Margaret Drabble, Kristin Gore, Thomas Kling, Hélène Cixous, Spalding Gray

De Engelse schrijfster Margaret Drabble werd geboren op 5 juni 1939 in Sheffield, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Margaret Drabble op dit blog.

Uit: The Millstone

“When, some years after the Hamish episode, I found that I was pregnant, I went through slightly more than the usual degrees of incredulity and shock, for reasons which I doubtless shall be unable to restrain myself from recounting: there was nobody to tell, nobody to ask, so I was obliged once more to fall back on the dimly reported experiences of friends and information I had gleaned through the years from cheap fiction. I never at any point had any intention of going to a doctor: I had not been ill for so many years that I was unaware even of the procedure for visiting one, and felt that even if I did get round to it I would be reprimanded like a school child for my state. I did not feel much in the mood for reproof. So I kept it to myself, and thought that I would try at least to deal with it by myself. It took me some time to summon up the courage: I sat for a whole day in the British Museum, damp with fear, staring blankly at the open pages of Samuel Daniel, and thinking about gin. I knew vaguely about gin, that it was supposed to do something or other to the womb, quinine or something, I believe, and that combined with a hot bath it sometimes works, so I decided that other girls had gone through with it, so why not me. One might be lucky. I had no idea how much gin one was supposed to consume, but I had a nasty feeling that it was a whole bottle: the prospect of this upset me both physically and financially. I grudged the thought of two pounds on a bottle of gin, just to make myself ill. However, I couldn’t pretend that I couldn’t afford it, and it was relatively cheap compared with other methods, so I grimly turned the pages of Daniel and decided that I would give it a try. As I turned the pages, a very handy image, thesis-wise, caught my attention, and I noted it down. Lucky in work, unlucky in love. Love is of man’s life a thing apart, ’tis woman’s whole existence, as Byron mistakenly remarked.”

 

 
Margaret Drabble (Sheffield, 5 juni 1939)

Lees verder “Margaret Drabble, Kristin Gore, Thomas Kling, Hélène Cixous, Spalding Gray”

Christy Brown, David Hare, Alifa Rifaat, Otto F. Walter, Ivy Compton-Burnett

De Ierse dichter, schrijver en schilder Christy Brown werd geboren op 5 juni 1932 in Dublin. Zie ook alle tags voor Christy Brown op dit blog.

Uit:My Left Foot

“I was born in the Rotunda Hospital, on June 5th, 1932. There were nine children before me and twelve after me, so I myself belong to the middle group. Out of this total of twenty-two, seventeen lived, but four died in infancy, leaving thirteen still to hold the family fort.
Mine was a difficult birth, I am told. Both mother and son almost died. A whole army of relations queued up outside the hospital until the small hours of the morning, waiting for news and praying furiously that it would be good.
After my birth Mother was sent to recuperate for some weeks and I was kept in the hospital while she was away. I remained there for some time, without name, for I wasn’t baptized until my mother was well enough to bring me to church.
It was Mother who first saw that there was something wrong with me. I was about four months old at the time. She noticed that my head had a habit of falling backward whenever she tried to feed me. She attempted to correct this by placing her hand on the back of my neck to keep it steady. But when she took it away, back it would drop again. That was the first warning sign. Then she became aware of other defects as I got older. She saw that my hands were clenched nearly all of the time and were inclined to twine behind my back; my mouth couldn’t grasp the teat of the bottle because even at that early age my jaws would either lock together tightly, so that it was impossible for her to open them, or they would suddenly become limp and fall loose, dragging my whole mouth to one side. At six months I could not sit up without having a mountain of pillows around me. At twelve months it was the same.

 

Christy Brown (5 juni 1932 – 6 september 1981)
Daniel Day-Lewis als Christy in de film “My Left Foot” uit 1989 

Lees verder “Christy Brown, David Hare, Alifa Rifaat, Otto F. Walter, Ivy Compton-Burnett”

Robert Franquinet

De Nederlandse dichter, schrijver en schilder Robert Marie Philmain Joseph Franquinet werd geboren in Amby (bij Maastricht) op 5 juni 1915. Franquinet debuteerde in 1933 als jong katholiek dichter met de bundel Het vroege uur. De barokke taal in die eersteling heeft hem zijn leven lang niet meer verlaten. Na een fervent belijden van het katholicisme werd hij steeds kritischer en nam hij afstand van zijn katholieke tijdgenoten. Hij publiceerde regelmatig in het tijdschrift Forum en ontwikkelde zich als essayist en romanschrijver. WO II, waarvan hij een jaar in de gevangenis doorbracht, is de breuk in zijn leven: alle romans en poëzie van na deze tijd cirkelen rond het thema van geweld en zijn tegenstrevers liefde en erotiek. Na de oorlog vestigde hij zich in Parijs en verdween hij langzaam van het literaire toneel, ondanks het feit dat hij door Marsman, Greshoff en Vestdijk tot de belangrijke auteurs werd gerekend. Met zijn roman “Drijfzand” (1977) begon echter een herwaardering van Franquinet.

