Albert Alberts, Charles Busch, Ilija Trojanow, Willy Russell, Gustav Ernst

De Nederlandse schrijver en vertaler Albert Alberts werd op 23 augustus 1911 in Haarlem geboren. Zie ook mijn blog van 23 augustus 2006 en ook mijn blog van 23 augustus 2007 en ook mijn blog van 23 augustus 2008.

Uit: Eugène en de tuin van zijn oom

“De oom van Eugène had een huis met een tuin. Het huis lag aan een landweggetje in Les Essarts en Les Essarts lag en ligt nog steeds tussen Coignières en Le Perray, of, om het wat breder en voornamer te zeggen: tussen Versailles en Rambouillet. Les Essarts heet trouwens voluit Les Essarts le Roi en de toevoeging betekent, dat het dorp eigenlijk van de koning was, zoals het hele Ile de France van de koning was in de tijd, toen Franse koningen het nog niet verder hadden gebracht dan tot deftige hereboeren in en rondom Parijs op een straal van ongeveer honderd kilometer. Of Les Essarts er gelukkiger door is geworden? Het antwoord op deze vraag moet ontkennend luiden, zodra we het huis en de onmiddellijke omgeving van het huis van de oom van Eugène gaan beschrijven.
De oom van Eugène woonde er trouwens niet. Hij woonde in Parijs in de rue Danvers, die uitkomt op de Boulevard Barbès. Eerste verdieping boven een timmerwinkel. Lawaaiig genoeg overdag en stil genoeg ’s avonds. Het lawaai werd veroorzaakt door een elektrische zaag en de stilte door het feit, dat de boulevard met zijn nachtleven zo bijzonder dichtbij was, terwijl niemand in huis er toch ooit iets van hoorde. De oom van Eugène stapte wel eens om een uur of twaalf, te middernacht dus, de trappen af en dan nog twintig stappen in de richting van de boulevard. Daar stond hij dan, als het ware omringd door nachtportiers en met zijn eigen huis op twintig stappen achter zijn rug. Hij voelde zich dan als een kermisleeuw, die op een vage manier naar de woestijn verlangt. Hij heeft op een goede nacht aan dit verlangen toegegeven. Zijn woestijn heeft hij gevonden in Les Essarts le Roi. Een woestijn was het overigens niet.
In die tijd – het was in de dertiger jaren van deze eeuw – reden de treinen naar Versailles en Rambouillet met een zekere frequentie de hele nacht door en ze stopten dan nog onderweg ook, hetgeen tamelijk verwonderlijk mag worden genoemd bij een halte als die van Les Essarts. Want het dorp bestond uit een huis of twintig en die kleine kern lag bovendien nog een half uur lopen van het station af. Toen de oom van Eugène dan ook aan zijn verlangen naar vrijheid had toegegeven en om half drie ’s nachts uit de trein, halte Les Essarts, stapte, zag hij in het licht van de stationslantaarn alleen maar het begin van een tamelijk modderige landweg.”

albers

Albert Alberts (23 augustus 1911 – 16 december 1995)

 

De Amerikaanse schrijver en acteur Charles Busch werd geboren op 23 augustus 1954 in New York. Zie ook mijn blog van 23 augustus 2008.

 

Uit: From Beach Party to Broadway Interview met Rich Orloff in The Dramatist, 2001)

 

“RO:  Did it feel like you were at home, once you tried drag?

CB:   Yes, it was interesting.  I guess other actors have felt that when they’ve played a certain character role, maybe, that freed them.  Somehow, by getting away from myself, I almost could be more myself.  By having the trappings of drag or a female character, I suddenly had much more authority than before, but then I got away from it.  After I graduated, I came back to New York and didn’t know how I was going to pursue this career.  It was easiest to become a solo performer, where I didn’t have to pay other actors.  For the next eight years, I was a solo performer, and it was almost like I was in vaudeville.

  I did an act where I would be in a certain neutral costume and would play these different characters.  I love narrative, so it wasn’t like an Eric Bogosian play where I played one character then another, it was always a whole story, almost like a screenplay, where I played all the characters.  I’d spin around, and I’d be the old woman.  Then I’d spin around, and I’d be the young man.  I had a repertoire of pieces, and I booked myself all over the country.  I was so industrious back then, I would show up in Indianapolis.  I’d make an appointment with the artistic director of a nonprofit theater and do my act for him in his office.  Then, I hoped, they’d book me to come back six months later.  It amazes me that I did it.  I had this circuit worked out, from San Francisco to Chicago and Washington, doing my act.

