Herinnering aan Gerard Reve, Hanz Mirck, Christoph Hein, Judith Koelemeijer, Nnedi Okorafor, Barbara Kingsolver, John Fante

Herinnering aan Gerard Reve

Vandaag is het precies 8 jaar geleden dat de Nederlandse dichter en schrijver Gerard Reve overleed. Zie ook alle tags voor Gerard Reve op dit blog en eveneens mijn blog van 14 december 2006. en mijn blog van 9 april 2006.

 

Credo

Niets te verwachten, niets te hopen:
er rest mij niets dan duisternis en Dood.
Ik zie het, maar ik wankel niet: wie Gij ook zijt,
U heb ik lief, met heel mijn hart, met al mijn Bloed.

 

 
Gerard Reve (14 december 1923 – 8 april 2006)
Cover

 

De Nederlandse dichter Hanz Mirck werd geboren op 8 april 1970 te Zutphen. Zie ook alle tags voor Hanz Mirck op dit blog.

Paradijs

Een boek over het paradijs is geen routebeschrijving:
leer het uit je hoofd en je weet niets. Schrijf het
en het zal je frustreren. Netzomin als bezit leidt tot geluk,
veel licht tot begrip van een tekst, de zinloosheid

van de wereld een zinnige filosofie is – tussen Eufraat
en Tigris is alles wat je onthouden moet. Bedenken hoe je
niet in het paradijs komt is bijna paradijselijk, een plek
waar een slang de vrouw beter kent dan haar man

Gidsen spreken uit brandende struiken, onweersbuien,
van explosies is de weg gemaakt, vaders ziekbed is eind-
bestemming van de bus, het is waar je namen geeft

aan wat je ziet, pas als je buiten staat bedenk je
hoe het daar moet heten, het is niet de plek waar wij
onszelf kennen: waar wij ons vergaten heet het paradijs

 

Aanreikingen – over sleutels

In een slot passen twee sleutels:
één om mensen binnen te laten,
één om mensen buiten te sluiten

er kunnen niet twee sleutels tegelijk in het slot;
binnenlaten en buitensluiten
zijn verschillende doelen

Een week geleden liet je de deur wagenwijd openstaan
en viel in een droomloze slaap. Iedereen kon zo binnenlopen
zegt ze, wees de volgende keer zorgvuldiger

Deze week draai je de deur op slot
en valt in een droomloze slaap. Geen bel of telefoon
krijgt je wakker

Als je tegen de ochtend tegen haar aan wil liggen
hangen de sleutels aan de binnenkant van de deur
Je brein weet meer dan jij,

misschien probeert het je wel
een oplossing aan te reiken
dwars door een deur heen

 
Hanz Mirck (Zutphen, 8 april 1970)
Met Margreet Dolman, affiche 

 

De Duitse schrijver, essayist en vertaler Christoph Hein werd geboren op 8 april 1944 in Heinzendorf in Silezié. Zie ook alle tags voor Christian Hein op dit blog.

Uit: Drachenblut (Der fremde Freund)

“Nach dem Essen ging ich mit Anne einen Kaffe trinken. Anne ist drei Jahre älter als ich. Sie war Zahnärztin und musste den Beruf vor einigen Jahren aufgeben. Ihre Handgelenke neigen zur Entzündung. Sie studierte nochmals und macht jetzt Anästhesie. Sie hat vier Kinder und einen Mann der sie alle zwei Wochen einmal vergewaltigt. Sie schlafen sonst regelmäßig und gut miteinander, wie sie sagt, aber ab und zu vergewaltige er sie. Er brauche das, sagt sie. Scheiden will sie sich nicht lassen, wegen der Kinder und aus Angst allein zu bleiben. So nimmt sie es halt hin. Wenn sie Alkohol trinkt, heult sie und beschimpft ihren Mann. Aber sie bleibt bei ihm. Ich halte Distanz zu ihr. Es ist anstrengend mit einer Frau befreundet zu sein, die sich mit ihren Demütigungen abgefunden hat. Ihr Mann, ebenfalls Arzt, ist vierzehn Jahre älter als sie. Nun wartet sie darauf, dass es sich ,,bei ihm legt”. Senilität als Hoffnung. Es gibt unsinnigere Erwartungen.”
(…)

