David Nicholls, Christophe Vekeman, Jan G. Elburg, Mark Twain, Jonathan Swift

De Engelse schrijver David Nicholls werd geboren op 30 november 1966 in Eastleigh, Hampshire. Zie ook alle tags voor David Nicholls op dit blog.

 

Uit: One Day

‘Exciting!’’ He was imitating her voice now, her soft Yorkshire accent, trying to make her sound daft. She got this a lot, posh boys doing funny voices, as if there was something unusual and quaint about an accent, and not for the first time she felt a reassuring shiver of dislike for him. She shrugged herself away until her back was pressed against the cool of the wall.
‘Yes, exciting. We’re meant to be excited aren’t we? All those possibilities. It’s like the Vice-Chancellor said, “the doors of opportunity flung wide…”’
‘“Yours are the names in tomorrow’s newspapers…”’
‘Not very likely.’
‘So, what, are you excited then?’
‘Me? God no, I’m crapping myself.’
‘Me too. Christ…’ He turned suddenly and reached for the cigarettes on the floor by the side of the bed, as if to steady his nerves. ‘Forty years-old. Forty. Fucking hell.’
Smiling at his anxiety, she decided to make it worse. ‘So what’ll you be doing when you’re forty?’
He lit his cigarette thoughtfully. ‘Well the thing is, Em – ’
‘‘Em’? Who’s ‘Em’? ’
‘People call you Em. I’ve heard them.’
‘Yeah, friends call me Em.’
‘So can I call you Em?’
‘Go on then, Dex.’
‘So I’ve given this whole ‘growing old’ thing some thought and I’ve come to the decision that I’d like to stay exactly as I am right now.’
Dexter Mayhew. She peered up at him through her fringe as he leant against the cheap buttoned vinyl headboard and even without her spectacles on it was clear why he might want to stay exactly this way. Eyes closed, the cigarette glued languidly to his lower lip, the dawn light warming the side of his face through the red filter of the curtains, he had the knack of looking perpetually posed for a photograph.”

 

David Nicholls (Hampshire, 30 november 1966)

Lees verder “David Nicholls, Christophe Vekeman, Jan G. Elburg, Mark Twain, Jonathan Swift”

Y. M. Dangre

De Vlaamse dichter en schrijver Y.M. (Yannick) Dangre werd op 30 november 1987 geboren in Kapellen. Dangre ging naar school op het Sint-Michielscollege in Brasschaat, waar hij in 2004 afstudeerde in de richting Latijn-Wiskunde. Tijdens zijn middelbare schoolcarrière ontwikkelde hij reeds zijn literair talent door het schrijven van enkele gedichtjes zoals elke puber doet, aldus Dangre. Enkele van deze gedichten werden in het jaarboek van zijn school gepubliceerd. Dangre maakte pastiches op de Franse symbolisten en debuteerde op tweeëntwintigjarige leeftijd met de roman Vulkaanvrucht, waarvoor hij de Debuutprijs kreeg. Hij begon aan deze roman te schrijven tijdens zijn universitaire opleiding. Een klein deel van de roman werd als voorpublicatie uitgebracht in de verhalenbundel Print is Dead (2009), door uitgeverij Meulenhoff/Manteau. In 2011 verscheen zijn dichtbundel Meisje dat ik nog moet, die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs en waarmee hij de Herman de Coninckprijs won. Op 14 december 2011 nam Dangre deel aan de 22ste editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal waar hij met vijf fouten als tweede eindigde. In 2012 verscheen zijn tweede roman Maartse kamers bij De Bezige Bij. Zie ook alle tags voor Y.M. Dangre op dit blog.

 

De derde eenzaamheid

De dichter is een kant, een donkere
Helft van de mensheid waar het schijndood
En zondagse vernieling regent, waar de wolken smelten
Tussen de uitgelezen tanden van zijn weemoed.

Een schaduwland is hij, een knokig kroondomein
Van raadsels en te lang bewaarde mythes
Over witte zonnen die niemand meer bezoekt
En in wier stralen hij groeiend dakloos is.

Hij is als vanouds die kant, dat land
Van schuimende sterrenbeelden en echo’s te groot
Voor het vergeelde gras en de trouwe grafzerken
Van zijn keel. Hij dobbert rond in wanklank
Stoffig van alle seizoenen en eindigt megalomaan
Onbewoond.

 

Y.M. Dangre (Kapellen, 30 november 1987)

Yasmine Allas

De Nederlandse schrijfster en actrice Yasmine Allas werd geboren op 30 november 1967 in Mogadishu in Somalië. Allas’ vader werd vermoord in 1977, en acht jaar later vluchtte ze naar het buitenland. Toen ze in 1987 via Saoedi-Arabië en België in Nederland terecht kwam, volgde ze een toneelopleiding, en acteerde bij een aantal gezelschappen, waaronder De Trust en Nieuw Amsterdam. Haar debuutroman Idil, een meisje verscheen in 1998. In deze roman, over een Somalisch meisje dat zich staande probeert te houden in de harde Somalische mannengemeenschap, speelt het onderwerp vrouwenbesnijdenis een belangrijke rol. De generaal met de zes vingers uit 2001 werd ook alom geprezen. In 2004 verscheen De blauwe kamer, gevolgd in 2006 door eenessaybundel, Ontheemd en toch thuis, 2006. Een nagelaten verhaal, haar vierde roman, verscheen in 2009.

 

Uit: Idil

‘Haar schaamlippen zijn wat teruggetrokken’, hoorde ik haar zeggen. ‘Hoe groot moet het gat zijn?’
‘Als ze nog maar kan plassen ben ik tevreden’. Antwoordde mijn moeder. De vrouw gaf een paar flinke klappen tegen mijn schaamlippen om ze te laten opzwellen. Ze gebruikte geen verdovingsmiddel. Ik voelde dat ze aan mijn schaamlippen trok. Van boven naar beneden. Ik merkte het zagen van de mesjes en het knippen van de schaar. De pijn was zo ondraaglijk dat ik mijn billen omhoog tilde, maar de vrouwen drukten me onmiddellijk weer op de grond.

(…)

Mijn schaamlippen zijn weggesneden, mijn clitoris is weggehaald. Alles is daarna dichtgenaaid, er werd een piepklein tunneltje opengelaten. Overal kleefde bloed.”

 

Yasmine Allas (Mogadishu, 30 november 1967)