In Memoriam José Luis Sampedro

In Memoriam José Luis Sampedro

De Spaanse schrijver José Luis Sampedro is maandagochtend, 8 april, op 96-jarige leeftijd in zijn woning in Madrid overleden. Dat heeft zijn echtgenote na zijn crematie dinsdag laten weten. Sampedro kreeg bekendheid met zijn roman La sonrisa etrusca, die als De Etruskische glimlach in het Nederlands is vertaald. Zie ook alle tags voor José Luis Sampredo op dit blog.

Uit: De Etruskische glimlach (Vertaald door Eugenie Schoolderman)

“Verscholen spotjes zetten de figuren vol in het licht; door het spel van licht en schaduw is het bijna alsof ze tot leven komen. De roerloze oude man in het halfdonker daarentegen lijkt in de ogen van de suppoost wel een beeld.
‘Als betoverd,’ denkt hij onwillekeurig en om zichzelf gerust te stellen praat hij zich in dat er niets aan de hand is.
‘Die oude man is gewoon moe en omdat hij toch entree heeft betaald, wil hij ook wel even zitten. Zo zijn mensen van het platteland nou eenmaal.’ Omdat er niets gebeurt, loopt de zaalwachter na een poosje weer verder.
Nu hij weg is, lijkt de lucht rond om de drie gedaanten in de crypte, de oude man en het echtpaar, zich nog meer te verdichten. De tijd verstrijkt.
Ineens wordt de betovering verbroken door een jongeman, die zegt:
‘Eindelijk, vader! Kom, we gaan. Het spijt me dat ik u zo heb laten wachten, maar de directeur…’
De oude Roncone kijkt naar hem. ‘Arme kerel,’ denkt hij, ‘altijd maar gehaast en zich verontschuldigend… En dat moet dan mijn zoon zijn?’
‘Wacht even. Wat is dat?’
‘Dat daar? Het heet De echtgenoten. Een Etruskische sarcofaag.’
‘Een sarcofaag? Een kist voor doden?’
‘Ja… Maar nu moeten we gaan.’
‘Zijn ze echt in dat ding begraven? Het lijkt wel een divan.’
‘Een triclinium. De Etrusken aten liggend, net als in Rome. En ze werden ook niet echt begraven. De sarcofagen werden in een gesloten crypte gezet, die vanbinnen werd beschilderd als een huis.’
‘Precies, ja. Maar Andrea kan het u vast beter uitleggen. Ik ben geen archeoloog.’
‘Je vrouw? Goed, ik zal het haar vragen.’
Verbaasd kijkt zijn zoon hem aan. ‘Is hij er zo in geïnteresseerd?’ Hij kijkt opnieuw op zijn horloge.
‘Milaan is nog een heel eind, vader… Toe.’
Langzaam komt de oude Roncone overeind van de bank, met zijn ogen nog steeds strak op het paar gericht.
‘Ze werden begraven terwijl ze aten!’ mompelt hij verwonderd en met tegenzin gaat hij met zijn zoon mee.”

 

José Luis Sampredo (1 februari 1917 – 8 april 2013)