Ready for Silence (Madeleine L’ Engle)

 

Bij de eerste zondag van de Advent

 

 
Edinburgh Christmas Market door Paul Pacey, 2012

 

Ready for Silence

Then hear now the silence
He comes in the silence
in silence he enters
the womb of the bearer
in silence he goes to
the realm of the shadows
redeeming and shriving
in silence he moves from
the grave cloths, the dark tomb
in silence he rises
ascends to the glory
leaving his promise
leaving his comfort
leaving his silence

So come now, Lord Jesus
Come in your silence
breaking our noising
laughter of panic
breaking this earth’s time
breaking us breaking us
quickly Lord Jesus
make no long tarrying

When will you come
and how will you come
and will we be ready
for silence
your silence

 

 
Madeleine L’Engle (29 november 1918 – 6 september 2007)
Kerstmarkt in New York, de geboorteplaats van Madeleine L’Engle

 

Zie voor de schrijvers van de 3e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Hendrik Conscience, Joseph Conrad, Herman Heijermans, Grace Andreacchi, Ugo Riccarelli

De Vlaamse schrijver Henri (Hendrik) Conscience werd geboren in Antwerpen op 3 december 1812. Zie ook alle tags voor Hendrik Conscience op dit blog

Uit: Bavo and Lieveken

“Dat groote huis met zijne honderden vensters, dat men ziet van op de Watermolenbrug te Gent, is de katoenfabriek van mijnheer Raemdonck.
Alhoewel het daglicht reeds vermindere is er alles nog in de volle, drukke werkzaamheid; het logge gebouw davert op zijne grondvesten onder de zwoeging der mekanieken, die de stoomkracht in zijn binnenste doet leven.
Het is vooreerst de Duivel, dat machtig tuig, waarin het katoen wordt geklopt, geschud en gefolterd, totdat het alle onreinheid heeft verloren; dan de koorden, de rektuigen en de lantaarnen of draaiende potten, die altezamen de boomwol in vlokkig sneeuw veranderen, ze mengen, ze verdeelen en ze bereiden, om door de spintuigen tot haarfijne draden te worden herschapen; de scheer- en boommolens, en eindelijk de getouwen der wevers en de banken der spinners met hunne ontelbare spillen en bobijnen.
Alles boven en beneden beweegt, loopt of slingert met koortsige snelheid; het is eene oneindigheid van rollende assen, van wentelende wielen, van knarsende radertanden, van vluchtende riemen, van wandelende spinmolens, van draaiende spillen.
Uit elke beweging ontstaat een gerucht, dat zich met de duizenden andere geruchten vermengt tot een donderend gebruis, tot een zenuwtergend geraas, zoo aanhoudend en zoo vol, dat het de denkingskracht van den toevalligen bezoeker inzwelgt en hem duizelig maakt gelijk het geloei der losgebrokene winden op eene woedende zee.
Terwijl het ijzer en het vuur hier alles met hun leven en met hunne stem vervullen, dwaalt de mensch als een sprakeloos en spookachtig wezen tusschen de reusachtige tuigen, die zijn vernuft heeft geschapen.
Er zijn mannen, vrouwen, kinderen in menigte; zij letten op den gang der raderwerken, zij hechten de gebrokene draden aaneen, zij brengen katoen of bobijnen aan, en geven onophoudend voedsel aan het duizendledig, monster, dat de stof met onverzaadbaren honger schijnt te verslinden.
Ziet, hoe mannen en vrouwen schier aandachteloos tusschen de raderwerken heen- en wedergaan; hoe de kinderen onder de spinmolens doorkruipen! En nochtans, dat een riem, een tand, één van al die draaiende dingen hunnen kiel, hun kleed of slechts hunne mouw aangrijpe….. en het onverbiddelijk ijzer zal hunne leden afrukken of hun lichaam vermalen, en het niet loslaten, vóórdat het, ginder verre, als een onkennelijke klomp weder uitgeworpen worde. Ach, hoevele onvoorzichtige werklieden zijn dus verminkt of verslonden geworden door de barsche, zinnelooze kracht, die geen onderscheid kent tusschen katoen en menschenvleesch!”

 

 
Hendrik Conscience (3 december 1812 – 10 september 1883)
Antwerpen in de Adventstijd

Lees verder “Hendrik Conscience, Joseph Conrad, Herman Heijermans, Grace Andreacchi, Ugo Riccarelli”

France Prešeren, F. Sionil José, Franz Josef Degenhardt, Jules Claretie, Ludvig Holberg

De Sloveense dichter en schrijver France Prešeren werd geboren op 3 december 1800 in Vrba. Zie ook alle tags voor France Prešeren  op dit blog en ook mijn blog van 3 december 2010.

 

A Wreath of Sonnets (5/14)    

They come from where no man can sunshine find –
Not from those regions by your glance caressed,
Where all the cares of this world are at rest,
And sweet oblivion follows close behind;

Where joy reigns with a fullness scarce divined,
And vanished are the conflicts that distressed;
Where song springs from an overflowing breast
With sweetest harmonies of every kind;

Where nursed by pure love, grow the fairest flowers,
Luxuriant in beauty and in grace,
As though kissed by the breath of vernal hours.

