Lieke Marsman, Claudia Gabler

De Nederlandse dichteres Lieke Marsman werd op 25 juli 1990 geboren te Den Bosch. Zie ook alle tags voor Lieke Marsman op dit blog.

 

Alsof je een groot brood bent eet ik je weg

Witte pluizen van deeg plakken tegen mijn wangen
en tanden, die in een droom één voor één uitvielen en niet
onder mijn kussen kwamen te liggen, waar mijn moeder
er een gulden voor zal leggen. Ik haal de tijden door elkaar
alsof dit Latijn was. Hier ben ik de barbaar,

die maar half begrijpt wat je zegt over cijfers, nog maar half
zo oud als op de dag waarop ik dingen ga weten. Voorlopig
snap ik niets van belangrijke getallen, het abc van de wiskunde
bevindt zich voor mij nog in het woordje abacus. Maar vertel
alvast over dat getal – zwel nog eens aan.

Het is de laatste dag en in gele lichten word ik wakker
naast een bed van bloemen, alsof ik vier ben, uit bed gevallen,
naast mijn tanden lig. De stukken luchtig deeg vliegen
door de ruimte als waren ze van rijst. Ik trouw met hem
op de dag die het einde der tijden is, dus gebruik ik de infinitief

om als een balein met mijn vingers zijn haren te filteren.
Wanneer ik geen walvis meer ben, schud ik het zeewier
van mijn lichaam, waarna ik dansend op de rotsen verschijn.
Ik gil het hard, sirene in nacht. Het is een mooi refrein:

Wat wil je horen ik zeg het je
Wat wil je zien ik plak het voor je ogen
Wil je dat ik een spreekwoord gebruik ik ken ze
Wil je dat ik naakt ben ik moet iets zijn

Was ik een belangrijk getal dan zou ik
mee gerekend worden
.

 

Wat ik er aan kan doen

Je tegen het oude in mijn hart aanleggen en het vertellende in je stem
tot rust brengen. Je tegen me aandrukken zodat het jonge in mijn hart
op je schouder klopt. Het kloppende uit een boek begrijpen
en het zo lang mogelijk niet begrijpen om de kaften,
die hartkleppen zijn, niet dicht te slaan. Met geluk strooien.
Wat in een avond wortel schiet laat zich niet in een dag plukken.

Als ik mezelf ervan beschuldig paradoxaal te zijn,
zou ik mezelf logischerwijs tegelijkertijd moeten vergeven.
Als ik gebroken was, kon ik ergens de helft van zijn.

Zei ik ooit dat ik van winter hield, ik loog.

 

De eerste letter

5

Als het woord angst met de eerste letter van het alfabet begon, in iedere taal
Als ik wakker dacht dat ik uit het niets wakker zou worden
Als ik keer op keer zag dat er iets bewoog in mijn ooghoek, maar het was
altijd een bestaande boom
Als ik bang was dat ik opeens zou gaan denken dat alles op mij
betrekking had
Als alles op mij betrekking had
Als ik wachtte tot mijn ademhaling weer vanzelf zou gaan omdat ik
vergat dat hij dat al deed, zoals een kind dat dacht dat het geen zuurstof
meer kreeg tijdens haar slaap
Als ik dat kind weer was
Als ik bang was dat de tijd vanaf nu niet meer voorbij zou gaan,
waardoor ik voor altijd in dit moment moest blijven
Als ik mezelf ervan beschuldig paradoxaal te zijn, zou ik mezelf
logischerwijs tegelijkertijd moeten vergeven
Als ik dacht dat de wereld opeens open zou splijten in de vorm van een
kattenoog of een vaginamond:

Hier,
sta op, open een raam
met een hand die je voelt, in het zicht
van iemand die je wil voelen, in de weerspiegeling
van het ongeopende raam

 

Lieke Marsman (Den Bosch, 25 juli 1990)

 

De Duitse dichteres Claudia Gabler werd op 28 juli 1970 geboren in Lörrach. Zie ook alle tags voor Claudia Gabler op dit blog.

 

Hoe de luchtbellen zichzelf uit de oliën stieten

Hoe de luchtbellen zichzelf uit de oliën stieten en niemand
wist waar deze geile hand te laten. We wilden slechts

toeschouwers zijn, maar spraken over de hitte. Hoe koket
om gewoon op de verfrissing in de tuin te wijzen

of de Duitse heggen (het was nu eenmaal de tuin van de buren).
Hoe we op slippers het terras opstapten.

De knalrode kersen waar de merels naar pikten
in de schaduw van de eiken, dat hield geen ogenblik stand.

Dus hoeveel plastic moest er nog smelten voor het gebied
eindelijk werd afgesloten? In hoeveel talen

kon je tellen wat hier tegen de zon in liep? Wij zochten
toen in de verborgen hoeken van de gevaarlijk dichtbij

gelegen ateliers alle mappen en glazen als bescherming
tegen hun tongen. Dat je talent hebt, hebben we altijd

geweten, maar of het mensen waren die in deze buurt
de weg kwijt raakten? De paniek van de buurtbewoners bleek

uit hun sigarettenconsumptie (het was maar een pakhuis,
dat hier in brand stond). Zij vergaten de jassen

en petten in hun woningen, de zakjes met
de pigmenten dansten in de lucht als hadden ze geen gewicht.

 

Claudia Gabler (Lörrach, 28 juli 1970

 

Zie voor de schrijvers van de 25e juli ook mijn blog van 25 juli 2020 en eveneens mijn blog van 25 juli 2018 en eveneens mijn blog van 25 juli 2017.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *