Jasper Fforde, Katharina Hacker, Marc Acito, Nikos Kavvadias, Oswald de Andrade, Helmut Zenker

De Britse schrijver en cameraman Jasper Fforde werd geboren op 11 januari 1961 in Londen. Zie ook mijn blog van 11 januari 2008 en ook mijn blog van 11 januari 2009 en ook mijn blog van 11 januari 2010.

 

Uit: Shades of Grey 

 

„It began with my father not wanting to see the Last Rabbit and ended up with my being eaten by a carnivorous plant. It wasn’t really what I’d planned for myself— I’d hoped to marry into the Oxbloods and join their dynastic string empire. But that was four days ago, before I met Jane, retrieved the Caravaggio and explored High Saffron. So instead of enjoying aspirations of Chromatic advancement, I was wholly immersed within the digestive soup of a yateveo tree. It was all frightfully inconvenient.
But it wasn’t
all
bad, for the following reasons: First, I was lucky to have landed upside down. I would drown in under a minute, which was far, far preferable to being dissolved alive over the space of a few weeks. Second, and more important, I wasn’t going to die ignorant. I had discovered something that no amount of merits can buy you: the truth. Not the whole truth, but a pretty big part of it. And that was why this was all frightfully inconvenient. I wouldn’t get to do anything with it. And this truth was too big and too terrible to ignore. Still, at least I’d held it in my hands for a full hour and understood what it meant.
I didn’t set out to discover a truth. I was actually sent to the Outer Fringes to conduct a chair census and learn some humility. But the truth inevitably found me, as important truths often do, like a lost thought in need of a mind. I found Jane, too, or perhaps she found me. It doesn’t really matter. We found each other. And although she was Grey and I was Red, we shared a common thirst for justice that transcended Chromatic politics. I loved her, and what’s more, I was beginning to think that she loved me. After all, she did apologize before she pushed me into the leafless expanse below the spread of the yateveo, and she wouldn’t have done that if she’d felt nothing.“

 

 

 

Jasper Fforde (Londen, 11 januari 1961)

 

Lees verder “Jasper Fforde, Katharina Hacker, Marc Acito, Nikos Kavvadias, Oswald de Andrade, Helmut Zenker”

Eduardo Mendoza, Diana Gabaldon, Slavko Janevski, Ilse Weber, Alan Stewart Paton, Bayard Taylor

De Spaanse schrijver Eduardo Mendoza werd geboren in Barcelona op 11 januari 1943. Zie ook mijn blog van 11 januari 2007 en ook mijn blog van 11 januari 2008 en ook mijn blog van 11 januari 2009 en ook mijn blog van 11 januari 2010.

 

Uit: Niemand im Damensalon (Vertaald door Peter Schwaar) 

 

“Nach neun Tagen kam sie wieder, mit denselben Beinen. Wortlos setzte sie sich auf den Sessel, wies mit einer Handbewegung den Frisiermantel zurück und sagte, mir fest in die Augen blickend:
“Ich bin nicht wegen meiner Haare gekommen, sondern um mit dir über eine persönliche Angelegenheit zu sprechen. Macht es dir etwas aus, wenn ich dich duze? Das ist nur logisch in Anbetracht des persönlichen Charakters der Angelegenheit, auf die ich eben angespielt habe. Aber vorher muss ich wissen, ob ich für diese persönliche Angelegenheit und alle sich daraus ergebenden Konsequenzen auf dich zählen kann.”
“Ich werde tun, was in meiner Macht liegt,” antwortete ich, “vorausgesetzt, es ist nicht unvereinbar mit der Ethik der Coiffure.”
“Ich habe keine andere Antwort erwartet. Aber wir unterhalten uns besser nicht hier. Es kann jemand reinkommen und uns bei unserer Fühlungnahme stören. Wann hast du Feierabend?”
“Ein guter Friseur hat nie Feierabend, aber der Damensalon schließt um acht.”
“Um diese Zeit erwarte ich dich in der Kneipe gegenüber. Versetz mich nicht.”
Zur vereinbarten Stunde erschien ich zu unserer Verabredung. Sie war bereits dort, an einem Tisch im Hintergrund ins Einsaugen eines (vom Kellner der Kneipe) in eine Flasche abgefüllten Erfrischungsgetränks versunken, gleichgültig gegenüber allem um sie herum. Wortlos deutete sie auf den Stuhl. Ich setzte mich. Eine Weile schwiegen wir, sie dachte an ihre Dinge, und ich dachte ebenfalls an ihre Dinge. Das erlaubte mir, sie etwas aufmerksamer zu betrachten, so dass ich dem Leser eine nachträgliche Beschreibung liefern kann – auf ihre untere Hälfte bin ich ja schon andernorts zu sprechen gekommen.”

