Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Ingmar Heytze, Iain Banks, Iris Kammerer

De Zuidafrikaanse dichteres Elisabeth Eybers werd geboren op 16 februari 1915 in Klerksdorp. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en mijn blog van 4 december 2007  en ook mijn blog van 16 februari 2008. en ook mijn blog van 16 februari 2009.

 

Somer

 

Vanjaar het ek somer aanskou,

hoe dit laag na laag ope vou

in onryp glimmerende groen,

so uitbundig soos plofstof dit doen,

deur matigheid ongemoeid.

Na dit ’n rukkie gegroei’t

het dit behoedsaam vervaag

tot ’n sediger tint, iets bedaag:

sy enigste oogmerk oorlewing,

in plaas van vergelding vergewing

 

Dis waar, vlak by, voelbaar, bestaan

’n soort drang om op vlug te slaan

en my oë beoog reeds ontrou,

tog, hoekom in hemelsnaam sou

ek nie reken op somer vanjaar?

 

 

Renterekening

 

Omdat ‘k versuim het om jou weer te sien

groet ek jou elke dag in fantasie:

erkende gemeenskaplikheid en nie

minder of meer as wat ’n mens verdien,

die enigste manier om (onervare

in vrolik meedoen) wins te maak deur jare.

 

 

Voleindiging

 

Verworwe voleindiging wek ’n nuwe gemis

met gevolg dat die lewe nooit kant en klaar afgerond is,

soms hunker jy terug na ’n skerper besef van tekort

vertroud uit die byna vergete tydperk van word.

 

Solank jy nog sekere spierweefsels kan beweeg

wil iets, in omsigtige terme kunstig verklee,

getuig van doelmatigheid, doen dus krampagtig mee:

afsluiting word in die reël sonder opset gepleeg.

 

Eybers

Elisabeth Eybers (16 februari 1915 – 1 december 2007)
V.l.n.r.: A. Roland Holst, Elisabeth Eybers, Aty en Jan Greshoff, Kaapstad, oktober 1946.

 

De Surinaams-Nederlandse schrijver,columnist, essayist, programmamaker en presentator Anil Ramdas  werd geboren in Paramaribo op 16 februari 1958. Zie ook mijn blog van 16 februari 2009.

Uit: Een huis voor meneer Naipaul (De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea)

„‘Ik houd vol dat de zwarten van het Caribisch gebied een paar grote passen terug naar het oerwoud gedaan hebben,’ zegt Naipaul tegen een verslaggever. ‘Ik had nooit gedacht dat een Afrikaans volk terug kon keren naar die oorspronkelijke staat, na driehonderd jaar in de nieuwe wereld geleefd te hebben. Dat is heel droevig.’

Zo teder als Naipaul schrijft, zo ruw en onbarmhartig klinken zijn woorden in interviews. Maar zijn ze met elkaar in tegenspraak? Ik denk het niet. In vraaggesprekken lijkt zijn droefheid grotesk en is zijn houding liefdeloos, maar ze komen voort uit zijn onwankelbare geloof in vooruitgang en succes voor wie werkelijk volhardt en doorzet. Daar gaat ook zijn eerste (en sommigen zeggen: zijn enige) grote roman over: A House for Mr. Biswas, waar zijn eigen vader Seepersad Naipaul model voor stond. Seepersad groeide op in een dorp dat 438 huizen telde, maar niet een ervan kon hij het zijne noemen. Toch weigerde hij te sterven zoals hij was geboren: overbodig en onbehuisd. Op zoek naar vrijheid en zelfstandigheid ontvluchtte hij de traumatiserende zorg van zijn schoonouders en de beklemmingen van de kleine hindoegemeenschap, om in Port of Spain als journalist te gaan werken bij de Trinidad Guardian. Het waren jaren van zware arbeid en krankzinnige avonturen, maar Seepersad hield vol. Vlak voor zijn dood bemachtigde hij ‘zijn eigen stukje van de aarde’.

Zijn zoon Vidiadhar Surajprasad besloot op twaalfjarige leeftijd zijn vaders streven naar vrijheid en bewegingsruimte voort te zetten: ‘binnen vijf jaar’, zo beloofde hij zichzelf, moest hij het eiland hebben verlaten om zijn eigen stukje van de wereld te bemachtigen. Zes jaar later emigreerde hij naar Engeland en ging letterkunde studeren in Oxford. Hij raakte teleurgesteld in de studie, hij had gehoopt iets te leren over de relatie tussen het schrijven, en wat hij kortweg ‘het leven’ noemt.”

anil-ramdas

Anil Ramdas ( Paramaribo op 16 februari 1958)

 

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008 en ook mijn blog van 16 februari 2009.

Erwtensoep

Mijn moeder die je verder met geen stok het ijs op kreeg
kookte in het schaatsseizoen enorme pannen erwtensoep
en deelde deze uit vanaf de steiger voor ons zomerhuisje

de soep genoot een faam tot ver achter de dijken
men reed er graag een plas voor om of kluunde zich de bramen
een enkeling trotseerde een nat pak onder de brug

slechts éénmaal is zij ingegaan op een verzoek om het recept
een vage kennis wou het sturen naar zijn zuster in Amerika

in de lente kregen we een kaart: we really enjoy your erwtensoep,
we nemen elke dag een stukje bij de koffie.

