Bij de Tour de France
De Franse wielrenner Thomas Voeckler pakt een flesje water in de Tour van 2016
Uit: De Ereronde van de Eland
“De vluchter oogt onrustig. Hij kijkt om, minder dan voorheen, maar met evenveel wanhoop in zijn ogen. Achter zich ziet hij slechts een weg met platanen aan weerszijden. De schaduwen van de bomen worden korter. De zon klimt. Het is lunchtijd. Toeschouwers langs de kant van de weg halen stokbroden uit rugzakken en openen de koelboxen.
Dit is zomer in Frankrijk. Zon, eindeloze rijen platanen, baguettes met smeltende La vache qui rit en de Tour. De Tour is meer dan een wielerwedstrijd. De Tour, dat is chaos, hectiek en publiek. Dat is drie weken feest in ieder dorp dat wordt aangedaan. Dat is de burgemeester in zijn beste pak, de vrouw van de slager in haar mooiste bloemetjesjurk en gratis pastis in het café op de hoek. En hordes toeristen uiteraard. De Tour is van Frankrijk, maar ook een beetje van de rest van de wereld. Behalve de Franse driekleur wapperen er Duitse vlaggen, Vlaamse Leeuwen, Friese pompeblêdden, Noorse rood-blauwe kruizen, Amerikaanse stars and stripes en Kazakstaanse zonnen. Drie weken lang heeft de wereld twee wielen.
De vluchter steekt zijn hand op naar de wedstrijdjury en wijst naar zijn bidon. Een motor met drinkbussen op de bagagedrager komt naast hem rijden. De koploper vist een bidon uit het rekje. Hij schudt de drinkbus even voordat hij hem aan zijn mond zet. Neemt een slok en trekt een vies gezicht. Spuugt en gooit de bidon in de berm. Een paar kinderen en een volwassen man duiken erbovenop.”
Thijs Zonneveld (Sassenheim, 28 september 1980)