De Vlaamse schrijver en dichter Willem Elsschot werd in Antwerpen geboren op 7 mei 1882. Zie ook mijn blog van 7 mei 2007 en ook mijn blog van 7 mei 2008 en ook mijn blog van 7 mei 2009. en ook mijn blog van 7 mei 2010.
Uit: Tsjip
“Opdracht
Voor de zooveelste maal kom ik thuis van de reis en weer staat mijn stoel gereed, tafel en bed gedekt, pantoffels bij ’t vuur, alsof ik iederen dag verwacht werd. Mijn kinderen hebben heel gewoon ‘Pa’ gezegd en mijn vrouw heeft gevraagd wat ik verkoos, lever of haring. Ik heb niet geantwoord omdat ik den moed niet had mijn eigen stem aan te hooren, heb de hand uitgestoken naar wat het dichtst bij stond en zwijgend mijn maag gevuld. Hun gerustheid, hun zekerheid dat ik ook ditmaal terugkeeren zou heeft mij beschaamd en diep gegriefd. Maar was ik aan ’t bulderen gegaan dan had er niets op overgeschoten dan met weerzin weer op te staan. En het trekken lokt mij niet meer.
Ben ik vermoeid of kan ik het licht van gindsche land niet meer verdragen? Ik voel in ieder geval dat van een volgenden tocht niets meer terecht komt. En dat is maar goed ook, want mij rest nog maar net de tijd om eindelijk met vrouw en kinderen wat mee te leven, mij te koesteren aan de warmte van den haard en te werken voor onzen ouden dag die voor de deur staat. Zoolang ik ginder dwaalde heb ik mijn kinderen niet opgevoed maar met hen gespeeld, voor mijn vrouw niet gezorgd maar van haar genoten.
Die Meimaandjes zijn nu voorbij. Hier bij ’t vuur, in onze kooklucht, komt het er op aan mijn plicht te doen als een doodgewoon mannetje dat ik tenslotte ben. Want hun oogen zijn op mij gericht. Doet mijn vrouw haar plicht niet als zij wascht en plast, als zij op griezelige regendagen op de vischmarkt loopt te dwalen zonder acht te slaan op haar aderspatten noch op haar slechten stoelgang? Doen niet die kinderen eveneens hun plicht wanneer zij achter schoolmuren hun zonnigste dagen slijten?
Dit is mijn laatste kans want zij groeien als kool en steken de koppen bijeen. Een heeft al een snor en een ouwelijke trek om den mond. Als ik mij nu niet aanpas word ik uitgestooten door die uit mij zijn ontstaan, want zij zien in mijn dolen een verraad en scharen zich zwijgend om hun moeder. En zij hebben gelijk. Als ooit het huis vuur vat dan worden zij door haar gewekt en niet door mij.
Willem Elsschot (7 mei 1882 – 31 mei 1960)
De Spaanse schrijfster Almudena Grandes Hernández werd geboren op 7 mei 1960 in Madrid. Zie ook mijn blog van 7 mei 2007 en ook mijn blog van 7 mei 2008 en ook mijn blog van 7 mei 2009.
Uit: Le coeur glacé
„Les femmes ne portaient pas de bas. Leur genoux larges, bombés, charnus, soulignés par l’élastique des chaussettes, dépassaient parfois de leurs robes, qui n’étaient pas des robes, mais des sortes de housses en toile légère, sans forme et sans revers, auxquelles je n’aurais jamais su donner un nom. Ce fut ce qui attira mon attention sur elles, plantées comme des arbres étiques dans l’herbe négligée du cimetière, sans bas, sans bottes, sans rien d’autre pour se couvrir qu’une veste en gros tricot qu’elles serraient contre leur poitrine avec leurs bras croisés.
Les hommes ne portaient pas de manteau non plus, mais ils avaient boutonné leurs vestes, en laine épaisse elles aussi, plus sombres, pour dissimuler leurs mains dans leurs poches de pantalon. Ils présentaient entre eux la même ressemblance que les femmes. Ils avaient tous une chemise boutonnée jusqu’au cou, la peau rêche, rasée de frais, et les cheveux très courts. Certains avaient coiffé un béret, d’autres non, mais leur posture était la même, les jambes écartées, la tête très raide, les pieds bien campés sur le sol, des arbres comme elles, courts et massifs, capables de supporter des calamités, très vieux et très robustes à la fois.
Mon père méprisait lui aussi le froid, et les frileux.“
Almudena Grandes (Madrid, 7 mei 1960 )
De Duitse schrijver Christoph Marzi werd geboren op 7 mei 1970 in Mayen. Zie ook mijn blog van 7 mei 2007 en ook mijn blog van 7 mei 2008 en ook mijn blog van 7 mei 2009.
