Luuk Gruwez, Philip Larkin

De Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Luuk Gruwez werd geboren op 9 augustus 1953 te Kortrijk. Zie ook alle tags voor Luuk Gruwez op dit blog.

 

De hel onder een rok

Zij noemt mij zelden nog meneer,
de helleveeg die mij dresseert.
Ik ga vermomd als hond des huizes,
moet snuffelen aan haar bestaan
en keffen als er iets niet pluis is.

Want zij heeft de verdorven geest
van wie lang eenzaam is geweest.
Ik volg de krielzoom van haar rok,
moet mee naar slager en naar bakker;
doe ’s avonds kunstjes voor een been,
word ’s ochtends op haar bedsprei wakker.

De dingen waar ik mij voor schaam
zijn niet de dingen die ik heb gedaan,
maar die ik enkel heb begeerd:
ik wíl wel in haar kuiten bijten,
maar heb geen scherpe tanden meer.

 

Dikke mensen

Dikke mensen weten alles van de liefde,
tot in de meest verloren uithoek van hun lijf,
de katakomben van hun vlees.

Hun buik is buitenland waarin zij wonen,
aldoor verlangend naar de slankste tailles
die hen doen watertanden als gebak.

Er is geen mens oprechter droef,
zo goedlachs treurig in die afgelegen balg,
die verre tenen en die bolle billen,

alsof zij slechts uit overschot bestaan:
zo\’n kleine honderd kilo niets
die niemand ooit zal willen.

 

WIJVENHEIDE

Laat ons naar Wijvenheide gaan.
Hoe Jammerlijk dat afstanden bestaan,
maar wie per se naar Wijvenheide wil,
komt ook in Wijvenheide aan.

Laat ons naar Wijvenheide gaan.
Daar strijken karekieten neer.
De rietpluim wuift wie straks weer
weg moet, nu al uitgebreid ten afscheid.

Laat ons naar Wijvenheide gaan.
In Wijvenheide ligt een groot geheim:
de zilverreiger broedt er op een spiegelei.

 

Luuk Gruwez (Kortrijk, 9 augustus 1953)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog

 

Omgangswormenlied

Wij zijn hier een stel stukken schijt aan ’t vragen
Een uur of wat bij ons er door te jagen.
Kom je ook? – Ja, makker, in een varkensreet.
De dag is weer besteed.
De gashaard suist. Wind. Regen. Schemertijd.
Dus: Waarde Merlijn Jansz, Zeer tot mijn spijt –

Toch vreemd dat het zo moeilijk is, alleen.
Haast elke avond kan ‘k in luisterstand
Verdoen, glas slappe sherry in de hand,
Met ziften van ’t gezever van zo’n kat
Die niets leest dan Wie? Wat?
Maar denk eens aan de tijd die al verdween

In zoutjes en gezichten! En gewin
Is er nooit bij, wél altijd het gemis
Van rustig lamplicht met wat windgerucht,
En ginds de sikkelmaan die door de lucht
Messcherp geslepen is.
Een leven. Maar hoe streng prent men ons in:

Alleen-zijn is zelfzuchtig. Niemand meer
Gelooft de kluizenaar met nap en pij
Die praat met God (ook weg); nu wensen wij
Dat mensen aardig voor ons zijn. Dat kan
Alleen over en weer.
Deugd is sociaal. Zijn die routines dan

Goed-mensje spelen, net als kerkbezoek?
Verveeld, onhandig pogen? Doen we mee
(Die ezel vragen naar zijn stomme boek)
Omdat het, zij het stuntelig, met pijn,
Laat zien hoe het moest zijn?

 

Vertaald door W. Jonker

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e augustus ook mijn blog van 9 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 9 augustus 2019 en ook mijn blog van 9 augustus 2017 en ook mijn blog van 9 augustus 2015 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *