Jaap Robben, Anne Carson

De Nederlandse dichter, schrijver en theatermaker Jaap Robben werd geboren in Oosterhout op 22 juni 1984. Zie ook alle tags voor Jaap Robben op dit blog.

Uit: Schemerleven

“Het lukt me niet goed om aan iets anders te denken. Steeds zie ik de witte voeten van Louis voor me. Hoe ze onder de foliedeken uitsteken. Zo onbeschermd. Zijn pantoffels verloren in de verwarring en de paniek. Zijn voeten, zo kwetsbaar terwijl hij de ambulance in wordt geschoven.
Dit matras is me veel te zacht, van de plastic hoes eromheen wordt mijn rug klam. Op mijn zij kan ik niet inslapen. Ik denk sowieso niet dat ik hier ooit kan slapen. Ik tuur in het donker. Tobias is vergeten om de stekker van mijn wekkerradio in het stopcontact te steken. De nieuwe televisie heeft hij wel voor me aangesloten en ingesteld. Het rode lampje kan ik zonder bril zien. Aan de deur naar het aangrenzende badkamertje hangt een grijze vlek. Het is de tuniek voor morgen. Die droeg ik ook bij de uitvaart. Ik werk mezelf omhoog. Warme anijsmelk. Ergens moet het snoer met het knippertje van mijn bedlamp hangen, maar ik kan het niet vinden. Ik tast over het nachtkastje, behoedzaam om er niks vanaf te stoten. Ik voel het boekje met sudoku’s, mijn gehoorapparaatjes, tik met mijn trouwring tegen het glaasje water. Daar is mijn bril. Ik vouw de pootjes open en zet hem op. Het knippertje van mijn bedlamp is dichterbij dan ik dacht. Mijn vertrouwde spullen in deze vreemde kamer schrikken van het plotse licht. De spijkertjes in de muur zijn nog leeg. Van Louis mocht ik ’s nachts nooit zelf anijsmelk maken. Omdat ik daarvoor alleen de trap af moest naar de keuken. En hem wilde ik het niet vragen, omdat hij dan speciaal voor mij op moest staan. Nu laat ik mijn benen over de rand van het bed glijden. `Er is hier geen trap waar ik vanaf kan vallen,’ mompel ik tegen mezelf. Het lukt me niet om tegen Louis te blijven praten. Langs de openstaande harmonicadeur schuifel ik naar het woonkamertje met de kitchenette. Ben ik anijsblokjes tegengekomen toen Nadine en ik vanmiddag de kastjes inrichtten? Zij mocht niets zwaars sjouwen van Tobias vanwege haar zwangere buik. Die blokjes liggen waarschijnlijk nog thuis in de keukenla. Ons huis dat nu zo stil is en halfleeg. Ik noemde Nadine trouwens vandaag per ongeluk weer Sabine. Dat was de vorige vriendin van Tobias. Ik denk dat Nadine het niet gehoord heeft. Nadine, Nadine, Nadine. Louis en ik waren ervan uitgegaan dat Tobias geen kinderwens had. Tijdens Sabine was hij daar heel stellig over geweest. Dit jaar is hij achtenveertig geworden, dus we hadden er niet meer op gerekend. En toen verscheen hij met Nadine en die is een stuk jonger. Louis was ontroerd en dolgelukkig toen ze het kwamen vertellen. En ik natuurlijk ook. Ik was ook heel gelukkig voor hen. Louis had hen omhelsd en bij elk een kus op het voorhoofd gedrukt. “Dit is nog eens een cadeau”.

 

Jaap Robben (Oosterhout, 22 juni 1984)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

Uit: Autobiografie van rood

6 Ideeën

Uiteindelijk leerde Geryon schrijven.

Van zijn moeders vriendin Maria kreeg hij een prachtig schrift uit Japan
met een fluorescerende kaft.
Op de kaft schreef hij Autobiografie. In het schrift een lijst van feiten.

Totaal Van Bekende Feiten
Over Geryon
Geryon was een monster alles aan hem was rood. Geryon woonde
op een eiland in de Atlantische Oceaan dat Waar het Rood Is heette.
Geryons moeder was een rivier die Rode Vreugde heette en zeewaarts
stroomde Geryons vader was goud. Er wordt gezegd dat Geryon
zes handen zes voeten en ook wel eens dat hij vleugels had.
Geryon was rood net als zijn ongewone rode kudde. Op een dag
kwam Herakles en doodde Geryon en stal het vee.

Hij liet Vragen en Antwoorden volgen op Feiten.

VRAGEN Waarom doodde Herakles Geryon?

  1. Gewoon gewelddadig.
  2. Moest wel het was een van zijn Werken (10de).
  3. Het idee dat Geryon de Dood was anders zou hij eeuwig kunnen leven.

TOT SLOT
Geryon had een klein rood hondje Herakles doodde dat ook.

Het Idéé hoe komt hij erop, zei de juf. Het was Ouderdag. Zijn moeder
en juf zaten naast elkaar in een piepkleine bank.

Geryon keek hoe zijn moeder een sliertje tabak van haar tong afplukte en vroeg:
Schrijft hij nooit een goede afloop?
Geryon zweeg.
Toen hief hij zijn hand op en maakte voorzichtig het opstel los uit de
hand van de juf.
En ging achter in de klas in zijn eigen bank zitten en pakte een potlood.

Nieuw Slot
De prachtige rode winden bleven overal op de wereld hand in hand
doorgaan met waaien.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e juni ook mijn blog van 22 juni 2020 en eveneens mijn blog van 22 juni 2019 en ook mijn blog van 22 juni 2018 en ook mijn blog van 22 juni 2014 deel 1.

Anne Carson

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

Uit: Autobiography of Red: a novel in verse

VII. Change

Somehow Geryon made it to adolescence.
                _

Then he met Herakles and the kingdoms of his life all shifted down a few notches.
They were two superior eels
at the bottom of the tank and they recognized each other like italics.
Geryon was going into the Bus Depot
one Friday night about three a.m. to get change to call home. Herakles stepped off
the bus from New Mexico and Geryon
came fast around the corner of the platform and there it was one of those moments
that is the opposite of blindness.
The world poured back and forth between their eyes once or twice. Other people
wishing to disembark the bus from New Mexico
were jamming up behind Herakles who had stopped on the bottom step
with his suitcase in one hand
trying to tuck in his shirt with the other. Do you have change for a dollar?
Geryon heard Geryon say.
No. Herakles stared straight at Geryon. But I’ll give you a quarter for free.
Why would you do that?
I believe in being gracious. Some hours later they were down
at the railroad tracks
standing close together by the switch lights. The huge night moved overhead
scattering drops of itself.
You’re cold, said Herakles suddenly, your hands are cold. Here.
He put Geryon’s hands inside his shirt.

