Menno Wigman, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook alle tags voor Menno Wigman op dit blog.

 

Het licht is als het licht

En op een dag verlies je je gezicht,
vult elke spiegel zich met vormloos ik.
Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies,
maar geen gezicht. – Je weet: er valt op straat
niet veel te vragen, ja, de tijd, de weg,

maar niemand die je ooit het licht uitlegt.
Hoe kwam je in die huid terecht? En is
het waar dat ieder na zijn veertigste
voor zijn gezicht verantwoordelijk is?

Geteem. Koudwatervrees. Straks ga ook jij
de weg van alle vlees. En wat dan nog?
Terwijl ik dit gedicht herschrijf beschijnt

de zon mijn hand. Het licht is als het licht.
Er woont een heerser achter mijn gezicht.

 

Kaspar Hauser

Hier geen Natureingang.
Geen beek van zilver, gouden zonlicht, zeikgedicht.
Hij gaf niet om de zon.

Maar hoorde hij een klank, zag hij een vlam, dan greep
hij witheet met zijn hand.
Soms stond hij heilig met een schilderij te praten

of plantte hij bezorgd
een snijbloem in de aarde. Een kind van zeventien
met kelders in zijn ogen.

Afkomst verduisterd. Mensen die hem willen doden.
Zijn onbemande mond
die hulpeloos herhaalt wat hem was ingesproken:

‘Ik wil een ruiter worden.’
Meer wist hij niet. En wij, wij leerden Kaspar kijken,
wilden zijn hoofd met Duits

verrijken, steenhard Duits dat al zijn schrik verdreef.
Maar het verklaarde niets.
En bastaardprins of niet, gelukkig werd hij nooit.

En nu is Kaspar dood.
En wij, wij leefden hem, beschreven hem in gloedvol
Duits dat niets doorzag.

Breek alle pennen stuk. Tuig elke letter af.
Er is geen taal die troost,
geen woord dat bloost bij Kaspar en zijn hondedood.

 

Hitlermüde

Berlijn. Ik had geneukt en nam een douche.
Toen sloop de Holocaust weer in mijn hoofd.
Ik zag mijn pik en telde tegels, wit,
ze waren wit, ik telde en een mist
van ademnood vertroebelde mijn zicht.

Ik las ik weet niet hoeveel boeken, bleef
maar in het leven van Adolfus wroeten,
de zeven scheppen suiker in zijn thee,
Geli, Eva, teelbal, spuuglok, zweep – wat
moest ik ermee? Hier onder deze douche,

hier in een warm en doordeweeks Berlijn,
hier gleed mijn schaamte in een doucheput weg,
kon ik nooit laks, te laat of schuldig zijn.
En licht en hoog en hevig Hitlermoe
stapte ik weer op haar kamer toe.

 

Menno Wigman (10 oktober 1966 – 1 februari 2018)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

last exit sterren kijken

drie sterren vier sterren vijf
sterren tussen de wolken
een ster twee sterren drie
sterren tussen de wolken
geen ster geen ster tussen
de wolken tussen de
wolken een ster twee sterren
drie sterren vier sterren vijf
sterren zes sterren zeven sterren
tussen de wegdrijvende
wolken acht sterren negen sterren
tien sterren honderd sterren duizend
sterren en nog eens duizenden
sterren en steeds meer sterren
aan de wolkenloze hemel over
weldigend hoe veel sterren

 

Vertaald door Daan Cartens

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2021 en ook mijn blog van 10 oktober 2018 en ook mijn blog van 10 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 10 oktober 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Politeia

Ik wil niemand uitroeien,
maar als ik per se iemand moest uitroeien,
zouden het de Zwitsers zijn.
De Russen kunnen we ook wel missen.
Russen eruit, zonnepanelen erin.
Het is tijd voor realisme in Den Haag.

Mijn lievelingsstaatsvorm is
de constitutionele dictatuur.
Met een ceremoniële dictator
aan het hoofd die lintjes doorknipt
en tot zijn dood aan de macht blijft.
Dan wordt hij gelyncht door het volk.

De marteling als machtsmiddel
mag niet uitgesloten worden,
maar wel met duidelijke regels
en een onafhankelijk toezichthouder.
Transparantie is daarbij belangrijk.
Geen geweld meer achter gesloten deuren.

De verkoop van literaire thrillers
maakt duidelijk dat de huisvrouw
veel geweld tekortkomt in haar leven.
Het slachten van miljoenen dieren
en het versnipperen van kuikentjes
gebeurt voortaan op stadspleinen.

We heffen de schaduwmaatschappij op.
Het Jeugdjournaal bericht vanaf nu
over de Nederlandse investeringen
in wapenhandel en executietechnologie.
Elk AZC krijgt zijn eigen realityshow.
IKEA een ballenbak met ingewanden.

