Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Thornton Wilder

De Nederlandse schrijver Antoon Coolen werd geboren in Wijlre in Zuid-Limburg op 17 april 1897. Zie ook alle tags voor Antoon Coolen op dit blog.

 

Uit:Dorp aan de rivier

„Maar als na de maartse winden de warme lente komt, nam de Maas haar overvloed weer in haar boorden terug. Zij versmalde in haar lage bedding, in haar liefelijke vallei. Zij kreeg het beeld van haar zomerse vriendelijkheid in de uitgestrekte vette diepgroene uiterwaarden, waarin de wilgen in hun lichte lover schoon getekend staan en bewegen in de wind, in de zilverig witte, wilde ruigten der grienden. De koeien graasden in de waarden en werden er vet. En in juli kwamen de boeren het goed, kostelijke hooi met geweldige karrenvrachten langs de rivier weghalen. Maar zij betaalden een zware pacht.

Alles wat ik u vertellen ga is in dit dorp geschied. Het dorp heeft historie, het is oud als de tijd, het is door oorlogen gekweld en door vijanden geplunderd. Watervloeden en dijkdoorbraken hebben het geteisterd, dit alles is lang geleden. Er wonen kleine burgers op de dijk, winkeliers en ambachtslui. Het gemeentehuis met het lage bordes, en de getraliede ramen beneden, en met de windvanen op het dak, dat staat daartussenin. De kastelein Willem van Oijen had op de dijk zijn herberg De Koffiekan, later heeft hij de naam van zijn herberg veranderd, hij noemde zijn herberg toen café Moira. Moira, dat was om de klank begonnen. Het noodlot kon over de mensen stormen als de winden over de dijken, soms viel een mens om met een slag, de Pale Pie, die zij met een bijl de kop insloegen, Willem van der Aa, die van de postkoets viel op de weg naar Oss en die met zijn kop onder de wielen terechtkwam, en de noodlottige ongelukken op de molen. Er was een trager leed, Mammeke, dat aan de syfilis wegteerde, dat had in zekere zin de Maas gedaan, de Maas had dat voor haar meegebracht. Binnen de dijk langs de wegen, daar woonden de boeren, dat waren meest kleine pachtboeren, die een acht of een tien bunder be-

werkten, die hooiland en grasland pachtten en land in de polder bebouwden. De machtige grote heren van de grond, die zaten hier of daar, die zaten in ‘s-Hertogenbosch, die inden de pachtsommen waarvoor hier de boeren te werken hadden in dit klein dorp. Veel welvaart was er niet, de mensen hadden hun zorg en hun wijze soberheid, als het gewas geen tegenspoed gaf en het vee niet, dan waren zij tevreden, er was een enkele rijke eigen boer, Janus de Mert op de Bergen, de weduwnaar, dat was er zo een, die maakten ze niks. Die had zijn huis en zijn hof en zijn grond zo hoog liggen, het water, dat kon daar ook niet bij.“

 

Antoon Coolen (17 april 1897 – 9 november 1961)

Lith, het dorp aan de rivier dat model stond

Lees verder “Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Thornton Wilder”

David Wagner, R.J. Pineiro, Karen Blixen, Anton Wildgans

De Duitse schrijver David Wagner werd geboren op 17 april 1971 in Andernach. Zie ook alle tags voor David Wagner op dit blog.


Uit: Was alles fehlt

„Hier war einmal Meer, Böhmen lag am Meer, man kann Versteinerungen finden, sagte sie, und die blonden Locken meiner Cousine wehten neben uns unter ihrem Sturzhelm hervor. Meine Cousine wußte, wo wir anhalten mußten, um ein Paddelboot zu mieten, wir ließen uns durch harmlose Stromschnellen und an Felsen vorbei ein Stück die Moldau hinunter treiben, von hier fließt das Wasser erst in die Elbe, dann in die Nordsee, sagte meine Cousine, auf der anderen Seite, jenseits der Wasserscheide, fließt es ins Schwarze Meer, sagte Hanna, sie zog eine Hand durchs Wasser nach und hielt nur ihren Zeichenblock, kein Paddel in der anderen. Ihre Malsachen ließ sie auch dann nicht los, als das rote Plastikboot an einer seichten Stelle kenterte, sie hatte sich zu lange an dem Ast eines Baumes festgehalten, der über das Ufer hinaus ins Wasser hing. Das vollgelaufene Boot mußte ausgeschöpft werden, meine Hose triefte, vier Brustwarzen schauten mich durch T-Shirts an. Wir standen barfuß im Fluß und lachten, dann trocknete die Sonne uns wie Wäsche auf der Leine, Hannas Skizzenblock war nicht naß geworden, er hatte in einer durchsichtigen Plastiktüte gesteckt. Hanna zeichnete die Hautabschürfungen auf unseren Beinen, malte kleine weiße Wolken ins Blau, die Schaumkronen im Wasser, Baumwipfel als grüne Punkte und den Flußlauf der Moldau als Schlangenlinie über das ganze Blatt. In einem Städtchen spazierten wir durch das Schloß, tranken von dem süßen tschechischen Bier und schliefen in einer Pension, in der nur noch ein großes Bett frei gewesen war. Links von mir lagen die langen blonden, rechts die mittellangen schwarzen Haare, Hanna hatte den Block, meine Cousine den Reiseführer auf dem Nachttisch abgelegt“.

 


David Wagner (Andernach, 17 april 1971)

Lees verder “David Wagner, R.J. Pineiro, Karen Blixen, Anton Wildgans”