 

TANGO XIX. AND KNEELING AT THE EDGE OF THE TRANSPARENT SEA I SHALL SHAPE FOR MYSELF A NEW HEART FROM SALT AND MUD

A wife is in the grip of being.
Easy to say Why not give up on this?
But let’s suppose your husband and a certain dark woman
like to meet at a bar in early afternoon.
Love is not conditional.
Living is very conditional.
The wife positions herself in an enclosed verandah across the street.
Watches the dark woman
reach out to touch his temple as if filtering something onto it.
Watches him
bend slightly towards the woman then back. They are both serious.
Their seriousness wracks her.
People who can be serious together, it goes deep.
They have a bottle of mineral water on the table between them
and two glasses.
No inebriants necessary!
When did he develop
this puritan new taste?
A cold ship

moves out of harbor somewhere way inside the wife
and slides off towards the flat grey horizon,

not a bird not a breath in sight.

 

Uit: Autobiografie van rood

4 Dinsdag

Dinsdagen waren het fijnst.

’s Winters gingen zijn broer en zijn vader om de dinsdag naar de ijshockeytraining.
Geryon at dan alleen met zijn moeder.
Terwijl de avond aan wal ging lachten ze breed naar elkaar. Deden zelfs in de kamers
waar ze niet waren het licht aan.
Geryons moeder maakte hun lievelingseten klaar: perziken uit blik en toast
in lange repen om mee te dopen.
Bendes boter op de toast zodat op het perziksap een olievlekje kwam bovendrijven.
Ze namen hun dienblad mee naar de kamer.
Geryons moeder zat op het tapijt met haar sigaretten, tijdschriften en de telefoon.

Geryon was naast haar onder de lamp aan het werk.
Hij plakte een sigaret aan een tomaat. Niet aan je lip pulken Geryon anders groeit het
nooit dicht. Ze draaide een nummer en
blies intussen de rook uit haar neus. Maria? Met mij kun je vrij praten? Wat zei hij?

….
Zomaar?
….
De rotzak
….
Wát vrijheid nalatigheid is het
….
Een soort verslaafde
….
Ik gooide die nietsnut eruit
….
Doe niet zo melodramatisch – ze drukte de peuk krachtig uit – neem lekker een bad
….
Ik weet dat het geen zin meer heeft lieverd
….
Geryon? prima hij werkt hier vlakbij aan zijn autobiografie
….
Nee het is een beeldhouwwerk hij kan nog niet schrijven
….
O van alles wat hij buiten op straat vindt Geryon vindt van alles en nog wat
hè Geryon?
Ze knipoogde naar hem over de hoorn. Hij knipoogde met twee ogen terug
en ging weer aan het werk.
Hij had in haar tas knisperpapiertjes gevonden en die verscheurd om haar van te maken
en plakte het haar nu op de tomaat.
Buiten kwam een zwarte januariwind plettend omlaag van de top van de lucht
en bonkte tegen de ramen.
De lamp vlamde op. Het is prachtig Geryon, zei ze en legde de hoorn op de haak.
Het is een prachtig beeldhouwwerk.
Ze legde haar hand op zijn kleine lichtende schedel en keek peinzend naar de tomaat.
En bukte zich en kuste hem één keer op beide ogen
pakte toen haar perziken op van het blad en gaf hem de kom met de zijne.
Misschien dat je de volgende keer
een ééndollarbiljet voor het haar kunt gebruiken in plaats van een tientje, zei ze
en ze begonnen te eten.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juni ook mijn blog van 21 juni 2020 en eveneens mijn blog van 21 juni 2019 en ookmijn blog van 21 juni 2014 deel 1, en deel 2 en eveneens deel 3.

Solstice (Tess Taylor), Vikram Seth, Mohamed Mbougar Sarr, Anne Carson

 

 

The June light sun door Rob van Hoek, z.j.

 

Solstice

How again today our patron star
whose ancient vista is the long view

turns its wide brightness now and here:
Below, we loll outdoors, sing & make fire.

We build no henge
but after our swim, linger

by the pond. Dapples flicker
pine trunks by the water.

Buzz & hum & wing & song combine.
Light builds a monument to its passing.

Frogs content themselves in bullish chirps,
hoopskirt blossoms

on thimbleberries fall, peeper toads
hop, lazy—

            Apex. The throaty world sings ripen.
Our grove slips past the sun’s long kiss.

We dress.
We head home in other starlight. 

Our earthly time is sweetening from this.

 

Tess Taylor (El Cerrito, 24 oktober 1977)
El Cerrito

 

De Indische dichter en schrijver Vikram Seth werd geboren op 20 juni 1952 in Kolkata. Zie ook alle tags voor Vikram Seth op dit blog.

Uit: De geschikte jongen (Vertaald door Christien Jonkheer en Babet Mossel)