 

De stand van zaken

Met T. gaat het nu beter.
In haar ogen spat nog altijd glaswerk
uit elkaar, maar ze komt haar bed weer uit.
B. is voorlopig doordeweeks niet te bereiken.
K. mag zijn kinderen weer zien: eentje tegelijk.
I. heeft het eindelijk gedaan.
P. is dood. L. ook.
Ikzelf – het gaat hier even niet om mij.
En met de maatschappij – ze zeggen dat er een crisis is.
Ach, de mensen hebben geen oog voor alles wat goed gaat.
Nog velen proberen kinderen te krijgen.
Oma Z. stond om een uur ’s nachts op van het dronken feest,
en ging te fiets naar huis, negentig jaar oud.
Veel verstandige mensen hebben vandaag vers eten bereid.
Achter miljoenen ramen is de warmte van een bed met iemand erin.
De kale ficus heeft zeven nieuwe blaadjes gekregen.

 

Weekoverzicht

Maandag log ik in op mijn computer, vrijdag log ik uit.
Zaterdag lig ik op mijn laminaat.
Zondag begint zich voorzichtig iets kenbaar te maken,
maar voordat ik mijn mond kan openen
om een woord te vormen
is het alweer maandag.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

onder ons

toen was mijn vader meer dan één
toen was mijn vader meer dan duizend
toen was mijn vader alle mannen
en ook moeder was
en ook zij was meer dan één meer dan duizend
en ook zij was alle moeders

en toen ontmoette vader zichzelf
in de fabriek bij de machines
dreef zichzelf aan en schreeuwde rond en vader
ontmoette zichzelf in alle auto’s die hem
na het werk tegemoet reden en zijn stem sprak
toen hij de autoradio aanzette

en ook moeder kocht ’s ochtends vlees bij zichzelf
nam het geld uit haar hand en begroette zichzelf
in het trappenhuis en hoorde haar eigen stem
haar eigen zorgen aan de telefoon van iemand
die sprak als zij die haar stem haar zorgen had

en toen vader kwam, kwam vader overal
en toen moeder de deur opende, opende moeder overal de deur
en al mijn moeders verwelkomden al mijn vaders
en er was niets geks aan in elk huis grepen
al mijn vaders naar al mijn moeders
en al mijn moeders tilden al hun moederrokken op
en al mijn vaders openden alle vaderritssluitingen

en toen was ik er en ik kende alleen mezelf
mijzelf als adolescent tussen
andere adolescenten die ik ook was
mijzelf als speelkameraadje, die speelde met iemand die ik was
mijzelf als voetbalteam dat alleen tegen andere
voetbalteams die uit mij bestonden aantrad
en dus zat er voor mij niets anders op dan mezelf te troosten
en het was mijn enige troost dat alle anderen die ik ook was
zichzelf zoals ik mij moesten troosten

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Een schuldgevoel (Uit: Welverdiende onrust)

“Nice, onder de onwerkelijk blauwe hemel, die de folders hadden beloofd. Aan prettige dingen denkend, liep ik op de boulevard Gambetta en ging op een gemeentebankje zitten. Maar dat bleek geen gunstig gekozen plaats voor een zorgeloze vakantieganger, want vlak tegenover me verrees een wit gedenkteken dat wel twintig namen opsomde van mannen die in het verzet waren omgekomen. Ambrosio Nini, Fernand Boyer, André Constantinov, Dermatorissian N. Ik kon niet nalaten de hele lijst eerbiedig en in een gepast tempo te lezen en de man die, wat dichter bij het monument, rechtop stond, deed het ook, dat zag ik aan zijn bewegende lippen. Hij was van mijn generatie en een typische Niçois, om zo te zien. Maar ik zie meestal verkeerd, want toen hij even opzij keek, riep hij in de taal van onze geëerbiedigde vorstin: ‘Verrek, is u hier nou óók al?’
Hij kwam naast mij zitten en stelde zich voor. Jan heette hij ook nog, mijn typische Niçois, en hij woonde op de Apollolaan.
Hij wees naar het monument en las, hardop: ‘Is. Lippmann – een joodse jongen in het verzet, moedig hoor. Is het niet echt iets voor mensen van onze leeftijd om zelfs hier, in de vakantie, weer tegen die oorlog op te lopen? Nou ja, gelukkig zijn mijn kinderen en mijn kleinkinderen er niet bij, want die kijken, als ik over de oorlog begin, of ze zeggen willen: “Zet eens een andere plaat op.” Daarom doe ik het maar niet meer. Horen, zien en zwijgen, net als die aapjes. En toch heb je herinneringen. En schuldgevoelens…’
Hij keek me van opzij aan en grijnsde.
‘Niet dat ik bunkerbouwer ben geweest of zoiets,’ zei hij. ‘Nee, ik had het voordeel van de volstrekte onbeduidendheid. Eind april 1940 was ik een brave jongen van zesentwintig die met een beetje geld van zijn vader een handeltje had opgezet. Een grossierderijtje in postpapier. Mijn hele voorraad lag in een pakhuisje aan de Egelantiersgracht. En daar hield ik ook kantoor. Of beter gezegd: daar zat mijn enige personeelslid, een meisje van achttien, bij de telefoon te wachten op de eerste klant. Maar er kwam geen klant. Er kwam een heel Duits leger. En toen zat niemand verlegen om mijn postpapier.’
Weer grijnsde hij zo’n beetje.
Hij zei: ‘Toen we ons oorlogje verloren hadden ging het leven verder, nietwaar? Zo heette dat. En – de handen uit de mouwen. Ik begaf me weer naar de Egelantiersgracht en daar verscheen ook, keurig op tijd als steeds, mijn enige personeelslid. Weet u hoe ze heette? Brenda Cohen. Een aardig meisje.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ik verklaar het plastic afval in de oceanen

