Nora Gomringer, Simone Atangana Bekono, Martijn den Ouden, Michiel van Rooij

De Zwitsers-Duitse dichteres Nora Gomringer werd geboren op 26 januari 1980 in Neunkirchen an der Saar. Zie ook alle tags voor Nora Gomringer op dit blog.

 

Der Rose kündigen für den Tag, an dem alle nach Dornen fragen

An süßduftenden Tagen, an denen Regen auf allen Bänken sitzt
und ein Rentner über die Rohheit der Jugend erzürnt
-denn der Regen ist jung und tritt die Bänke mit Wasserfüßen-,
an schweren, dunstigen, ebendiesen Tagen
ist der Garten ein Revier der Zierde,
der Schnecken und Würmer,
der Zähne der Löwen,
der Größe der Rosen,
der Majestät und des Grüns.
Ich sitze und gehe manchmal,
es ist ein Tanzschritt eher als ein Wegbereiter,
ich komme nicht an, ja ich verlaufe mich sogar.
Ich trete auf die Zehen meines Baumes.
Mein zarter Schuh versucht ein Muster, versucht etwas bleibendes zu zeichnen,
der Regen wird kommen und wird vergessen machen.
Ich werde mich wegspülen, ich werde unter der Straße gluckern, ich werde mich
wenden, an Ecken an die Oberfläche sprudeln,
ich werde Wände hinauf und hinabsteigen.
Meine Hände spielen im Haar der Farne
und ertasten das Zarte und Gegangene.
Ich denke bei mir, wie leicht und sonderbar die Flächen sind, auf denen wir
                                                                                               wandern
und gar nicht leben.
Der Rose lecke ich den Hals, den schlanken und ihre breite Stola lässt mich im
Schatten weilen.
Der Dorn, der kleine Sarazene, ist voller Eifersucht. Sein Schwert ist alt und meine
Lust sehr jung. Die bunte Dame gewährt, dass ich ein Blatt von ihrer Brust ablöse,
ein Blütensegel, ein bauschiges Tüchlein, das ich mir um Lippen und Fingerkuppen
lege, um, wie ein Schwärmer, dummer Junge, kleiner Muck vor ihr zu lagern und
                                                                                                               wie
einer, der nur Rosenworte reden darf.
Meine Dame hat ihr Herz auf meine Zunge gelegt mit dem einen Kuss.
An Tagen, wie ebendiesen. In Nächten wie jenen,
entsage ich dem Duft und schicke mich, um sie zu betrügen,
an die Hände und Münder anderer Sträucher.
Ich beiße in die Tomate, ich feiere die Röte der Völle.
Hin und her schwingt mein Verdacht,
der Garten raunt. Ich bin entdeckt,
enttarnt als Larve, die ein Blatt zerreißt.
Die Ameise kommt, um nach mir zu sehen.
Die treue Amme trägt mich hinab.
Manchmal bin ich ein Haus, das verlassen wurde von einer Schnecke.
Ich liege als stille Erinnerung am Rand und Halme wachsen in mich hinein
und Vögel hallen wider.
Meine Mauern, die gewunden und wund, zittern wie einsturzgefährdet.
Kein Denken an die fröhlichen Feste.
Sie fragen nach Dornen, die Undankbaren.
Für ebendiesen Tag, sage ich, habe ich der Rose gekündigt.

 

VERSIES

en
een boot legt aan
Böcklin schildert een boot, die aanlegt.
schimmig,
zwelgend.
Een bootsman, naamloos,
al te gewillig, zich prijs te geven.
Hitler bezat een versie,
Utøya werd een
eiland
schimmig,
zwelgend.
Een boot legt aan,
aan boord een dood
een overgangsadvocaat
Böcklin schildert een boot, die aanlegt
Een bootsman naamloos,
Versies van Breivik.
Aan boord een dood,
rusteloos,
verzwolgen,
schimmenrijk,
zonder silhouet,
een eiland
en

 

Vertaald door Maud Vanhauwaert

 

