Carl Frode Tiller, Andreas Altmann

De Noorse schrijver Carl Frode Tiller werd geboren op 4 januari 1970 in Namsos. Zie ook alle tags voor Carl Frode Tiller op dit blog.

Uit: Omcirkeling (Vertaald door Kor de Vries)

“Ik opende mijn ogen, sloot ze, opende ze weer. Het sneeuwde nog steeds. Zware, zachte sneeuwvlokken raakten het raam, de kleinste smolten meteen, maar de grootste gleden langzaam omlaag naar de vensterbank, waar een dunne maar vrij hoge sneeuwrand was ontstaan die het glas bijna leek los te laten en voorover leek te kantelen.
`Heb je ze afgesneden?’ zei mijn moeder, ze zei het zonder haar blik van haar breiwerk te halen.
`Wat afgesneden?’ zei Anita.
`Nou, wat denk je?’ zei mijn moeder.
Anita stond naar haar te kijken. Ze begreep nog steeds niet waar mijn moeder het over had, ik zag het aan haar. Ze wist blijkbaar niet dat je het onderste deel van de stengels moest afsnijden voor je de bloemen in het water zette.
`Mijn hemel,’ zei mijn moeder. Ze legde haar breiwerk en het breipatroon in het lege bed aan de andere kant van de kamer en ging staan. ‘Je bent bijna vijftig,’ zei ze. Ze schudde haar hoofd en liep naar Anita toe.
`Vertel me maar gewoon wat ik moet doen, dan doe ik het,’ zei Anita.
`Ik doe het zelf wel,’ zei mijn moeder. Ze sloot haar ogen en opende ze weer, terwijl ze tegelijkertijd haar ene hand uitstak om het boeket rozen aan te pakken.
`Zelf?’ zei Anita en ze gaf de rozen niet uit handen.
‘Wat?’ zei mijn moeder.
`Het zelf doen? Alsof jij die bloemen hebt betaald.’ `
Nou zeg, mijn hemel,’ zei mijn moeder. Ze hield haar hoofd schuin en bleef Anita met halfopen mond aanstaren. ‘Er bestaan grenzen aan overgevoeligheid, zeg. Geef mij die bloemen eens, dan zal ik je laten zien hoe je dat doet.’
Anita snoof, terwijl ze mijn moeder het boeket gaf, en mijn moeder nam de bloemen mee en liep terug naar haar stoel. Ze pakte de plastic tas met haar klosjes wol van de grond en stak haar hand erin. Ze stond wat te zoeken en te rommelen, haalde er een schaar uit en liep naar de prullenbak die onder de wasbak stond. Op hetzelfde moment ging de deur open en een arts van middelbare leeftijd met een opvallend arrogant gezicht stak zijn hoofd naar binnen. Mijn moeder keek alsof ze iets wilde zeggen, maar hij had zich blijkbaar vergist in de kamer, want hij liep door voor ze een woord kon uitbrengen. Er klonk gelach vanuit de personeelskamer en het gerinkel van een eetwagen die voorbij werd gereden, en daarna sloot de deur zich met een zucht en werd alles weer stil.
Mijn moeder draaide zich om naar Anita.
`Let nou op,’ zei ze terwijl ze tegelijkertijd het boeket rozen boven de prullenbak hield en het onderste stukje van elke steel wilde afknippen.”

 


Carl Frode Tiller (Namsos, 4 januari 1970)

 

De Duitse dichter en schrijver Andreas Altmann werd geboren in Hainichen (Sachsen) op 4 januari 1963. Zie ook alle tags voor Andreas Altmann op dit blog. Zie ook mijn blog van 8 juni 2009.

 

zelden genoeg

wit bladdert het appelhout
in het licht van de wind.
seconden lang kijk ik door
mijn eerste ogen.
een stem, die aangroeide
in uitgelaten woorden.
ik kan haar mij niet meer herinneren.
enkel gezichten, waartoe zij behoorde,
kennen hen weer terug. spiegels
hebben geen lang geheugen.
water heeft met hen geduld.
ik kijk daartussen. als kind
heb ik vaak de aangebeten appels
in de beek gegooid.
ze waren nog onrijp.
hun golven zetten de hemel
slechts kort in beweging.

 

Vertaald door Mischa Andriessen

 


Andreas Altmann (Hainichen, 4 januari 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e januari ook mijn blog van 4 januari 2019 en ook mijn blog van 4 januari 2017 en mijn blog van 4 januari 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en deel 3.

In Memoriam Guus Luijters

 

In Memoriam Guus Luijters

De Nederlands dichter, schrijver en journalist  Guus Luijters is gisteren op 81-jarige leeftijd overleden. Guus Luijters werd geboren in Amsterdam op 3 november 1943. Zie ook alle tags voor Guus Luijters op dit blog.

 

De oester de ziel

I

Het lange wachten op het blauw
is eindelijk voorbij je
bent gekomen als een schilderij
waarop je blauwe dromen
geen wolken waren maar van mij
je stem heb je me laten horen
je ogen heb je laten zien
ik heb ze van je aangenomen
in hun bed van paarlmoer
de blauwe oesters van je ziel
die zeegespoeld door groene golven
onder kraal en wier bedolven
het kantwerk van hun lippen
openslaan met zacht gekreun

II

Mijn hart dat als een zwaluw
krijsend langs de hemel gaat
proeft met lippen van verlangen
de druppels van een zilte maan
die gevangen tussen tangen
roerloos aan de hemel staat
raak me met je vleugels aan
laat me met bevroren lippen
proeven van het zout en
met geloken ogen zwenken
keren stijgen dalen langs
helse fluisteringen
en natte lijnen trekken
nieuwe wegen op de oude kaart

 


Guus Luijters (3 november 1943 – 3 januari 2025)