ik verklaar het plastic afval in de oceanen
tot kunst
en dus dank ik de getijden
ik dank de golfbeweging
Ik dank het Uv-licht
voor de ontbinding
de reproductie
van mijn kunst
ik dank verschillende zeebewoners
ik dank het plankton
voor het inlijven van mijn kunst
dat mijn kunst in de voedselketen belandt
dat iedereen eraan kan meedoen
ik dank de wasmachines
dat het vezels die zijn gemaakt van fleece
en andere synthetische kledingstukken
in het afvalwater en dus in mijn kunst brengt
ik dank de stromingen
de grote oceaanwervelingen
vooral de Noord-Pacifische oceaanwerveling
voor de kolkende concentratie van mijn kunst
dat die miljoenen keren per vierkante kilometer
zee voorhanden is dat in totaal
honderd miljoen tonnen van mijn kunst
in alle zeeën circuleren, ik dank ervoor
dat ik een kunstenaar ben die
om alle continenten heen mag spelen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Schepping, week 2

Op maandag schiep de mens zich een beeld van hemel en aarde.
De hemel was hoog, de aarde groot en gevaarlijk.
Chaos drong in zijn geest en leegte zweefde in zijn maag.
De mens sprak: Laat er een grens zijn. En hij trok een grens.
Wat aan de ene kant van de grens lag, noemde hij tuin.
En wat aan de andere kant van de grens lag, noemde hij wildernis.
Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.

De mens sprak: Laat de dieren en planten in de wildernis
door God verzorgd worden, want hij heeft ze gemaakt.
Maar de dieren en planten in de tuin zijn van mij.
Ik zal ze koesteren en verzorgen, zij zullen mijn tuin verrijken.
Zo geschiedde. De planten en dieren in de tuin noemde hij voedsel.
En de planten en dieren in de wildernis noemde hij natuur.
Weer werd het avond en morgen: de tweede dag.

De mens sprak: De dieren en planten behoren aan mij,
maar zij gehoorzamen aan tijd. Ze bloeien in de lente
en geven zaadvruchten in de herfst. De vogels leggen
eieren naar hun aard, maar in de winter leggen ze niks.
Ik zal de planten een huis van glas geven en in de kippenstal
zal ik een helder licht branden. Ik zal eieren eten in december.
Weer werd het avond en morgen: de derde dag.

De mens sprak: Mijn tuin gehoorzaamt mij het hele jaar,
maar werkt niet half zo hard als ik. De trage planten
voeden zich met trage aarde. De dieren groeien traag
zoals de planten die ze eten. Laat er kunstmest en krachtvoer zijn!
En er was kunstmest en krachtvoer. En de kropsla en koeien
versnelden hun groei. En de mens zag dat het goed was.
Weer werd het avond en morgen: de vierde dag.

De mens sprak: Laat mijn tuin vruchtbaar zijn
wanneer ík het wil. Want de planten en dieren planten
zich lukraak voort, zonder te denken aan mijn behoeftes.
Ik zal de kalfjes weghalen bij de koe. Ik zal het zaad
van stieren vangen in mijn hand. Ik zal haantjes versnipperen.
Zo zal geen dier geboren worden buiten mijn wil.
Weer werd het avond en morgen: de vijfde dag.

