Sarah Kirsch, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff, Jan Luyken

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

Fahrt II

3
Arme Erde rußschwarz und mehlig
Schöne Gegenfarbe von Schwertlilien, die blau
Und mit seidig geäderten Blüten
In letzter Sonne stehn, das geht vorbei
Neue Bilder drehn sich der Zug ist so langsam
Daß ich die Pflanzen benennen kann
Jetzt die Robinien Weißes und Grünes Duft
Oder liegt auf den Pfennigblättern
Geriesel vom Kalkwerk

4
Die Fahrt wird schneller dem Rand meines Lands zu
Ich komme dem Meer entgegen den Bergen oder
Nur ritzendem Draht der durch Wald zieht, dahinter
Sprechen die Menschen wohl meine Sprache, kennen
Die Klagen des Gryphius wie ich
Haben die gleichen Bilder im Fernsehgerät
Doch die Worte
Die sie hörn die sie lesen, die gleichen Bilder
Werden den meinen entgegen sein, ich weiß und seh
Keinen Weg der meinen schnaufenden Zug
Durch den Draht führt
Ganz vorn die blaue Diesellok

 

Ausflug

Ach Vogel, fremde Pfeifente, verirrt im Springbrunnenteich, sag nicht
Daß ich das nicht kann:
Nachts besteig ich den Nylonmantel, bezahl
Die Helfer im voraus mit Knöpfen, flieg einfach los
Nicht schlechter als du, Graufedrige
Die Sterne, Poren in meinen Flügeln
Umtanzen den kleinen Mond in der Tasche
Wind in den Ä
rmeln hebt mich in maßlosen Schornsteinruß
Ich häng überm Land, seh nichts vor Nebel und Rauch
Fort reißts mich über den F
luß, die aufrechten Bäume, den Tagebau
Hier werf ich scheppernd Ersatzteile ab – bloß so, die
Brauchen sie immer, du, Vogel, pfeif nicht, ich singe, da trägts mich
Schwarz von der Arbeit des Fliegens bis in die Vorstadt
Durchs Fenster fall ich in weiße Decken
Kissen gefüllt mit Entendaunen (hüte dich, fremder Vogel)
Und mein Freund, der Schmied aus dem Rauchkombinat
Gibt mir ein duftendes Seifenstück

 
Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

Lees verder “Sarah Kirsch, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff, Jan Luyken”

Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov

De Duitse dichter en schrijver Rolf-Dieter Brinkmann werd geboren op 16 april 1940 in Vechta. Zie ook alle tags voor Rolf-Dieter Brinkmann op dit blog.

EINEN JENER KLASSISCHEN

schwarzen Tangos in Köln, Ende des
Monats August, da der Sommer schon

ganz verstaubt ist, kurz nach Laden
Schluß aus der offenen Tür einer

dunklen Wirtschaft, die einem
Griechen gehört, hören, ist beinahe

ein Wunder: für einen Moment eine
Überraschung, für einen Moment

Aufatmen, für einen Moment
eine Pause in dieser Straße,

die niemand liebt und atemlos
macht, beim Hindurchgehen. Ich

schrieb das schnell auf, bevor
der Moment in der verfluchten

dunstigen Abgestorbenheit Kölns
wieder erlosch.

 
Rolf-Dieter Brinkmann (16 april 1940 – 23 april 1975)

Lees verder “Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov”

