Erik Spinoy, Jane Kenyon, Neige Sinno

De Vlaamse dichter en schrijver Erik Spinoy werd geboren op 22 mei 1960 in Sint-Niklaas. Zie ook alle tags voor Erik Spinoy op dit blog.

 

Schloss Schönbrunn

III. In medias res

Noem dat dan verblinding, die

Blik die niets aan toeval overlaat,
Die struiken leest, de optelsom van
Bomen maakt. Noem het een denkbeeld,
En bedrog – het wordt door namen

Niet geraakt. Het was alsof je
Vleugels kreeg en, op de vleugelslag
Van geest en ogen, wildernissen oversteeg.
Tenslotte zag je nog slechts tuinen,

Slechts bedoeling, en waartoe. De
Vraag naar hoe bleek opgeheven. Want wat
Daar ging, het was de zon – maar waar
Ze ging, bewoog ze slechts voor mij. En ook,

Niet ik was het die verderliep. Gazons, het kiezelpad,
Zij trokken aan mijn oog voorbij.

 

IV. A rebours

Een panorama als een droom – het bracht

Je terug tot wie je altijd was geweest, en
Naar een tijd die, zonder voorbehoud, al zijn
Gedachten, beelden en beweging nog niet in
Zichzelf, maar in de hele wereld vond. Ze waren

Als vanzelf ontstaan, van geen bepaalde
Plaats vandaan en toch, ze waaiden door het
Blikveld zoals door de herfst gebladerte en
Kranten – net zo onafscheidelijk.

Het woord was nog slechts vlees geweest, de zon
Aldus genoemd omdat zij warmte geeft en
Licht, en enkel voor jezelf zijn door
Je vader opgelegde herendienst verricht.

Een roos was een roos was een roos. De taal
Een etymologie.

 

V. Pathétique

De loden jassen van het zwijgen

Dichtgeknoopt. De handdruk van
De takken, het welzijn van de
Steen, de ijslaag op de ogen van
De vijvers niet meer aangeraakt. En

Vooral dit: de blokken van de bouwdoos
Het verlangen opgeborgen. Je werd een
Middelpunt van onbeweeglijkheid. Een
Engel die de mantel van zijn blikken

Over alles had gespreid. En tenslotte zou je
Marmer zijn, en marmer kijken. En wat je
Zag, het zouden louter spiegels blijken
Van een eeuwig beeld -. Van enkel op de

Trappen staan. Van enkel blank en gaaf en
Geen verwering.

 

Erik Spinoy (Sint-Niklaas, 22 mei 1960)

 

De Amerikaanse dichteres en vertaalster Jane Kenyon werd geboren op 23 mei 1947 in Ann Arbor, Michigan. Zie ook alle tags voor Jane Kenyon op dit blog.

 

Geluk

Er is gewoon geen verklaring voor geluk,
of de manier waarop het opduikt als een verloren zoon
die terugkeert naar het stof aan je voeten
nadat hij ver weg een fortuin had verkwist.

En hoe kun je niet vergeven?
Je maakt een feest ter ere van wat
verloren was gegaan, en neem het beste kledingstuk
van zijn plaats dat je voor een gelegenheid hebt bewaard
die je je niet kon voorstellen, en je huilt dag en nacht
omdat je weet dat je niet in de steek werd gelaten,
dat geluk zijn meest extreme vorm bewaarde
voor jou alleen.

Nee, geluk is de oom die je nooit hebt
gekend, die een eenmotorig vliegtuig
de met gras begroeide landingsbaan opstuurt,
de stad in lift, en bij elke deur gaat vragen
totdat hij je halverwege de middag slapend aantreft,
zoals je zo vaak doet tijdens de onbarmhartige
uren van je wanhoop.

Het komt naar de monnik in zijn cel.
Het komt naar de vrouw die de straat veegt
met een berkenbezem, naar het kind
wiens moeder bewusteloos is door de drank.
Het komt naar de minnaar, naar de hond die op
een sok kauwt, naar de dealer, naar de mandenmaker,
en naar de bediende die blikjes wortelen opstapelt
in de nacht.
Het komt zelfs tot aan de rots
in de eeuwige schaduw van dennenbomen,
naar de regen die op open zee valt,
naar het wijnglas, moe van het torsen van de wijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Jane Kenyon (23 mei 1947 – 22 april 1995)

 

De Franse schrijfster Neige Sinno werd geboren op 22 mei 1977 in Vars in de Hautes-Alpes. Zie ook alle tags voor Neige Sinno op dit blog.

