Frédéric Leroy, Arthur Sze

De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.

 

De merels

It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing)

Die merels, wat een rotkabaal. Waar,
   vroeg ik. Maar jongen toch, dáár, zei hij
      en wees naar het plafond. In de hersenen

struikelde een kind over een kei. Modder
   op de broek. Drek. Word ik weer gezond?
      vroeg hij, maar uit zijn mond klonk het als

nooit meer. De lente drong de kamer binnen,
   ontblootte deskundig de bleke, fossiele vondst:
      wat droge huid, wat beenderen, amper nog

wat bloed. Een bevende mummie in een bed
   van staal. Jongen, ik wist niet dat het leven,
      dat dit het leven, dat het leven dit maar is.

’s Nachts, als we slapen, laten ze honden los
   (gaat de hel open, stinkt het naar Joden,
      brandt het in de ovens). Godverdomme,

de mof zit in mijn kop. En hop! De Duke,
   dat was nog eens iemand! Sophisticated lady
      en de wereld danste en er kwamen rozen

uit mijn trompet. En op de Kwaremont
   viel Loeti in de koeiestront. Ik heb
      de dood niets te verwijten: de dood is

het einde van een liedje. Het opruimen van
   de tafels. De smeerlap is het leven zelf:
      hoe het je eerst zacht en breekbaar toelacht

als een meisje en je dan in de ballen knijpt,
   je op de stenen liggen laat en voortgaat.
      En terwijl het traag aan de horizon verdwijnt

en de dood nog op zich wachten laat, slechts dit:
   een stoffig, versleten lijf met broze benen.
      De pijn. Het kwistig fluiten van de merels.

 

Getijden

II. Mare incognitum

Omdat perfectie enkel huist in het alles en het niets
en de afstand tussen ons zowel te klein als te groot is.
Omdat we het diertje dat er leeft hebben omschreven als
een onrustige, onthutsende heremietkreeft. Omdat zwart
en wit geen kleuren zijn. Omdat azuur stilte rechtvaardigt.
Omdat het verlangen een slag is in het water en het water
zich niet aan regels houdt. Omdat begin het einde ontkent.


III. Mare clausum

Wanneer ze dan eens dun en bleek aan je voeten ligt,
geen medelijden tonen. Dit is een list, want nu
is zij op haar gevaarlijkst, haar omhelzing bijna

persoonlijk. Nu geurt haar trieste, trage adem
voorzichtig naar perzik en kruiden uit Ceylon.
In haar verstilde ogen danst zowaar
een meisje: ze is blond en tussen haar tenen
glippen kellevisjes, regent het goud.

Kijk weg. Negeer dit en fixeer
de horizon, hou stand tot ze zich
terugtrekt, krabben bijeenscharrelt,
haar lijf bedekt met wier en schuim.

Verwonder je over wat rest:
de winst. Verloren sieraden,
rijkdom aan de dagprijs.

Dit is wanneer
ik haar liefheb:

Laagtij.

 

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Het scheppingsmoment

Een schilder duidt de tijd van de dag aan
in een stilleven; schuin valt middaglicht op een mes,
citroenen, groene wijnfles met restje rode wijn.
Laten we altijd iets niet helemaal af?
We willen x hebben we x willen we y en hebben we y willen we z?
Ik probeer het scheppingsmoment te voelen
in de lichtval op een doorgesneden citroen. Wat ik wil is
het strooien van grind op modder verbinden met hongerig zijn.
‘Eet’, zei een man uit Afghanistan en wees
naar de oude rottende appels in de open kofferbak.
Ik zie een rij mannen een wolkendans dansen;
twee vrouwen dansen de complexe bliksempassen
aan de uiteindes. Mijn fouten en vergissingen
kloppen in mij ook als momenten van geluk,
maar ik wil dat de glanzende momenten uitdijen
resonerend als een gamelangong. Ik wil van de complexe
brokkelige momenten van onze levens een vloer
maken van jade, obsidiaan, turkoois, ebbenhout en lapis.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2018.

Decemberzon (Willem Thies), Pierre Kemp, Arthur Sze

 

 

Decemberavond door Asta Usiene, 2019

 

Decemberzon

Kranten klapwieken in de wind
maar komen niet van de grond.

Een kat neemt de veilige route
over schutting en ijzeren spijlen, 

hij beweegt zich lichtvoetig en soepel,
als iemand die een plan heeft opgevat 

waarvan hij weet dat het zal slagen.
Vliesdun ijs bedekt de vijver,

een meerkoet staat op karikaturen van poten
in het eerste smeltwater van een nieuwe dag.

