Arthur Schnitzler, Albert Verwey, Michael Lentz

150 Jaar Arthur Schnitzler

De Oostenrijkse schrijver en arts Arthur Schnitzler werd geboren in Wenen op 15 mei 1862.Dat is vandaag precies 150 jaar geleden. Zie ook alle tags voor Arthur Schnitzler op dit blog.

Uit: Traumnovelle

„Und so saßen Mann und Frau, im Grunde froh, einem enttäuschend banalen Maskenspiel entronnen zu sein, bald wie zwei Liebende unter andern verliebten Paaren im Büfettraum bei Austern und Champagner, plauderten sich vergnügt, als hätten sie eben erst Bekanntschaft miteinander geschlossen, in eine Komödie der Galanterie, des Widerstandes, der Verführung und des Gewährens hinein; und nach einer raschen Wagenfahrt durch die weiße Winternacht sanken sie einander daheim zu einem schon lange Zeit nicht mehr so heiß erlebten Liebesglück in die Arme. Ein grauer Morgen weckte sie allzubald. Den Gatten forderte sein Beruf schon in früher Stunde an die Betten seiner Kranken; Hausfrau- und Mutterpflichten ließen Albertine kaum länger ruhen. So waren die Stunden nüchtern und vorbestimmt in Alltagspflicht und Arbeit hingegangen, die vergangene Nacht, Anfang wie Ende, war verblaßt, und jetzt erst, da beider Tagewerk vollendet, das Kind schlafen gegangen und von nirgendher eine Störung zu gewärtigen war, stiegen die Schattengestalten von der Redoute, der melancholische Unbekannte und die roten Dominos, wieder zur Wirklichkeit empor; und jene unbeträchtlichen Erlebnisse waren mit einemmal vom trügerischen Scheine versäumter Möglichkeiten zauberhaft und schmerzlich umflossen. Harmlose und doch dauernde Fragen, verschmitzte, doppeldeutige Antworten wechselten hin und her; keinem von beiden entging, daß der andere es an der letzten Aufrichtigkeit fehlen ließ, und beide fühlten sich zu gelinder Rache aufgelegt. Sie übertrieben das Maß der Anziehung, das von ihren unbekannten Redoutenpartnern auf sie ausgestrahlt hätte, spotteten der eifersüchtigen Regungen, die der andere merken ließ, und leugneten ihre eigenen weg. Doch aus dem leichten Geplauder über die nichtigen Abenteuer der verflossenen Nacht gerieten sie in ein ernsteres Gespräch über jene verborgenen, kaum geahnten Wünsche, die auch in die klarste und reinste Seele trübe und gefährliche Wirbel zu reißen vermögen, und sie redeten von den geheimen Bezirken, nach denen sie kaum Sehnsucht verspürten und wohin der unfaßbare Wink des Schicksals sie doch einmal, und wär’s auch nur im Traum, verschlagen könnte.

Fridolin nickte. “Was war’s mit dem?” fragte er.“

Arthur Schnitzler (15 mei 1862 – 21 oktober 1931)

Monument in het Türkenschanzpark in Wenen

Lees verder “Arthur Schnitzler, Albert Verwey, Michael Lentz”

Pem Sluijter, Max Frisch, W.J.M. Bronzwaer, Frits van Oostrom


De Nederlandse dichteres en schrijfster Pem Sluijter werd geboren in Middelburg op 15 mei 1939. Zie ook alle tags voor Pem Sluijter op dit blog.

 

 

Niet meer dezelfden

 

Drie koningen staan

uit aanbidding op niet meer dezelfden.

De sterreus die hen

de onzekere tocht deed wagen

met weerbarstige kamelen nukkige

drijvers en uitflakkerend vuur

moet teruggekeerd zijn in haar baan,

mogelijk als supernova ingestort;

zwart groeiend gat waar eerst

de hemel openstond –je zag en hoorde.

 

De nacht springt op onveilig.

 

Een Nessushemd is ten paleize uitgelegd

na hun bezoek. Zij, die de Koning

der koningen onder koningen zochten

misleid door eigen logica,

vertrekken omzichtig.

 

De ezel balkt kort naar de os,

in Rama laat een vrouw

haar rouwkreet horen.

