Bij het begin van maart
Maart
’t Is pas Maart, de winterweiden
Dragen nog een waasje wit
En de zwarte akkers beiden
’t Zaad nog naakt en omgespit.
Maar de musschen in de boomen
Piepen al met luid misbaar
En de fijne katjes komen
Reeds aan wilg en hazelaar.
’t Is al Maart, de dagen lengen
En de zon begint alvast,
Op de wei wat kleur te brengen
Met een lichte schilderskwast.
Nog een maand en allerwegen
Kiemt het veld en kleurt de wei;
Nog een maand of twee gezwegen,
Dan is ’t bloeimaand, dan is ’t Mei!
De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zie ook alle tags voor Jan Eijkelboom op dit blog.
Wijnhaven
Stutten, die ook alweer gaan rotten,
verhindren ’t huis om in te storten.
Klimop drong door de ramen heen
zodat het in november scheen
of in die wankele warande
nog mensen zorgden voor hun planten.
Maar dat bedrieglijk groenfestijn
is nu van een verschrompeld bruin,
terwijl van buiten kale ranken
het huis omknellen en verankren.
Tot aan dit wankel evenwicht
een kat, een zwerver, ik wellicht
een einde maakt en mét de stenen
straks in de haven is verdwenen.
Een lauwe vloedgolf geeft nog aan:
hier heeft een deftig huis gestaan
waar eens bepruikte kooplui zagen
hoe in de wemelende haven
het lager volk de winst opbracht
die bij droeg tot hun kalm gezag.
Alleen het water bleef in leven,
en ’t huis. Maar dat nog slechts voor even.
Afloop
1
Op oude paden ligt het blad
in slijk tot pulp verplet.
Wij hadden samen nog gezien
hoe het tot rood en goud verschoot
eer het verstoten werd.
Niet meer de blote takken
met in december al aan ’t end
de knop die blinkt als nieuw metaal
in winterzon, voorjaarsmachinerie
die geen break down kent.
2
De opgezette man stond voor het raam,
zag in de tuin de vuurdoorn beven.
Er zat een gele vogel in
die van de bessen at.
De man wou wel weer leven.
Kan troost zo simpel zijn?
Er is een pijn die bijna
zichzelf verdooft, er is een weten
dat geen behoefte heeft het liefste,
als ’t voorbij is, te vergeten.
De Duitse schrijfster en dichteres Elisabeth Borchers werd geboren in Homberg op 27 februari 1926. Zie ook alle tags voor Elisabeth Borchers op dit blog.
hoor en zie
hoor en zie
deze tijd
deze plotselinge
rooddoornige tijd
wanneer de vrouwen naar de rivier willen
wanneer de mannen naar de rivier willen
wanneer iemand zegt
het leven is mooi geworden
en ik ben mooi
maar wanneer het nacht wordt
maar wanneer de nacht levendig wordt
maar wanneer de nacht een kooi wordt
maar wanneer de vogels
door open monden vliegen
en de stemmen luider zijn dan de stemmen
hoor
wanneer er iemand is
en iemand zal er altijd zijn
die sprakeloos zichzelf ziet weggaan
hij
de vleugelloze
op straat
de vleugelsnelle
in het blauwe blauw
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 1e maart ook mijn blog van 1 maart 2021 en ook mijn blog van 1 maart 2020 en ook mijn romenu blog van 1 maart 2019 en ook mijn blog van 1 maart 2015 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.