de schoten
Die deze ziel losbrandde tot ontzet.

En God kwam neder; en dit grijs benet
Gelaat werd van Zijn heerlijkheid omvloten
En onaantastbaar; en zijn vuist’ ontsloten
Als knoppen, en ontbloeiden in gebed.

En toen de beul in een beklemmend zwijgen
De vlammen door het drooge rijs liet stijgen,
Scheen ’t of zijn hoofd den dood begroetend neeg.

En ’t was of men de armelijke resten
Verbrandde van ruw neergehaalde nesten,
Terwijl een vogel ruischende ontsteeg.

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)
Willem de Mérode op het San Marcoplein in Venetië, 1923

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

skin

zuurbescherming en druk
gevoeligheid, laat
eens het been zien, a heart-
shaped bruise, my
business, wat gaat het
jou aan, identifica-
tie-oefening middels meesleep-
zaken, de zorgen zijn
toch al lang weg – over de hele
linie een bovenarm
vastgrijpen, een fonkelen,
een sissen omhult
het lachen, dat moet
eerst intrekken, de epi-
kritische punten, wacht
ik houd het koelkussen vast

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Het behouden huis

“Bij de troep die uit Bulgaarse, Tsjechische, Hongaarse en Roemeense partizanen bestond, was niemand die ik kon verstaan.
Hoelang nu al uit Nederland weg, dacht ik, aldoor in andere vreemde landen, overal dezelfde duisternis ’s avonds in de steden en dan tenslotte niemand meer met wie ik kan praten. In Duitsland kon ik tenminste nog gesprekken tussen anderen afluisteren. Maar nu was alles wat ik hoorde niets dan puur geluid. Gedreun van motoren, ontploffingen, gebrom van kogels, geschreeuw van dieren, geritsel, gekraak, bonken, blaffen. Ook uit de mensen kwamen alleen maar geluiden. Proletariërs aller landen verenigt u! – Maar ze zijn niet in staat een stom woord met elkaar te spreken.
Soms begreep ik de bevelen niet eens. Dat kon de officieren weinig schelen. Drie dagen tevoren lag ons peloton onder eigen vuur. Ook was er een speciale Russische afdeling gekomen die vijf man had uitgezocht en achter de schuur waar wij lagen, doodgeschoten. Een had geprobeerd weg te lopen. Hij lag de volgende ochtend op de weg, met zijn gezicht naar boven. Niemand durfde hem opzij te schuiven. Wij marcheerden over hem heen, wij zetten onze voeten op hem om niet uit de pas te raken. Ik liep achter in de rij. Toen ik bij hem kwam, was zijn hoofd al gekraakt en onherkenbaar. Ik kon niet uitmaken wie het was. Drie maanden moest ik hem dagelijks hebben gezien. Maar ik zou toch niet geweten hebben hoe hij heette. Ik dacht, terwijl een der jagers hoogte begon te verliezen aan de Spanjaard die Frans sprak. Ik zou nu met hem hebben willen praten.
Het vliegtuig veranderde in een komeet van roet en sloeg ergens achter mij tegen de grond.
De ontploffing klonk of de wereld een miljoenvoudig versterkt slikgeluid maakte. Er was voldoening in dat geluid of de aardbol op het vliegtuig had geloerd zoals een kikker op een vlieg.
Toen begon een zwarte roetwolk langzaam het uitzicht op de weg te belemmeren. Opeens zag ik door de walm heen de Spanjaard blootshoofds op mij af komen lopen. Het leek of het neergestorte vliegtuig hem hier had gebracht, of hij ongedeerd uit de wrakstukken te voorschijn was gekomen.
Ik wilde wat tegen hem roepen; ik had willen roepen: Ik zat juist aan je te denken! Maar ik wist dit zo gauw niet te formuleren. Mogelijk was ik het spreken helemaal verleerd.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)
Beeld van Willem Frederik Hermans door Sylvia Willink, 1981

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

grote miereneter

een rustige tandarme, mie-
ren in zijn buik, ik zag het
regenwoud branden
en een miereneter
ook, niemand met een
blusdeken greep in
de cyclus in vlammen
orgaanactiviteit wordt opgeschort
hoe voelt dat
in vlammen om te komen
onlangs doodden miereneters
twee Braziliaanse boeren
of ze hun vitale sfeer bedreigden
en hun leefgebied
– is hoe dan ook te betreuren
met vlijmscherpe klauwen
kun je je niet verdedigen
tegen brandlandbouw
breekt zo’n dier breekt termieten
heuvel open en likt verhit
in alle gangen, roepen ze
ren, termiet, ren
een lichaamsbouw waarin
lange lijmtongen wonen
biedt een zekere groottongigheid
voor smaaksensaties
kan me voorstellen dat, zou men
insecten flamberen,
dat bij miereneters
de darmactiviteit zou veranderen
hij neuriede dan nauwelijks hoorbaar
burning down the house
scheidde smeulende
heuweltjies af

