Alan Hollinghurst, Maxwell Bodenheim

De Britse schrijver Alan Hollinghurst werd geboren op 26 mei 1954 in Stoud, Gloucestershire. Zie ook alle tags voor Alan Hollinghurst op dit blog.

Uit: Kind van een vreemde (Vertaald door Ton Heuvelmans en Edzard Krol)

“Ze had ruim een uur in de hangmat poëzie liggen lezen. Het was niet eenvoudig: ze dacht de hele tijd aan George, die terug zou komen met Cecil, en ze gleed steeds verder naar beneden, hoewel ze zich er half tegen verzette, totdat ze in een hoopje lag en het boek moeizaam boven haar hoofd moest houden. Het licht werd zwakker, en de woorden begonnen over de bladzijde te dansen. Ze wilde naar Cecil kijken, hem een poosje goed in zich opnemen voordat hij haar zag, aan haar werd voorgesteld en zou vragen wat ze las. Maar hij had waarschijnlijk zijn trein gemist of in ieder geval zijn aansluiting: ze zag hem in gedachten ijsberen over het lange perron van Harrow & Wealdstone en spijt krijgen dat hij was gekomen. Vijf minuten later, toen de ondergaande zon de lucht roze kleurde boven de rotstuin, begon het erop te lijken dat er iets ergers was gebeurd. Plotseling stelde ze zich voor, serieus en tegelijk opgewonden, dat er een telegram werd bezorgd, en hoe het nieuws werd doorverteld, zag ze voor zich hoe ze tamelijk hysterisch huilde, en hoe ze vele jaren later aan iemand de situatie zou beschrijven, nog steeds zonder precies te weten wat het slechte nieuws was geweest. In de zitkamer werden de lampen ontstoken en door het open raam hoorde ze haar moeder praten met mevrouw Kalbeck, die op de thee was gekomen en die de gewoonte had te blijven plakken omdat ze thuis niemand had. De lichtgloed op het pad maakte de tuin plotseling eenzamer. Daphne liet zich uit de hangmat glijden, deed haar schoenen aan en vergat haar boeken. Ze liep naar het huis, maar er was iets aan het tijdstip wat haar weerhield, een glimp van geheimzinnigheid die haar tot dusver was ontgaan: ze werd erdoor aangetrokken, over het gazon, voorbij de rotstuin, waar de vijver, die het silhouet van de bomen weerspiegelde, zo diep was geworden als de witte lucht. Het was het langgerekte, stille moment waarop de hagen en border vaag en schemerig werden, maar alles wat ze aandachtig bekeek —een roos, een begonia, een glanzend laurierblad — leek zichzelf met een onzichtbare, kleurige trilling terug te geven aan de dag. Ze hoorde een zacht, vertrouwd geluid, het bonken van het kapotte hek tegen de paal achter in de tuin; en dan een onbekende, wat nerveuze stem, gevolgd door het lachen van George. Hij was met Cecil blijkbaar langs de andere kant gekomen, door de priorij en de bossen. Daphne rende de smalle, half verborgen trap in de rotstuin op, en van boven af kon ze hen net ontwaren in het struikgewas beneden. Ze hoorde niet echt wat ze zeiden, maar ze reageerde verontrust op de stem van Cecil, die zo snel en beslissend zeggenschap leek te nemen over hun tuin en hun huis en over het hele komende weekend. Het was een ietwat opgewonden stem die het kennelijk niets uitmaakte door wie hij werd gehoord, maar er klonk ook iets spottends en superieurs in door. Ze keek naar het huis achter haar, de donkere massa van dak en schoorstenen die afstaken tegen de lucht, de verlichte ramen onder de lage dakranden, en ze dacht aan maandag en aan het leven dat ze maar al te graag weer zouden oppakken nadat Cecil was vertrokken.”

 

Alan Hollinghurst (Stoud, 26 mei 1954)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Maxwell Bodenheim werd geboren op 26 mei 1892 in Hermanville, Mississippi. Zie ook alle tags voor Maxwell Bodenheim op dit blog.

 

Achterveranda’s van een Flatgebouw

Een hemel die nooit zon, maan of sterren heeft gekend,
Een lucht die lijkt op een dood, vriendelijk gezicht
Zou de kleur van jouw ogen hebben,
O dienstmeisje, dat zingt van perenbomen in de zon
En het gele fruit schilt dat je ooit hebt geplukt
Toen je lavendelwitte ogen nog leefden.
Op de veranda erboven zitten twee vrouwen
Met gezichten in de kleur van droge bruine aarde;
Ze breien grijze rozetten en knabbelen op koekjes.
En op de veranda boven hen staan drie kinderen
Die somber elkaars voorhoofd kussen,
En een grote verpleegster met een enorme rode waaier. . . .
De dood van de middag is voor hen
Niet meer dan het langer worden van blauwzwarte schaduwen op bakstenen muren.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Maxwell Bodenheim (26 mei 1892 – 6 februari 1954)
Portret door Michael Sweeney, z.j.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e mei ook mijn blog van 26 mei 2020 en eveneens mijn blog van 26 mei 2019 en ook  mijn blog van 26 mei 2018.