 

Willem Thies (Nijmegen, 17 februari 1973)
Zonsondergang in Nijmegen

 

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

Onvereeuwigbaar

Vannacht heb ik de Dood staan koken
en toch naar geen soep getracht.
De mensen der stad hebben ‘t geroken
en trokken mijn deur langs de ganse nacht.
Zij werden onrustig en ik kon lezen
in hun ogen omlijst met angst-in-groen:
wat moeten wij nu aan ‘t eind van ons wezen
met ons onvereeuwigbaar leven doen?

 

Accenten

De lucht is vol accenten van een oude vriend.
Hoe die de kinderliedjes mede zong,
wanneer van meisje, dat niet van hem was gediend,
het kind toch tussen zijn knieën sprong.
Waarom hoor ik dat nu zo goed?
De kinderen van heden zingen
niet meer zo van de verschijnselen der natuur
en waar zij achter ballen springen
vindt hun intentie in de sport haar moed
en is het niet meer om het zonnevuur.

 

Idealen

De dag staat zo strak, zo inkoop blauw
en zilver over de dingen geklokt.
De prijs van het schone in man en vrouw
is tegen hun voorhoofd geblokt
en over hun borsten hangt als een sjaal
met andere blokken mat-rood
de tekening van hun ideaal
en de franjes van vlak voor de dood.

 

Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Witverblinding

Je verwacht ronddraaiende ijsbrokken te zien
zuidwaarts drijvend naar het open water van de oceaan,
maar nee, een moment van witverblinding als
het draaiende ijs bij zonsondergang noordwaarts drijft.
In een restaurant met een leeg scherm
staat een vrouw op en zingt een Chinees lied
ondersteund door een ‘leeg orkest’.
Begeleidingsmuziek vult de ruimte
en de lichtbundel van een laserdisc werpt
rode hibiscus en een waterval op het scherm.
Je bent niet geïnteresseerd in het zingen en
het volgen van de woorden terwijl ze veranderen
van geel naar paars over de tekstmonitor.
Daarom loop je naar buiten het blauwgroene gletsjer
ijs op en voelt hoe het in de lente tot water slinkt.
Je ontdekt twee elanden langs de dooiende oever
die wroeten naar knoppen en ziet het aangeplakte verbod
‘Vanaf hier verboden te schieten.’ Maar ‘hier’ is ‘daar’.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

DE SLAGERS WAKEN OVER DE WEILANDEN

En de kinderen zingen.

Een dik pak sneeuw brengt alles terug
tot afstand en hoogte. We dossen
ons uit en blijven thuis. Met elk derde
blok brandhout gooien we een oude
gewoonte op het vuur. We verzinnen
verhalen over hoe we hebben gejaagd.

Dan worden we enkel ons ademen en
beloven: er komt meer dan leeftijd alleen.

Morgen slapen we uit. De kinderen zingen:
‘En de slagers waken over de weilanden.’

 

WE HEBBEN STROOM NODIG

Het water haalt zich hier – in de bocht bij de brug –
keer op keer in; tekent krullen op het oppervlak
terwijl het flessen, touw en stokjes, yoghurtbekers,
dopjes en stukken van plastic tassen aan de kant,
voor onze voeten, draagt.

Zo is ook deze stad ooit op de kade geklapt.

Dave en ik drinken en kijken naar de boten die
voorbijvaren. We praten nauwelijks en als we
al iets zeggen is het langzaam, klinkt het lager.

We kunnen niet tegen water.

We gooien onze flessen de Waal in; geloven dat
we ze kunnen volgen tot voorbij de elektriciteitscentrale.

We stoppen er geen briefjes in; denken dat de boodschap
ondanks dat wel duidelijk is.

 

VANAF VANDAAG IS HET EEN KETTINGREACTIE

Ik sta paraat, heb mijn zaad klaar;
de komende zomer zal ik planten
temmen. Zoals de dag een kortere
versie van het jaar is, zo ben ik
de maker; ben ik deze mensen
werpende aarde waarop alles
richting zon draait. Ik denk groen.

Niets is anorganisch, ik kan alles
doen groeien. Het is al ochtend,
laten we opstaan; buiten is er
alles.