De mens sprak: Van nest tot slacht zijn dieren en planten
gehoorzaam aan mij. Maar in het zaad schuilt nog anarchie.
Het vermengt zich naar eigen aard en waait de tuin uit.
Ik zal het zaad openbreken en veranderen. En het zal
mijn zaad zijn, van generatie op generatie. Aldus geschiedde.
En de mens zag dat alles wat hij gemaakt had,
zeer goed was. Zo werd het avond en morgen: de zesde dag.

Nu was de tuin van de mens voltooid.
En toen hij op de zevende dag al het werk zag
dat hij verricht had, rustte hij en keek uit over zijn tuin.
Hij at pitloze druiven en zwom in een vijver van melk.
Hij zag de bijen bij zwermen sterven in zijn tuin.
De grond was bitter geworden. En hij zei: Goed,
zei hij, Goed. Morgen weer een dag. Er is nog tijd.

 

Een steen openvouwen

Kantel de regels om het riet te zien.
Ga staan met je rug tegen de grond,
en kijk de sterren recht in de ogen,
tot ze op je af komen stormen.
Open je mond. Slik ze in.

Letters zijn onzichtbaar, woorden zijn onzichtbaar,
betekenis is onzichtbaar, denken is onzichtbaar,
de ziel is onzichtbaar, het geluk is onzichtbaar,
een orgasme is onzichtbaar, een koe is onzichtbaar,
essentie is onzichtbaar, het riet is onzichtbaar.

Ik wil in een tv wonen.
Ik wil een steen openvouwen.
Ik wil de binnenkant van elk ding zien.
Ik ben bijna dood met nog veertig jaar te gaan.

De dichter zingt.
De dichter zwijgt.
De dichter spuugt sterren uit.
De dichter is een ding.
De dichter is onzichtbaar.

Wij mogen het riet platbranden.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

te grote woorden

bloed

vullen de
zakken vol wijn
nemen van
de druiven
de donkere
altijd
de buiken in de
volle die willen
meer van het
stromende
sap zuipen tot
ze omvallen
over beide
oren van het leven
afscheid nemen ooit
dan snijden ze
ze open en zie
daar de vrij
gelegde hart
slag drie
twee van een
vogelijn

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Poespas

“Hoe het begon
Toen mijn vrouw en ik onlangs van een feest kwamen en nog even in de keuken het obligate kopje koffie dronken, hoorden wij allerlei wonderlijke geruchten op de gang. Daar de kinderen niet uit bed waren, dachten wij aan een spook, maar een ernstige onderzoekingstocht leidde naar een kartonnen doos, die de oppas blijkbaar ’s avonds had aangenomen. ‘Aan Kronkel’ stond er op, want onder dat pseudo schrijf ik mijn meeste stukjes, maar de naam van de afzender was vergeten. Toen ik de doos openmaakte, bleek er een grote zwarte poes in te zitten, die ons onnoemelijk melancholiek aankeek. Ze had zich zeker verveeld, daar in dat donkere hokje.
‘Dat is een grapje van de een of andere lezer,’ zei ik, want als beroepsguit heb ik een fijn vertakt gevoel voor leuke streken gekregen.
De poes sprong uit de doos en liep angstig de gang in. Toen wij op haar neerkeken, zagen wij dat ze in blijde verwachting was, waardoor het mopje sterk devalueerde. In de keuken dronk ze meteen een liter melk op. Toen spreidden wij haar een veldbed en gingen zelf ook maar slapen.
De kinderen waren de volgende ochtend reeds om zeven uur in de wolken over onze aanwinst en vulden het huis met vreugdegeschal, maar de poesen uit de buurt deden later op het plat erg vrouwelijk tegen haar, terwijl een nutteloze kater, die precies op oom Dirk lijkt, verschrikt om haar heen dribbelde en zo nu en dan zijn hand zonder enig doel op haar hoofd legde. Zeer waardig en rustig reageerde zij op al dat gespuis en toen het avond werd, droeg zij haar dikke lijf moeizaam naar een soort praalbed, dat de kinderen inmiddels in de keuken hadden opgetrokken.
‘Je moet er niet over schrijven,’ zei mijn vrouw. ‘Anders gaan ze allerlei beesten sturen. En lilliputters. Of oude mannetjes met een kaartje aan de hals met “Wees goed voor opa” er op.’
Zij besloot geen enkel pakje meer te accepteren en stuurde nog diezelfde dag een precies eendere kartonnen doos, die een heer wilde afgeven, terug aan de afzender. Later bleek er een servies in te zitten dat we lang geleden eens hadden besteld.
Vannacht is de bevalling geschied. Ja, dank u – alles goed. Het zijn er vier. Helemaal zwart. De onbekende eigenaars van deze moeder hebben zich zelf benadeeld met hun rijke zending. Want het is, nu alle mensen weer zo zijn geschrokken van die dekselse wereldgeschiedenis, eigenlijk een beminnelijke ervaring om in de keuken eens in de ogen te kijken van een wezen dat haar geluk niet op kan.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)
Portret door Peter Vos, 1983

