Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

De werkster

Moeder, aanrecht en dweil
zoals zij door de kamers dwaalt
van het belommerd huis de gang
doorkruist en mompelend de ramen aait.

Zij spreekt de kasten dierbaar aan
of zij hun sleutel goed bewaren
en van elke lade het geheim dat
zij ooit dierbaar samen waren.

Zij boent haar angst voor slechte
tijden met het bergkristal en
zilver op, en veegt de vloer aan
met de twijfel dat wie eenmaal
liefheeft meermaals achterblijft.

Wie haar niet kent zal zwijgen
en haalt het stof onder de nagels weg
vóór hij haar aanraakt met het hard
verwijt dat zij slechts aanrecht was
en dweil. Terwijl zij veeleer aaide.

 

De krant

Het sneeuwt. Op het plein worden de sporen
gewist. De man zoekt in zijn krant wat hij mist,
wat hem stoort, boven het hoofd hangt en wie
zich vergist. De vrouw slaapt, wordt niet gehoord.

De torenklok, op de tijd achteruit, slaat geloofd
zij de heer om zich heen en de huizen rollen
als egels op elkaar in. Een schoorsteen hoest,
werpt een koord, sputtert tegen. Het dorp dooft.

Nog steeds zet de man geen voet aan de trede,
hij volhardt in de krant die hij vreest. Nog steeds
dat litteken tussen de kaken, niets dat geneest.

Nog steeds geen krakende trap naar beneden.
De vrouw slaapt, de man ontleedt het weerbericht.

Hij vindt haar, boven een plas, ijs op het gezicht.

 

Dit huis

Laat hier geen twijfel over bestaan, dit huis
zal bouwval worden met de grond gelijk
ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin
en met cement elk voegwoord vergelijk,

de gangen met mezelf en daar dan in
verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit
van kinderen die bij hun moeders blijven
zwijgen, in de tuin een schrikbewind van kruid.

Geef dit huis geen uitstel meer,
het denkt zo lang al aan een landschap
toe te horen dat hij blijven zal. Ik keer

terug tot een boom, in de aarde, meet omvang
van woorden aan restwarmte af en beken dat
ik nog droom van een gedicht. Pijnbanken lang.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De visboer

Dit is dus het tijdperk van de visboer, niet van de visser –
zijn pet schuin als die van een sergeant, wankel op zijn gewatteerde hoofd
terwijl hij duikers schat en hun bewegingen meet.

Hij grijpt net zo gemakkelijk naar een karper als jij of ik
onze hand in een emmer appels zouden dompelen,
tast naar de vis, zijn ingegroeide nagel doet pijn in het zoute water,

en tilt hem eruit, vol begrip, zoals alleen hij dat kan.
de folieschijf van het zilveren oog. het gewicht van het mes,
de motorslag van zijn hart. fijn afgestemd op deze wrede vriendelijkheid!

Vol begrip, zoals alleen hij dat kan, de plek tussen de knokkels
waar een nagel zou kunnen binnendringen als door boter,
hoe vlees te snijden zoals anderen selderij snijden.

hoe hij zijn toespraak zou inkorten zoals hij dat bij mannen zou doen
ware hij gewond geraakt en gedwongen om te vechten.
Maar zoals bij een door de bliksem getroffen boom, is er geen genezende bast

rond zijn getroffen hart en het hout in het midden van de stam
pulseert en snakt naar groei als een vis
die vecht voor zijn laatste adem, alsof hij in de lucht hapt naar water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *