Remco Ekkers, F. Starik, Wim T. Schippers, J. J. Voskuil, Carry Slee, Denis Johnson, Hans Bender, George Sand

De Nederlandse dichter en schrijver Remco Ekkers werd geboren op 1 juli 1941 in Bergen. Zie ook alle tags voor Remco Ekkers op dit blog.

Brief

Uit het duister schrijf ik
je een brief, gesloten
in mijn huis, mijn hand
in het licht, peinzend

over hoe het papier
in jouw hand komt.
Ik zie geen letters meer
jouw beeld in mijn hoofd.

Het geeft niet of je dit
hoe lang je ernaar kijkt.
Je hoeft niet te komen.
Je bent er als adres.

 

Kunst

Er liep een meisje
met een dooie hond
aan een riem door
het museum, zij sleepte

hem de trap af
langs de schilderijen
over zijn wollen poten
tilde hem soms op

streelde zijn oren.
Haar meedravende zus
besteedde niet de minste
aandacht aan de hond.

 
Remco Ekkers (Bergen, 1 juli 1941)

 

De Nederlandse dichter, schrijver, beeldend kunstenaar, zanger en fotograaf F. Starik werd geboren in Apeldoorn op 1 juli 1958. Zie ook alle tags voor F. Starik op dit blog.

Uit: O teder lied. Bij Rainer Maria Rilkes Nieuwe gedichten

“Ze worden omschreven als dinggedichten. Gebaseerd op de zichtbare wereld. Weergeven wat je ziet. Ze markeren de wending van de romanticus pur sang, de gepoederde lyricus, naar een moderner type dichter. Ook daar zou hij weer van terugkomen. De aan het eind van zijn leven verschenen Duineser Elegien, waar hij de laatste tien jaar in stormachtige vlagen aan schreef, zijn ronduit revolutionair te noemen. De elegieën zijn afkomstig uit de nalatenschap van de vorstin Marie von Thurn und Taxis-Hohenlohe, die een sprookjesachtig fraai gelegen slot, kasteel Duino, bewoonde in Triëst, waar Rilke in die tijd verbleef, en waar hij in een vliegende storm een stem meent te ontwaren die hem toeroept: ‘Wer, wenn ich schriee, hörte mich denn aus der Engel Ordnungen?’
De gedichten die hij vóór Neue Gedichte schreef: we kunnen ze, als we Rilke moeten geloven, vergeten. Die gedichten zijn immers anders ontstaan, en daarom zijn het er geen. Het zijn er nogal wat, en we zijn ze evengoed bepaald niet vergeten. De in 1875 in Praag geboren Rilke debuteerde als negentienjarige met Leben und Lieder, waarop een niet-aflatende stroom publicaties volgde: gedichten, maar ook toneel, verhalen, novellen. Uit die vroege periode worden Das Stunden-Buch en Das Buch der Bilder nog altijd gelezen. De waarschijnlijk beroemdste regels die Rilke schreef zijn afkomstig uit Das Buch der Bilder, dat enkele jaren voor de Neue Gedichte verscheen: ‘Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr. / Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben.’
In de loop van mijn leven verzamelde ik veel van Rilke’s gedichten in diverse vertalingen en uitgaven, grotendeels omdat mijn boekenkast op intuïtieve wijze is gerangschikt, wat een nette manier van zeggen van een geweldige puinhoop is, waardoor het dikwijls handiger is een boek nog maar eens aan te schaffen dan het terug te zoeken.”

 
F. Starik (Apeldoorn, 1 juli 1958)

 

De Nederlandse televisiemaker, schrijver en beeldend kunstenaar Wim T. Schippers werd geboren in Groningen op 1 juli 1942. Zie ook alle tags voor Wim T. Schippers op dit blog.

Bloemen geuren

Elke bloem heeft een speciale
geur. De roos, tulp, margriet,

narcis, leeuwebekje, heide,
lelietje van dalen, klaproos,

anjer, madeliefjes krokussen,
de korenbloem. Niet allemaal

ruiken ze lekker. Bij voorbeeld
de anjer ruikt niet zo

lekker als de roos. De lelie
van dalen ruikt erg lekker.

Veel en veel lekkerder dan de
anjer. Dus ruik vooral niet

aan de anjer. Dit weten we
dan ook weer. Dag allemaal.

 

No, no Nanette

Tea for two heeft voor de oorlog
iets voor mijn vader gedaan.
En ook voor mij.
Hij liep langzaam om
het langer uit een huis
te kunnen horen
en miste zo lijn 2.
In de volgende zat mijn moeder.

