De Vlaamse dichter en essayist Stefaan van den Bremt werd geboren in Aalst op 12 oktober 1941. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2010en eveneens alle tags voor Stefaan van den Bremt op dit blog.
Naastenliefde
Wie heeft de pad het pad zien oversteken?
De boer op zijn tractor niet: hij heeft
al honderd padden overreden. Het pad
is smal, en de pad traag. Hij is een
pelgrim, onderweg (misschien mist hij
een kenteken?). Hij sleept zich naar
de plas, de poel waarin herboren wordt
zijn groene paradijs. Hij wil dwars
door het stenen huis, hij volhardt in
zijn heimwee, zwijgend, laat zich
met geen klem van drempels overreden.
En als wij in het donker de deur dicht-
slaan brengt hij geen klacht uit, geeft
geen kik. Pas maanden later vindt men
tussen deur en drempel, geplet, gedroogd,
zijn bijna gewichtloos, haast onstoffelijk
omhulsel. Gelukkige pad, nog steeds
op pad, pelgrim zonder reisgoed.
Lijflied
Het is van mijn leven nog niet geschreven,
nog nooit van m’n leven.
Het staat om de dood nog niet te boek,
om de dooie dood niet.
Het voelt nog zo iel aan,
of het mijn tong nog niet kan roeren;
ik voel me beroerd. Hoor hoe
het zou willen schreien.
Ik wil het ooit nog eens op
kunnen schrijven, al is het te weinig
om van te leven, het is om dood te gaan
te veel.
Een wijs is het, een onbepaalde
ruimte, die nog niet weet van tijd.
Een mond waarin bestorven ligt
wat nog geboren moet worden.
Stefaan van den Bremt (Aalst, 12 oktober 1941)
Lees verder “Stefaan van den Bremt, Eugenio Montale, Robert Fitzgerald”