  I performed in front of every audience: gay, straight.  Very much like vaudeville, I’d perform in movie theaters, bathhouses, bars, nonprofit theaters, and restaurants.  I learned so much as a performer and as a writer.  I learned economy as a writer, because as a solo performer, with no set, nothing, I had to instantly let the audience know where I am, what the period is, who I am, everything.  It was a wonderful experience, but it was a very frustrating period, too.  I got to the point where I was good and could sellout on a rainy Tuesday in Santa Cruz.  I was a big star in San Francisco and sold out, but I couldn’t earn a living.  I couldn’t find a manager, and I couldn’t book myself very solidly.  There would be four months with nothing, and so I did every awful job.  I was an office temp, an ice cream scooper.  For a while, I gave hot tips on the telephone on what sporting events to gamble on.  I draw well, so I was a quick-sketch portrait artist on the sidewalk for about ten years, off and on.”

 

Bush

Charles Busch (New York, 23 augustus 1954)

 

De Duitse schrijver en uitgever Ilija Trojanow werd geboren in Sofia, Bulgarije, op 23 augustus 1965. Zijn familie vroeg in 1971 politiek asiel aan in de Bondsrepubliek. Later trok de familie verder naar Kenia, waar Trojanow – met af en toe een verblijf in Duitsl
and – tot 1984 woonde. In Nairobi bezocht hij de Duitse school. Van 1985 tot 1989 studeerde hij rechten en ethnologie in München. Daar richtte hij in 1989 de eerste uitgeverij op, in 1002 gevolgd door de uitgeverij
Marino-Verlag, en allebei gespecialiseerd in Afrikaanse literatuur. Trojanow  verbleef ook langere tijd in India en Zuidafrika. In 1996 verscheen zijn eerste roman Die Welt ist groß und Rettung lauert überall, waarin hij de ervaringen van zijn familie als politieke vluchtelingen en asielzoekers verwerkte.

 

Uit:  Die Welt ist groß und Rettung lauert überall

 

„Vor vielen vielen Würfelwürfen gab es ein tägliches Ereignis in der heimlichen Hauptstadt der Spieler, einer Stadt, die sich so in den Bergen versteckt hielt, daß kein Steuereintreiber sie kannte und selbst die Geographen von Sultanen, Zaren und Generalsekretären sie nicht auf ihren gierigen Karten verzeichneten; in den Bergen, die Balkan heißen. Dieses Ereignis, zuverlässig wie Kirchenglocken, nahm seinen Ausgang vor einer Bank. Zumindest schrieb die Fassade oberhalb des Portals BANKA, und es führte auch eine breite Treppe in den Schatten hinauf, aber seit Erfindung des Würfels war keiner mehr in diese BANKA hineingegangen. Noch nie hatte die Treppe wochentäglich Kunden hinaufgetragen und wieder hinabgeführt, zu Stoßzeiten stöhnend ihre Arbeit erledigt, in der Mittagspause sich aufplusternd abgestaubt, um jegliche Vertraulichkeit mit der Straße von sich zu

weisen. Es gab keine Kunden, die mit Lust oder Bange die Bank betraten, keine eifrigen Gedanken, die sich um eine Reihe bunter Zettel scharten, nicht die routinierten Blicke von Angestellten und nicht die Portionen Illusion, die aus dickhäutigen Behältern herausgenommen, flink abgezählt und nebensächlich über den Schalter geschoben werden.

Was es drinnen gab, wußten die Männer, die tagtäglich vor dem Gebäude warteten, nicht – was immer es war, es wurde nicht benötigt. Aber wer hinaustrat, war allseits bekannt: Bai Dan. Er kam aus dem Schatten heraus und zog seine Krawatte zurecht, protokollarisches Zeichen, daß die Alten Berge unverändert geblieben waren, auch an diesem Tag. Das war der Trommelwirbel, Beginn des Beginns. Wer an den Säulen lehnte, richtete sich auf, wer auf dem Boden kauerte, erhob sich. Und die Treppe hinab schritt der scheinbare Bankdirektor, der eigentlich Meister des Spiels in der

heimlichen Hauptstadt der Spieler war.

Willkommen Bai Dan – ein Stimmengewirr, aus gutturalem Selbstbewußtsein und zungenstolpernder Nervosität.“

 

Trojanow

Ilija Trojanow (Sofia, 23 augustus 1965)

 

 

De Engelse dichter, schrijver, dramaturg en componist Willy Russell werd geboren op 23 augustus 1947 in Whinston bij Liverpool. Hij stamt uit een arbeidersfamilie, werkte als kappersleerling en had later zijn eigen zaak. Toen hij twintig was bezocht hij een avondschool en begon hij met schrijven. Zijn eerste succes was een stuk over de Beatles, genaamd John, Paul, George, Ringo and Bert, in 1974 opgevoerd aan West End. Ook het halfautobiografische Educating Rita uit 1980 werd goed ontvangen. Andere stukken zijn Breezeblock Park, Stags and Hens, One for the Road und Shirley Valentine. In 2000 verscheen zijn eerste roman The Wrong Boy.