 
Wim T. Schippers (Groningen, 1 juli 1942)

 

De Nederlandse schrijver Johannes Jacobus (Han) Voskuil werd op 1 juli 1926 in Den Haag geboren. Zie ook alle tags voor J. J. Voskuil op dit blog.

Uit: Het Bureau

‘Juist,’ zei de man. Hij keek om zich heen, merkte Bart en Ad op, die achter hun bureaus klaar zaten, knikte even, liet zijn blik langs de boekenkasten gaan en vestigde hem op de schoolplaat van Jetses met de afbeelding van twee dorsende boeren, die boven de deur naar de bezoekerskamer hing.
‘Dat is bijzonder aardig,’ hij merkte nu ook de platen van de koren- en de hooioogst boven het bureau van Beerta en boven de deur naar de kaartsysteemkamer op, ‘dat herinnert me aan mijn lagere school. Daar hadden we zulke platen.
(…)

Hij daalde de trappen af naar de hal, groette in het voorbijgaan De Vries, en daalde verder af, de kelder in. Onder de grond was het stil. Door de kleine, betraliede raampjes aan de voorkant viel wat vaag licht in de gang. Hij knipte het licht aan en opende het ijzeren hek van de kluis, stopte de stekker van het licht in het stopcontact en keek om zich heen. De vraag naar de wieg bevond zich op een van de oudere vragenlijsten, die in een stalen ladenkast waren opgeborgen. Hij tilde ze uit de la, bracht ze over naar de tafel achter in de kluis, onder de lamp, ging achter de tafel zitten en nam een stapel voor zich. Terwijl hij langzaam, een voor een, de vragenlijsten omsloeg, viel het hem opnieuw op hoe stil het was om hem heen, alsof het huis boven hem was uitgestorven en hij alleen was overgebleven. Dat was een troostende gedachte.”

 
J. J. Voskuil (1 juli 1926 – 1 mei 2008)
 

De Nederlandse schrijfster Carry Slee werd geboren op 1 juli 1949 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Carry Slee op dit blog.

Uit: Timboektoe rules!

‘De helikopter cirkelt boven de berg. Ademloos turen Kars en Edgar in het groen. Elke keer als ze iets denken te zien staat hun hart stil, maar dan blijkt het iets anders te zijn. Stel je voor dat ze straks het lichaam van Brian in de rivier zien drijven… Ze speuren de hele berg af en dan vliegen ze boven de andere kant van de rivier terug. Waarom zien ze Brian niet? Edgar wordt bang. Hij verliest bijna de moed als de helikopter ineens omlaag duikt. Edgar grijpt Kars bij zijn schouder. Half in het water ligt een jongen. Er is geen enkele twijfel: dat is Brian! Het gaat allemaal pijlsnel. Terwijl de touwladder wordt uitgegooid, cirkelt de helikopter boven de plek. Edgar klimt als eerste naar beneden. Hij moet weten of zijn broer nog leeft. Edgar kijkt naar Brian. ‘Je bent dood,’ roept Edgar. En dan laat hij zich in paniek op de grond vallen. ‘Mijn broer is dood!’ Hij is zo in de war dat hij zijn naam niet hoort roepen. De agent die na Edgar is afgedaald en naast Brian zit trekt Edgar omhoog. ‘Kijk dan naar je broer!’ Brian komt overeind en strekt zijn armen naar zijn broer uit. Edgar rent naar hem toe. ‘Klootzak, je leeft nog!’ Hij drukt Brian dicht tegen zich aan. En dan moeten ze alle twee huilen.”

 
Carry Slee (Amsterdam, 1 juli 1949)
Cover

 

De Amerikaanse schrijver Denis Hale Johnson werd geboren op 1 juli 1949 in München. Zie ook alle tags voor Denis Johnson op dit blog.

Uit: Treindromen (Vertaald door Maarten Polman)

