De Nederlandse schrijver, journalist en redacteur Peter Buwalda werd geboren in Blerick op 30 december 1971. Zie ook alle tags voor Peter Buwalda op dit blog.
Uit: Otmars zonen
“Maar dan is er dus Otmar Smit uit Venlo. Wanneer de man Dolfs moeder komt ophalen voor de nieuwe James Bond of voor een cabaretvoorstelling in de Maaspoort, brengt hij altijd iets voor hem mee, meestal een bouwpakket dat precies in de roos is, het goede vliegtuig, de goede schaal, de goede wereldoorlog. Een keer blijft hij een hele zondagmiddag in de flat om Dolf aan de eettafel waarop ze kranten hebben uitgespreid voor te doen hoe je een Vickers-tweedekker opschildert. De verf zit in begeerlijke miniblikjes die Otmar koopt in een winkel in Venlo waarvan zijn moeder het bestaan niet eens vermoedt. Ze voeren ernstige gesprekken over welke lijm de beste is, uit een tube of uit een potje, en ook over de vliegtuigen zelf, of de boordmitrailleur van de schots en scheve Vickers al tussen de propellers door schoot, of de Sopwith Camel die aan visdraad boven zijn bureau hangt een beetje wendbaar was – zaken waarvoor je bij vaders moet zijn, ziet hij in.
Zonder twijfel heeft zijn moeder al eerder aanbidders gehad. De stroopwafelboer op de markt snijdt de bovenste wafel van haar zakje altijd in de vorm van een hart. De muziekleraar, een man met een glazen oog, wil dat hij de groeten doet aan zijn moeder. Verdwaalde vaders op het schoolplein maken grapjes tegen haar, wat Dolf verbaast, want zo aardig is ze niet. Wel is ze anders dan andere moeders. Om te beginnen heet ze al gek, Ulrike Eulenpesch, ‘waarom heten jullie Uilenpis,’ vraagt een jongen op school met wie hij meteen begint te vechten – maar ze praat ook gek, als het knappe zusje van prins Claus, zegt Otmar. Bij Duitse postorderbedrijven bestelt ze fleurige zijden blouses en taillehoge pantalons waaronder ze open schoenen met gouden riempjes aantrekt, zelfs als het regent. Wanneer hij in de klas zit, ziet hij haar vanuit zijn ooghoeken het schoolplein op komen, ze heeft een asblond kapsel dat ze overeind houdt met grote wolken hairspray. ‘Scheisse, hoe kan die Elnett nou al op zijn?’ roept ze vanuit het douchehok, waarna ze ’s middags samen de bus naar Venlo nemen, de Maasbrug over, en hand in hand door de Vleesstraat naar het Nolensplein lopen om bij Die 2 Brüder von Venlo nieuwe bronzen flacons te kopen, en ook meteen koffie en sigaretten en harde broden; daar houdt zijn moeder van, net als van goud en ‘geschoolde zang’. Tijdens het bedden verschonen zingt ze Duitse aria’s. ‘Jouw moeder was bij de operette in Wuppertal,’ zegt Otmar als Dolf een brutale mond geeft, ‘dus wees een beetje lief voor d’r.’
Hij doet wat hij kan. Al dacht hij toen ze nog met z’n tweeën waren niet in die termen over zijn moeder, als over iemand voor wie je extra lief moest zijn; haar karakter leent zich niet voor medelijden, ze is een vrouw die als ze verdrietig is boos wordt of gaat schoonmaken. De enige vrouwen die op haar lijken ziet hij in reclames voor shampoo van Schwarzkopf op de Duitse televisie, maar die wonen in grote huizen en gedragen zich vrolijk.”
De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummel top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.
Klaprozen
zojuist was het fulda. het bleke licht van de plafondlampen
van de reiswagon wordt constant voor me weerspiegeld
in het raam. je schrijft bij jou is het bedekt en koel
mijn hartslag stoort me het bedrukte gevoel
al op de heenreis vloog het me aan buiten de weilanden
veel bos e. de wolken, wat ik ook zie, het doet mij
niet goed het oude stuwen in mijn bloed. eergisteren
was er het golvende groen e. wind op het erf hoe
de boom bewoog hoorde ik de waarschuwingskreten van de ekster
ze vloog achter me aan vanuit een ander leven er was een
boom op het erf maar op een ochtend licht e. een stem
spreekt van ver: kassel ligt achter ons. nog altijd
is het een goede twee en een half uur, rusteloos ben ik e.
ouder dan jij e. raas roerloos op göttingen af e. zie
de taluds rood van klaprozen e. kan mijn gestaag vloeiende tijd
geen van de voorbij trekkende beelden beloven.
dat e. de ondraaglijke wachttijd totdat je me na de ruzie
weer kust laat me zeker voor hildesheim bezwijken.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 30e december ook mijn blog van 30 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.