Uit: Drijfzand

““Wanneer is onder mijn schedel het ruisen begonnen? Herinneringen zijn ontastbare obstakels geworden. Valt er ooit nog stilte over het woud van verminkingen? Wie ben ik geworden? Een schrale boom in de mist. Een bed in een uitdragerszaak. Een drijvend ding in het schuim van afvoerwater. Lang voordat de schimmels van de weemoed woekerden. Afscheid? Dit en dat moesten we nog doen. Een val in de kale ruimteloosheid spannen van wat nog zelfverdediging genoemd kan worden. Hebben we geen feilloze kennis van elkaar? We beminden als ongekooide honden. Een langspeelplaat die altijd draait is als de vorm van iemands handen die in troebel water zijn omtrek verliest. In de wulpsheid van je vlees hoor ik de stem van de gevangene jammerend schreeuwen. Wie van jullie heeft de straf bedacht? Het plat van zijn voeten wordt opengesneden, het vel gesperd, gevuld met kleine spijkers en daarna weer dichtgenaaid. Hij wordt naar de woestijn gebracht, ver van het dorp. Hij wordt aan zijn lot overgelaten, gillend van de pijn wanneer hij staan of gaan wil. Woestijngieren laten een kadaver de tijd niet om uit te drogen in de brandende sirocco.
De man heeft een parkiet gestolen.
‘En jij opent je ogen en blijft glimlachend liggen.’
‘Je moet bij zulke dingen niet teveel nadenken,’ zeg je.
‘Je kijkt naar de muur aan de overkant alsof daar de verloren tijd staat aangetekend. Het irriteert me dat ik je over de dingen-achter-de-dingen moet spreken.’
‘Nee, geen uitleg. Waarom? Dat vogeltje is een turkooiskleurige schaduw, maar men kan het liefhebben.’
‘Doe niet belachelijk.’
En ik bedroefd: ‘de eerste keer in Normandië.’
Er komt een nuance in de plooi van je mondhoek. Ik huiver om de koelte van je ogen en raak met een vinger de rand van je mond aan. En je trilt als het wateroppervlak tegen mijn lichaam voor dat onze monden hun vocht mengen. Nou, ja, wat doe ik met mijn onuitgesproken minachting? Zo gaat het altijd. De werkelijkheid is sneller dan de onwerkelijkheid. Afstand? Veel later. Maar de tijd krimpt als een overwinterde appel.”

Robert Franquinet (5 juni 1915 – 30 mei 1979)

Fronleichnam (Hugo von Hofmannsthal)

Bij Sacramentsdag

 

 
Fronleichnamsprozession in Hofgastein door Adolph Menzel, 1880

 

Fronleichnam

Von Glockenschall, von Weihrauchduft umflossen,
Durchwogt die Straßen festliches Gepränge
Und lockt ringsum ein froh bewegt Gedränge
An alle Fenster, – deines bleibt geschlossen.

So hab auch ich der Träume bunte Menge,
Der Seele Inhalt, vor dir ausgegossen:
Du merktests kaum, da schwieg ich scheu-verdrossen,
Und leis verweht der Wind die leisen Klänge.

Nimm dich in acht: ein Tag ist schnell entschwunden,
Und leer und öde liegt die Straße wieder;
Nimm dich in acht: mir ahnt, es kommen Stunden,

Da du ersehnest die verschmähten Lieder:
Heut tönt dir, unbegehrt, vielstimmiger Reigen,
Wenn einst du sein begehrst, wird er dir schweigen.

 

 
Hugo von Hofmannsthal (1 februari 1874 – 15 juli 1929) 
Wenen, Stephansdom vom Stock-im-Eisen-Platz, door Rudolf von Alt, 1832.
Hugo von Hofmannsthal werd geboren in Wenen.

