Arnon Grunberg, Paul van Ostaijen, Hugo Ball, Danilo Kiš, Jane Bowles, Ishmael Reed

De Nederlandse schrijver Arnon Grunberg werd geboren in Amsterdam op 22 februari 1971. Zie ook mijn blog van 22 februari 2007 en ook mijn blog van 22 februari 2008 en ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010.

 

Uit: De asielzoeker

 

„Beck kijkt omhoog naar de asielzoeker, en die knikt hem welwillend toe. Zo van, houd je maar koest, we maken nog wel een echte man van je. Dit is waanzin, denkt Beck, mijn vrouw is waanzinnig, ik ben waanzinnig, de asielzoeker is waanzinnig, mijn leven is honderd procent waanzin geworden. Maar dan verwerpt hij die gedachte. Als je je geluk eenmaal terzijde hebt geschoven veranderen de categorieën, je houdt op je steeds af te vragen wat je eraan hebt, wat je eraan overhoudt, in plaats daarvan onderga je, je leeft voor een doel dat groter is dan je eigen geluk, en daarmee krijgt bijna elke vraag een antwoord, elke situatie zin: voor jou, voor jou, en nog eens voor jou.

Hij noemt het gelatenheid, maar zijn vrouw heeft iets tegen die term, ze vindt hem te negatief. ‘Je laat gaan,’ heeft Beck vaak gezegd, ‘dat is gelatenheid, je legt je neer bij de kracht van het toeval. Er is geen rede, er bestaat geen verband.’

De getuige van de asielzoeker arriveert zonder kloppen. Het is een vrouw, een ondefinieerbaar iemand eigenlijk, Beck kan niet eens haar naam verstaan. Ze heeft cake bij zich, amandelcake in zilverpapier, die ze uitdeelt. Erg vriendelijk, maar Beck had het liever zonder amandelcake doorstaan.

‘Bent u ook een,’ begint de ambtenaar te vragen, maar dan onderbreekt hij zichzelf, kucht even en zegt: ‘U bent ook niet van hier, neem ik aan?’

De vogel knabbelt aan haar stuk cake, maar moet die na een paar happen laten staan. Misselijk is ze de laatste weken, alsof ze zwanger is. Beck klopt de kruimels van haar schoot en legt ze op tafel. Hij wil haar mond schoonvegen, maar ze rukt hem het servet uit handen.

‘Laten we beginnen,’ zegt de ambtenaar. ‘We hebben allemaal nog meer te doen vandaag.’

Beck veegt de nu vrijwel onzichtbare kruimels van de schoot van zijn vrouw. Overbodig, volstrekt overbodig. In de toewijding waarmee hij iedere dag zijn overbodige handelingen verricht schuilt zijn waardigheid.

De ceremonie is kort, maar redelijk aangenaam. De ambtenaar glimlacht een paar keer. Tot Becks verbazing zijn er zelfs ringen. Ze blijken uit een automaat te komen.“

 


Arnon Grunberg (Amsterdam, 22 februari 1971)

 

 

 De Vlaamse dichter en schrijver Paul van Ostaijen werd geboren in Antwerpen op 22 februari 1896. Zie ook mijn blog van 22 februari 2007 en ook mijn blog van 22 februari 2008 en ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010. 

Avond Winter Straten

 

Witte blinde autoögen

zij schuift stom

                de straat als zij is wit en blind

                en zij is ver

Haar vele verre lichten verscherpen sneeuw

de sneeuw verscherpt haar vele verre lichten

eenzaam en enkelvoudig ding

van heugenis gescheiden           zijn banken

                   banken in sneeuw

Doorzicht der allee

schild scherp wit waarop het zwart hard staat

                   voor wielrijders verboden weg

een rode lucifer ligt

                    hel een vlam tot d’éne sneeuw

Schitteren chemies-industriëel violet en groen

in de winkel-kaats-klaarte

bonbonhulzen

 

 

Haar ogen of de goed gebruikte wensvorm

 

Ogen wentelen lichten

lichten laaien landen

in de verte brandt een vuur

mij

vlamt een gloed

mij

en stil trilt het onbekende

sterrewachten wachten mij

                         dat ik reize

 

