De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.
De nood aan vaste middelpunten
Het staat ook in de reisgids: de kennismaking met de stad
begint niet aan de poorten maar in het hart, het plein
waar guillotines blinken tussen bloemen en fruit.
Rechtdoor en links zegt u? De man met glazen benen
bedankt het bloemenmeisje, zet de eerste stappen
in het stenen labyrint. Hij is nieuw hier maar declameert
luid en met overtuiging het unieke van elke stoeptegel,
van elk nastarend gezicht – uniek zoals ook woorden
strijdbaar van elkaar willen verschillen (vreemdeling
en vreemdeling twee anderen zijn). Zijn glazen benen
vertonen barsten maar dat deert hem niet: de stad is mooi
en geurt naar honderd verschillende kruiden tegelijk.
De avonden
Ik ben ze gaan liefhebben:
de avonden – hoe ze zwart
op de klaver druipen en ik
ze met open deur opwacht
stoet van stinkende nonnen
hoe ik dan niets heb dan wijn en brood
en hoe ze daar genoegen mee nemen
maar nooit blijven willen, rusteloos zijn
als uit hun rokken schatten vallen
eieren die over de houten vloer
stuiteren, onder meubelen rollen
nachtelijk worden uitgebroed
god weet tot welke monsters.
De avonden. Telkens
wat vozer, wat roestiger
wat meer vooringenomen.
Ondraaglijke lichtheid
In het raam een meisje, jong nog en vrijwillig
machteloos, overtollige zwaarte heeft ze
vrolijk naast zich neergelegd: want zij is licht
en vluchtig, in essentie een uitgehold raadsel
dat moeiteloos de kunst verstaat van het verdwijnen
in de alledaagsheid: zij is de fluisterstem,
de vogelvlucht, het trillen van het spinnenweb,
het licht dat uitdooft op de bodem van de put.
Zij is,
in het raam een meisje, een schatje en ze werkt
je danig op de zenuwen – je hebt een borrel nodig,
denk je, maar bij elke slok wordt je lichaam
weer wat zwaarder, een gapend gravitatieveld.
Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)
Lees verder “Frédéric Leroy, Botho Strauß, Ann Patchett, Hein Boeken, T. C. Boyle”