Gedichtendag 2010, Turing Nationale Gedichtenwedstrijd

Gedichtendag 2010

De eerste prijs in de Turing Nationale Gedichten Wedstrijd ging gisteren naar het gedicht Misbruik van Gerwin van der Werf. Dat werd in Amsterdam bekendgemaakt.

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter, componist en arrangeur Gerwin van der Werf werd geboren in De Meern op 13 juni 1969.  Van der Werf studeerde van 1989 tot 1994 muziekwetenschap in Utrecht en kreeg een aanstelling als muziekdocent aan de internationale school in Oegstgeest. Hij schreef liedteksten, verhalen en een roman die begin 2010 uitgegeven wordt bij Uitgeverij Contact. Met vijf korte verhalen won hij prijzen bij Trouw, Volkskrant, 1000 woorden en Schrijven Magazine. Van der Werf woont in Leiden.

Misbruik

Met de pen roer ik mijn koffie
met de schaar krab ik mijn kop
met een mouw veeg ik mijn snot weg
dweil met mijn sok een melkvlek op

Mijn nagel drukt in ’t tafelblad
een diepe kloof groeit daar gestaag
woorden weeg ik met het vreten
dat retour komt uit mijn maag

Met mijn tanden bijt ik splinters
uit de poten van mijn stoel
uit mijn tenen vloek ik psalmen
tot ik er niets meer bij voel

Zelfhaat weeg ik bij het opstaan
in jouw levenloze blik
woede meet ik met mijn knokkels
en mijn schaamte met mijn pik

Licht verpulver ik met vuurwerk
herrie met een spijkerboor
waanzin smoor ik in mijn verzen
waar zijn die dingen anders voor?

 

Hieronder een fragment uit een van Van der Werfs verhalen.

Uit: De verdwijning van Jonathan Prins

“Motregen danst op de wind, ragfijne druppels die niet vallen maar zweven, ze strelen het mos, dringen in de poriën van het gesteente. Er is geen hemel, alleen aarde, zij heeft zich gehuld in grijze sluiers waar de wind mee speelt.
De eenzame loper draagt zwartleren motorkleding en legerkisten, zijn bagage bestaat uit een kleine rugzak en een slaapzak in een hoes ter grootte van een rol beschuit. Hij heeft zelfs een opvouwbare damesparaplu van oranje nylon opgestoken, er schuilen plukjes muggen onder. De paar hikers die hij tegenkomt op het wandelspoor dragen balen van groteske omvang op hun rug, gore-tex jassen, bergschoenen en hoedjes met gaas tegen de muggen. Hij leest verbazing in hun ogen, verontwaardiging zelfs, omdat hij met zijn verschijning lijkt te zeggen: kijk, zo kan het ook, jullie zijn enorme aanstellers met je dure uitrusting. Misschien houden ze hem voor krankzinnig. Want niets wijst er op dat de voetganger in het zwart alles tot in de puntjes heeft voorbereid. Alles is volgens plan verlopen, op een paar kleine rimpelingen na. Hij heeft ze eenvoudig kunnen gladstrijken. Ze zijn hem niet komen zoeken. Ze hebben het begrepen. Hij moet niet teveel aan ze denken, hij heeft zijn twee vrienden achtergelaten, net als zijn motor en zijn twijfel.
Voordat hij aan de laatste klim begint raadpleegt hij zijn horloge. Half acht. Het is zondagmorgen, de derde dag sinds hij alleen is. Een bewolkte zomerdag boven de poolcirkel is een dag zonder begin of einde, een dag, even contourloos als de zompige bodem in het dal. Een reiziger zonder uurwerk is in deze wildernis een drenkeling in een zee van tijd.”

VanDerWerf

Gerwin van der Werf (De Meern, 13 juni 1969) 

 

 De dichters Arjen Duinker, Hester Knibbe en Nachoem M. Wijnberg zijn de winnaars van de Gedichtendagprijzen 2010, de prijs die jaarlijks op Gedichtendag wordt uitgereikt aan de beste drie gedichten van het voorgaande jaar. Arjen Duinker krijgt de prijs voor zijn gedicht ‘Leve de camouflage!’ uit de bundel Buurtkinderen, Hester Knibbe voor het gedicht ‘Oogsteen’ uit haar gelijknamige bundel en Nachoem M. Wijnberg voor ‘En wat gaan we dan doen? Zou ik dat op de muur kunnen schrijven?’ uit de bundel Divan van Ghalib. Hier het gedicht van Nachoem M. Wijnberg

 

En wat gaan we dan doen? Zou ik dat op de muur kunnen
schrijven?

 

Ik leer schrijven door met mijn vinger de vorm van de letters na te
voelen,
_____
ik ken die letters al, maar wil zo nog wel een keer leren
schrijven.

 

Ik sta op een bed en schrijf op de muur,
_____
spring op het bed op en neer om de woorden waarmee ik wil
beginnen zo hoog mogelijk op de muur te schrijven.

 

De maan in de lucht als een letter uit een doos letters,
_____ als ik misschien geen tijd meer heb om te leren schrijven.

 

Als het te donker is om het papier te zien en ik geen licht wil maken
_____ schrijf ik steeds grotere letters, ver uit elkaar

 

Print_Nachoen_Wijnberg

Nachoem M. Wijnberg  (Amsterdam, 13 april 1961)