 

Zie voor de schrijvers van de 4e juni ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Ralf Thenior, Marie Ndiaye, Erasmus Schöfer, Buddy Wakefield, Yaak Karsunke, Charles Dickinson

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

Uit: Strange Kebab

Vollmond über Balkonien

Der Efeuripper vom Rombergpark hackt wieder blindwütig auf den Efeu ein. Doch auf Balkonien stört das keinen. Man sitzt und trinkt Sangria con mucho alegria. Noch eben waren die Wölkchen lachsrot vom Sonnenuntergang, jetzt ist es schon dunkel, dämmerungsblau mit Violettschein, und die Fledermaus flippt durchs Himmelskarree im Hinterhof. Gott sei Dank, dass die Nachbarn nicht mehr grillen dürfen. – Ob er heute wieder hackt? – Der Efeuripper? Vielleicht. Gegenüber steht eine einsame Frau und raucht. Der Mond ist aufgegangen. Ein Baby schreit. Das ist der Mond! Das Baby schreit lauter. Dann schluchzt es nur noch, wird still. Der Duft des Sommerflieders, der aus dem Schuppendach wächst, steigt empor und weht durch den Hinterhof. Alle unterhalten sich leise,lachen gedämpft, nur im dritten Stock knurrt einer: Immer das Gefummel mit dem Werwolfgebiss!

 

Fett absaugen

Die letzte Flasche Wein war schlecht, er sucht seine Socken auf der Straße. Sagt einer: Komm mit, wir gehen protestieren. Er mit. Kleiner Haufen, aber zum Äußersten entschlossen. Sie bauen sich vor dem Rathaus auf. Wogegen sind wir? – Weißt du’s nicht? Der Bürgermeister hat dem Stadtwappen das Fett absaugen lassen. – Wie? – Ein Designer aus Düsseldorf hat dem Struppvogel den Bauch wegretuschiert. – Bei die-ser Haushaltslage? Für fuffzehntausend Eu! War es mein Genosse? Er schreit: Bürgermeister Langemeyer, klaut des Adlers gold’ne Eier! Und backt sich ein Ei!
Er steht allein vor dem Rathaus. Eine Hand legt sich auf seine linke Schulter. Auf seine rechte auch. Grüne Minna. Und ab nach Aplerbeck.

 
Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

Lees verder “Ralf Thenior, Marie Ndiaye, Erasmus Schöfer, Buddy Wakefield, Yaak Karsunke, Charles Dickinson”

Elizabeth Jolley, Apollon Maykov, Jacques Roumain, Charles Dickinson, Fritz Weber, Dana Bönisch

De Australische schrijfster Elizabeth Jolley werd geboren op 4 juni 1923 in Birmingham, Engeland. Zie ook alle tags voor Elizabeth Jolley op dit blog.

Uit: Milk and Honey

“A wind blew through Europe. It blew stronger and ever stronger. It swept up the soot and the dirt, the horse manure, the brickdust and the thistledown.
Countless whirlwinds, spiralling and gathering, carried all that which was not fixed and secure upwards into the sky. And in this twisting movement cones were formed which, because of the intensity of the whirlwind, grew more and more compact as they moved higher and higher into the winds above the firmament.
The clotted debris travelled far away into another hemisphere and, forgetting the winds, sank down to earth. Most of the cones, as they reached the earth, fell apart and mixed with the dust of the new place.
Some did not do this.
Even as they fell they pressed closer and closer into themselves as if this was their only means of surviving.
In the new land they were scattered like rocks, not mixing with the soil but, from time to time, settling on the fragments of other such cones from which they drew sustenance in order to preserve themselves and remain unchanged for as long as possible”.

 
Elizabeth Jolley (4 juni 1923 – 13 februari 2007)
Portret door Peter Kendall, 1986

Lees verder “Elizabeth Jolley, Apollon Maykov, Jacques Roumain, Charles Dickinson, Fritz Weber, Dana Bönisch”

Allen Ginsberg, Philippe Djian, Maarten van Buuren, Solomonica de Winter, Monika Maron, Larry McMurtry, Norbert Gstrein

De Amerikaanse dichter Irwin Allen Ginsberg werd geboren in Newark, New Jersey, op 3 juni 1926. Zie ook alle tags voor Allen Ginsberg op dit blog.