Uit: Lyra
„Die meisten Lügen sind wie Träume, die ein Kind sich singt, um nicht allein zu sein. Sie sind wie fremde Länder, die zu erforschen keinen Sinn hat, weil niemand wirklich die Sprache spricht, die einen dort sicher reisen lässt. Keiner wusste das besser als Danny Darcy. Hat man erst einmal einen Schritt in diese Gefilde getan, dann ziehen einen die kunstvoll gesponnenen Geschichten in einen Sumpf aus spinnennetzartigen Erinnerungen, die alles an sich binden, was einem jemals Leben war. Und die Lieder, die man fortan singt, werden schwer wie der Regen, der an warmen Sommertagen zu weißem Dampf über den Wassern wird, jenen Wassern, in denen sich noch immer zitternd Gewitterwolken spiegeln.
Dessen eingedenk fühlte sich Danny Darcy an jenem Tag wie eine Gitarre, deren Saiten fast alle gerissen waren. Nichts war mehr so, wie es sein sollte. Das Leben, das ihm wie ein kostbares Lied gewesen war, hatte seine Stimme verloren.
Alles, was seit Tagen schon in ihm klang, war dumpf und schal geworden. Die Welt war ein müder Blues mit einer Stimme, die von Rauch und Whiskey krächzte wie ein Gebäude, dessen Wände dem Sturm nicht länger standzuhalten vermögen.
“Oh, Sunny.” Das waren die einzigen Worte, die ihm über die Lippen kamen. Er dachte an den Song, den er damals geschrieben hatte, als ihm Sunny über den Weg gelaufen war. Die wunderbare Suzanna Sutcliffe, die sich Soozie nannte und von denen, die ihren Sonnenschein erkannten, allzeit Sunny gerufen wurde.“
Christoph Marzi (Mayen, 7 mei 1970)
De Surinaamse schrijver Edgar Eduard Cairo werd geboren in Paramaribo op 7 mei 1948. Zie ook mijn blog van 7 mei 2009.
Uit: Koewatra Djodjo. In de geest van mijn kultuur
Zo wil ik sterven: groots en glorieus!
Een stokoude neger, die mij het hout dat tot grafsteen zal dienen,
voorziet van een geheim motief, zijn inkerving!
Een vogel, anaki, zal opvliegen, met in zijn oog een liefdeblik, die mij wellicht zal overzien.
Dan zal er duisternis zijn, Jij die Alles bent voor ik er was! In jouw gevouwen armen zal ik liggen,
stil alleen…, misschien, mijn dak van duisternis!
Mijn liefde van het Al, zonder een zucht, zonder enig gegeven…”
Edgar Cairo (7 mei 1948 – 16 november 2000)
De Duitse dichter en schrijver Volker Braun werd geboren op 7 mei 1939 in Dresden. Zie ook mijn blog van 7 mei 2007en ook mijn blog van 7 mei 2009.
Hingebung
Wie der Sommer kommt!
Die Abende sind warm und lang.
Ich bin ganz ruhig. Wir sitzen im Gesträuch
Reden uns aus uns heraus.
In seinen Gedanken plötzlich
Finde ich meine.
Die Wiesen liegen in ihrem Duft
Der strömt durch uns durch.
Die Bäume stehen in seltsamen Gruppen
Wie Liebende. Sie werden ganz dunkel.
Ich küß ihn, er küßt mich vom Fuß zur Stirn
Meinen ganzen Leib
Nehm ich nun ein.
Alle Natur
Ist mit dem gleichen beschäftigt.
Das zu denken ist schön.
Ich geb mich ihm hin
Und gehör doch mir. Nach meinem Sinn
Geht nun mein Tag.
Volker Braun (Dresden, 7 mei 1939)
De Duitse dichter en schrijver Horst Bienek werd geboren op 7 mei 1930 in Gleiwitz. Zie ook mijn blog van 7 mei 2009.
Gartenfest
Spät in der Nacht
wenn die Kerzen
in den Lampions abgebrannt sind
wenn die aufgehängten Gesichter
im Dunkel verschwinden
die Musiker mit dem Bus weggefahren sind
die Kellner die Tische abräumen
und die leeren Worthülsen zusammenkehren
wenn die letzten Grillfeuer erlöschen
Stürzen lautlos gefällt
im Park die Bäume
Schatten füllt die Gläser
der Zurückgebliebenen
wir trinken daraus
Gelächter steigt in uns auf
wir gehn ein paar Schritte
wir tanzen
Verwundert schaun die Lebenden uns zu
Horst Bienek (7 mei 1930 – 7 december 1990)
Zie voor nog meer schrijvers van de 7e mei ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.