 

————–

* heuweltjies – Afrikaans: kleine bultjes – heuvels in Zuid-Afrika, vooral in de West-Kaap. Er wordt aangenomen dat het gefossiliseerde termieten zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971.  Gons kwam eind jaren negentig in New York in aanraking met spoken word en is sindsdien in Nederland een prominente performer geworden van deze voordrachtskunst. Vanaf 2001 organiseerde ze in Paradiso tien jaar lang Palabras, een maandelijkse podium voor jonge dichters en schrijvers. In 2007 was ze een van de oprichters van Poetry Circle Nowhere, een “landelijk platform voor schrijvende performers en performende schrijvers”; ze was tot 2014 artistiek leider van het platform. In 2018 ontving Gons een Black Achievement Award in de categorie kunst en cultuur. In 2020 werd ze genomineerd voor de Gieskes-Strijbis Podium Prijs “omdat zij, naast de wezenlijke bijdrage die ze leverde en levert voor het Nederlandse Podiumkunstenlandschap, zichzelf als kunstenaar steeds opnieuw blijft uitvinden.” Ze is samensteller van de bundel Hardop, een overzicht van de spoken word-scene in Nederland met – naast haar eigen teksten – ook werk van onder meer Akwasi, Sandy Bosmans, Gershwin Bonevacia en Siham Amghar. Sinds juli 2019 schrijft Gons elke zaterdag een column in Het Parool. Haar dichtbundel “Doe het toch maar” werd gepubliceerd in april 2021. In 2021 werd ze ook door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPBB) aangesteld als Boekenweekdichter binnen het thema Tweestrijd. Ze schreef in dat kader het boekenweekgedicht “Polyglot”. Gons was de Vrije Schrijver 2021/22 van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2022 werd zij benoemd tot lid van de Akademie van Kunsten. Ook kreeg ze dat jaar De Johnny en de daarbij horende trofee genoemd naar Johnny van Doorn. In 2023 werd ze benoemd tot Dichter des Vaderlands, voor een termijn van twee jaar.

 

POLYGLOT

ik leerde de ene taal na de andere
die van de nette kleren
die iets van je huid compenseren
van de woorden verzorgd tot in de puntjes
die je iets lijken te vergeven

de taal van opgeheven hoofd en rechte rug
en net doen alsof
niemand je kan raken
de taal van wie denkt ze wel niet dat ze is
wie denk ik wel niet dat ik ben

de taal van hou van mij ondanks dit lichaam
de taal van hou van mij dankzij dit lichaam
van haal je vingers uit mijn haar
alleen de wind mag er doorheen
haal je vingers uit mijn mond
ik draag mijn tong in mijn borst

de taal die de mond scheidt van het hart
het hart van het bloed
het bloed van de botten
archiefkasten met verloren verhaallijnen
waarin je soms in de weerklank
van een verre voorouder
jezelf ontmoet
de taal die je ziel terug naar huis zingt

de taal zo kaal
dat ze je niets geeft om je mee te bedekken

maar het liefste is me
de taal die me zo bloot legt
als mijn huid maar toelaat

 

PRECIES GOED

Soms wil je gewoon je hoofd op de aarde leggen,
je vuist naar de hemel heffen,
de tranen laten komen en zeggen:
het is zeker omdat ik zwart, wit, vrouw,
dik, dun, te groot, te klein,
te lief, onaardig,
omdat ik lelijk, eerlijk,
direct, poëtisch, welbespraakt,
te zichtbaar, onzichtbaar,
kwetsbaar,
onbegrepen, geprezen
arm, trots en confronterend ben?
Daarom zeker!

En dat de aarde je dan met haar zachte handen
heel voorzichtig omhoog duwt,
je op de wang kust en fluistert;
het is omdat je zo ontzettend mens bent.
Niet te veel, niet te weinig, gewoon genoeg mens.
Net zo mens als andere mensen.
Precies goed.