“Ook jij gaat trouwen met een jongen die ik heb uitgezocht”, zei Rupa Mehra vastberaden tegen haar jongste dochter. Lata hield zich doof voor het moederlijk machtsvertoon door om zich heen te kijken in de grote, met lampen verlichte tuin van Prem Nivas. De bruiloftsgasten stonden bijeen op het gazon. “Hmm”, zei ze. Dat ontstemde Rupa Mehra nog meer. “Ik weet wat dat turun van jou betekent, jongedame, en je moet goed begrijpen dat ik in deze kwestie geen hmm tolereer. Ik weet heus wat het beste is. Ik doe het allemaal voor jullie bestwil. Denk je soms dat ik het zo makkelijk vind om alles voor mijn vier kinderen te moeten regelen zonder Zijn hulp?” Haar neus liep rood aan bij de gedachte aan haar echtgenoot, die op dat moment, daar was ze van overtuigd, ergens daarboven welwillend in hun vreugde deelde. Mevrouw Mehra geloofde natuurlijk in reïncarnatie, maar op bijzonder geëmotioneerde momenten stelde ze zich voor dat wijlen Raghubir Mehra nog voortleefde in de gedaante waarin ze hem bij zijn leven had gekend: de robuuste, vrolijke gedaante van de jonge veertiger, voordat hij door te hard werken midden in de Tweede Wereldoorlog die hartaanval had gekregen. Acht jaar geleden, acht jaar, bedacht Rupa Mehra diepbedroefd. Lata sloeg haar arm goedmoedig maar niet bepaald bezorgd om haar moeders schouder en zei: “Kom nou, Ma, op de trouwdag van Savita mag u niet huilen: Als Hij er nog was, had ik mijn eigen bruidssari kunnen aantrekken, die van patola-zijde met goudweefsel”, verzuchtte Rupa Mehra. “Maar die is te overdadig voor een weduwe”. “Ma!” zei Lata, geërgerd omdat haar moeder steevast munt sloeg uit elke situatie die zich voor haar sentimenten leende. “Iedereen kijkt naar u. Ze willen u feliciteren, en als ze u zo zien huilen, snappen ze er niks meer van”. Verscheidene gasten maakten inderdaad een namasté voor mevrouw Mehra en lachten haar vriendelijk toe; de fine fleur van Brahmpur, zag ze tot haar voldoening. “Dan zien ze het maar!” zei mevrouw Mehra obstinaat, en haastig bette ze haar ogen met een naar eau de cologne geurend zakdoekje. “Ze denken toch dat het van blijdschap is omdat Savita trouwt. Alles wat ik doe, doe ik voor jullie, en niemand is me dankbaar. Nu heb ik zo’n prima jongen voor Savita uitgezocht, en toch loopt iedereen alleen maar te klagen”. Lata bedacht dat de zachtaardige, lichtgetinte, mooie Savita zelf als enige van de vier broers en zusters niet over de keus had geklaagd. “Hij is aan de magere kant, Ma”, zei Lata wat tactloos. Dat was nog zacht uitgedrukt. Pran Kapoor, die straks haar zwager zou zijn, was vel over been — een donkergetinte sliert, en astmatisch bovendien. “Mager? Wat zegt dat nou? Iedereen wil tegenwoordig mager zijn. Zelfs ik heb de hele dag moeten vasten, terwijl dat niet goed is voor mijn suiker. En als Savita niet klaagt, hoort iedereen blij met hem te zijn. Arun en Varun zeuren altijd; waarom hebben ze dan niet zelf een jongen voor hun zusje uitgezocht? Pran is een goeie, fatsoenlijke, beschaafde khatri-jongen”.

 

Vikram Seth (Kolkata, 20 juni 1952)

 

De Franstalige Senegaleseschrijver Mohamed Mbougar Sarr werd geboren in Dakar op 20 juni 1990. Zie ook alle tags voor Mohamed Mbougar Sarr op dit blog.

Uit: Een echte man (Vertaald door Jelle Noorman)

“Heb je dat filmpje gezien dat sinds een paar dagen rondgaat?” Helemaal in de roes van mijn orgasme wilde ik gaan slapen. Dat kon ik vergeten. In deze wereld klinkt er altijd wel een stem die je met de beste bedoelingen iets verschrikkelijks wil aandoen: je ontnuchteren. Ze gaf niet op: ‘Het staat op bijna alle telefoons in het land. Naar het schijnt was het zelfs even te zien op een tv-zender voordat het werd weggedraaid…’ Geen keus: ik moest wel terugkeren naar de ruimte van mijn slaapkamer, waar het rook naar zweetoksels en sigaretten, maar die vooral gevuld was met een geur die alle andere verstikte, de nadrukkelijke geur van seks, van haar seks. Dat unieke reukmerk zou ik uit duizenden hebben herkend, die geur van haar seks na de liefde, de geur van volle zee, die leek te ontsnappen aan een wierookvat uit het paradijs… De schemering greep om zich heen. Het was te laat om nog een idee te hebben van de tijd. Nacht. Toch wilden luide stemmen buiten van geen wijken weten: het wanordelijke koor van volk dat, vermoeid of niet, de lust tot slapen allang was vergaan. Ze praatten, als dat het woord is voor die zinnen zonder kop of staart, die onvoltooide monologen, die onverstaanbare fluisteringen, die schelle kreten, die onwaarschijnlijke opmerkingen, die geniale onomatopeeën, die zeikerige nachtpreken, die treurige liefdesverklaringen, die obscene krachttermen. Praten? Nee, zo kon je het echt niet noemen: ze lieten hun zinnen als moddervette sauzen uit hun mond druipen, in één lange stroom, ook al sloegen ze nergens op, zolang ze er maar uit vloeiden, zolang ze maar dat ene afwendden waar ze als de dood voor waren: de stilte, de verschrikkelijke stilte die elk van hen zou hebben gedwongen zichzelf te zien zoals hij werkelijk was. Ze dronken thee en legden een kaartje, ze dompelden zich onder in verveling en apathie, maar zogenaamd met stijl, met die hypocriete elegantie die onmacht het aanzien verleende van een keuze waarvoor enkelen plechtstatig het woord waardigheid gebruikten. M’n reet. In elke zin, elk gebaar legden ze het volle gewicht van hun bestaan, dat niets woog. De weegschaal van hun lot gaf geen krimp. De wijzer bleef op nul, het grote niets. Het allerergste was nog dat deze doodsstrijd zich niet afspeelde op een prachtig podium dat recht deed aan wat er op het spel stond; nee, dit alles geschiedde in de ultieme anonimiteit van stoffige, smerige, in duisternis verzonken straten. Maar goed ook, want als ze elkaar hadden kunnen zien, zouden ze zich collectief van het  leven hebben beroofd. Het was zo al treurig genoeg. Ze wachtten. God alleen wist waarop. Op Godot. Op de barbaren. Op de Tataren. Op de Syrten. Op het moment dat de wilde dieren gingen stemmen. God alleen wist op wie. Elke keer dat een van hen lachte, had ik het gevoel dat hij iets de lucht in schoot, een noodsignaal dat daar boven als een lichtkogel uiteenspatte.

