Libris Literatuur Prijs 2025 voor Safae el Khannoussi

Libris Literatuur Prijs 2025 voor Safae el Khannoussi

De Nederlandse schrijfster Safae el Khannoussi heeft maandag de Libris Literatuur Prijs gekregen voor haar roman “Oroppa”. Safae el Khannoussi werd geboren in Tanger, Marokko, in 1994. “Oroppa” stond in 2024  op elk eindejaarslijstje van zo’n beetje elk medium. De Volkskrant benoemde “Oroppa” zelfs tot hét boek van het jaar, en riep El Khannoussi uit tot talent van 2024. Zie ook alle tags voor Safae el Khannoussi op dit blog.

Uit: Oroppa

“Maar daarvoor was dokter Mehdi niet geroepen. Dat gehoest, zo hevig dat je je afvroeg hoe het kon dat het resterende longetje niet al lang was geknapt, dat begrepen ze wel, maar waarom toch al dat gegil, dokter. Hierop merkte dokter Mehdi droogjes op dat hij geen psychotherapeut was. Maar kon hij dan geen enkele verklaring bedenken? Hierop had de dokter een onbehouwen grap gemaakt. Hij zei: ‘Zoals een ezel balkt als-ie de duivel langs ziet lopen, zo schreeuwt mevrouw wanneer de dood zich over haar buigt.’
Het kind had met stomheid geslagen naar dokter Mehdi geluisterd.
Sindsdien zat de dood met gekruiste benen op de stoel naast het ziekbed, kamde hij de haren uit het hoofd van de zieke, schuurde nog wat kleur uit haar gezicht, en fluisterde haar met zijn trieste doodsgrijns angstaanjagende nachtmerries in het oor.
Dokter Mehdi had ook nog gezegd dat mevrouw rust moest hebben, zodat ze vredig heen kon gaan. Maar Meryem, die de opdracht had gekregen de zieke te verzorgen, bleef het een goed idee vinden om haar uit bed te tillen en in bad te stoppen, en ’s ochtends, na het ontbijt, zette ze de vrouw op een stoel op het balkon, ging naast haar zitten roken en ze durfde te zweren dat bij het opsteken van de sigaret de oogleden van de vrouw trilden en haar mond een klein beetje openging.
Voorzichtig liep het kind naar het bed. De ogen van de vrouw, kalm en glinsterend, zochten het plafond af, zweefden naar de balkondeuren, en terug naar het plafond, bleven op de deuropening rusten, keerden terug, en streken, tussen een paar moeizame ademhalingen door, neer op de kruin van het meisje, kropen over haar gezicht en bleven ter hoogte van haar borstkas hangen.
‘Godverdomme,’ zei de vrouw.
Het klonk alsof je een nest jonge kraaien in een versnipperaar gooide.
Salomé Abergel was zonder enig bezwaar zo de dood ingegleden, als de dood haar, na eerst weifelend op haar te hebben gekauwd, niet weer terug had gespuugd – dat wil zeggen, terug het leven in. Vreemde manier om wakker te worden, dacht Salomé, al waren er gekkere manieren, zoals laatst, toen ze in de felle zon op het balkon ontwaakte naast een vrouw die met gesloten ogen zat te roken. Ze had toen geveinsd te slapen, maar ze was de hele tijd wakker, totdat ze weer in bed was gelegd en afgleed naar troebele wateren.”

 


Safae el Khannoussi (Tanger, 1994)

Safae el Khannoussi

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse schrijfster Safae el Khannoussi werd geboren in Tanger, Marokko, in 1994. Toen ze vier jaar was verhuisde ze naar Amsterdam, waar haar vader al sinds de jaren zeventig woonde. Na het Amsterdams Lyceum studeerde ze politieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Aan de UvA werkt ze aan een promotieonderzoek over politieke filosofie en gevangenisabolitionisme vanuit dekoloniaal perspectief. Ze schreef verhalen in De Gids en is lid van de redactie van dat blad. In 2019 debuteerde ze met De dobbelaar van Caïro in De Gids. Haar debuutroman “Oroppa” verscheen in 2024 en kreeg lovende recensies. “Oroppa” is de Arabische naam voor Europa. De roman vertelt de complexe levens van mensen buiten het centrum van Europa en laat Europa zien door de ogen van migranten. Safae el Khannoussi gebruikte de orale traditie van literatuur uit Zuidwest-Azië en Noord-Afrika en van haar familie voor de roman. Eind december 2024 werd Safae el Khannoussi door de Volkskrant uitgeroepen tot literair talent van het jaar 2025 en het boek “Oroppa” tot het beste boek van 2024. Door Het Parool werd “Oroppa” uitgeroepen tot het beste fictieboek van 2024. In 2025 werd de Vlaamse literatuurprijs De Boon voor fictie en non-fictie aan haar debuutroman toegekend en won zij hiervoor tevens de Nederlandse Libris Literatuur Prijs.

Uit: Oroppa

“De zoveelste schreeuw sneed door de kamer. Maar deze was anders. Op het bed lag de doodverklaarde met opengesperde ogen en mond, haar handen verkrampt in de lucht. De doodsreutel steeg op van het lichaam, klanken als rollend puin, een stem op straat vroeg om een aansteker en de stervende vrouw begon te schudden, te schudden alsof ze om een grap lachte. Salomé Abergel, geboren als Salma Abergel, in een voor haar lang vervlogen wereld nu bevolkt door nieuwe gezichten, krijste zichzelf terug de wereld in.
Met de rug tegen de balkondeuren gedrukt en haar minuscule hoofdje tussen de gordijnen gestoken, keek het kind verbijsterd toe met een ernst die niet bij haar jonge leeftijd paste, de stof in haar vuistjes geklemd. Salomé Abergels getuige zag hoe de herrijzenis zich voltrok en bedacht dat het geen fraai gezicht was, nee, dat het angstaanjagender is om terug te keren dan om heen te gaan.
Dokter Mehdi was laatst nog wezen kijken. Ze hadden hem laten zweren met geen woord over de vrouw in hun huis te reppen en hij had verrast maar met gepaste plechtigheid verklaard dat hij aan zijn tong boven het hellevuur mocht bungelen als hij erover zou spreken met wie dan ook. En laat me nu dan maar eens de patiënte zien, had hij streng gezegd – want hij verkeerde nog in de veronderstelling dat er iets te redden viel! Nadat hij de vrouw had onderzocht, had hij diep gefronst boven zijn ronde brilletje, waarvan de poten niet op zijn oren maar hoog in zijn grijzende krullen waren gestoken. Terwijl hij zijn neus in een propje snoot, verklaarde hij dat het een verloren zaak was. Dat deed hij door heel langzaam maar stellig, zodat er geen twijfel of sprankje hoop meer mogelijk was, zijn hoofd te schudden, waarna de anderen, die van de dokter naar de patiënte naar de dokter keken heel langzaam hun hoofd mee schudden.
De vrouw woog inmiddels nog geen veertig kilo. Daar hoefde je geen weegschaal voor te hebben. Dat kon je zo zien. Eén long, waarin een mysterieuze bacterie zich had genesteld, hing als een verschrompelde vrucht in de borstkas. Nu was de tweede aan de beurt. En ook die was in feite verloren.”

 


Safae el Khannoussi (Tanger, 1994)