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

Willem de Mérode, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

Bach

Ich will dir mein Herze schenken,
Senk dich, mein Heil, hinein
Mattheus Passion

Het huis is donker, maar het raam
Opent op den kristallen hemel.
Doorschijnend deint ‘t bloed rood gewemel
Van wijnloof: zalig aardsche naam.
Wij kijken met onwillige oogen.
De lucht lijkt donkerder en dof,
En zilverzijig glanst de hof;
‘t Aardsch paradijs beheerscht het Hooge.

Dan dringt de hemel tot ons binnen,
Een stem verheft zich, wij beginnen
Met een ontspannen aangezicht
En vredig hart ons weg te schenken
En voelen ons van licht doordrinken
En gaan verloren in het licht.

 

De schilder

Hij schilderde, en somtijds was hij dronken.
Hij joeg den roes na, en hij schilderde
Zelden en trager, en verwilderde
Zijn wezen; uit zijn doeken sloegen vonken
En duisternis; een gouden chaos zwol
En spookte om aangezichten zondoorblonken.
En zijn gelaat met de geschonden schonken
Brak uit dien nacht: een zieklijk bleeke bol.

Was dit een leed of een delirium?
En lag hij voor Gods lichtempyreum
Gelijk de schaduw van de hooge zuilen
Den grond dekt, stil, waar anderen in schuilen,
En rees zijn ziel gelijk de ranke schacht
Glanzend en gaaf hoog boven dezen nacht?

 

De schat van duizend kinderharten

Mij is de schat van duizend kinderharten,
Mij is de jonge toegenegenheid
Van oogen, iedren morgen nieuw verblijd,
Hun luide vreugde, die elk leed durft tarten.

Elk lachje dat er in hun oogen rijst,
Schenken zij gul en gaarne weg en blij.
Ik min hen allen, allen minnen mij.
Daar is niet een, die mij geen gunst bewijst.

Ik ben bemind van schoone jonge knapen,
Mij minnen teedre meisjes rilde en rank,
En aller liefde is als hun zielen blank.
Naar mij verlangend gaan zij blozend slapen.

O, wie zou niet mijn heerlijk lot benijden?
Maar waar is ’t hart om mij aan uit te schreien?

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

green

iemand wil dat ik gras
zeg en een deken uit-
spreid, goed gras, de pure
weelderigheid van herkauwers
het is niets, laat ik bereid–
willig weten, niets dan
wind in de wilgen, marsdeug-
delijk, blue jeans uit de
snelreiniger, bij voorkeur
fotosynthese, stromatoliet-
velden, temperatuurdalingen in woeste
bloei, korstig uitzicht, koste-
loze lasergravering, niets en niet
de geringste neerslag

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

W. F. Hermans, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Van Oudshoorn, wat ik me van hem herinner

“Zo ongeveer in de maand maart van het jaar 1951 moet Van Oudshoorns toenmalige uitgever, die een grote hekel had aan bestsellers, me verteld hebben dat de bijna vergeten schrijver van Willem Mertens’ Levensspiegel en andere boeken, een eenzame oude man was en dat hij niet ver bij mij uit de buurt woonde. – Ik was destijds gevestigd in Voorburg. – Van Oudshoorn zou het vast en zeker zeer op prijs stellen als ik hem eens ging opzoeken. De bloemlezing uit Van Oudshoorns werk Doolhof der Zinnen was onlangs verschenen en allesbehalve een bestseller, wat ik betreurde. Ik vond b.v. de roman Louteringen indrukwekkender dan Vestdijks Anton Wachterromans, die er hier en daar enigszins op lijken.
De uitgever gaf me Van Oudshoorns adres en liet me ook een papiertje zien, waarop de schrijver met grote oudemannenhanepoten had genoteerd: ‘Robert Musil. Die Verwirrungen des Zöglings Törless’. Dit was, zei hij, Van Oudshoorns lievelingsboek.
Musil en dit al in 1906 geschreven verhaal waren toen bijna bij iedereen onbekend. Ik had er ook nooit van gehoord. Pas zes jaar later zou Musil plotseling beroemd worden. Er is, voor wie dit denken mocht, weinig overeenkomst tussen Van Oudshoorn en Musil.
Ik vroeg bij Van Oudshoorn schriftelijk belet en een ontmoeting vond plaats op dinsdagmiddag 3 april 1951, in zijn bovenhuis Van Imhoffplein 17, Den Haag, aan de rand van een geweldig platgebombardeerd stadsgedeelte. Er had daar toen nog weinig of geen herbouw plaatsgevonden. Bij de begroeting zei Van Oudshoorn:
‘Zo. Ik ben aan het eind van mijn schrijversloopbaan en u aan het begin. Dat lijkt me allebei even onaangenaam.’
Hij had een zure, enigszins nasale stem, met een lichtelijk Amsterdams, ten minste West-Nederlands accent.
Zijn vrouw, die zeer slecht Hollands sprak, met veel Duits er doorheen, deelde op een gegeven ogenblik mede:
‘Iek bin geborene Deutsche.’
‘Hè, ja,’ zei de schrijver, ‘dat moet je meneer Hermans vooral gaan vertellen, dat jij een geboren Duitse bent. Dat kan die man nou echt helemaal niet aan je horen.’
Hij praatte op vlakke, maar vernietigende toon.
De vrouw liet zich daarop gaan in een heftig soort zelfvernedering, met uitroepen over ‘wij stomme Duitsers’, over Hitler ‘slechte rotvent’ (daarna sloeg ze haastig haar hand voor haar mond, omdat ze een voor haar gevoel zeer onbehoorlijk woord had uitgesproken), over dat Hitler ‘Europa kaputtgemacht’ enzovoorts.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