 

Mohamed Mbougar Sarr (Dakar, 20 juni 1990)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

TANGO XIV. ALS JE ER MET JE HAND OVER STRIJKT OM DE GROOTTE TE SCHATTEN DENK JE EERST DAT HET STEEN IS DAN INKT OF ZWART WATER WAAR DE HAND WEGZAKT DAN EEN SCHAAL ELDERS WAARUIT JE GEEN HAND TERUGTREKT

Ik heb niet gewonnen vandaag. Maar wie weet win ik morgen.
Zei hij dan bij zichzelf terwijl hij de trappen afliep.
Toen won hij.

Maar goed ook want in de rook van de kamer bleek hij
zijn grootvaders boerderij in te zetten (die niet zijn eigendom was)
en veertigduizend dollar aan contanten (die wel).

Om het haar meteen te vertellen liep hij kletsvoetend over de stoep naar de
dichtstbijzijnde telefoon terwijl ‘s ochtends-vijf-uurregen op zijn nek kletterde.
Hallo.

Haar stem klonk ingebroken. Waar was je vannacht.
Schrik snijdt in zijn adem.
O nee

hij hoort haar nu nog een pijl uit de kleine pijlkoker kiezen en
in haar stem stijgt de woede rechtstandig als bomen omhoog en houdt
zijn hart overeind.

Alleen als ik bij jou wakker word voel ik me zuiver zegt hij ineens.
De gewoonteverleiding komt van beneden.
De hellekoning

schrijft met één vinger haar initialen als verschroeide voorwerpen op de ruit.
Zo glanst en zingt bij beproeving
het motto van een echtgenoot.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juni ook mijn blog van 20 juni 2020 en eveneens mijn blog van 20 juni 2019 en ook mijn blog van 20 juni 2015 deel 2.

Salman Rushdie, Anne Carson

De Indisch-Britse schrijver en essayist Salman Rushdie werd geboren in Bombay op 19 juni 1947. Zie ook alle tags voor Salman Rushdie op dit blog.

Uit: Knife: Meditations After an Attempted Murder

“At a quarter to eleven on August 12, 2022, on a sunny Friday morning in upstate New York, I was attacked and almost killed by a young man with a knife just after I came out on stage at the amphitheater in Chautauqua to talk about the importance of keeping writers safe from harm.
I was with Henry Reese, co-creator, along with his wife, Diane Samuels, of the City of Asylum Pittsburgh project, which offers refuge to a number of writers whose safety is at risk in their own countries. This was the story Henry and I were at Chautauqua to tell: the creation in America of safe spaces for writers from elsewhere, and my involvement in that project’s beginnings. It was scheduled as part of a week of events at the Chautauqua Institution titled “More Than Shelter: Redefining the American Home.” We never had that conversation. As I was about to discover, on that day the amphitheater was not a safe space for me. I can still see the moment in slow motion. My eyes follow the running man as he leaps out of the audience and approaches me, I see each step of his headlong run. I watch myself coming to my feet and turning toward him. (I continue to face him. I never turn my back on him. There are no injuries on my back.) I raise my left hand in self-defense. He plunges the knife into it. After that there are many blows, to my neck, to my chest, to my eye, everywhere. I feel my legs give way, and I fall.
Thursday, August 11, had been my last innocent evening. Henry, Diane, and I had strolled without a care through the grounds of the Institution and had a pleasant dinner at 2 Ames, a restaurant on the corner of the green park area called Bestor Plaza. We reminisced about the talk I’d given eighteen years earlier in Pittsburgh about my part in creating the International Cities of Refuge Network. Henry and Diane were at the talk and were inspired to make Pittsburgh an asylum city, too. They began by funding one small house and sponsoring a Chinese poet, Huang Xiang, who strikingly covered the exterior walls of his new home with a poem in large white-painted Chinese letters. Gradually, Henry and Diane expanded the project until they had a whole street of asylum houses, Sampsonia Way, on the city’s North Side. I was happy to be in Chautauqua to celebrate their achievement.”

 

Salman Rushdie (Bombay, 19 juni 1947)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

TANGO XII. HIER WORDT FATSOENLIJK ZAKEN GEDAAN DAN LOPEN WE NU DOOR DE GANG NAAR DE ZWARTE KAMER WAAR IK HET ECHTE GELD VERDIEN

U wilt weten hoe het er vanuit het oogpunt van de echtgenoot voorstond –
we lopen achterom,
daar staat de vrouw
ze grijpt zich vast aan haar ellebogen en staat tegenover de man.
Niet die tranen zegt hij, niet weer tranen. Maar ze komen nochtans.
Ze kijkt naar hem.
Het spijt me zegt hij. Geloof je me.
Ze kijkt.
Ik heb je nooit willen kwetsen.
Ze kijkt.
De banaliteit. Het is net Oscar Wilde. Zeg iets!
Ik geloof

dat daar je taxi is zei ze.
Hij keek naar beneden, naar de straat. Ze had gelijk. Het stak hem:
de pathos van haar gespitst luisteren.
Daar stond ze dan iemand met persoonlijke trekjes,
een hart, leven dat op weg in haar klopt.
Hij geeft een teken aan de chauffeur: vijf minuten.
Haar tranen zijn opgehouden.
Wat zal ze doen als ik weg ben? vraagt hij zich af. Haar avond. Het snoerde zijn adem af.
Haar onbekende avond.
Tja zei hij.
Weet je begon ze.
Wat.

Als ik je kon doden zou ik erna net zo iemand als jij moeten scheppen.
Waarom.
Om het aan te vertellen.
Perfectie bleef even als windstilte op een meer op hen rusten.
Pijn in rust.
Schoonheid neemt geen rust.
De man raakte de slaap van zijn vrouw aan
en draaide zich om
en rende
de
trap
af.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950

 

Zie voor de schrijvers van de 19e juni ook mijn blog van 19 juni 2022 en ook mijn blog van 19 juni 2020 en eveneens mijn blog van 19 juni 2019 en ook mijn blog van 19 juni 2018.

Jaap Robben, Anne Carson

De Nederlandse dichter, schrijver en theatermaker Jaap Robben werd geboren in Oosterhout op 22 juni 1984. Zie ook alle tags voor Jaap Robben op dit blog.

