Tonnus Oosterhoff, John Updike

De Nederlandse dichter en schrijver Tonnus Oosterhoff werd geboren in Leiden op 18 maart 1953. Zie ook alle tags voor Tonnus Oosterhoff op dit blog.

 

Als je niet buigt word je gebogen

Als je niet buigt word je gebogen,
o, wees maar niet bang, je wordt gebogen, het buigt je, het drukt je met kracht neer.

Je wordt door iedereen verlaten, ja, door jezelf.
Wees niet bang, het is snel voorbij met het gekloot.
Want gekloot is het en het wordt niet beter.

‘´t Is voorlopig nog toekomstmuziek,’ luilakt de radiopresentator, ‘vrede en broederschap.’
In huis staat een koude mist.

Ga ik in een kastje? Heb je me al in een kastje?
Geef mij je handje, kind, ik word een blinde.

Toen Jezus een kindje was had hij een tuintje waarin hij rozen kweekte. Ze waren tegen sneeuw bestand:
toen de sneeuw kwam bloeiden ze mooier.

Je kunt het beste niemand geloven, hecht geen waarde aan praatjes.

Wie heeft het meetsnoer over de aarde gelegd?
Wie heeft ware grootte ingesteld?
Die heeft alle rechte lijnen voor je gebogen.
Zodat je je, als je je tot verzet opricht, juist buigt.

 

Klemde het deurtje?

Klemde het deurtje? Een beetje.
Maar ik stiet het open en liet
– diep snoof ik de zeelucht
toen blies ik mijn hand leeg –
de dief los.

Dicht boven de golvende golven,
– natuurlijk klemde het hout,
zo lang hield het dieren
en goden gescheiden –
vloog ik mijn dief.

 

Toen zeiden ze, die hersens van mij

Toen zeiden ze, die hersens van mij:
dit ene artikel begrijpen wij niet.
Is het in een taal die wij niet kennen?
Nee, dit is niet in een taal die wij niet kennen.
Gaat het over een onderwerp waar we niets van weten?
Nee, we weten veel over het onderwerp en vinden het interessant.
Waarom is het dan of de hokken der woorden
leeg zijn?

In greppels en holen wachten de verbanden
tot het tijdschrift zich sluit. Zet ik mijn bril op,
voor de zekerheid schrikken de duiven.
Want de begrijpelijke zin verplaatst niet
maar de onbegrijpelijke zin verplaatst.


We hebben je tot de hemel gebracht, nu zoek je het zelf maar uit.

 

Tonnus Oosterhoff (Leiden, 18 maart 1953)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver John Updike werd geboren in Shillington, Pennsylvania, op 18 maart 1932. Zie ook alle tags voor John Updike op dit blog.

 

De dood van mijn hond

Ze moet ongezien zijn geraakt of geschampt door een auto.
Te jong om veel te weten, begon ze net te leren
Om de op de keukenvloer uitgespreide kranten te gebruiken
Met als beloning, na het plassen, de woorden: ‘Goede hond! Brave hond!’

We dachten dat haar stille ongemak een reactie op een prik was.
De autopsie onthulde een scheur in haar lever.
Terwijl we haar plaagden bij het spel, vulde haar huid zich met bloed
En haar hart leerde voor altijd te gaan liggen.

Maandagochtend, terwijl de kinderen luidruchtig hadden ontbeten
En naar school waren gestuurd, kroop ze onder het bed van de jongste.

We vonden haar verwrongen en slap, maar nog in leven.
In de auto naar de dierenarts, op mijn schoot, probeerde ze

Om in mijn hand te bijten en stierf. Ik streelde haar warme vacht
En mijn vrouw riep haar met een stem waarin tranen overheersten.
Hoewel omringd door liefde die haar zou hebben gesteund,
Zonk ze toch weg en ging, verstijvend, heen.

Thuis ontdekten we dat in de nacht haar geraamte,
Bezig te ontbinden, de schande had doorstaan
Van diarree en zich over de vloer gesleept had
Naar een daar achteloos achtergelaten krant. Brave hond.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Updike (18 maart 1932 – 27 januari 2009)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e maart ook mijn blog van 18 maart 2021 en ook mijn blog van 18 maart 2020 en eveneens mijn blog van 18 maart 2019 en ook mijn blog van 18 maart 2018 deel 2 en eveneens deel 3 en ook mijn blog van 18 maart 2017 deel 3.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *