De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.
A la très pieuse
Bij stilte. Bij regen en zon, het luiden van
klokken. Wanneer in duisternis een kaars
wordt aangestoken en jij een kruis slaat.
Bij sterfte en geboorte. Bij overdaad.
Bij god en bij duivel, zo ontsluit jij de dagen:
met vingervlugge kruistekens. Regenspatjes
op een vijver. Alsof je uit je lichaam draadjes
plukt waarmee je aan de hemel werd geregen.
Laat ons over het lijden zwijgen (het lijden
is link en reusachtig en heeft een eigen stem).
Dit mag genoeg zijn: de kinderlijke verbazing
en het kruis op je lippen, je borsten, je lippen.
Terug naar Eden
Een gifgroene tuin, de mieren, de maden,
een leistenen cirkel en het spietsen van de grond
met afgerukte takken, de van kippenbloed dronken,
daverende bodem en de grote, grijze man
met de bijl.
Ik dank je, grote, grijze man: het was
een wonderlijke, groene tuin, onze tuin,
een paradijs met bloedfonteinen. Ik doopte
twijgjes in rode plassen en was
een lachende kleuter.
En hier, waar het gras wat geler is: hier
stookte ik de eerste vuurtjes, verbrandde
droge, krakende bladeren, later alles
wat ik vinden kon. Hier was niets
dat bloemen droeg.
Ontbijtintimiteiten (ochtendfruit)
Met een frambozenmondje nip je van
een kopje groene thee, tevreden wip
je zachtjes op het topje van je stoel,
had je niet liever wat gebleven, ik
bedoel, wij tweeën in het beddengoed?
Jij likt de honing, ik de ochtendgloed
die de zondagmorgenzon lachend
in je haren spelen laat – mijn hand
strijkt doorheen de restjes slaap die daar
nog stiekem kleven: clandestiene sterren.
Maar zoveel aandacht doet je blozen, dus
gooi ik maar wat vrolijk ochtendfruit:
een fraaie donkerrode kersenregen,
een appel en een drietal abrikozen.
Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)