Uit: Zomervacht

“Ik dacht dat we zomaar een stukje gingen rijden. Vliesjes hooi waaien ons tegemoet en komen door de open ramen onze pick-up binnen. Het is oogstseizoen, maar niet voor ons. In de laadbak rammelen roestige verwarmingsbuizen en de kast van een wasmachine die we gisteren uit de berm hebben opgepikt. Pa slaat af en stopt bij het tankstation. ‘Moet jij nog iets?’ vraagt pa terwijl hij de tank laat vollopen. Dit kan alleen op maandagen, omdat Benoit dan werkt. Zijn baas verkoopt ons niks meer. Klanten als wij kosten hem geld, beweert hij. Een vrachtwagen met balen hooi dendert langs, en doet het verbleekte zeil klapperen dat reclame maakt voor de koffie die hier altijd in de aanbieding is. Dat spul ruikt alsof er dakbedekking doorheen is gemalen. ‘Hoi’, zeg ik tegen Benoit. Er rinkelt een schel belletje. ‘Jullie mogen niet meer naar binnen’, antwoordt Benoit vanuit zijn glazen cabine. Hij houdt zijn mond te dicht bij het microfoontje. ‘Dat heb ik vorige keer ook al gezegd: Ik wijs naar de kassa, gebaar naar mijn oren dat ik hem niet versta. ‘Ik zei dus dat ik jullie .2 ik schud mijn hoofd, wijs weer naar mijn oren. Door de muur van gestapelde houtskoolzakken rond zijn kassa lijkt het alsof hij zich voor ons verschanst heeft. in de emmers ernaast staan bossen bloemen dood te gaan. Ik draal bij het koelvak met de blikjes energiedrank. Via de bolle spiegel tegen het plafond probeert Benoit me te volgen. Het belletje van de deur rinkelt opnieuw. ‘Benoit!’ roept pa gul. ‘Ik zei net al tegen Brian dat ik jullie niks …’
‘Doe deze er ook maar bij.’ Pa tilt een enorm chocolade-ei tevoorschijn uit de aanbiedingenbak. ‘Cadeautje voor zijn broer.’ ‘Gaan we naar Lucien?’ Pa drukt het prijsje tegen het veiligheidsglas. ‘En hier dan weer de helft van’, zegt hij terwijl hij aan de grote rode sticker pulkt. ‘Trouwens, deze kan erop blijven. Dat ziet zijn broer toch niet.’ ‘jaja’, stamelt Benoit en tikt het bedrag met korting in. ‘Knoop er maar een flink stuk van dat blauwe lint om, dat vindt zijn broer mooi.’ ‘Aanbiedingen mag ik helaas niet inpakken.’ ‘Rood is ook best.’ ‘Dat mag ik dus niet doen.’ ‘Moet jij nog wat hebben?’ roept pa naar mij. Ik schud mijn hoofd. ‘Hoeveel krijg je van me?’ Benoit slikt, tuurt naar zijn kassa. ‘Ik kom op achtendertigvijfenhvin: ‘Hierzo: Pa haalt een handvol munten uit de binnenzak van zijn leren jas en kwakt die in het bakje onder het raam. ‘En dan krijg je deze erbij.’ Uit zijn broekzak trekt hij een briefje van tien, dat hij keurig openvouwt en gladstrijkt. ‘Versier jij dat ding dan even mooi?’ ‘Eerst moet ik tellen of het klopt.’ ‘We hebben nogal haast.’ Zenuwachtig begint Benoit de muntjes te sorteren.
Nog voor we bij de auto zijn, vlekt de chocola al tegen het plastic. Pa beent voor me uit. Blauw lint wappert achter hem aan. ‘Even doorstappen, Brai.’ ‘Gaan we echt naar Lucien?’ Benoit is naar buiten gekomen. ‘Ik kom nog zeven vijfentwintig tekort ‘

 

Jaap Robben (Oosterhout, 22 juni 1984)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

Uit: Autobiografie van rood

2 Elk

Het stinkt hier niet, zei Geryons broer. Misschien zijn het je sokken,
of de kikker heb je
de kikker mee naar binnen genomen? vroeg Geryon. Jij stinkt hier zo Geryon.
Geryon zweeg.
Hij eerbiedigde feiten misschien was dit er één. Hij hoorde nu van beneden
een ander geluid.
TJONK-TJONK PING PING PING PING PING PING PING PING PING PING PING PING
PING PING PING PING PING PING PING PING PING.
Zijn broer trok aan zijn lul zoals ’s avonds meestal voor hij ging slapen.
Waarom trek je aan je lul?
vroeg Geryon. Gaat je niet aan laat de jouwe eens zien, zei zijn broer.
Nee.
Wedden dat je er geen hebt? Geryon keek. Welles.
Je bent zo lelijk hij is er vast en zeker
afgevallen. Geryon zweeg. Hij kende het verschil tussen feiten en broederhaat.
Laat zien
dan krijg je iets moois van me, zei Geryons broer.
Nee.
Dan krijg je een van mijn kattenogen.

Doe je toch niet.
Welles.
Je liegt.
Beloofd.
Geryon wilde heel graag een kattenoog hebben. Als hij op koude knieën
op de keldervloer
knikkerde met zijn broer en diens vrienden won hij er nooit een.
Alleen een bonk
telde voor meer dan een kattenoog. Zo kwamen ze tot een handelsverkeer om seks
tegen kattenogen.
Geryon dacht: lultrekken maakt hem vrolijk. Niets tegen mamma zeggen,
zei Geryons broer.
De reis in de rotte robijn van de nacht werd een strijd om vrijheid
en valse argumenten.
Kom op, Geryon.
Nee.
Je bent me iets schuldig.
Nee.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e juni ook mijn blog van 22 juni 2020 en eveneens mijn blog van 22 juni 2019 en ook mijn blog van 22 juni 2018 en ook mijn blog van 22 juni 2014 deel 1.

Anne Carson

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

Short Talk on Vicuñas

A mythical animal, the vicuña fares well
in the volcanic regions of northern Peru.
Light thunders down on it, like Milton
at his daughters. Hear that?—they
are counting under their breath.
Think about style of life for a
moment. When you take up your
axe, listen. Hoofbeats. Wind.
It is they who make us at home
here, not the other way around.

 

As The Coffee

As the coffee slid down my throat and the caffeine penetrated my haze, I wondered why he had returned so soon. I pulled my scraggly housecoat tightly around me. His gray eyes looked far too awake for this time of the day. He must be one of those morning people. After sitting contentedly for five minutes his left knee began to fidget. I enjoyed his discomfort. Call me mean, but anyone who dares enter my domain before my first cup of coffee deserves no less. I kept drinking, closing my eyes to express my bliss and taking a wee bit of pleasure in his discomfort.