 

Howl (Fragment)

whole intellects disgorged in total recall for seven days and nights with brilliant eyes,
meat for the Synagogue cast on the pavement,
who vanished into nowhere Zen New Jersey leaving a trail of ambiguous picture
postcards of Atlantic City Hall,
suffering Eastern sweats and Tangerian bone-grindings and migraines of China under
junk-withdrawal in Newark’s bleak furnished room,
who wandered around and around at midnight in the railroad yard wondering where
to go, and went, leaving no broken hearts,
who lit cigarettes in boxcars boxcars boxcars racketing through snow toward lonesome
farms in grandfather night,
who studied Plotinus Poe St. John of the Cross telepathy and bop kabbalah because
the cosmos instinctively vibrated at their feet in Kansas,
who loned it through the streets of Idaho seeking visionary indian angels who were
visionary indian angels,
who thought they were only mad when Baltimore gleamed in supernatural ecstasy,
who jumped in limousines with the Chinaman of Oklahoma on the impulse of winter
midnight streetlight smalltown rain,
who lounged hungry and lonesome through Houston seeking jazz or sex or soup, and
followed the brilliant Spaniard to converse about America and Eternity, a hopeless
task, and so took ship to Africa,
who disappeared into the volcanoes of Mexico leaving behind nothing but the shadow
of dungarees and the lava and ash of poetry scattered in fireplace Chicago,
who reappeared on the West Coast investigating the FBI in beards and shorts with big
pacifist eyes sexy in their dark skin passing out incomprehensible leaflets,
who burned cigarette holes in their arms protesting the narcotic tobacco haze of
Capitalism,
who distributed Supercommunist pamphlets in Union Square weeping and undressing
while the sirens of Los Alamos wailed them down, and wailed down Wall, and the
Staten Island ferry also wailed,

 

 
Allen Ginsberg (3 juni 1926 – 6 april 1997)
James Franco (Allen Ginsberg) en Aaron Tveit (Peter Orlovsky) in de film “Howl”, 2010

Lees verder “Allen Ginsberg, Philippe Djian, Maarten van Buuren, Solomonica de Winter, Monika Maron, Larry McMurtry, Norbert Gstrein”

Wolfgang Cordan

 

De Duitse dichter, schrijver, vertaler, antropoloog en verzetsstrijder Wolfgang Cordan (pseudoniem van Heinrich Wolfgang Horn) werd geboren op 3 juni 1909 in Berlijn. De zoon uit een middenklasse gezin uit Berlijn studeerde klassieke filologie, filosofie en musicologie en sloot zich aan bij de George Kreis. Daarnaast was hij onder de indruk van Erich Mühsam, Bauhaus, Piscator en Brecht. Na de machtsovername door de nazi’s emigreerde Horn in februari 1933 naar Parijs, trad toe tot de surrealistische kringen en nam de naam Wolfgang Cordan aan. Hij schreef in die tijd vooral poëzie. Eind 1933 reisde hij naar Nederland, gaf leiding aan het viertalige tijdschrift Centaur, en raakte bevriend met Max Beckmann en Klaus Mann; aan de laatste droeg hij zijn eerste verhaal op. Tijdens de oorlog en de Duitse bezetting was Cordan actief in het Nederlandse verzet. Hij nam o.a. enkele joodse kinderen onder zijn hoede om ze te behoeden voor deportatie. Na de oorlog Cordan woonde in verschillende landen in Midden- en Zuid-Europa, en later in Mexico, waar hij de door de Europese veroveraars grotendeels verwoeste taal en het schrift van de Maya’s bestudeerde. Zijn onderzoeksresultaten worden als controversieel beschouwd. Evenzo controversieel is de mate van Cordans homoseksuele gerichtheid; in 1950 behoorde hij in ieder geval tot de auteurs van het internationaal populaire homo-tijdschrift Der Kreis.

Uit:Die Matte

 “Die Fahrt durch das verwüstete Rheinland war gespenstisch. Gleich am ersten Tage verirrten wir uns. Bei fallender Nacht befanden wir uns in Düsseldorf, was nicht gerade unsere Richtung war. Über Umleitungen und Notbrücken suchten wir den Weg nach Süden. Als wir das nächste Mal zwischen Trümmern festgefahren waren, erfuhren wir, wir seien in Bonn. Es war nun schon gegen Mitternacht. Unser Wagen hielt zwischen Ziegelpyramiden, den Ruinen vor Ur ähnlich. Nur dass diese Wüste belebt war: Sofort sahen wir uns von einer amorphen Menge umringt, die an dem offenen Wagen herumkletterte. Es war wie ein Angriff von Nachtameisen. Allerdings biss man uns nicht. Vielmehr bettelte man um Konserven und Zigaretten, um Schokolade. Man war zu Gegenleistungen bereit. Wir befanden uns auf einem ehemaligen Platz in einem Supermarkt der Liebe beiderlei Geschlechts. Wir lernten, dass wir für ein Päckchen Zigaretten Orgien feiern konnten. Es war vollkommen gespenstisch. Die Szenerie lag im Halbdunkel. Ich weiß nicht mehr, ob es irgendeine Straßenbeleuchtung gab. Ich erinnere nur, dass der Mond schien. Dann als wir dem dantesken Purgatorium entflohen waren und wieder auf der Rheinstraße waren, zeigte ich Max ein Haus. Es war in der Mitte durchgeschnitten. Am Straßenrand lag die eine Hälfte als sumerisch-babylonische Ziegelruine. Die andere Hälfte stand aufrecht. Im dritten Stock schwebte eine weiße Badewanne an der Kachelwand und ein Spiegel blinkte im Licht des Mondes.