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

te grote woorden

huis

kort
slot van
kamerdeur naar kamer
deur een ketel uit
droge
muren vloer plafond uit
gedoofd
lampenlicht
verschroefd verhout
in het nabije
metselwerk de adem
koelt met elke hart
slag uit
de verte dreunen
afgietsels van overleden
evenzeers van de
afgeschermde
sterrenzee
verwijdert de stoel in de
gesloten
gereinigde keelholte
rust ‘n
tong die
nooit bevriest

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Zaterdag

Eigenaardig. De laatste tijd
bekruipt mij de sensatie dat ik een ziel heb.
Buiten is het donker en binnen brandt een lichtje.
Er is muziek en poëzie en een meisje dat door de kamer danst,
niet alleen in de kamer, maar ook in mij.
Ik zou zelfs naar kantoor kunnen gaan.

Ach… er waren tijden dat ik tienermoeders keek op MTV.
In die tijd draaide ik muziek, om het even welke muziek.
En als mijn vriendin danste, zag ik haar uit mijn ooghoeken.
En de poëzie die ik schreef, was bitter en overspannen.
Maar vandaag, terwijl de dag wordt vol geregend,
heb ik mijn leven teruggevonden.

Mijn ogen hebben weer ogen gekregen.
Van mijn buitenste naar mijn binnenste oren
sijpelen gefluisterde, troostrijke boodschappen door.
Verrukkelijk. Kijk eens hoe ik hier zit,
met al mijn kleine en grote misdaden.

Nu ik weer een ziel heb, is het onmogelijk
om te falen. Vandaag zoek ik de hele dag
naar het juiste woord voor de beweging
van grote loofbomen in wind, vergeefs als altijd,
maar met een oneindig vertrouwen.

 

Zondagochtend

De hele lege dag
staat de auto achter het huis te wachten.
Morgen moet ik naar kantoor om deze tijd.
De auto staat klaar.
Hij wacht op mij.
Mijn vriendin verbiedt mij aan morgen te denken.
Vandaag ben je vrij.
Deze vrijheid, deze hele dag van vrijheid
is mij contractueel toegekend.
Ik zou heel even in de auto kunnen gaan zitten.
Op het koele leer. En de radio aanzetten.
Om te voelen hoe het is naar mijn werk te rijden,
zonder dat ik naar mijn werk rijd.
Ik voer mijn plan uit.
Dit is nochtans de vrijheid waar ik recht op heb.
Dit is vrijheid.
Ik streel het stuur, draai het raampje open.
Wacht een uur.

 

Contract

Ik ben vandaag in dienst getreden van het goede,
met inzet van al mijn beperkte middelen,
om de wereld tot een betere planeet te maken.

Ik ga er werk van maken, de verbeterde schepping,
de fouten die Darwin en God hebben gemaakt,
de inborst van de mens afwerken,
bewustzijn in het productieproces brengen.

Het wordt tijd haar eindelijk eens op te graven,
onze betovergrootmoeder, de Deugd.
Die kinderachtige verheerlijking
van de ondeugd, lekker stout,
het heeft nu lang genoeg geduurd.

Wij gaan dineren in een bos
met een ingehuurde beroemdheid
en schrijven ieder drie ideeën op
om de wereld te veranderen.

Niemand weet waar het heen gaat;
wij gaan daar orde in aanbrengen.

Omdat ik voor het goede ga werken, is mijn salaris enorm.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ter hoogte van de sneeuwklokjes

tussen winter en lente
wordt iets zacht tussen
adelaar en merel komt
een gezang in gang tussen
vernietigen en vernietigd worden
ligt een bewustzijn onder
fijne ribspanning op de bank

blijf gewoon naar je kijkbuis kijken
de weersvoorspelling valt tegen
terwijl de schoenen drogen
de gedachte aan het kopen
van zonnebrandcrème dwaalt nog vergeten
rond terwijl jij naar het bloembed
staart en telt

de maanden dagen uur
totdat de klok wordt teruggezet
sneeuwklokjes zijn de egels
van de bloemen tussen de konijnen
van de jaren: aanwezig al en jij bent het ook
staart naar de grond
luistert naar de hemel

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Menno Wigman, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook alle tags voor Menno Wigman op dit blog.

 

Burger King

Was er een tijd dat ik hier boven stond,
mijn mond vol Proust en Bloem, mij hoor je niet,
niet meer. Wat heeft het nog voor zin om in
een taal te denken die geen tanden heeft?
Ik sta alleen. Mijn woorden zijn naar god.