 

 

Eduardo Mendoza (Barcelona, 11 januari 1943)

 

Lees verder “Eduardo Mendoza, Diana Gabaldon, Slavko Janevski, Ilse Weber, Alan Stewart Paton, Bayard Taylor”

Mart Smeets

De Nederlandse (sport)journalist, schrijver en radio- en televisiepresentator Martinus Jan (Mart) Smeets werd geboren in Arnhem op 11 januari 1947. Smeets is sinds 1974 verbonden aan Studio Sport als verslaggever en presentator en sinds 2002 in vaste dienst van de NOS. Hij doet al jaren vanuit Frankrijk verslag van de Ronde van Frankrijk. Hij doet tevens verslag van diverse schaatsevenementen, schrijft wekelijkse columns, onder andere voor Sportweek, Trouw, Haarlems Dagblad en VARA-gids. Over zijn werk en zijn passies (onder andere muziek en eten) schrijft hij boeken met losse verhalen, waarin hij op een persoonlijke wijze weergeeft wat hij van bepaalde zaken vindt Op 3 december 2008 gunde de jury van de Beeld en Geluid Awards, voorheen de Gouden Beelden, de oeuvreprijs aan Mart Smeets. Hij kreeg tevens een plek in de glazen Wall of Fame in het gebouw van Beeld en Geluid in Hilversum.

Uit: Sportzomerdagboek

„Het wordt elf uur en de telefoon blijft rustig. Geen geluid. Kwart over elf. Niets nog.
Half twaalf. Ik zet de radio iets harder en K. kijkt me weer aan. Ik zeg niets. Mijn binnenste rommelt en ik heb een lichte hoofdpijn.
Zeven minuten over half twaalf. Ik voel eerst de trilling van het apparaatje, hoor dan de ringtoon. Ik neem op: ‘Zeg het maar, Tjeb.’ Hij zegt met rustige stem: ‘Ik zie je volgende maand in Peking.’ Over
famous first words gesproken.
Ons gesprek duurt niet lang. Ik feliciteer hem en K. roept hard ‘
Yes, yes, yes,’ en balt haar vuist in de lucht. We hangen op en ik voel dat ik natte ogen krijg. Hij heeft bereikt wat hij wilde. Helemaal alleen. Ooit had hij een droom en die heeft hij helemaal zelf waargemaakt.“

 

Uit: Op de fiets lukte het Hamilton niet (Column in Trouw)

”Er is een tijd geweest dat ik met bewondering naar Tyler Hamilton keek. Hij was onder de vleugels van Lance Armstrong vertrokken naar graziger weiden en had het shirt van CSC aangedaan. Dat rood, wit en zwart stond hem goed en onder de kneedbare handen van Bjarne Riis kwam ineens een renner uit die veel beter leek te zijn dan knecht alleen.
Ik herinner me dat hij viel; een lullige val, over een stoeprand, en dat zijn schouder vet ingetapet moest worden en dat hij duizend doden stierf om nog maar op de fiets te kunnen blijven.
Dat was het Tour-jaar dat een complete filmploeg met veel tamtam hem tijdens de ronde volgde: 2003, zijn eerste jaar in eigen schoenen. Overal waren die mannen; ze filmden hem van ’s ochtends vroeg tot lang na de massagetafel. De film, die in 2004 uitgebracht zou worden, zou de intense schoonheid van het wielrennen in de Tour naar voren brengen.
Ik hoorde dat de film door kitsch heen vloog, maar dat de essentie mooi was: de kale mens op een ijzeren ros in de vrije natuur tegen een berg op klauterend. Alleen.
Ik weet nog van het gedoe van Hamilton met zijn hond: Tugboat, een trouw beest dat ziek werd en afgemaakt moest worden terwijl zijn baasje in de Franse ronde tegen grootmacht Armstrong opbood en voorzichtig ten onder ging.
Tugboat overleed en de halsband van het trouwe dier werd een houvast voor de kleine renner. Huilend en triest zocht hij zijn geluk in een ellenlange solovlucht door de Pyreneeën.
Het lukte en iedereen klapte hem toe: wat een karakter, wat een doorzettingsvermogen, wat een held.
Als je foto’s van die dag ziet, bemerk je de trotse Hamilton die zijn leermeester Armstrong vol liefde bij de schouders vasthoudt. De twee praten en hebben een uiterst tevreden trek om de mond. Allebei.
Dan wordt het augustus en wordt Hamilton olympisch kampioen. De olijftak op zijn hoofd knelt meteen: positief. Bloeddoping. B-staal niet mogelijk, want onzorgvuldig gedrag bij een laboratoriumbeambte. Hij houdt goud en trekt verder de wereld in.
De Vuelta in september, een gewonnen tijdrit en de leiderstrui; Grote Winst nadert, maar weer ontploffen de testketels: weer positief.
Twee maal in twee maanden; dat is iets teveel.”

Mart Smeets (Arnhem, 11 januari 1947)