 

Ideaal gedicht

‘What is if this is one of those ideal poems?’
‘Every poem is an ideal poem.’

Een griffioen in winterkleed,
vliegende kameleons en vlinders
die van kleur verschieten, elk gezicht
een verre stem achter een waterval –
ik schiet op eenhoorns in mijn slaap
en bal mijn vuist
naar het heelal.
Soms droom ik een feniks
die verrijst uit witte as.

Ons leven is een schitterend
soort toeval, een vergissing haast.
Op den duur moet alles weg,
het einde jeukt onder mijn huid –
nog nooit zo tergend opgegeten
weten we: wij zijn alleen,
we zweven in het barnsteen
van een parallelle ruimtetijd.

Het firmament is groot en leeg.
Ik timmer woorden aan elkaar
terwijl ik in het donker staar
en luister naar de eeuwigheid.
De poëzie biedt schrale troost,
de liefde als een bouwpakket –
het onbegonnen werk is klaar.
Wie doet mij een tegenzet.

Ingmar-Heytze

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

 

De Schotse schrijver Iain Menzies Banks werd geboren op 16 februari 1954 in Dunfermline, Schotland. Zie ook mijn blog van 16 februari 2009.

 

Uit: Look to Windward

 

„Near the time we both knew I would have to leave him, it was hard to tell which flashes were lightning and which came from the energy weapons of the Invisibles.

A vast burst of blue-white light leapt across the sky, making an inverted landscape of the ragged clouds’ undersurface and revealing through the rain the destruction of all around us: the shell of a distant building, its interior scooped out by some earlier cataclysm, the tangled remains of rail pylons near the crater’s lip, the fractured service pipes and tunnels the crater had exposed, and the massive, ruined body of the wrecked land destroyer lying half submerged in the pool of filthy water in the bottom of the hole. When the flare died it left only a memory in the eye and the dull flickering of the fire inside the destroyer’s body.

Quilan gripped my hand still tighter. ‘You should go. Now, Worosei.’ Another, smaller flash lit his face and the oil-scummed mud around his waist where it disappeared under the war machine.

I made a show of consulting my helm’s read-out. The ship’s flyer was on its way back, alone. The display told me that no larger craft was accompanying it, while the lack of any communication on the open channel meant there was no good news to report. There would be no heavy lift, there would be no rescue. I flipped to the close-quarter tactical view. Nothing better to report there. The confused, pulsing schematics indicated there was great uncertainty in the representation (a bad enough sign in itself) but it looked like we were right in the line of the Invisibles’ advance and we would soon be over-run. In ten minutes, maybe. Or fifteen. Or five. That uncertain. Still I smiled as best I could and tried to sound calm“

.

Banks

Iain Banks (Dunfermline, 16 februari 1954)

 

De Duitse schrijfster Iris Kammerer werd geboren op 16 februari 1963 in Krefeld. Zie ook mijn blog van 16 februari 2007 en ook mijn blog van 16 februari 2008 en ook mijn blog van 16 februari 2009.

 

Uit: Die Schwerter des Tiberius

 

»Die Männer sind bestens vorbereitet, Praefect Cinna! «, rief er herüber. »Der Feldzug kann beginnen!«

Cinna nickte zur Erwiderung, trieb den Grauen aus dem Wasser, in dem dieser seine Fesseln kühlte, und lenkte ihn über den Sand zur Böschung, wo einige Pferdeburschen die Köpfe zusammensteckten. Ein Pfiff genügte, sie auf ihn aufmerksam zu machen; einer der jungen Burschen ergriff die Zügel, als Cinna das Bein über den Hals des Pferdes schwang und zu Boden glitt. Erst jetzt bemerkte er den Centurio, der mit verschränkten Armen näher kam, den großen, knotigen Weinstock, Abzeichen seines Ranges,unter die rechteAchsel geklemmt. Die Miene des Mannes verhieß nichts Gutes. Nachdem er gegrüßt hatte, schob er die Füße ein wenig auseinander, der Stock glitt an seiner Seite herab, bis er fast den Boden berührte, und pendelte sacht gegen seine Wade.

»Praefect, ich bin immer noch unzufrieden mit der Kampfbereitschaft der Barbaren.«

Eggius’ nachtschwarze Augen erschienen seltsam matt, als starre er durch Cinna hindurch.

»Außerdem mangelt es ihnen an Willigkeit«, fügte er hinzu und räusperte sich umständlich. Cinna musterte den Centurio mit hochgezogenen Brauen. Marcus Eggius diente als zweithöchster Offizier

in dieser Truppe, einer fünfhundert Mann starken Cohorte, bestehend aus Fußtruppen und einheimischer Reiterei; im Vorfrühling hatte Cinna bei der Siedlung der Ubier den Befehl über diese Einheit übernommen. Das schien Eggius nicht sonderlich gefallen zu haben, doch bislang hatte er seinem neuen Vorgesetzten den schuldigen Respekt gezollt.“

 

iris_kammerer

Iris Kammerer (Krefeld, 16 februari 1963)


Zie voor nog meer schrijvers van de 16e februari
mijn vorige twee blogs van vandaag.