Nyk de Vries, Jimmy Santiago Baca, David Shapiro, André Aciman, Look J. Boden, Anton van Duinkerken, Hans Herbjørnsrud

De Nederlandse dichter Nyk de Vries werd geboren in Noordbergum op 2 januari 1971. Zie ook alle tags voor Nyk de Vries op dit blog.

 

Natuur

Het beeldscherm had me dusdanig geconditioneerd dat ik soms, wanneer ik een boek las, een ouderwets boek, ik in een van de hoeken keek hoe laat het was, Eens, toen ik door de natuur liep, merkte ik dat ik wegdroomde en met mijn hand probeerde de flora en fauna weg te klikken, Een paar maanden geleden op een feestje, tijdens de karaoke, legde een expert me uit dat het niet heel lang meer hoefde te duren voor het zover was. Hij huilde toen hij het me vertelde. Hij hield ervan, van die gekke ouwe natuur.

 

Goedkoop

Dure woorden zeiden me niks. Ik hield van de goedkope metafoor: een woeste man die in zijn leven een rivier volgt en aan het eind ervan uitkomt bij de zee. Ik was sowieso een goedkoop type. Ook in de liefde moest het altijd voor een prikje. Ik ging met vrouwen die zelf ook weinig uittrokken voor hun liefdesleven. En wanneer ik het toch een keer duur speelde, wanneer ik toch eens een kast van een huis binnendrong, dan doorzagen de lui van de beau monde me al snel. Ze merkten dat ik ver-kleed ging, zodat ik zonder pardon weer naar buiten werd getrapt. Ik was een aap – iemand uit de natuur. Nog steeds eigenlijk.

 

 
Nyk de Vries (Noordbergum, 2 januari 1971)

Lees verder “Nyk de Vries, Jimmy Santiago Baca, David Shapiro, André Aciman, Look J. Boden, Anton van Duinkerken, Hans Herbjørnsrud”

Peter Redgrove, Christopher Durang, Jean-Bernard Pouy, Isidoor Teirlinck, Gerhard Amanshauser, Luc Decaunes

De Britse dichter Peter William Redgrove werd geboren op 2 januari 1932 in Kingston upon Thames, Surrey. Zie ook alle tags voor Peter Redgrove op dit blog.

 

The Curiosity-Shop

It was a Borgia-pot, he told me,
A baby had been distilled alive into the pottery,
He recommended the cream, it would make a mess of anybody’s face;
My grief moved down my cheeks in a slow mass like ointment.

Or there was this undine-vase, if you shook it
The spirit made a silvery tinkling inside;
Flat on the table, it slid so that it pointed always towards the sea.
A useful compass, he said.
I could never unseal this jar, tears would never stop flowing towards
the sea.

Impatiently he offered me the final item, a ghoul-sack,
I was to feed it with rats daily unless I had a great enemy
Could be persuaded to put his head inside;
That’s the one! I said.
That’s the sackcloth suit sewn for the likes of me
With my one love’s grief, and my appetite for curiosity.

 

 
Peter Redgrove (2 januari 1932 – 16 juni 2003)

Lees verder “Peter Redgrove, Christopher Durang, Jean-Bernard Pouy, Isidoor Teirlinck, Gerhard Amanshauser, Luc Decaunes”

Ulrich Becher, Ernst Barlach, Blaga Dimitrova, Wilhelm Bölsche, Paul Sédir, Philip Freneau

De Duitse schrijver Ulrich Becher werd geboren op 2 januari 1910 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Ulrich Becker op dit blog.

Uit: Murmeljagd

„Wissen Sie, Gnädige Frau, es hat wirklich gar keinen Sinn, sentimental zu sein.«
Der Spruch war nicht von mir. Nur eine Floskel aus dem Puppenspiel KASPERL UND DIE BÜRGERLICHE KRAPFENBÄCKERSWITWH. Floskel, die an sich witzlos, vom Kaspcrl gcquäkt und aus der besondren Situation heraus gebracht, stets ein Lacherfolg gewesen war im Wiener Prater-Kasperltheater des Professors Salambutschi: auf halbem Weg etabliert zwischen KOLARIK’S SCHWEIZERHAUS und der NEUEN GEISTERBAl-IN.
Wissen Sie, Gnädige Frau, es hat wirklich gar keinen Sinn, sentimental zu sein-, quäkte ich an diesem verfluchten Abend Ende Mai, was für ein Mai ? wieso nannte sich das Mai? Hatte mit meinem sehstarken Aug den Felsblock am Uferpfad erspäht, Klippe, deren Überhang wie ein Sprungbrett aufs fast unsichtbare Wasser hinauszackte, und die weißliche Erscheinung, das konnt ihr safrangclbes Trikotkleid sein, sie hatte noch ein hellblaues mit, aber heut abend das gelbe angehabt, als sie sich Auf Englisch von der Acla Silva verdrückt hatte. Ich war die Klippe angesprungen mit allen vieren und am kaltglitschigen Stein abgerutscht und hatte mir die rechte llandfläehe leicht geschranunt und das linke Knie leicht geprellt und mich in kaltsehwammiges Moos gekrallt und emporgezogen und war auf Knien zum >Sprungbrett< vorgerutscht, im geprellten Knie rauhen Schmerz, der nicht schmer7te, und hatte etwas Rund-Weich-Kaltes, etwas wie einen halberlrorenen Pfirsich, ertastct, die Wange der Frau, und mit beiden Armen die apathisch Kauernde umpackt und gekeucht. Und das kaltfeuchte Schauern aus dem lichtlosen Wasser und das maschinengewehrartige Tacktack fliegenden Pulses, das in meiner Stirnnarbenmulde klopfte, und der Schweiß, unter meinem Hemd niederkitzelnd, und die rauhe Quikstimme, die mir selber fremd klang, wie verstellt, wie die des Puppenspielers Prof. Salambutschi:
„Wissen Sie wirklich, Gnädige Frau, sentimental zu sein, das hat doch gar keinen Sinn. Weil die – weil d-i-e den Maxim Grabscheidt in Dachau umgebracht haben, deswegen wollen S-i-e ins eiskalte Wasser gehn wie eine geschwängerte Dienstmagd aus einem Dreigroschenroman von anno Schnee?“

 

 
Ulrich Becher (2 januari 1910 – 15 april 1990)

Lees verder “Ulrich Becher, Ernst Barlach, Blaga Dimitrova, Wilhelm Bölsche, Paul Sédir, Philip Freneau”