 

 
Wolfgang Cordan (3 juni 1909 – 29 januari 1966)

Jim Knipfel, Marcel Reich-Ranicki, Sibylle Berg, Carol Shields, Jean Nelissen, Thomas Hardy, Markies De Sade

De Amerikaanse schrijver Jim Knipfel werd geboren op 2 juni 1965 in Green Bay, Wisconsin. Zie ook alle tags voor Jim Knipfel op dit blog.

Uit: Slackjaw: A Memoir

„I  didn’t have an answer to her question. I had begun to notice that my failing eyesight — which in the past had affected me only at night — now was affecting me in the daytime as well. I couldn’t cut it in physics, I couldn’t cut it at the University of Chicago. So here I was in Madison, at the University of Wisconsin, a nondescript state school that would admit autistics if they could pay the tuition, studying philosophy, which wouldn’t do me a damn bit of good in the future. Those facts weren’t reasons, either.
“Any possible reasons you could give me?”
I was in it now. I might as well try. “I guess you could say I’m a fuck-up.”
“Yeah?” Her voice dropped to a throaty whisper. She must have thought she was getting someplace, that she had finally broken through. “When was the last time you fucked up?”
“About five minutes ago, when I picked up the phone to call you.”
“That’s not very nice.” She was attempting to hold on to her sincerity.
“Sorry,” I said. I suppose I was, too, a little.
“Let’s try something else. Let’s turn things around. Tell me some of the things you like.”
I thought for a minute.
“I’m pretty hard-pressed to come up with anything just at this moment, ma’am.”
“C’mon, there must be something. You must have friends.”
“Nope.”
“None at all?”
“Nope”
“What about your family?” “My family’s cool. I’ve got nothing but kind things to say about them.”

 


Jim Knipfel (Green Bay, 2 juni 1965)

Bewaren

Lees verder “Jim Knipfel, Marcel Reich-Ranicki, Sibylle Berg, Carol Shields, Jean Nelissen, Thomas Hardy, Markies De Sade”

Joy Ladin

 

Onafhankelijk van geboortdata

De Amerikaanse dichteres, schrijfster en hoogleraar transgender-wetenschappen Joy Ladin werd geboren in Rochester, New York in 1961. Ladin was werd als jongen geboren en heette eerst Jay. Zij behaalde haar Ph.D. van Princeton University in 2000, haar MFA in Creatief Schrijven aan de Universiteit van Massachusetts. Amherst , in 1995 en haar BA van het Sarah Lawrence College in Yonkers, New York in 1982. Na haar eerste ambtstermijn in 2006 koos zij voor een geslachtsverandering, omdat zij toen wist dat haar baan veilig was. In 2007 veranderde zij haar voornaam van Jay naar Joy en liet zich scheiden van de moeder van haar kinderen na een huwelijk van meer dan twintig jaar. Na haar coming out stuurde de Yeshiva University haar met verlof. Tijdens haar verlof doceerde zij poëzie aan haar alma mater Sarah Lawrence College. In 2009 publiceerde Ladin de dichtbundel “Transmigration” onder de naam Joy. In 2012 publiceerde ze haar memoires “Through the Door of Life: A Jewish Journey Between Genders.” Ladin was finalist voor de 2009 Lambda Literary Award. Ze werd genomineerd voor de Pushcart Prize voor Poëzie en ontving een American Council of Learned Societies Fellowship.Jay Ladin is de eerste openlijk transgender professor aan een orthodox-joodse instelling. Zij bekleedt de David en Ruth Guttesman leerstoel in het Engels aan het Stern College for Women of Yeshiva University.Zij heeft twee dochters en een zoon.

 

Loving Him

The lost father smiles down
From the snapshot summer
Where his children can always find him,
A past they try to see as a future
In which he has shed
The terrible skin
No one who loved him
Can bear to call his, least of all his children
Whose universe hangs
On the nail of the man
Dissolving before their eyes
Into a woman
Calling their names
In a voice they could only stand
When they didn’t realize
It was speaking to them
As though in the loss
Of the man they loved
Love were traveling toward them.

 

 


Joy Ladin (Rochester, 1961)