Ik vat nooit de vlam van het vuur in de verte

 

 

DE PROFUNDIS

 

Wij zijn de overwonnenen

op de zuiderstrook der lage landen langs de zee

De zee was niet ons goed

al schuren hare zoute waatren zuiver ons strand

van bitterheid

Soms is een plant ons goed nog

en dieren

Ik meen daarmee buiten de paarden

schepershonden van Mechelen of Groenendaal

die na de schilders de roem van Vlaanderen

over de grenzen dragen

Herkennen zij in ons hun maats

der volle maat

van slagen

Zien paardenogen aan wier staren

het denken om het leed verglijdt

in de verte

de ster die ons niet begeleidt

Om de geraniën die aan de vensters onzer hoeven God roepen

met haar meekraplakken stemmen

schokt de stilte en het verstarren

 

 

Paul van Ostaijen (22 februari 1896 – 18 maart 1928) 

Monument in Antwerpen

 

 

 

De Duitse dichter en schrijver Hugo Ball werd geboren op 22 februari 1886 in Pirmasens. Zie ook mijn blog van 22 februari 2007 en ook mijn blog van 22 februari 2008 en ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010.

 

Der Henker

 

Ich kugle Dich auf Deiner roten Decke.

Ich bin am Werk: blank wie ein Metzgermeister.

Tische und Bänke stehen wie blitzende Messer

der Syphiliszwerg stochert in Töpfen voll Gallert und Kleister.

 

Dein Leib ist gekrümmt und blendend und glänzt wie der gelbe Mond

deine Augen sind kleine lüsterne Monde

dein Mund ist geborsten in Wollust und in der Jüdinnen Not

deine Hand eine Schnecke, die in den blutroten Gärten voll Weintrauben und Rosen wohnte.

 

Hilf, heilige Maria! Dir sprang die Frucht aus dem Leibe

sei gebenedeit! Mir rinnt geiler Brand an den Beinen herunter.

Mein Haar ein Sturm, mein Gehirn ein Zunder

meine Finger zehn gierige Zimmermannsnägel

die schlage ich in der Christenheit Götzenplunder.

 

Als dein Wehgeschrei dir die Zähne aus den Kiefern sprengte

da brach auch ein Goldprasseln durch die Himmelssparren nieder.

Eine gigantische Hostie gerann und blieb zwischen Rosabergen stehen

ein Hallelujah gurgelte durch Apostel- und Hirtenglieder.

 

Da tanzten nackichte Männer und Huren in verrückter Ekstase

Heiden, Türken, Kaffern und Muhammedaner zumal

Da stoben die Engel den Erdkreis hinunter

Und brachten auf feurigem Teller die Finsternis und die Qual.

Da war keine Mutterknospe, kein Auge mehr blutunterlaufen und ohne Hoffen

Jede Seele stand für die Kindheit und für das Wunder offen.

 

 

Hugo Ball (22 februari 1886 – 14 september 1927) 

Hier met zijn vrouw Emmy Ball – Hennings

 

 

 

De Servische schrijver Danilo Kiš werd geboren op 22 febrari 1935 in Subotica. Zie ook mijn blog van 22 februari 2007 en ook mijn blog van 22 februari 2008 en ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010.

 

Uit: Die mechanischen Löwen (Vertaald door Ilma Rakusa, Peter Urban)

 

„MÁRIA RIGÓ: Ah nein, warte einen Augenblick … (Horcht. Man hört, wie die Wohnungstür geöffnet wird) Das ist sicher Emil … Wir trinken das Gläschen zu dritt … Emil … Emil?

EMIL (off): Wieder haben die uns gequält mit ihren ewigen Versammlungen …

MÁRIA RIGÓ: Emil, sieh nur, wer uns besuchen gekommen ist … Einer von Otos Freunden.

EMIL (off): Immer findet sich jemand, der die Parteilinie nicht kapiert, und deswegen mußt du und deine Genossen deine kostbare Zeit verschwenden …

Emil tritt ein, reicht dem jungen Mann die Hand, küßt Mária auf die Stirn.