yellow

twee even grote helften
de pitten, het sap, de knobbels
tentakels van binnenuit die
alles bij elkaar houden, de binnen
huid van de binnenhuid, elastomeren
doorgesneden, ik ging door de
schil, passievrees inboezemen
een schilder stond model, and you really
wanted to ask, what I was afraid of?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

Willem de Mérode, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

Uw naam

Wanneer mijn lied mag leven na mijn dood,
Zal onze liefde niet vergeten wezen.
Ons zwakke hart mag voor het sterven vreezen,
Maar nooit vergaat wat zuiver is en groot.

De wereld wentelt zich in stillen nood,
Wijl stormen licht woest aan de kim ontstegen.
Wij zien den schrikkelijken vlammenregen,
Die lang geleden aan een ster ontspoot.

En zoo zal onze liefde lichtend zijn
En als een purperroode vlammenschijn
Spelen op schoone en lieflijke gezichten,
Die lezen, en zij sidderen tezaem,
Wanneer de glans van uw beminden naam
Hun oogen tegenslaat uit mijn gedichten.

 

Elisabeth

Er leefde in haar een heimelijke hoop,
Dat zij nog eens een schoonen zoon zou baren,
En toen haar man intrad met wilde haren,
En nederviel en op zijn knieën kroop,

En kuste, als een hond, haar rimpelhanden,
En sprak, zag zij den engel in zijn stem,
En plotseling begon haar schoot te branden
En zij vereende zich dien nacht met hem.

Toen werd zij als een oude rozeboom
Die langzaam alle blaadren voelt verdorren
En zich wegsterven laat en zonder morren
Haar kracht perst naar één knop en die is schoon.

En op een morgen, met den eersten dauw
Ging er een ruischen door haar duldend hopen,
En brak de zon harts vreugdfonteinen open,
En zij glimlachte als een jonge vrouw.

 

In hem leven wij

Zeer onverschillig zijn de dagen nu:
De regen en het ruischen van de boomen,
En zon, en menschen die meelijdend komen,
De pijnen, en de angsten en de droomen,
Want alle dingen worden weggenomen,
Er is alleen licht tusschen mij en U.
En dit beroert me en tast aan mijn gelaat
En is zacht aan mijn lippen en mijn wangen,
En zinkt mijn oogen in, en zingt gezangen
In ’t trage bloed, dat stil wordt en bevangen,
En niet durft huivren en niet kan verlangen,
Wijl Gij er zijt en door mij henen gaat.
Dan wil het donkeren; en ik word nacht.
De sterren rijzen brandend op en dalen,
De dieren komen uit hun holen dwalen
En rozen geuren en de nachtegalen
Zijn wild, o leven! dan… diep ademhalen.
Gij komt terug! de morgenwind waait zacht!