Uit: Triste Tigre

“La mère, je crois, était secrétaire du truc de cheminées, un peu femme au foyer, un peu dans l’ombre du père. Rien de spécial, ni riches ni pauvres, des Parisiens de la petite classe moyenne. Aucun des fils n’a fait d’études, ils sont partis de la maison avant d’avoir passé le bac. L’aîné pour travailler dans le commerce, le deuxième dans l’armée et mon beau-père pour faire son service militaire dans les Alpes. Il ne retourna jamais à Paris. Les parents étaient plutôt sévères, et avaient élevé leurs enfants à l’ancienne, avec justice et discipline. Il était fier de cette éducation un peu à la dure, ainsi que de son passage chez les scouts, comme de tout ce qui avait trait à la formation qu’il avait reçue. Tout avait contribué à faire grandir sa force et son envie de vivre, de connaître, de conquérir.
J’ai du mal à l’imaginer dans la banlieue parisienne. Je l’ai toujours vu dans la montagne, en vêtements de sport, en habits de chantier. Il a pourtant été un jour vêtu comme un petit citadin qui va à l’école religieuse, la chemise repassée, les chaussures cirées, les cheveux plaqués, jusqu’à ses dix-huit ans. Après, il est parti à Briançon où il a découvert l’escalade, la haute montagne, le parapente, une vie plus libre, plus sauvage, sans chemises, sans plus jamais attendre le métro ni se faire la raie sur le côté, sans messe le dimanche, une vie de grand air et de lumière.
En 1983, quand il rencontre ma mère, il a vingt-quatre ans. Ils sont ensemble dans une formation pour accompagnateurs en moyenne montagne. Il est grand, sportif, sympathique. Dans le groupe, il aime bien prendre les situations en main, diriger les opérations quand une urgence se présente, quand on affronte un moment difficile, une paroi dangereuse, si un accident a lieu. Il est charismatique, il a beaucoup d’amis, il plaît aux filles.”

 

Neige Sinno (Vars, 22 mei 1977)

 

Zie voor meer schrijvers van de 22e mei ook mijn blog van 22 mei 2020 en eveneens mijn blog van 22 mei 2018.

International Booker Prize 2024 voor Jenny Erpenbeck

International Booker Prize voor Jenny Erpenbeck

De Duitse schrijfster en filmregisseur Jenny Erpenbeck heeft gisteren de International Booker Prize gekregen voor haar roman “Kairos”. De roman vertelt een destructief liefdesverhaal in de laatste dagen van de DDR. Ook haar vertaler Michael Hofmann ontving de onderscheiding.  Erpenbeck is de eerste Duitse vrouw die de prijs wint en Hofmann is de eerste mannelijke vertaler die de prijs ontvangt. Het prijzengeld van 50.000 pond (zo’n 58.000 euro) wordt gelijkelijk verdeeld tussen Erpenbeck en Hofmann. Zie ook alle tags voor Jenny Erpenbeck op dit blog.

Uit: Kairos

„Kairos, der Gott des glücklichen Augenblicks, habe, so heißt es, vorn über der Stirn eine Locke, einzig an der kann man ihn halten. Ist aber der Gott erst einmal auf seinen gefl ügelten Füßen
vorübergeglitten, präsentiert er einem die kahle Hinterseite des Schädels, blank ist die und nichts daran ist mit Händen zu greifen.
War der Augenblick ein glücklicher, in dem sie damals, als neunzehnjähriges Mädchen, Hans traf? An einem Tag Anfang November setzt sie sich auf den Fußboden und beginnt, Blatt für Blatt, Mappe für Mappe, den Inhalt des ersten, dann des zweiten Kartons durchzusehen. Im Grunde genommen ist es ein Trümmerfeld. Die ältesten Aufzeichnungen sind aus dem Jahr 86, die jüngsten von 92. Briefe findet sie und Durchschläge von Briefen, Notizen, Einkaufszettel, Jahreskalender, Fotos und Negative von Fotos, Postkarten, Collagen, hier und da einen Zeitungsartikel.
Ein Stück Zucker aus dem Café Kranzler zerbröselt ihr in den Händen. Gepresste Blätter fallen zwischen Seiten heraus, Passfotos sind mit Büroklammern an Seiten geheftet, in einer Streichholzschachtel steckt ein Büschel Haare.
Auch sie hat einen Koffer mit Briefen, Durchschlägen von Briefen und Erinnerungsstücken, Flachware das meiste davon, wie das in der Sprache der Archive heißt. Hat ihre Tagebücher und Kalender. Am nächsten Tag steigt sie auf die Bücherleiter und holt den Koffer aus dem obersten Fach, staubig ist der, außen und innen. Vor langer Zeit haben die Papiere, die aus seinen Kartons
und die aus ihrem Koffer, einen Dialog miteinander geführt. Jetzt führen sie einen Dialog mit der Zeit. In so einem Koffer, in so einem Karton, liegen Ende, Anfang und Mitte gleichgültig miteinander im Staub der Jahrzehnte, liegt das, was zum Täuschen geschrieben wurde, und das, was als Wahrheit gedacht war, das Verschwiegene und das Beschriebene, liegt all das, ob es will oder nicht, eng ineinander gefaltet, liegt das sich Widersprechende, liegen der stummgewordene Zorn ebenso wie die stummgewordene Liebe miteinander in einem Umschlag, in ein und derselben Mappe, ist Vergessenes genauso vergilbt und zerknickt wie das, woran man sich noch, dunkel oder auch hell, erinnert. Katharina ¬muss, während ihre Hände beim Durchsehen der alten Mappen auch staubig werden, daran denken, wie ihr Vater bei ihren Kindergeburtstagen immer als Zauberer auftrat. Einen ganzen Stoß Spielkarten hatte er in die Luft geworfen und dann aus den herumfliegenden Karten doch die eine herausgezogen, die sie oder eines der anderen Kinder sich vorher gemerkt hatte.“

 

Jenny Erpenbeck (Berlijn, 12 maart 1967)