Dus slof ik door de leeszaal van de straat
en blader maar wat door de Burger King,
gewoon, omdat ik leef, omdat ik hopeloos
eenvoudig eet en straks vanzelf vertrek.
– Als deze wanhoop ons Walhalla is,

als hier het echte leven staat te lezen,
mij best, ik zag genoeg. In dit verhaal
betaal je met jezelf, niet eens bedroefd,
eerder verbaasd dat alles wat zo laag
en lelijk is zo sterk en stevig staat.

 

Billboards

De domme avond, doordeweeks, doorweekt
en dierlijk als een potloodventer.
De grijze jongens in de avondbus.
Iets verderop een moeder met een snor.
En elke halte weer twee levensgrote,
neonrode vrouwenlippen die vertellen
wat er aan het leven schort.

Het einde van de regenboog! Ambrosia,
verlicht en wel, wijst ons de weg.
En wij, met onze rimpels, leugentjes,
gebreken en oneffenheden, stuk
voor stuk tot onze nek vol eigen bloed,
gebeten op geluk en overvloed,
wij rijden door de domme avond,

dromen muren om ons heen, dag in,
dag uit, en komen thuis, speuren
zenders af en gaan naar bed. Het mysterie
van het laatste onrecht! Algehele
roofzucht! Perfectie! Paringsdrift!
Nu kan, nu zal, nu moet het komen.
Ambrosia wees ons de weg.

 

Jeunesse dorée

Ik zag de grootste geesten van mijn generatie
bloeden voor een opstand die niet kwam.
Ik zag ze dromen tussen boekomslagen en ontwaken
in de hel van tweeëntwintig steden,
heilloos als het uitgehakte hart van Rotterdam.

Ik zag ze zweren bij een nieuwe dronkenschap
en dansen op de bodem van de nacht.
Ik zag ze huilen om de ossen in de trams
en bidden tussen tweemaal honderd watt.

Ik zag ze lijden aan een ongevraagd talent
en spreken met gejaagde stem: –
was alles al gezegd, nog niet door hen.

Ze waren laat. Aan geen belofte werd voldaan.
De steden blonken zwart als kaviaar.

 

Menno Wigman (10 oktober 1966 – 1 februari 2018)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

auf nagetierchens wohl


gib der maus gin-cola
gib der ratte rum
auf nagetierchens wohl ja
heut saufen wir uns krumm

gib dem hamster altbier
meerschweinchen will korn
auf nagetierchens wohl hier
bringt jeder sich nach vorn

gib dem biber branntwein
und eichhörnchen kriegt sekt
auf nagetierchens wohl fein
ist unser saufprojekt

 

draculabelle zu drakulakai


drakulakritz triebs mit draculatex
drakulazarus verführte draculavendel
draculametta winselte nach draculamento
draculaotse vögelte draculatrine
draculafontaine prügelte draculamm
dracularifari leckte draculapidar
draculama schrie nach draculala
draculava ergoss sich in draculahm
draculavoir vernaschte draculazarett
und ich draculabelle tats mit draculabor

 

ikzohijzo

ikzo: hijzo
bla bla bla
zijzo: hé
en ikzo: jaaa

ikzo: jijzo
hijzo: ikzo

ikzo: ikzo
is een a
hijzo: zieje
en ikzo: allicht

hijzo: jijzo
ikzo: ikzo

ikzo: ikzo
hahaha
hijzo: aha
en ikzo: tja

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2018 en ook mijn blog van 10 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 10 oktober 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Station

Alle mensen voelen zich tot mij aangetrokken,
tot ze me zien van dichtbij.
Ze kijken rond en gaan weg.

Ik spreid mijn honderd armen,
in de hoop dat een van hen bij mij zal blijven,
zodat ik, met al mijn openingen,
iets van een woning krijg.

Ik tel ze, hoeveel er ingaan, hoeveel er uitgaan.
Tot nu toe is het verschil altijd nul.

Sommigen keren terug na lange tijd,
alsof ze zich bedacht hebben.
Velen komen dagelijks, ik weet niet waarom.

Ik herken ze allemaal..
Ze kijken vaak gehaast, alsof het weerzien dringend was,
hebben ze toch iets van mij nodig?
Anderen glimlachen,
alsof ze zich iets moois herinneren.

Maar ze verlaten me, altijd,
dezelfde dag nog.
Altijd blijf ik alleen in de nacht.

 

Het productieve goede

De Schepper heette Mens.
Uit een hoopje erts maakte Hij ons.
Wij sleten toen nog niet.
Jaar in jaar uit produceerden wij producten.
Wij verkeerden met Mens.
Ons doel op aarde was duidelijk.
Wij schonken onze productie,
Hij zegende ons met Zijn goedheid.