 

Deze Geboorte betekent niet minder

dan de Dood, dood voor hen.

Bittere folterende pijn. Nooit meer

dezelfden; geen geruststelling

vinden in het leven dat zij kennen

waaraan zij zijn gewend waarnaar zij

terugkeren in hun koninkrijken.

 

 

 

Pem Sluijter (15 mei 1939 – 18 december 2007)

Middelburg, Abdijplein met de Lange Jan toren

Lees verder “Pem Sluijter, Max Frisch, W.J.M. Bronzwaer, Frits van Oostrom”

Edwin Muir

 

De Schotse dichter, schrijver en vertaler Edwin Muir werd geboren op 15 mei 1887 in Deerness op de Orkney-eilanden, waar zijn moeder ook geboren werd. In 1901, toen hij 14 was, verloor zijn vader de boerderij en verhuisde het gezin naar Glasgow. In snelle opeenvolging stiereven zijn vader, twee broers en zijn moeder binnen een paar jaar. Zijn leven als een jonge man was een deprimerende ervaring, en betrof een reeks onaangename banen in fabrieken en kantoren, met inbegrip van het werken in een fabriek, waar uit botten houtskool werd gemaakt. Muir trouwde in 1919 met Willa Anderson en verhuisde naar Londen. Over deze, Muir schreef gewoon ‘Mijn huwelijk was de meest gelukkige gebeurtenis in mijn leven’. Zij zouden later samen werken aan veelgeprezen Engels vertalingen van schrijvers als Franz Kafka, Gerhart Hauptmann, Sholem Asch, Heinrich Mann en Hermann Broch .
Tussen 1921 en 1923, Muir leefde in Praag, Dresden, Italië, Salzburg en Wenen. Hij keerde terug naar het Verenigd Koninkrijk in 1924. Tussen 1925 en 1956 publiceerde Muir zeven bundels poëzie die werden verzameld na zijn dood en gepubliceerd in 1991 als The Complete Poems van Edwin Muir. Verder publiceerde hij drie romans, en in 1935 kwam hij naar St. Andrews, waar hij zijn controversiële Scott en Schotland (1936) schreef. Van 1946 tot 1949 was hij directeur van de British Council in Praag en Rome. 1950 zag zijn benoeming tot directeur van Newbattle Abbey College (een school voor werkende klasse mannen) in Midlothian, waar hij collega-Orcadian dichter, George Mackay Brown, ontmoette. In 1955 werd hij Norton hoogleraar Engels aan de Universiteit van Harvard. Hij keerde terug naar Groot-Brittannië in 1956, maar stierf in 1959 op Swaffham Prior, Cambridge, en werd daar begraven.

 

 

The Castle

 

All through that summer at ease we lay,
And daily from the turret wall
We watched the mowers in the hay
And the enemy half a mile away
They seemed no threat to us at all.

For what, we thought, had we to fear
With our arms and provender, load on load,
Our towering battlements, tier on tier,
And friendly allies drawing near
On every leafy summer road.

Our gates were strong, our walls were thick,
So smooth and high, no man could win
A foothold there, no clever trick
Could take us, have us dead or quick.
Only a bird could have got in.

What could they offer us for bait?
Our captain was brave and we were true….
There was a little private gate,
A little wicked wicket gate.
The wizened warder let them through.

Oh then our maze of tunneled stone
Grew thin and treacherous as air.
The cause was lost without a groan,
The famous citadel overthrown,
And all its secret galleries bare.

How can this shameful tale be told?
I will maintain until my death
We could do nothing, being sold;
Our only enemy was gold,
And we had no arms to fight it with.

 

 

Merlin

 

O Merlin in your crystal cave
Deep in the diamond of the day,
Will there ever be a singer
Whose music will smooth away
The furrow drawn by Adam’s finger
Across the memory and the wave?
Or a runner who’ll outrun
Man’s long shadow driving on,
Break through the gate of memory
And hang the apple on the tree?
Will your magic ever show
The sleeping bride shut in her bower,
The day wreathed in its mound of snow
and Time locked in his tower?

 

 

Edwin Muir (15 mei 1887 -3 januari 1959)