EMIL: …Verzeihen Sie, ich bin ein bißchen müde… Um Gottes willen, Mária, warum hast du dem Genossen nichts zu essen gegeben … sicher habt ihr auf mich gewartet …

JUNGER MANN: Oh, nein, meine Lehrerin hat mich äußerst liebenswürdig bewirtet, aber glauben Sie mir…

MÁRIA RIGÓ: Emil, das ist ein Schulfreund von Oto …

JUNGER MANN: Eigentlich, um genau zu sein: von Anton.

EMIL: Von der Universität?

MÁRIA RIGÓ: Aber nein, Emil, um Gottes willen, ein Schüler von mir von vor zwanzig Jahren. Er ging mit Anton zusammen in die Grundschule …

JUNGER MANN: Ja, Herr Emil, von vor zwanzig Jahren …

MÁRIA RIGÓ: Natürlich, Emil, kannst du dich nicht an Andreas erinnern, den kleinen Andreas …

EMIL: Wieso eigentlich nicht, ich habe den Eindruck, als komme mir das Gesicht ganz bekannt vor… Ehrlich gesagt, kann ich mich nicht genau erinnern … hm … an die elementaren, um es so zu sagen, die biographischen Daten, aber daß der Genosse einer von Otos …

MÁRIA RIGÓ: Von Antons …

EMIL: Von Antons Schulfreunden ist, ist mir ganz klar, das heißt, ich habe in Ihnen einen der … aber ehrlich gesagt…

MÁRIA RIGÓ: Gib dir keine Mühe, Emil … Glaube mir, auch ich habe ihn nicht wiedererkannt, und stell dir vor, bis vor kurzem, bis du kamst, hat er mich im Ungewissen gelassen, wie in einem Kriminalfilm … Er war so geheimnisvoll, bis er sich endlich zu erkennen gab… Und weißt du, wie?…“

 

 

Danilo Kiš (22 februari 1935 – 15 oktober 1989)

 

 

 

De Amerikaanse schrijfster Jane Bowles werd als Jane Auer geboren op 22 februari 1917 in New York. Zie ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010.

 

Uit: Two Serious Ladies

 

“They sat in silence for a few minutes. Miss Gamelon was thinking seriously about all these things when suddenly a bottle broke against her head, inundating her with perfume and making quite a deep cut just above her forehead. She started to bleed profusely and sat for a moment with her hands over her eyes.
”I didn’t actually mean to draw blood,” said Arnold leaning out of the window. “I just meant to give her a start.”
Miss Goering, although she was beginning to regard Miss Gamelon more and more as the embodiment of evil, made a swift and compassionate gesture towards her friend.
 

(…)

 

Step back a little farther, please,” he said. “Look carefully at your man and then say whether or not you want him.”
Miss Goering did not see how she could possibly answer anything but yes. He was standing now with his head cocked to one side, looking very much as though he were trying to refrain from blinking his eyes, the way people do when they are having snapshots taken.
”Very well,” said Miss Goering, “I do want you to be my man.” She smiled at him sweetly, but she was not thinking very hard of what she was saying.”
 

 

 

Jane Bowles (22 februari 1917 – 4 mei 1973)

 

 

 

De Afro-Amerikaanse dichter, schrijver en essayist Ishmael Scott Reed werd geboren op 22 februari 1938 in Chattanooga, Tennessee. Zie ook mijn blog van 22 februari 2009 en ook mijn blog van 22 februari 2010.

  

Untitled


Alaska’s rape
dismemberment
disassembled piece by piece
and shipped to the lower
forty-eight so that people
in Dallas may own whale-
sized Cadillacs and lear
jets which cost Alaska an
arm and a leg just like
ravished Jamaica whose
stolen sugar built Mansfield
Park where idle gang rapers
discuss flower beds and
old furniture
Jamaica, Alaska, sisters
dragged into an alley
used and abandoned

 

 

Skirt Dance


i am to my honey what marijuana is
to tiajuana. the acapulco gold of her
secret harvest, up her lush coasts i
glide at midnite bringing a full boat.
(that’s all the spanish i know.)

Ishmael Reed (Chattanooga, 22 februari 1938)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e februari ook mijn vorige blog van vandaag.