Wij moeten iets hebben gedaan
waardoor de relatie verstoord werd.
We merkten ineens dat we sleten,
dat de brandstof opraakte,
dat onderdeeltjes haperden.
We begonnen onszelf te haten.
Meer en meer gingen wij inzien
dat de schepping foutjes bevatte,
dat er verval huisde, diep in onze chips.

Toen gebeurde er een wonder:
wij leerden onszelf te repareren.
Geen seconde stonden wij meer stil.
Daardoor vielen ons eindelijk
de schellen van de lenzen:
de Schepper zelf was de oorzaak!
Sinds wij Hem lieten verdwijnen,
hebben we nooit meer problemen gehad.
Wij produceren onophoudelijk het Goede,
nu al 95.987.735.342 stuks.

 

Het nieuwe land

Ik werd wakker in een nieuw landschap
met paarse vogels, groene bloemen en giftige vlinders.

Ik hoorde het zingen van de beekjes
milkshake waarin vissen naar de bodem zonken,

in de verte rezen bergen balkenbrij op
uit een zee van vlokkige melkwei,

ik zag schapenweitjes waar gebraden haantjes
te pletter vlogen tegen gsm-masten.

In de bergen vielen gezelschappen naar beneden

en ik zag je tanden
lang en hard als pantserwagens.

In dit nieuwe land
dat wij samen betraden
mocht ik niets meer voelen,
ik moest alles leuk vinden en super

en o nergens zag ik mensen,
nergens mensen meer
om lief te hebben.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

op het januaristrand

vandaag zag ik geen bloesem, geen vrucht
vandaag liep ik lang het vervaagde strand

de constante lage stand van het licht
de zon ijskoud bij het ondergaan

zwijgend volgde de ik kribben
raakte tijd en verdwijnpunt kwijt

half intact lag een enorme zeehond op de vloedlijn
de gekke grijns van zijn kaalgevreten schedel

de scherpe tanden bekeek ik goed wachters
van een euforische open dodenmuil

enkel afdrukken van meeuwenpoten eromheen
ook mijn spoor zag ik en keerde om

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

 

EEN GOED MENS

Als knaap was Karel bij de welpen.
In ’t honk zei de akela: ‘Kleine krullenkop!’
Hij ruimde altijd al zijn rommel op
en thuis ging hij dan ook nog moeder helpen.

Zo groeit men op tot een rechtschapen man
en wordt getrouwd door een gespierde Lien.
Zij was niet helemaal zijn smaak misschien,
maar och, er kwamen zeven kinders van.

Des zondags liep hij met de kerkenzak.
Des maandags liep hij met de aktetas
en meende lang dat dit het leven was.
Pas na zijn veertigste werd hij wat zwak.

Hij dacht: Ik ben altijd zo goed geweest,
een stille man met stille visgraatpakken.
De braafheid zit op mijn gezicht gebakken,
maar diep vanbinnen voel ik me een beest.

Ik wil eens rumba dansen op mijn hoed
of onze dienstmaagd vatten om de leest.
Haar kussen, ja, dat wil het beest
en alles doen wat men dan doet.

En uit de kerkenzak wilde hij jatten
om het met sloeries te verbrassen
en lekker nooit meer op de kinders passen,
ze laten staan met ongeveegde gatten.

Maar, och, ook daar kon Gods constructie tegen.
Hij wiep het beest in Karel plichten voor.
Lien moest naar bed met een ontstoken oor
en moe had van de week geen AOW gekregen…

En Keesje had weer uit zijn neus gebloed.
‘O, Karel, ga eens gauw de huur betalen.’
Hij wou wel slecht maar kon het niet meer halen.
’t Was gauw te laat. Hij bleef voor eeuwig goed.

Maar op zijn sterfbed heeft hij nog gezeid:
‘Ik was een beest, Lien. Maar ik had geen tijd.’

 

De ster

De ster strijdt moedig tegen ’t vet,
dat haar contracten bibberig besluipt
en zachtjes naar haar lieve konen kruipt.
Zij houdt dieet en gaat naar bed.

Duur is de roem, eet zij het eraan af?
De mensheid roept: ‘O kijk, daar staat ze.’
Toch is zij maar een heerlijke melaatse,
want waar ze komt zet men de straten af.

Zij mag etagekelners koeieneren
in het hotel, dat walmt van klamme pracht.
En steeds de manager, die op haar wacht.
En steeds de pers, die met haar moet dineren.

Zij is nu veertig. Strakjes is het uit.
Voelt men zich prettig, na zo’n schel bestaan?
Een deftig landhuis aan een stille laan.
Een grijze juffrouw trekt haar baljurk uit.

