De Nederlandse schrijver en dichter Rogi Wieg werd geboren op 21 augustus 1962 in Delft. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Rogi Wieg op dit blog.
Titanic
Zij was ooit mijn toverdraad, ik was jong,
een halve meter literatuur verder
ben ik al jarenlang niet meer de herder
van schaap poëzie. Men zegt dat ik echt zong.
Het zingen is mij goed vergaan door niets;
louter dagtaken, scheren, ouder worden.
De blauwe stad hangt als een baard aan iets
dat ik ‘ik’ noem. Ben half-veertig geworden.
Een blauwe namiddag maakt niet meer een barst
– uit- in mij. De taal is wit en mistig.
Ik ben door bijna niets tot bot geharst.
Zij was ooit mijn dagverdrijf, maar verging
als de Titanic en later de kleurenfilm.
Het is in scheef proza waarin ik zing.
Zonder Twijfel
Eerst vond men het wiel uit en toen het zwaard van Damocles
en de hoed en de appel van het kwaad tot erger, en daarna
drong de punt van het genoemde zwaard naar binnen door
mijn schedeldak: ik trouwde. De wereld is techniek, het trouwen
is belofte, zo had het moeten zijn, maar zo was het niet.
Opstaan, liefhebben, nachtrust, het werd een wiel
dat het oude zwaard liet zakken, dieper, diepst, tot in het hart.
Waarom heb ik je gemaakt? Waarom me niet omgekeerd en weggelopen?
Er zit soms diepte in de wereld van de vlakte, lijnen die elkaar
kruisen op een snijpunt, zwart dat lichter wordt en afneemt
tot wit. Noem het perspectief, of bedrog, een valse
belofte, of techniek. Maar jij bestaat. Jij, zonder twijfel.
Mijn huis is eenvoud
Mijn huis is mijn hoofd,
mijn geslacht en mijn hart.
Nee, mijn huis is een cel
en de jood zonder tafel
of brood, zonder drank, of bed.
Zonder bloed dat ontroert.
Nee, ik lieg. Ik heb zoveel gelogen.
En dit is de waarheid. Tot slot!
Mijn huis is bij jou, in je hoofd!
Ondanks alles bij jou. De laatste
kamer in de natuur, tussen je gelegen
bloemen, je gesloten ogen. Ik zou willen,
de laatste cel in mijn grond.
Rogi Wieg (Delft, 21 augustus 1962)