 

He Was Fourteen

HE WAS FOURTEEN
it was years ago and Sad’s
name wasn’t Sad yet. First
comet. G had just
stumbled off a bus they
looked at one another and
that lasted until G was
almost twenty but he.
Well. Being a loyal soul
himself. Sad’s need to
make friends everywhere.
Sex friends club friends
gym friends dope friends
shopping friends
breakdown friends a
common enough problem.
Sad didn’t see a problem.
One day he looked around
and G was gone.

 

 

Uit: Autobiografie van rood

2 Elk

De slaap der rechtvaardigen is gelijk honing.

Geryon vond het als kind fijn om te slapen maar wakker worden vond hij nog fijner.
Dan rende hij in pyjama
naar buiten. De ochtendwind bestormde de lucht met levensflitsen zo blauw dat
elk een eigen wereld beginnen kon.
Het woord elk waaide zijn kant op en viel op de wind uiteen. Geryon had daar altijd
moeite mee – een woord als elk
viel, als hij ernaar staarde, in aparte letters uiteen en was dan weg. De ruimte voor

betekenis bleef maar was leeg.
Je kon de losse letters zien hangen aan takken of meubels in de buurt.
Wat betekent elk?
had Geryon aan zijn moeder gevraagd. Ze loog nooit tegen hem. Als zij de betekenis zei
ging die niet weg.
Ze antwoordde: Het betekent dat jij en je broer elk een eigen kamer hebben bijvoorbeeld.
Hij hulde zich in dit sterke woord elk.
Hij schreef het op school met rood zijdezacht krijt (foutloos) op het bord.
Hij dacht zachtjes aan andere
woorden die hij nu bij zich kon houden zoals kelk en welk. Toen moest Geryon
verhuizen naar de kamer van zijn broer.
Een ongelukkige samenloop. Geryons oma kwam op bezoek en viel van de treeplank
van de bus. De dokters maakten haar weer
met een grote zilveren pen aan elkaar. Erna moesten zij en haar pen vele maanden stil
in Geryons kamer liggen. Zo begon zijn nachtbestaan.
Voordien had Geryon ’s nachts niet geleefd alleen overdag en in de rode tijden ertussen.
Wat stinkt er hier in je kamer zo? vroeg Geryon.
Geryon en zijn broer lagen in het donker in hun stapelbed Geryon boven.
Als Geryon zijn armen of benen bewoog
klonk uit de veren een prettig ge-PING TJONK-TJONK PING dat hem van beneden
omsloot als een dik schoon verband.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juni ook mijn blog van 21 juni 2020 en eveneens mijn blog van 21 juni 2019 en ookmijn blog van 21 juni 2014 deel 1, en deel 2 en eveneens deel 3.

Vikram Seth, Mohamed Mbougar Sarr, Anne Carson

De Indische dichter en schrijver Vikram Seth werd geboren op 20 juni 1952 in Kolkata. Zie ook alle tags voor Vikram Seth op dit blog.

 

A Style Of Loving

Light now restricts itself
To the top half of trees;
The angled sun
Slants honey-coloured rays
That lessen to the ground
As we bike through
The corridor of Palm Drive
We two

Have reached a safety the years
Can claim to have created:
Unconsumated, therefore
Unjaded, unsated.
Picnic, movie, ice-cream;
Talk; to clear my head
Hot buttered rum – coffee for you;
And so not to bed

And so we have set the question
Aside, gently.
Were we to become lovers
Where would our best friends be?
You do not wish, nor I
To risk again
This savoured light for noon’s
High joy or pain.

 

Progress Report

My need has frayed with time; you said it would.
It has; I can walk again across the flood
Of gold sil popples on the straw-gold hills
Under a deep Californian sky that expels
All truant clouds; watch squads of cattle graze
By the radio-telescope; blue-battered jays
Flash raucous squaking by my swivelling head
While squirrels sine-wave past over the dead
Oak-leaves, and not miss you_although I may
Admit that near the telescope yesterday
By a small bushcovered gully I blundered on
Five golden fox-cubs playing in the sun
And wished you had been there to see them play;
But that I only mention by the way.

 

The wind

With no companion to my mood,
Against the wind as it should be,
I walk, but in my solitude
Bow to the wind that buffets me.

 

Vikram Seth (Kolkata, 20 juni 1952)

 

De Franstalige Senegaleseschrijver Mohamed Mbougar Sarr werd geboren in Dakar op 20 juni 1990. Zie ook alle tags voor Mohamed Mbougar Sarr op dit blog.

Uit: De purs hommes

« Elle quitta le creux de mon épaule et chercha pendant quelques secondes son téléphone qui s’était perdu entre les oreillers, les draps, la couverture, les habits jetés épars sur le lit, plus tôt, dans la hâte de l’étreinte. Elle revint sur mon torse. La vive lumière de l’écran me brûla les yeux quelques secondes alors qu’elle manipulait le téléphone à quelques centimètres de nos visages. Et plus rien, bientôt, ne fut visible, sauf l’écran. —Nous filons la métaphore de notre époque. Époque d’aveuglement généralisé, où la lumière technologique nous éclaire moins qu’elle ne nous crève les pupilles, plongeant le monde dans une nuit continue et… —T’es un intellectuel, coupa-t-elle, impitoyable. Tout ce que tu viens de dire est peut-être même intéressant. Mais j’y comprends rien. Que dalle. Elle mentait : elle comprenait tout ce que je disais. Mieux : elle parvenait presque toujours à deviner, non, plus encore, à déduire, oui, c’est cela même, déduire tout ce que j’allais dire de la première phrase que je prononçais. Rama_ C’était son nom. Intelligence vive et sauvage, dont l’éclat  l’embarrassait tant que, par une sorte de honte ou de modestie, elle passait sa vie à la réprimer en société. Mais cela faisait déjà longtemps que je ne marchais plus. Je lui arrachai son masque avec rage. —Tu mens. Tu mens comme tu respires. Je le sais. — On se fiche de ce que tu racontes sur l’aveuglement du monde. Si t’es capable de voir que tout le monde est aveuglé, c’est que tu penses ne pas l’être. Tu vois, t’es sûr ? Regarde plutôt ça_ Elle lança la vidéo, qui commençait dans ce tourbillon confus de voix et d’images caractéristique des prises d’amateur : il n’y avait aucun élément de contexte, rien que des voix, des silhouettes, des souffles ; l’auteur de la vidéo n’était donc pas seul, il semblait être au coeur d’une forêt d’hommes ; sa main tremblait, l’image n’était pas nette, mais se stabilisait après quelques secondes ; l’individu qui filmait commença à parler — c’était un homme — et il demandait, autant pour lui-même que pour nous qui regardions la vidéo, ce qui se passait, mais personne ne lui répondait. Il leva un peu le bras, en sorte que l’on détaillât mieux ce qui se passait autour de lui, et on vit une foule qui allait, nombreuse, dense. Des voix éloignées s’élevèrent : « Au cimetière ! Allons au cimetière ! — Au cimetière ? pourquoi ? » interrogea l’homme. La vidéo se troublait encore ; on sentait un changement de rythme, un mouvement plus rapide, comme si, pour suivre la foule, l’homme qui tenait le téléphone s’était mis à courir ; « Pourquoi le cimetière ? répétait-il comme un tourment, pourquoi le cimetière ? » Une fois de plus il ne reçut aucune réponse mais continua à avancer rapidement, et bientôt de rudes voix masculines crièrent : « C’est ici ! C’est celle-là ! »

