The Grandest of Slams (Matt Harvey)

Dolce far niente

 

Wimbledon Tennis Party door Edward Brewtnall, ca. 1890


The Grandest of Slams

Excuse me. I’m sorry. I speak as an
Englishman.
For the game of lawn tennis there’s no
better symbol than Wimbledon,
The place where the game’s flame was
sparked and then kindled in,
Where so many spines have sat straight
and then tingled in

Wimbledon,
Where strawberries and cream have
traditionally been sampled in,
Kids’ eyes have lit up and their cheeks
have been dimpled in

Wimbledon,
Where tough tennis cookies have
cracked and then crumbled in,
Top seeds have stumbled, have
tumbled, been humbled in

Wimbledon,
Where home-grown heroes’ hopes have
swelled up and then dwindled in
Wimbledon.
The Grand Slams’ best of breed – it’s the
whizz, it’s the biz,
The temple where physics expresses
its fizz.
There’s one word for tennis and that
one word is
Wimbledon.

 

Matt Harvey (Cheshire, 1962)
Cheshire


Zie voor de schrijvers van de 5e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

Bart Vanreusel en Felix Timmermans

Niet alleen de Tour de France is gestart. Dit is ook nog de week van de halve finales en finale van het WK voetbal en van de kwartfinales, halve finales en de finale van Wimbledon. Genoeg om je van de literatuur af te leiden, maar als je dan weer zover bent werkt het blog niet. Daarom komt Felix Timmermans twee dagen te laat aan de beurt. Ook vond ik een aardig gedicht over tennis in de bundel van “Ook wij waren winnaars” van Pascal Delheye en Willie Verhegghe. (Breda, De Geus, 2005) Bart Vanreusel is verbonden aan de K.U. Leuven. Hij is daar afdelingshoofd van de Afdeling Sociale kinesiologie en sportmanagement. Een aantal gedichten van professor Vanreusel werd gebundeld in de gedichtendoos ‘Hinkstapsprongen’, in 2000 uitgegeven bij PVLO Gent.

Tennis

alleen al het geluid van tennis heeft zijn prijs
TENEZ riepen dure dames in het lang
tijden voor een belle epoque van zomers speels vertier
voor enkelen
betaalbaar werd de heen en werende POK van
een harige bal op snaren
voor velen
prijzig de TEK van de bal die
het net niet haalt en slaat
op een stalen draad gedempt door wit canvas
schaarser nog een forehand gestut
door een KREUN en geserveerd
op een bed van schuiven gravel
exclusief de tel van de umpire in zijn stoel
FIFTEEN – LOVE klinkt droger dan wit
vooral vanuit die hoogte
nog duurder is de goedgeplaatste KUCH in het publiek
maar er is geen prijs voor de stilte
wanneer de tennisser zich kromt en spant

en een schicht langs witte lijnen schalkt
tennis blijft om opslag vragen
alleen al het geluid van tennis doet behagen

wimbledon
Wimbledon

 

Bart Vanreusel

 

Felix Timmermans werd geboren op 5 juli 1886 in Lier en is een van Vlaanderens meest vertaalde auteurs, met een uitgebreid oeuvre. Hij was het dertiende kind uit een gezin van veertien kinderen, en overleed te Lier op 60-jarige leeftijd. Hij was autodidact, en schreef toneelstukken, romans met een historisch karakter, novellen, religieus getinte werken, en gedichten. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog schrijft hij zijn bekendste werk Pallieter dat in 1916 wordt uitgegeven. In 1921 wordt dit in het Duits vertaald en uitgegeven. In 1922 krijgt hij de Staatsprijs voor Literatuur. In 1936 wordt zijn 50-jarige verjaardag zowel in Vlaanderen, Nederland als Duitsland met veel aandacht gevierd. Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was Timmermans redacteur van het Vlaams-nationalistische Volk. In 1942 ontving hij aan de Hamburgse universiteit de Rembrandtprijs. Als Vlaams-Nationalist en ook in Duitsland gekende schrijver was hij een graag geziene figuur bij Duitse officieren tijdens de Duitse bezetting. Na de bevrijding van Lier op 4 september 1944 werd hij verdacht van collaboratie en onder huisarrest geplaatst. De aanklacht werd zonder gevolg geseponeerd op 22 december 1946.

De blaadren rijzen door de stugge nevel 

De blaadren rijzen door de stugge nevel
er zijn geen klanken meer, er is geen lied
slechts in het dorre riet een vroom geprevel…
Nu komt de tijd dat men naar binnen ziet.
Want wij zijn arm, en knagen aan ’t verleden,
en spelen met de kaarten van verdriet.
Het schoonste sprookje stelt ons niet tevreden,
en door de nevel lokt de toekomst niet.
Het leven vlood en d’ as blijft in onz’handen
’t verlangen stijgt om mede te vergaan
Doch in de weemoed blijft één lichtje branden,
het licht dat w’in de zomer overslaan,
waarvoor wij slechts, tot onze scha en schande,
rondom de wintertijd om olie gaan.

 

Sneeuw 

Klein Jesusken is opgestaan
vanuit zijn warme wiege,
en de engeltjes schudden het beddeken uit
en laten de pluimkes vliegen.
En blank gelijk de hageroos
en spelend lijk de vlinders,
zo zijgen ze alle naar beneên,
’t is al voor de arme kinders !
Klein Jesusken had medelij
met hen, in deze tijden;
want och! zij moeten toch zoveel
des nachts van koude lijden!…
Daarom trad Jeesken uit zijn bed
en liet het opentrekken;
nu kunnen d’arme kinders al
zich met de pluimkes dekken !

timmermans
 Felix Timmermans (5 juli 1886 – 24 januari 1947)