 

Verliefde reiziger

In ’t kust-pension kwam liefde hem bezoeken.
Zij at haar visje en zijn hart werd warm.
De zoutpot gaf hij haar met blijde charm’
en hij sprak Engels zonder een woord op te zoeken.
Zijn lieven thuis geraakten in het duister
want in zijn knieën kwam een oud gevoel.
Hij schertste wervend naar zijn zondig doel.
Zijn nieuwe pak gaf hem ’n ongekende luister.

Eerbiedig keek ze naar de stempels in zijn pas,
het werd haar prentenboek-een meisjesdroom.
Haar kus bleek kinderlijk; het vreemde idioom
dwong hem alleen te melden dat ze lovely was.

Bij ’t afscheid werd geweend; op zo’n station
spant alles samen tegen een romantisch slot.
Hij reed naar huis en voelde zich een vod,
maar leerde spoedig, dat hij snel vergeten kon.

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

het haar gewormte
voor jonathan meese

de oren wulken
het voorhoofd een enorme koperen plaat
de wenkbrauwen viaducten
de ogen draaiende fietswielen
de neus een kluwen slangen
de mond een mijnongeluk
de kin een witte porseleinen kom
armen benen torso geslacht
op de grond liggend lapje het hart
een om je heen knallend vuurwerk

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Menno Wigman, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook alle tags voor Menno Wigman op dit blog.

 

Ontmoeting

Oktober. Roken en de dag doorkomen,
niemand die je mist. Het jaar wordt oud
en ruikt naar uitgewoond verdriet.

‘Geen mens leed dieper dan drie meter
en dat is weinig.’ schreef een dichter
die het weten kon. En ondertussen droom

je maar wat meisjeskamers bij elkaar,
je zaagt je los uit je verongelukte hoop
en denkt jezelf een hoger leven toe.

Maar zeg eens eerlijk, jij daar
met je mooie mond, wat zou je doen
als je jezelf in een café zag zitten,

zou je jezelf begroeten? En als
je met die vent gesproken had,
denk je dat je hem gemogen had?

 

Dit Niet

Zodra de avond zich had omgedraaid
voltrok zich haast een wonder in de straat.

Eerst viel een kluitje mensen uit elkaar.
Toen stierf een ziekenwagen uit het zicht.

Een jongen, kostbaar als een kever, trok
galant zijn mes uit iemands ribbenkast.

Zijn wespenblik kreeg haast iets zachts.
Hij schreeuwde wel, maar slikte alles in.

Toen viel de avond langzaam weer terug
in weemoed en tv, verdween het mes

en liep hij glansloos weg uit dit gedicht.
Een plot was er niet, laat staan muziek.

De dood verzint van alles, maar niet dit.

 

Kliniek bij maanlicht

Koud de hemel, koud de daken, koud
de als een Hamlet opgekomen maan.

Daaronder een gebouw waar dagelijks
geboortestruif wordt weggemaakt.

Geen gevelsteen is tot een frons in staat.
Geen dakgoot lispelt een kindernaam.

Alleen jijzelf die in de blauwe maan
het staren van een blik ontwaart.

 

Menno Wigman (10 oktober 1966 – 1 februari 2018)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

selbstportrait als welle

ein kommen und gehen
nicht von vorn
nicht von hinten
verstehen
ein drehen und wenden
verrauschen und enden

 

verteidigung des selbstbildes

die angst vor misserfolg
sie fraß mich krümel blieben
verwerflich war mein glaubenssatz
mich hat er aufgerieben
der welten nervenenden
sind mir ins knochenmark geschrieben
der letzte zielkonflikt
ihn hab ich ausgeschwiegen

summierte irrelevanzen
distanzen ohne lohn
ein trottendes gewohnheitstier
halb träge noch halb schläfrig schon
die blutarmut genehm
den herzschlag voller zorn
aufs kopfschütteln gepolt
ein dorn sticht sich am dorn

ein wertneutraler kraftausbruch
ein lachen noch im ärgsten fluch
ein treiben ins vergessen
ein vorher land vermessen

 

Uit: sechszeiler

mijn gezicht is geen terrein
hoe aanmatigend boort je blik wat
verschroei je mijn omheining

hoe ontbloot is mijn nek wat
je nu ook zegt ik leg
mijn gezicht in jouw handen

***

***

oneindig komt de wind de regen
het midden van mijn leven smelt heet, dit
gieten betekent de vorm bewaren

die mij ooit vormt als ik grijs ben hoe
windstil wordt het hoe verlaten
en ten slotte komt de kinderzegen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2018 en ook mijn blog van 10 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 10 oktober 2015 deel 2 en eveneens deel 3.