 

Mohamed Mbougar Sarr (Dakar, 20 juni 1990)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

TANGO VII. HERE’S OUR CLEAN BUSINESS NOW LET’S GO DOWN THE HALL TO THE BLACK ROOM WHERE I MAKE MY REAL MONEY

Mythologie is een opgesierd patroon,
een janusbewering,
waarmee je het ene kunt zeggen en iets anders bedoelen, een dubbel leven kunt leiden.
Vandaar het idee in het vroeg-Griekse denken dat alle dichters leugenaars zijn.
En uit ware leugens der poëzie
sijpelde een vraag.

Wat verbindt eigenlijk woorden en dingen?

Niet veel, besloot mijn man
en bleef taal zo gebruiken
als Homerus het van de goden beschrijft.
De goden kennen alle mensenwoorden maar hebben er behalve de onze
een tegengestelde betekenis voor.
Goden draaien naar believen de schakelaar om.

Mijn man loog over alles.

Verdiensten, vergaderingen, vriendinnen,
de geboorteplaats van zijn ouders,
de winkel waar hij zijn overhemden kocht, het spellen van zijn eigen naam.
Hij loog als het nergens voor nodig was.
Hij loog als het hem niet eens gelegen kwam.
Hij loog als hij wist dat men wist dat hij loog.

Hij loog als hij daarmee hun hart brak.

Mijn hart. Haar hart. Ik vraag me vaak af hoe het haar is vergaan.

De eerste.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juni ook mijn blog van 20 juni 2020 en eveneens mijn blog van 20 juni 2019 en ook mijn blog van 20 juni 2015 deel 2.

 Salman Rushdie, Anne Carson

De Indisch-Britse schrijver en essayist Salman Rushdie werd geboren in Bombay op 19 juni 1947. Zie ook alle tags voor Salman Rushdie op dit blog.

Uit: De familie Golden (Vertaald door Martine Vosmaer en Karina van Santen)

“Op de dag van de inauguratie van de nieuwe president, toen we bang waren dat bij vermoord zou worden terwijl hij hand in hand met zijn bijzondere vrouw door de juichende menigte liep, en toen velen van ons op de rand van de economische ondergang stonden in de nasleep van het uiteenspatten van de hypotheekbubbel, en toen Isis nog een Egyptische moedergodin was, kwam een ongekroonde koning van een jaar of zeventig uit een land hier ver vandaan met zijn drie moederloze zoons naar New York, waar hij het paleis van zijn ballingschap betrok en zich gedroeg of er niets mis was met het land of de wereld of zijn eigen geschiedenis. Hij begon over zijn buurt te heersen als een goedertieren keizer, hoewel hij, ondanks zijn charmante glimlach en vaardige spel op zijn Guadagnini-viool uit 1745, iets zwaan en goedkoops ademde, het onmiskenbare luchtje van grof, despotisch gevaar, de geur die ons waarschuwde pas op voor deze man, want hij kan je elk moment laten executeren, als je een hem onwelgevallig overhemd draagt, bijvoorbeeld, of als hij met je vrouw naar bed wil. De volgende acht jaar, de jaren van de vierenveertigste president, waren voor ons ook de jaren van het steeds grilliger en verontrustender bewind van de man die zich Nero Golden noemde en die niet echt een koning was, en aan het eind van zijn tijd- perk was er een grote – en in metaforische zin apocalyptische – brand. De oude man was klein, gedrongen zou je zelfs kunnen zeggen, en droeg zijn haar, dat ondanks zijn gevorderde leeftijd nog overwegend donker was, glad naar achteren gekamd zodat de duivelse v-lijn werd geaccentueerd. Zijn ogen waren zwart en priemend, maar wat als eerste opviel – hij rolde vaak zijn hemdsmouwen op om te zorgen dat het opviel -waren zijn onderarmen, dik en sterk als van een worstelaar, en eindigend in grote, gevaarlijke handen met knotsen van gouden ringen vol smaragden. Weinig mensen hadden hem ooit zijn stem horen verheffen, maar toch twijfelde je er geen moment aan dat er een grote vocale kracht in hem huisde die je maar beter niet kon uitlokken. Hij kleedde zich duur, maar straalde iets °prachtigs, iets dierlijks uit, dat deed denken aan het Beest uit volksverhalen, niet op zijn gemak in menselijke opsmuk. Wij, zijn buren, waren allemaal behoorlijk bang voor hem, hoewel hij enorme, onhandige pogingen deed om een goede, sociale buurman te zijn, door woest met zijn stok naar ons te zwaaien, en op de raarste momenten mensen bijna te dwingen op de borrel te komen. Wanneer hij stond of liep, leunde hij voorover, alsof hij voortdurend tegen een harde wind in tornde die alleen hij kon voelen, licht gebogen vanuit de heupen, maar niet al te veel. Dit was een machtig man; nee, meer dan dat – een man die zwaar verliefd was op het idee van hemzelf als machtig man. Het doel van de wandelstok leek eerder decoratief en expressief dan functioneel. Wanneer hij door de Gardens wandelde, deed hij zijn best om vriendelijk op ons over te komen.”