Nora Gomringer (Neunkirchen an der Saar, 26 januari 1980)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichteres en schrijfster Simone Atangana Bekono werd in 1991 geboren in het Brabantse Dongen als dochter van een Kameroense vader en een Nederlandse moeder. Na het Sint-Oelbertgymnasium in Oosterhout studeerde ze een tijd Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Deze studie heeft ze niet afgerond. In 2016 studeerde ze af in creative writing aan hogeschool ArtEZ. Atangana Bekono debuteerde in 2017 met de dichtbundel Hoe de eerste vonken zichtbaar waren, waarvoor zij de Poëziedebuutprijs aan Zee 2018 en het Charlotte Köhler Stipendium 2019 ontving. In 2019 riep de Volkskrant haar uit tot een van de literaire talenten van 2020. In 2020 verscheen haar roman “Confrontaties”, waarin discriminatie en racisme centraal staan en de hoofdpersoon worstelt met angst, teleurstelling en woede. Het boek kwam op de shortlist voor de Libris Literatuurprijs 2021 en werd bekroond met de prijs Beste Boek voor Jongeren 2021 van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Ook de Hebban Debuutprijs 2021 en de Anton Wachterprijs 2022 werden aan haar toegekend. Ze trad twee keer op tijdens het literatuurfestival Winternachten, in 2017 en 2020. De Universiteit van Amsterdam benoemde Atangana Bekono per 1 november 2022 tot ‘Honorary Fellow’ aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit, met als leidraad ‘Intimiteit in literatuur’.

 

vt I (origin0

de stad is heel mooi vandaag
regen valt rustig op zoevende auto’s
zilver zoals staal lekt op tapijten in de huizen van anderen
jij bent solide ergens anders
ik ga een blokje om

ik was oranje
jij een bleek soort blauw heel diep
scheuren ze langs de grachten als strepen
geen geslacht, die auto’s, slordig
als ik door de deuropening kijk zie ik je zoute glimlach
ooit mocht ik die van je gezicht slaan werd je zeiknat
de echte is er een die plastic smolt

snijd de tijd eruit
ik was weids en overdonderend een periode lang
ik zag een soort grotesk onvormlijk iets zo mooi
het deed bam bam je borsten of een zeilschip
het deed een spook na het was je wijsvinger of god
mijn richting uit gestoken of gewoon gewillig
ik draai me om maar kwam mezelf niet uit
zo groots zo vochtig nee ik loop dieper in mezelf en ben
ijskoude witte muren en de vloer is zo diepbruin
dat het pijn doet een kleur die zijn toekomst zoekt
glimmend en

ik snijd tijd eruit en tijd die toekijkt
een vloer die om zichzelf heen kromt
alles om me heen elk voorwerp – krom
elke hand ook elk rimpelend gat elk mes
blindslag in de hals gelegd niet ideaal maar wat er uit je
kruipt of dat expres is
samen tot één tentakel dat zich aan me vastzoog
                    me naar zich toetrok

ik of ik in mezelf
ik wil er meer van wat het ook is
ik at de houtskool op en dronk de inkt
wil de omheining worden niet omheind
ik kneed tijd strompel een rondje
maar jij stond gewoon stil!
en leeft!
en bewoog je!

 

Simone Atangana Bekono (Dongen, 1991)

 

De Nederlandse dichter en beeldend kunstenaar Martijn den Ouden werd geboren in Nieuw-Lekkerland in 1983.Zie ook alle tags voor Martijn den Ouden op dit blog.

 

Paradijzen

paradijs 1

het goed onderhouden buitenzwembad in Emmeloord omringd met eindeloze bossen en sportvelden waar ’s zomers beeldige atleten in gestreept badgoed lenig van de hoge springen

paradijs 2

de weelderig gedekte eettafel van de familie Tukker eerste kerstdag 1972 waar grootvader zich met het broodmes de keel doorsnijdt na zijn bekentenis de kinderen te hebben misbruikt

paradijs 3

het zonnewerend naaldbos dat bij 37 graden Celsius haar poriën opent en uit volle overgave het leven onder haar rokken verleidt zich voort te planten

paradijs 4

het steriele dierenasiel waar hopeloze dieren op een pijnloze wijze het tijdelijke met het eeuwige verwisselen op een met zonlicht bestreken behandeltafel

 

Martijn den Ouden (Nieuw-Lekkerland, 1983)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Michiel van Rooij werd geboren in Eindhoven in 1982. Zie ook alle tags voor Michel van Rooij op dit blog.

 

Het verlangen naar Berlijn

Soms voel je een verlangen zo hevig
dat je het op dat moment al bijna
meemaakt. Vreemde momenten.

Zoals het biertje waar je naar op weg
bent en dat je eigenlijk al proeft.
Of het meisje dat je later ziet.

Opeens zat ik te ontbijten in Berlijn.
Zomaar een Imbiss.
Ergens half acht in de ochtend.

Ik kon het Brötchen horen kraken.
Rook de koffie en voelde de krant
ritselen tussen mijn vingers.

Om me heen dat kenmerkende
gedempte geroezemoes van openbare
ruimten, het klonk als het verlangen zelf.

 

Michiel van Rooij (Eindhoven, 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e januari ook mijn blog van 26 januari 2019 en ook mijn blog van 26 jauari 2016 en mijn blog van 26 januari 2014 deel 1 en deel 2 en eveneens deel 3.