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

gestrande potvis

…………“something like the tack-tack-tack
………….of a few dozen typewriters”

wanneer de vingers ontbreken
om zenuwachtig op ‘t tafelblad
te trommelen en de tafel
ontbreekt ook

wanneer het medium niet
de boodschap maar
het medium verstrekt
dat het geluid sneller
transporteert

sonic youth is the loudest
animal on earth

wanneer het walviskalf op het land
daarom alleen al verloren is
omdat niemand het meer hoort
zelfs de klik versterkende
zee, weggetrokken, zijn
grootste spruit niet mist

wanneer tandwalvissen met hun kaken
knarsen, in de slaap, in het zand
in de droom, oceaanloos ontwaakt
door het eigen gewicht

wanneer het verhevene
op het strand puft
darmen de blubber
als mijngangen stutten

wanneer het skelet nog
staat, een servetring
waarvoor niemand een
lijkwade naait

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

100 jaar W. F. Hermans, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Dat is vandaag precies 100 jaar geleden. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: De donkere kamer van Damokles

“Osewoudt ging op de grond zitten, zijn knieën opgetrokken, zijn handen kruiselings op zijn voeten. Het meisje kwam steeds dichter in de buurt van het huis, zij zwaaide nu niet meer met de tas, maar had haar handen in haar jaszakken gestoken, ook de hand waarmee zij de tas vasthield. Hij haalde zijn pistool uit zijn binnenzak, schoof de zekering heen en weer en nam het magazijn uit de greep. Hij bekeek het magazijn aan alle kanten, blies erop en stak het weer in zijn pistool. Toen sloeg hij zijn ogen op en zag een eekhoorn die aan de voet van een beuk naar hem keek, de twee voorpootjes al tegen de stam. Osewoudt deed het pistool in de rechterzak van zijn regenjas en stond op. De eekhoorn schoot de boom in. Hij keek opnieuw naar het huis en zag even later dat het meisje binnengelaten werd. Door wie zij ontvangen werd, kon hij niet zien. Hij peinsde: zij moet geweten hebben dat Marchiena Siemerink met dezelfde trein zou komen, want deze Lagendaal zal haar naar haar naam vragen. Er moet rekening gehouden worden met de omstandigheid dat hij wist hoe de jeugdleidster heten zou die zijn kind zou halen. Dus moet Dorbeck die naam ook geweten hebben, of beter: hij zou hem hebben moeten weten en ‘Hé jij’ heeft hem ook geweten. Mogelijk. Toch, ik heb er niets van gemerkt. Eerder geloof ik dat ze het niet geweten hebben, alleen geweten met welke trein zij zou komen en erop hebben gerekend dat ik haar onschadelijk zou maken. En als het eens mislukt was? Hij keek naar de deur van het huis, maar die bleef gesloten. Hij wachtte al tien minuten. Toen zag hij het meisje van achter het huis vandaan komen. Zij hield een fiets aan de hand, achter op de fiets zat een kind. De tas hing aan het stuur. Naast haar liep een man, blootshoofds. Nu afscheid nemen en wegrijden, dacht hij, in godsnaam, schiet op! Maar zij namen geen afscheid van elkaar. Het meisje bleef lopen en de man liep naast haar, druk pratend. Hij scheen van plan te zijn haar een eindje weg te brengen. Nu zag Osewoudt bovendien dat de man zich eigenlijk het meest met het kind bezighield. Waarschijnlijk had het kind niet bij zijn ouders vandaan gewild, een keel opgezet en liep de man mee om het te troosten. De man was corpulent en niet groot van stuk. Hij had niets op zijn hoofd, hij was zomaar in zijn colbertje naar buiten gelopen. Hij had een lange, spitse neus, zover uitgerekt dat er in zijn gezicht plooien gekomen waren die er parallel mee liepen. Een kleine, lippenloze mond zat er vrijwel helemaal onder weggescholen. Bij elk woord dat hij tegen het jongetje zei, leek het of hij het afsnauwde, maar het kind zat luid te schateren. Wat er gezegd werd, kon Osewoudt niet verstaan. Ze kwamen tamelijk dicht in zijn buurt, hij had ze met een steen kunnen raken, toen werden ze onzichtbaar achter de bomen.“

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

atomic tangerine

een deur, wat voor een praktijk,
een slot, scharnier, kraag-

staafjes, daarmee meet je
stalen deurkozijnen, beton, dossiers
en ja, dossiers. “zo doen we
het licht uit «, op stapels van
papier, maar griezelgrijs is toch ook
een kleur, volstrekt zakelijk met de
bezemsteel, bijna zoals thuis, alleen
hoger, het derde deel van het karma-
spel ging niet door, no alarms and
no surprises, een gang, wat
voor een buis, pizza uit de
koekjestrommel, en daarbuiten
wordt het steeds witter, met kerst-
mis, zegt men, is dat zo traditie,
glinsterhekken, nog een laatste privé-kamerbiertje
maar please, couldn’t you let me out of here

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.