“Ze kwamen op gelijke hoogte met de anderen, een ploeg van een man of tien die pauzeerden in de zon om, leunend op hun gereedschap, zweet af te wissen en naar dit tafereel te kijken. Grainier hield de eeltige voet van de Chinees krampachtig vast, verbaasd over zichzelf, en de man met de andere voet liet los en ging naar adem happend op de grond zitten en werd in zijn oog geschopt voordat Grainier de wild om zich heen schoppende voet in bedwang kreeg. ‘Het was maar voor de grap. Voor de grap,’ zei de man die op de grond zat, en tegen zijn medeplichtige zei hij: ‘Kom op, Jel Toomis, laten we ermee ophouden.’ ‘Ik kan niet loslaten,’ zei deze meneer Toomis, ‘ik ben degene die hem bij de nek heeft!’ en hij lachte terwijl er een vlaag van verwarring over zijn gezicht gleed. ‘Nou, ik heb hem beet!’ zei Grainier, die beide voeten van de kleine duivel steviger omklemde. ‘Ik heb die rotzak beet, en ik doe mee!’ Het stel beulen bereikte het midden van de laatst voltooide spanne, achttien meter boven de stroomversnelling, en deed zijn uiterste best om de Chinees ervanaf te gooien. Maar hij bracht ze in het nauw door zich aan hun armen en benen vast te klampen, jammerend in zijn koeterwaals, tot hij plotseling losliet en met één hand de balk onder hem vastgreep. Hij schopte zijn overweldigers met gemak van zich af, aangezien die zich toch al van hem probeerden te ontdoen, en verdween over de rand, bungelend boven het ravijn, waarna hij zich hand-over-hand een weg baande boven de rivier, via het geraamte van de volgende spanne. Nu kwam de kameraad van meneer Toomis aangesneld, die, balancerend op een balk, naar de vingers van de man schopte. De Chinees liet zich als een circusartiest van de ene balk naar de andere omlaag zakken langs de kruiselingse constructie. Een paar man van de werkploeg juichten zijn ontsnapping toe, terwijl anderen, hoewel niet helemaal zeker waarom hij achterna werd gezeten, riepen dat de schurk tegengehouden moest worden.”

 
Denis Johnson (München, 1 juli 1949)

 

De Duitse dichter, schrijver en uitgever Hans Bender werd geboren op 1 juli 1919 in Mühlhausen (Kraichgau). Zie ook alle tags voor Hans Bender op dit blog.

Im Inselhotel

Bescheidener werden die Wünsche:
von der Terrasse aufs Meer zu sehen.
Danach in kleinen Schritten die
Promenade hin und zurück zu gehen.

 

Unsere Erzieher

Erinnerungen an Schülerjahre –
bis heute nicht verblichen.
Auch uns erzogen Lehrer, die
dem Bischof Mixa glichen.

 

Vergeblicher Protest

Ich protestiere.
Keiner stimmt mit ein.
Spreche ich zu leise?
Ich will nicht schrein.

 
Hans Bender (Mühlhausen, 1 juli 1919)

 

De Franse schrijfster George Sand (pseudoniem van Amandine Lucile Aurore Dudevant, geboren Dupin) werd op 1 juli 1804 geboren in Parijs. Zie ook mijn blog van 1 juli 2010 en eveneens alle tags voor George Sand op dit blog.

Uit: Teverino

« -Ainsi, faute d’avoir reçu votre avertissement, j’arrive fort mal à propos, dit Léonce, et je me conduis comme un provincial en venant troubler votre sommeil. Je suis si humilié de ma gaucherie, que je ne trouve rien à dire pour me la faire pardonner.
-Ne vous la reprochez pas; je ne dormais plus depuis longtemps. Le caprice de toutes ces dames m’avait causé tant d’humeur hier soir, qu’après avoir jeté au feu leurs sots billets, je me suis couchée de fort bonne heure, et endormie de rage. Je suis fort aise de vous voir, il me tardait d’avoir quelqu’un avec qui je pusse maudire les projets d’amusement et les parties de campagne, les gens du monde et les jolies femmes.
-Eh bien! vous les maudirez seule, car, en ce moment, je les bénis du fond de l’âme.
Et Léonce, penché sur le bord de la fenêtre où s’accoudait Sabina, fut tenté de prendre une de ses belles mains blanches; mais l’air tranquillement railleur de cette noble personne l’en empêcha, et il se contenta d’attacher sur son bras superbe, que le burnous laissait à demi nu, un regard très-significatif.
-Léonce, répondit-elle en croisant son burnous avec une grâce dédaigneuse, si vous me dites des fadeurs, je vous ferme ma fenêtre au nez et je retourne dormir. Rien ne fait dormir comme l’ennui; je l‘éprouve surtout depuis quelque temps, et je crois que si cela continue, je n‘aurai plus d‘autre parti à prendre que de consacrer ma vie à l‘entretien de ma fraîcheur et de mon embonpoint, comme fait la duchesse.
Mais tenez, soyez aimable, et appliquez-vous, de votre côté, à entretenir votre esprit et votre bon goût accoutumés. Si vous voulez me promettre d’observer nos conventions, nous pouvons passer la matinée plus agréablement que nous ne l‘eussions fait avec cette brillante société.”

 
George Sand (1 juli 1804 – 8 juni 1876)
Portret door Auguste Charpentier, 1838

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e juli ook mijn blog van 1 juli 2014 en ook mijn blog van 1 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.