“Ich bin gewitzt, abgebrüht, ich durchschaue alles. Mich wird nichts mehr überraschen. Alle Katastrophen, die ich noch zu überstehen habe, werden mein Leben nicht durcheinanderwürfeln. Ich bin darauf vorbereitet. Ich habe genügend von dem, was man Lebenserfahrung nennt. Ich vermeide es, enttäuscht zu werden. Ich wittere schnell, wo es mir passieren könnte. Ich wittere es selbst dort, wo es mir nicht passieren könnte. Und ich wittere es dort so lange, bis es mir auch dort passieren könnte. Ich bin auf alles eingerichtet, ich bin gegen alles gewappnet, mich wird nichts mehr verletzten. Ich bin unverletzlich geworden. Ich habe in Drachenblut gebadet, und kein Lindenblatt ließ mich irgendwo schutzlos. Aus dieser Haut komme ich nicht mehr heraus. In meiner unverletzbaren Hülle werde ich krepieren an Sehnsucht …”

 
Christoph Hein (Heinzendorf, 8 april 1944)

 

De Nederlandse schrijfster en journaliste Judith Koelemeijer werd geboren in Zaandam op 8 april 1967. Zie ook alle tags voor Judith Koelemeijer op dit blog.

Uit: Anna Boom

“Ze praatte eroverheen. ‘Je weet toch hoe erg het met de Russen was?’ zei ze snel. Ze vertelde over de soldaten die na de bevrijding feest mochten vieren en zich beestachtig hadden gedragen. ‘Het was een puinhoop, onvoorstelbaar.’ Zelf was ze tijdens die dagen in het ondergrondse ziekenhuis, ging ze in één adem verder. Ze had zich daar moeten verstoppen. Voor de Pijlkruisers, de Hongaarse nazi’s. Ze werd toen gezocht, omdat ze voor Wallenberg had gewerkt.
‘Ik snap er niks meer van,’ zei Jan.
Zoals vaker had ze geprobeerd in telegramzinnen haar verhaal te doen, springend van hoogtepunt naar hoogtepunt, zonder stil te staan bij alles wat daartussen lag.
‘Je bedoelt toch niet dé Wallenberg?’
Juist in die tijd, halverwege de jaren tachtig, was de verdwenen Zweedse diplomaat veel in het nieuws. Er deden steeds wildere verhalen de ronde over wat er met hem gebeurd kon zijn sinds hij in Russische handen was gevallen. Volgens de officiële Russische lezing was Wallenberg in 1947 in een gevangenis in Moskou overleden aan een hartaanval. Maar dat geloofde eigenlijk niemand. Russische ex-gevangenen beweerden dat ze Wallenberg nog pas hadden gezien in een psychiatrische inrichting. Zijn heldenstatus – redder van de Hongaarse joden, slachtoffer van de Goelag – had mythische proporties aangenomen.
‘Heb je echt voor hem gewerkt?’
Toen begon ze te vertellen. Ze wist niet dat ook zij zo lang aan het woord kon zijn. En Jan luisterde, heel aandachtig, zonder haar te onderbreken. Zo nu en dan schonken ze elkaar nog iets in.”

 
Judith Koelemeijer (Zaandam, 8 april 1967)

 

De Afrikaanse-Amerikaanse schrijfster Nnedi Okorafor werd geboren op 8 april 1974 in Cincinnati, Ohio. Zie ook alle tags voor Nnedi Okorafor op dit blog.

