Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.

Uit: Maanlicht van een andere planeet

“Louis Tinner was weduwnaar en kinderloos. Z’n vrouw en z’n zoon waren verongelukt met de auto. Z’n vrouw was bezig z’n zoon te leren rijden. Hij was geen goede leerling. Hij miste een bocht en reed rechtdoor tegen de muur van een pastorij. De pastoor hoorde de klap, kwam naar buiten gelopen, struikelde, en stootte z’n hoofd hard tegen een plavuis. Hij overleefde, maar de vrouw en de jongen in de auto niet. Van de vrouw was de nek gebro-ken, van de jongen ook. Twee gebroken nekken, dacht Tinner wel eens, wie had het kunnen denken? Hij woon-de nu alleen in de ruime flat boven een restaurant in de Burgstraat. Hij was al een aantal jaar een zestiger. Hij vond z’n leeftijd prima, in die zin dat hij er zich niks van aantrok hoe oud hij was. Als iemand hem ernaar vroeg, zei hij: ‘Ik ben zesenvijftig, zoals de broer van Jezus toen hij stiert’ Er werd dan gezegd: ‘Jezus had toch geen broer?’, en dan zei Tinnen `Je hebt gelijk, Jezus had geen broer.’ Het kon hem nooit schelen wie gelijk had, hij of iemand anders. Op een dag stond hij bij het graf waarin zowel z’n vrouw als z’n zoon begraven lag. Noch z’n vrouw noch z’n zoon had ooit uitsluitsel gegeven omtrent begraving of crematie, en Tinner had hen dan maar ter aarde laten bestellen. Hij hield niet van crematie, het was een parodie op de menselijke brandbaarheid. Hij stond bij dat graf, en keek naar de fotootjes die aan de zerk beves-tigd waren. Z’n vrouw was aantrekkelijk geweest, en z’n zoon had op haar geleken. Hij had veel succes bij de meis-jes gehad. Soms belde zo’n meisje aan de deur, en als Tin-ner opendeed, vroeg ze naar z’n zoon. Dan zei Tinnen `Hij is niet thuis, hij is een dode kanarie gaan kopen.’ Het meisje ging altijd meteen weer weg. Wat moest ze an-ders? Tinner nodigde haar niet uit om naar binnen te ko-men. Hij wist niet wat hij met een meisje in z’n huis moest aanvangen. Hij kon haar de kop inslaan, dat wel. Maar dat zorgt voor veel gedoe. Op den duur zou er nog politie bij te pas komen ook. Tinner stond bij het graf, keek naar de fotootjes, en mompelde: ‘Ik heb vanochtend een boter-ham met oude kaas gegeten, het is maar dat jullie het we-ten. Excuus dat ik geen bloemen heb meegebracht, de bloemenhandelaar is met vakantie. Hij is gaan windsurfen op de Povlakte. Een kogel tussen z’n ogen zou nog te goed voor hein zijn. Zo, hier liggen jullie dan. Ik was hier vorige week ook al, en toen dacht ik ineens: wat sta ik hier in godsnaam te doen? Ik had buikpijn op de koop toe. In zo’n geval ga je algauw weer weg. Maar nu ben ik er weer. En weer ga ik weg. Tot de volgende keer.’ Hij verliet het kerkhof. Die buikpijn, daar was iets mee.”

 

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Tadeusz Różewicz op dit blog.

 

poëzie neemt niet altijd
de vorm aan
van een gedicht

na vijftig jaar
schrijven

kan poëzie zich
aan de dichter
openbaren
in de gedaante van een boom
een wegvliegende
vogel
licht

ze voegt zich
naar de mond
nestelt zich in het zwijgen

of leeft verstoken van vorm en inhoud
in de dichter

 

Vertaald door Gerard Rasch

 

Tadeusz Różewicz (9 oktober 1921 – 24 april 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e oktober ook  mijn blog van 9 oktober 2018 en ook mijn blog van 9 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 9 oktober 2016 deel 2.