 

Uit: The Wrong Boy

 

„16 June 1991
Birch Services,
M62 Motorway

Dear Morrissey,

I’m feeling dead depressed and down. Like a street-lamp without a bulb or a goose at the onset of Christmas time. Anyroad, I thought I’d pen a few lines to someone who’d understand. I know you probably won’t answer this; I don’t know if it’ll even get to you. And, anyhow, even if you wrote back which I know is highly dubious it wouldn’t get to me because I’ll have gone. The above address is just a service station I’m stopped at. I’ll probably not even post it. I’m writing this in the book I use for writing my lyrics and putting my ideas down. It’s sort of a journal, I suppose; although that makes it sound more important than it really is. Anyroad, that’s what I’m writing in as I sit here amongst the truckers and the tourists and the travellers and the transients. It’s just occurred to me that you might have been in this cafeteria yourself, perhaps in the early days, on the way back from a gig and you and the lads pulled in for a cup of tea. It’s a sort of comfort, the thought that you could have been here, Morrissey, perhaps even sitting at this very table that I’m sat at now. I wonder what your thoughts were as you sat in this shrine of self-service gratification, with its granary bar and its battered cod and its breadcrumbed haddock beached on a hotplate, far far from the rolling sea. I’m sitting here opposite a dead fat truck driver who’s giving me a lift. I wish the bastard hadn’t stopped for me. I could have walked here faster. It’s taken nearly two hours to get from Manchester to here because he can’t drive past a café or a service station without stopping for something to eat.

When I climbed into his cab he said, ‘Where y’ goin’?’

I said, ‘Grimsby.’

He said, ‘What for?’

I said, ‘To work.’

He nodded over at my guitar. ‘What,’ he said, laughing at me, ‘busking?’

‘No,’ I said, ‘working on a building site!’ He looked a bit dubious.

‘Just doing a bit of labouring,’ I said, ‘and making tea and that.’

He nodded. And then he said, ‘How come you’re going all the way over there to find work?”

russell

Willy Russell (Whinston, 23 augustus 1947)

 

De Oostenrijkse schrijver Gustav Ernst werd geboren in Wenen op 23 augustus 1944. Hij studeerde germanistiek, geschiedenis en filosofie, maar verruilde de studie al snel voor de literatuur. Vanaf 1969 werkte hij als redacteur en uitgever bij het literaire tijdschrift „Wespennest“. In 1996 was hij mede-oprichter van het Oostenrijkse tijdschrift „Kolik“. Vanaf de jaren tachtig schrijft hij vooral dramatisch werk.

 

Uit: Blutbad, Strip und tausend Rosen

 

„Und wie sagt es Uschi Glas, die oft unterschätzte, überragende Schauspielerin, nicht nur des Films, sondern auch der Bühne, vielleicht noch schöner: “Ich höre immer nur Sex, Sex, Sex! Als ob es nichts anderes gäbe.” Dieser Satz, meine Damen und Herren, soll das Motto der Festspiele werden. Die Frau Festspielpräsidentin möchte ihn in jedem Programm der Festspiele auf der ersten Seite abgedruckt haben. Es gibt auch schon spezielle vegetarische Menü-Kreationen, die so heißen. Auf dem Festspielhaus soll der Satz in goldenen Lettern verewigt werden. Jede Pressekonferenz soll mit diesem Satz eröffnet werden. Und er ist ab jetzt Bestandteil jedes Künstlervertrags, vor allem mit Regisseuren. Denn es ist nicht nur ein gedachter Satz. Es ist ein gelebter Satz! Von Uschi Glas selbst gelebt! Denn sie hat nicht davor zurückgeschreckt, sich von ihrem langjährigen Ehemann zu trennen, der zwar dieselbe Kunstauffassung hat, aber offenbar eine ganz andere Lebensauffassung. Uschi Glas hingegen fordert auch von ihrem Leben, was sie von der Kunst fordert. Genauso wie hier alle von der Kunst fordern, was sie auch von ihrem Leben fordern. Die klassische Einheit von Leben und Kunst, meine Damen und Herren! Hier bei diesen Festspielen können Sie es erleben! Uschi Glas kann wahrlich, meine Damen und Herren, die Jeanne d’Arc des zeitgenössischen Theaters genannt werden! Und sie wird auch morgen auftreten, wie ich eben erfahren habe, als Ehrengast der diesjährigen Festspiele und diesen Satz rezitieren. Wovon ich morgen in einer Sondersendung berichten werde. Dieser Satz soll auch gesungen werden. Aber das erst im nächsten Jahr. Niemand geringerer als der Festspieldirektor Peter Ruzicka persönlich soll ihn vertonen. Die Uraufführung übertragen wir natürlich live! Ich versuche es, Sie erlauben, meine Damen und Herren, zur Feier des Tages und zu dieser fortgeschrittenen Stunde einmal selber, gewissermaßen als Vorschlag für den großen Komponisten (singt:): “Ich höre immer nur Sex, Sex, Sex! Als ob es nichts anderes gäbe.”

 

ernst_gustav

Gustav Ernst (Wenen, 23 augustus 1944)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn vorige blog van vandaag.