Uit: Who Fears Death

„It caught in my throat and I coughed. Then I stared. Papa’s chest was slowly moving up and down, up and down… he was breathing! I was both repulsed and desperately hopeful. I took a deep breath and cried, “Live, Papa! Live!”
A pair of hands settled on my wrists. I knew exactly whose they were. One of his fingers was broken and bandaged. If he didn’t get his hands off me, I’d hurt him far worse than I had five days prior.
“Onyesonwu,” Aro said into my ear, quickly taking his hands from my wrists. Oh, how I hated him. But I listened. “He’s gone,” he said. “Let go, so we can all be free of it.”
Somehow…I did. I let go of Papa.
Everything went dead silent, again.
As if the world, for a moment, were submerged in water.
Then the power that had built up inside of me burst. My veil was blown off my head and my freed braids whipped back. Everyone and everything was thrown back – Aro, my mother, family, friends, acquaintances, strangers, the table of food, the fifty yams, the thirteen large monkeybread fruits, the five cows, the ten goats, the thirty hens, and much sand. Back in town the power went off for thirty seconds, houses would need to be swept of sand, and computers would be taken in for dust damage.”

 
Nnedi Okorafor (Cincinnati, 8 april 1974)
Hier met de Nigeriaanse schrijver Wole Soyinka (rechts)

 

De Amerikaanse schrijfster Barbara Kingsolver werd geboren op 8 april 1955 in Annapolis, Maryland. Zie ook alle tags voor Barbara Kingsolver op dit blog.

Uit: The Lacuna

“Enrique had lived his whole life in that hacienda, ever since his father built it and flogged the indios into planting his pineapple fields. He had been raised to understand the usefulness of fear. So it was nearly a year before he told them the truth: the howling is only monkeys. He didn’t even look across the table when he said it, only at the important eggs on his plate. He hid a scornful smile under his mustache, which is not a good hiding place. “Every ignorant Indian in the village knows what they are. You would too, if you went out in the morning instead of hiding in bed like a pair of sloths.”
It was true: the creatures were long-tailed monkeys, eating leaves. How could such a howling come from a thing so honestly ordinary? But it did. The boy crept outdoors early and learned to spot them, high in the veil of branches against white sky. Hunched, woolly bodies balanced on swaying limbs, their tails reaching out to stroke the branches like guitar strings. Sometimes the mother monkeys cradled little babes, born to precarious altitudes, clinging for their lives.
So there weren’t any tree demons. And Enrique was not really a wicked king, he was only a man. He looked like the tiny man on top of a wedding cake: the same round head with parted, shiny hair, the same small mustache. But the boy’s mother was not the tiny bride, and of course there is no place on that cake for a child.”

 
Barbara Kingsolver (Annapolis, 8 april 1955)

 

De Amerikaanse schrijver John Fante werd geboren in Colorado op 8 april 1909. Zie ook alle tags voor John Fante op dit blog.

Uit: A Kidnapping in the Family

“Look,” I said. “Guess who?”
He looked at it through a haze of cigar smoke. His indifference annoyed me. He examined it as though it were a bug, or something; a piece of stale cake, or something. His eyes slid up and down the picture three times, then crosswise three times. Turning it over, he examined the back. The composition interested him more than the subject, and I had hoped his eyes would pop and that he would shout with excitement.
“It’s Mamma!” I said. “Don’t you recognize her?”
He looked at me wearily. “Put it back where you found it,” he said, picking up his newspaper.
“But it’s Mamma!”
“Good God!” he said. “I know who it is! I’m the man who married her.”
“But look!”
“Go away,” he said.
“But, Papa! Look!”
“Go away. I’m reading.”
I wanted to hit him. I was embarrassed and sad. Something happened at that moment and the picture was never so wonderful again. It became another picture — just a picture. I seldom looked at it again, and after that evening I never opened my mother’s trunk and burrowed for treasure at the bottom.
Before her marriage my mother was Maria Scarpi. She was the daughter of Giuseppe and Stella Scarpi. They were peasants from Naples. Giuseppe Scarpi — he was a shoemaker. He and his wife came to Denver from Italy. My mother, Maria Scarpi, was born there in Denver. She was the fourth child. With her brothers and sisters she went to the Sisters’ school. Then she went to a public high school for three years. But this public high school wasn’t like the Sisters’ school, and she didn’t like it. Her two brothers and four sisters married after completing high school.”

 
John Fante (8 april 1909 – 8 mei 1983)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e april ook mijn blog van 8 april 2012 en ook mijn blog van 8 april 2011 deel 2.