Thomas Olde Heuvelt

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Toen hij drie jaar oud was, overleed zijn vader. Zijn moeder heeft hem en zijn zuster sindsdien alleen opgevoed. Sinds 2007 woont hij in ‘s-Hertogenbosch. Olde Heuvelts roman HEX (2013) speelt zich af in Beek, een dorpje in de gemeente Berg en Dal waar hij opgroeide, vlakbij Nijmegen. Daar doorliep hij het gymnasium van het Canisius College. Als kind was Olde Heuvelt fan van de boeken van Roald Dahl en Paul van Loon, en in zijn tienerjaren las hij het gehele oeuvre van Stephen King, H.P. Lovecraft en Tolkien. Pas later, tijdens zijn studie aan de Radboud Universiteit Nijmegen waar hij Amerikaanse literatuur studeerde, kwam hij in aanraking met auteurs als Jonathan Safran Foer, Carlos Ruiz Zafón, Neil Gaiman en Yann Martel, die naar eigen zeggen zijn horizon hebben verbreed en ervoor hebben gezorgd dat onder andere magisch realisme een grote invloed heeft gekregen op zijn schrijven. In 2002 verscheen Olde Heuvelts debuutroman “De Onvoorziene” bij uitgeverij Intes International. Hij schreef het manuscript hiervoor op zestienjarige leeftijd. Twee jaar later verscheen het vuistdikke “PhantasAmnesia”, een bovennatuurlijke thriller met waarin hij horror met humor en satire combineert. Als eregast op het jaarlijkse fantasyevenement de Elf Fantasy Fair, werd hij in 2005 opgemerkt door Jacques Post, uitgever van Luitingh-Sijthoff (Stephen King, George R.R. Martin en Dan Brown). Hier brak Olde Heuvelt in 2008 door met zijn derde roman “Leerling Tovenaar Vader & Zoon”. Olde Heuvelt won tweemaal de Paul Harland Prijs voor beste Nederlandstalige fantastische verhaal (2009 en 2012), hij was jurylid voor de Paul Harland Prijs en de Unleash Award, en redacteur voor Duistere Parels (2006) en [Re]writing History (2013). Met zijn boek “Harten Sara” (2011) week hij af van de genreliteratuur en schreef hij een psychologische coming-of-age roman met magisch-realistische invloeden, over een meisje met asperger. Met “HEX” (2013) keerde Olde Heuvelt weer terug naar zijn roots van de griezelliteratuur. HEX was de bestverkochte nieuwe fantasyroman van de eerste helft van 2013. Olde Heuvelts verhaal “De jongen die geen schaduw wierp” werd vertaald door Laura Vroomen als “The Boy Who Cast No Shadow” en werd in 2013 genomineerd voor de prestigieuze Hugo Awards, waarmee Olde Heuvelt de eerste en enige Nederlander is die voor een Hugo Award is genomineerd.

Uit: HEX

“Stefan de Graaf kwam juist op tijd om de hoek van het parkeerterrein achter de Nico de Witt-supermarkt gerend om te zien hoe Katharina werd overreden door een antiek draaiorgel.
Even leek het een optische illusie, want in plaats van dat de vrouw achterover op straat werd geworpen, loste ze op in krullend houtsnijwerk, gevederde engelenvleugels en chroomkleurige orgelpijpen. Het was Martijn Winkel die het orgel aan de koppelingsas achteruitduwde en op aanwijzing van Loes Krijgsman tot stilstand bracht. Hoewel er niet eens een bons had geklonken toen Katharina werd geraakt en er geen druppel bloed vloeide, kwamen er overal vandaan mensen toegesneld met de urgentie die dorpelingen nu eenmaal tentoonspreiden bij een ongeluk. En toch liet niemand zijn of haar big shopper vallen om te hulp te schieten… want als de Bekenaren iets hoger in het vaandel hadden staan dan urgentie, was het wel een afwachtende houding.
‘Niet te dichtbij,’ riep Martijn met uitgestoken hand tegen een klein meisje dat weifelend naderbij was gekomen, niet gelok ‘t door het bizarre ongeluk, maar door de pracht van het gevaarte. Op hetzelfde moment begreep Stefan dat het helemaal geen ongeluk was. In de schaduw onder het draaiorgel zag hij twee smoezelige voeten en de bemodderde zoom van Katharina’s jurk uitsteken.
Hij glimlachte meewarig: dus toch een illusie. Twee tellen later schalde de Radetzkymars luidkeels over het parkeerterrein.
Hij hield zijn pas in, moe maar uiterst voldaan, bijna aan het eind van zijn grote ronde: vierentwintig kilometer door de Ooijpolder, via Duitsland naar Millingen en terug over de dijk. Het gaf hem een goed gevoel, en niet alleen omdat hardlopen de ideale manier was om de spanningen van een lange dag met colleges op het Radboud uit zijn lijf te krijgen. Vooral de heerlijke buitenBeekse nazomerbries die door zijn longen wervelde en de geur van zijn zweet naar noordelijker streken voerde, bracht hem in een opperbeste stemming. Het was iets mentaals natuurlijk, want met de lucht in Beek was niets mis. .. niets wat met experimenten kon worden geduid, althans.”

 
Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)