De Vlaamse dichter en essayist Stefaan van den Bremt werd geboren in Aalst op 12 oktober 1941. Zie ook alle tags voor Stefaan van den Bremt op dit blog.
Signalement
Dit is mijn enige volstrekte daad:
dat ik geboren ben.
Waarbij ik ongetwijfeld
schreeuwde als vermoord;
zoals het hoort.
Nadien gaf men mij namen.
Of ik alsnog dingen deed sindsdien
door eigen toedoen, is mij niet duidelijk.
Ik weet: ik leef: dit is van mij.
Zodoende heb ik leren zwijgen.
Ik kan zelfs zwijgen als ik spreek.
Ik ben niet eens meer in mijn eigen
woorden als ze je bereiken.
Het is geen gein:
Ik ben niet hier. Er is
van bij ’t begin
dit grandioos misverstand.
Zeg mij zijn zin.
Ik wacht nog steeds op het appèl
waarop ik mij aanwezig meld.
En schrijf, in afwachting,
wijl ik verblijf
ondergetekende, met alle achting.
Ars Poetica
Zo lokt een zoemtoon ook de dar.
En raakt de radar in de war,
ik weet op verre lippen woorden
besterven terwijl ik verstar.
1
Noem mijn muze koel. Zij denkt
haar schone voorhoofd in één
rimpel. Hoe nadrukkelijk grift
het denken in dat gladde vel!
Zij lijkt soms geheel afwezig.
Geen steek te zien. Geen woord
te horen. O mijn muze, blinde,
dove gedachte die zingen wil!
2
Warm en koud speelt ze, spelt
een alweer wijkende zin, brandt
haar vingers aan betekenis, klinkt
ze eraan vast – zo hecht als
wijze bijen aan hun koningin.
Mede klink ik, in haar zwerm-
cel gevangen, en dan komt het
loze lezertje dat honing wil.
De Amerikaanse dichter, criticus en vertaler Robert Stuart Fitzgerald werd geboren op 12 oktober 1910 in Springfield, Illinois. Zie ook alle tags voor Robert Fitzgerald op dit blog.
Midzomer
De adolescente nacht, het zuchtje wind van de stad,
Verandaschommels en gefluister, esdoornbladeren die onzichtbaar
Maanlicht stiller verspreiden dan een dode man
Na het lied van de sprinkhaan. Deze huizen waren van mij
En zijn het nu voor altijd niet, deze op de trappen
Kinderen, denk ik, zijn naar veel plaatsen verhuisd,
Verloren tussen stille jaren, en zo vreemd bekend.
Deze zaak is goed beëindigd. Als in het donker
De vuurvlieg oplichtte en daarin weer wegzonk,
Hoewel iemands hand hem opving, het natte gras
Bood geen rustplaats meer. Vanuit hoeken van het gazon
Wapperen de schemer-witte jurken en zijn verleden tijd.
Voordat we naar bed gingen, waren er dingen te zeggen,
Herinneringen aan boomschors, krekels en de eerste ster…
Daarna, en toen de somberheid van de tijd
Van de zomer af verstreek,
Hier in een vreemd land,
Schiep ik mijn perfecte angsten en bloem van gedachten:
Omdat de slaap niet langer snel komt in de armen van smart,
Zijn herhalingsbezoeken handig bij een hoest,
En er is iets dat ik nog een keer zou zeggen-
Als ik het niet voor altijd had gezegd, als er tijd was.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e oktober ook mijn blog van 12 oktober 2018 en ook mijn blog van 12 oktober 2017.