 

Salman Rushdie (Bombay, 19 juni 1947)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

Stad van de lente weer eens

“De lente is altijd zoals het vroeger was.”
Zei een oude Chinese man.
De regen siste langs de ramen.
Verlangens van grote afstand.
Bereikten ons.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950

 

Zie voor de schrijvers van de 19e juni ook mijn blog van 19 juni 2022 en ook mijn blog van 19 juni 2020 en eveneens mijn blog van 19 juni 2019 en ook mijn blog van 19 juni 2018.

Jaap Robben, Anne Carson

De Nederlandse dichter, schrijver en theatermaker Jaap Robben werd geboren in Oosterhout op 22 juni 1984. Zie ook alle tags voor Jaap Robben op dit blog.

 

Stel

Stel de stoelen drijven
door het raam naar buiten

En ik die altijd dacht
dat ik geen hemel nodig had
om mijzelf aan vast te houden,
ik drijf mee.

Het water stijgt
tot alleen nog puntjes van kerktorens
en gouden hanen uit het water steken.

Blijkt dan dat ik bidden kan?

Smeek ik de onbekende hand van boven
of Hij ook alstublieft de mensen redt
die eigenlijk niet in hem geloven?

Noem ik hem slijmend Heer en hoeder zodat hij mij niet achterlaat?
Of hoop ik liever op een roeiboot met mijn moeder
terwijl ik eigenlijk wel weet dat zij allang niet meer bestaat.

 

Vergeten gezichten

Waar zijn de gezichten gebleven
die niemand heeft onthouden
van middeleeuwse mensen
die niet op schilderijen staan?

 

Kampioen

Ik bak nu als enige ter wereld
een wortelspruitjesomelet
én heb de lekkerste s
spaghettipindakaaskoffie gezet.

Na het douchen ben ik de beste
in achterstevoren hinkelen
van de keuken naar mijn bed.

Daar verzin ik een woord
dat nog niemand kent
zoals plasotinotalitent
of grikalasukwerifeks.

Je hoeft niet veel te doen.
want zonder het te merken
ben je heel vaak kampioen
in iets geks.

 

Jaap Robben (Oosterhout, 22 juni 1984)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

Kort praatje over de Homo Sapiens

Met kleine sneetjes markeerde de Cro-Magnon mens
de maanfasen op de handvatten van zijn
gereedschap, terwijl hij aan haar dacht.
Dieren. Horizon. Gezicht in een schaal
water. In elk verhaal dat ik vertel komt
een punt waar ik niet verder kan kijken.
Ik haat dat punt. Het is waarom ze
verhalenvertellers blind noemen- een aanfluiting.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e juni ook mijn blog van 22 juni 2020 en eveneens mijn blog van 22 juni 2019 en ook mijn blog van 22 juni 2018 en ook mijn blog van 22 juni 2014 deel 1.

Anne Carson

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

V. Here Is My Propaganda One One One One Oneing On Your Forehead Like Droplets of Luminous Sin

Like many a wife I boosted the husband up to Godhood and held him there.
What is strength?
Opposition of friends or family merely toughens it.
I recall my mother’s first encounter with him.
Glancing

at a book I’d brought home from school with his name inscribed on the flyleaf
she said
I wouldn’t trust anyone who calls himself X—and
something exposed itself in her voice,
a Babel

thrust between us at that instant which we would never
learn to construe—
taste of iron.
Prophetic. Her prophecies all came true although she didn’t
mean them to.

Well it’s his name I said and put the book away. That was the first night
(I was fifteen)
I raised my bedroom window creak by creak and went out to meet him
in the ravine, traipsing till dawn in the drenched things
and avowals

of the language that is “alone and first in mind.” I stood stupid
before it,
watched its old golds and lieblicher blues abandon themselves
like peacocks stepping out of cages into an empty kitchen of God.
God

or some blessed royal personage. Napoleon. Hirohito. You know
how novelist Ōe
describes the day Hirohito went on air and spoke
as a mortal man. “The adults sat around the radio
and cried.

Children gathered in the dusty road and whispered bewilderment.
Astonished
and disappointed that their emperor had spoken in a voice.
Looked at one another in silence. How to believe God had
become human

on a designated summer day?” Less than a year after our marriage
my husband
began to receive calls from [a woman] late at night.
If I answered [she]
hung up. My ears grew hoarse.

How are you.

No.

Maybe. Eight. Can you.


The white oh yes.

Yes.

What is so ecstatic unknowable cutthroat glad as the walls
of the flesh
of the voice of betrayal —yet all the while lapped in talk more dull
than the tick of a clock.
A puppy

learns to listen this way. Sting in the silver.
Ōe says
many children were told and some believed that when the war was over
the emperor would wipe away their tears
with his own hand.

 

Uiterlijk verliep zijn leven soepel

Vergelijkende cijfers: 1784 Kant bezat 550 boeken, Goethe 2300, Herder 7700.
Ramen: Kant had één slaapkamerraam, dat hij te allen tijde
gesloten hield, om insecten
tegen te houden. De ramen van zijn studeerkamer keken uit op de tuin,
aan de andere kant waarvan
de stadsgevangenis was. In de zomer waaide luid koorgezang van de gevangenen
naar binnen. Kant vroeg of dat
zingen sotto voce mocht gebeuren en met gesloten ramen. Kant
had vrienden op het stadhuis en
zijn wens werd verhoord.
Tolstoj: Tolstoj dacht dat als Kant niet zo veel tabak
had gerookt, dat de Kritiek van
de Zuivere Rede dan zou zijn geschreven in een taal die je zou kunnen
begrijpen (daadwerkelijk
rookte hij één pijp om 5 uur).
Telling: Kant at nooit alleen, dat put de
geest uit. Dinergasten, volgens de
opvattingen van die dagen, mogen niet met meer zijn dan de Muzen
noch met minder dan de Gratiën.
Kant zorgde voor zes zitplaatsen.
Zinnelijkheid: Kants lievelingseten was kabeljauw.
Beheers Jouw Natuur: Kant ademde alleen door zijn neus.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juni ook mijn blog van 21 juni 2020 en eveneens mijn blog van 21 juni 2019 en ookmijn blog van 21 juni 2014 deel 1, en deel 2 en eveneens deel 3.