My songs that praise you come from no such place;
They grew untouched by any friendly powers,
Unblest by soothing winds of warmer days.

 

A Wreath of Sonnets (6/14)    

Unblest by soothing winds of warmer days,
My songs remain, since from you, haughty maid,
They never won the word that might be said –
The word that neither saddens nor dismays.

As you were bred upon the German phrase,
Like many a Slovene girl, they were afraid
That from such flowers on our Parnassus laid
With cold disdain you would avert your gaze.

Our Muses were not loved in our own land:
They were but spinsters doomed to lonely ways,
While foreign beauties won both heart and hand.

Like flowers that bud within the glacier’s maze,
Our songs are sparse, as though by nature banned,
Above them savage peaks the mountains raise.

 

 
France Prešeren (3 december 1800 – 8 februari 1849)
Portret door Bozidar Jakac, 1948

Lees verder “France Prešeren, F. Sionil José, Franz Josef Degenhardt, Jules Claretie, Ludvig Holberg”

Kristina Sandberg

De Zweedse schrijfster Kristina Sandberg werd geboren op 3 december 1971 in Sundsvall en groeide op in het noorden van Zweden. Tegenwoordig woont zij in Stockholm. Ze is psychologe en debuteerde in 1997 als schrijfster met “I vattnet flyter man”. Ze won o.a. de Augustprijs en de Svenska Dagbladet literatuurprijs voor de lijvige trilogie over het leven van Majs. In 2017 verscheen de roman “Zorgen voor het gezin.” Deze roman is het tweede deel van de Maj-trilogie, de grote doorbraak van Sandberg. Eerder dat jaar werd het eerste deel gepubliceerd: “De komst van een kind”. Sandbergs romans draaien om de kleine details van het dagelijks leven, over generaties van vrouwen en het gezinsleven in de verzorgingsstaat vanaf de late jaren 1930 tot de jaren 1970.

Uit: Leven tot elke prijs (Vertaald door Jasper Popma en Webdy Prins)

“Stockholm, 1953
Als iemand verdwenen is, wanneer neem je dan contact op met de politie? Maj weet het niet Ze staat in de nette, anonieme hotelkamer met de dubbele gordijnen – de zware gesteven beige van gebloemd cretonne plus de dichtgetrokken witte vitrages – zijn ze wat gelig van de nicotine?Nubenje weduwe. Nee! Tenue komt zo. Zacht geruis van de waterleiding – een nachtbraker is nog wakker. Even voor enen. Ga naar bed, Maj. Rust een poosje. Ze kan nu toch niet slapen. Kan zich er zelfs niet toe zetten tegen het hoofdeinde te gaan zitten. Hoort ze haar hart bonken? Het plakkerige gesmak van haar tong tegen het gehemelte. Haar tanden. Drink een glas water. Dat zal ze doen. Een koud glas water halen bij de kraan in de badkamer. Maar dan klinkt er geklop op de deur. Een ritmisch roffeltje. Ze haast zich ernaartoe, doet open. Lasse en Anita. Als kleine kinderen in pyjama en nachtjapon – ze lijken zoveel jonger dan hun elfen net veertien jaar – is papa al terug? We kunnen niet slapen… Maj schudt haar hoofd. Zegt dat ze wel bij haar mogen komen. Dat zij ook wakker is. Ze haalt de sprei van het tweepersoonsbed, slaat beide dekbedden open, waarop Lasse meteen op het matras begint te springen zodat de veren doorbuigen – ze had Anita en Lasse zich toch maar gereed laten maken voor de nacht – misschien was het dom van haar om ze naar hun eigen kamer te sturen om daar te gaan slapen. Ze wilde alles graag normaal laten lijken. Hun het vertrouwen geven dat papa gauw terug zou zijn. Als hij al komt. Hou op, Lasse – en hij stopt met springen zodra Anita er iets van zegt Maj gaat in de leunstoel zit-ten – moet ze de lamp op het bureau echt aan laten – ga nu slapen,
maant ze hen, ze pakt een sigaret, strijkt een lucifer af. Wees zuinig met de sigaretten, wat doe je als ze op zijn? Ze heeft niet eens genoeg contanten voor een pakje rookwaar. Snel drukt ze hem uit in de as-bak, stopt de amper gerookte sigaret terug. Tomas is in elkaar gesla-gen. geroofd van zijn portefeuille. Ligt ergens gewond zonder dat ze zijn identiteit kunnen achterhalen. Misschien lopen mensen hier wel ge-woon langs iemand die mishandeld is. Of ?Wat zou anders de reden zijn dat hij haar en de kinderen alleen op een hotelkamer in de hoofdstad achterlaat? Pas als ze gaat verzitten in de leunstoel, merkt Maj hoe hard ze haar dijen tegen elkaar drukt. Adem. Ontspan. Lacht zeeven? Ze slaat opnieuw haar ene been over het andere, haakt haar voet achter haar enkel.”

 
Kristina Sandberg (Sundsvall, 3 december 1971)