 

Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

Aardschijnsel  2

Lopend over een pad in het arboretum van de Manoa Valley
gebaart hij mij te stoppen terwijl hij probeert
te onderscheiden of er zojuist een roodoorbuulbuul of
een roodbuikbuulbuul op een tak is neergestreken.
Ik ontdek een macadamianoot op de grond, kijk
omhoog in een boom ernaast en schrik van
twee enorme nangkavruchten die aan de stam hangen.
Een inzicht verschijnt nooit zoals een varenblad zich
in de nevel ontvouwt, het verschijnt terwijl ik over een wortel struikel,
een mug op mijn arm plet. Wij gaan verder maar stoppen
voor vliegjes die in een wolk opstijgen als we in een hoop
rozenappels trappen die op de grond liggen te rotten
Ook al lopen we een doodlopend pad af naar waar water
van een steile rotswand stroomt, de geest stopt hier:
hier laten de vliegenzwammen een wolk sporen los
in de koele augustuslucht; hier werpen geliefden
aardschijnsel op een wassende halve maan; hier
gaat de telefoon over en hoor ik van een zelfmoord,
een speldegat groeit uit tot een eclips; hier
druppelt water terwijl ik afdaal in een hellende zwarte lavatunnel.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Frédéric Leroy, Arthur Sze

De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.

 

Niemand

Dit huis is leger dan zijn lege kamers
want hier woont Niemand: iemand niet in staat
de ruimte te vullen. Overal stilte, hoe hard
er ook geroepen wordt. De trappen zijn
hoog maar komen nooit in de buurt van

de hemel. Het vlees van Niemand ruikt naar perzik
en smelt in de mond. Zomerfruit voor het rapen,
maar met een beetje zomer slechts verwarm je
geen winter. Niemand is vandaag negen
maar houdt er een eigen tijdrekening op na.

Niemand houdt stand. Niemand is niet bang
van duister, wel van het licht in de inkomsthal.
Niemand is zo bang van het geluid van stappen
dat hij liever niet beweegt. Hij ziet geen kwaad
in stil zijn, in stilte. In zwijgen. In stilletjes stil.

 

Het lied van vermiste kinderen

Een zonbeschenen plein. U heeft mij niet
begrepen. Nog eens: een zonbeschenen plein,
veel stof en voor wie het horen wil: een lied
dat zichzelf bezingt. Bomen. Geen fontein.

Dit is het plein, zonbeschenen en niet
voorzien van een fontein. Wel: het zingen
van vermiste kinderen. Maar dit is geen lied
dat in stilte ook de stilte kan bedwingen.

Ik besluit: een plein. Wijds en zonbeschenen,
veel stof en een onthutsend gebrek aan fontein.
Bomen. Dat wel. En kinderen die, verdwenen,
ontbeend, enkel het lied van een lied kunnen zijn.

Zo ook dit gedicht: een zonbeschenen plein,
het zingen en het zingend afwezig zijn.

 

Getijden

I. Mare liberum

Laagtij –

want dan trekt zij
haar kleed omhoog

en laat haar enkels zien,
haar pokkige dijen bezaaid
met zeikers en koekerluiten.

Omdat we haar schelpen toewerpen
stapt ze briesend uit haar kleed,
bralt ze en spuwt ze, de obese trees,
de schuimende, fluimende sloerie, nat

van pis, zwaar van vis. Het speeksel bruin
als van garnaalvissers. Men zegt wel eens
dat zij geen hart zou hebben. Dat is gelogen.
Dit lijf draagt meerdere harten mee: ze drijven
als kwallen langs haar vliezen. Maar houden van

dat niet. Dat nooit meer. Op de bodem van haar schoot
ligt al eeuwenlang de liefde, levenloos,
verstomd, laveloos. Dronken van de dood.

 

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

DE WITTE HAAI

Al dagenlang gooit hij een spoor van tonijnbloed
in de oceaan om zo een witte haai

te lokken zodat we zijn vin kunnen aanraken.
De kracht van het primitieve is parallactisch:

in een museum komt een chacmool over als elegant
en verfijnd beeldhouwwerk, als kunst, maar

zie hoe de priester het kloppend hart uit
het blauwe lijf van het slachtoffer rukt en het

nog pompend op de chacmool legt en we braken bijna.
We denken dat het gebruik van een berylliumgyroscoop

technologische superioriteit toont maar de drang
van ideologieën toen en nu maakt wraak meedogenloos.

De drang tot skydiven, abseilen, wildwaterkanoën
is de drang tot ontladen, de drang om te sterven.

Diamant en grafiet mogen dan allotrope vormen
van koolstof zijn, maar wat zijn de allotrope vormen

van ritueel en verlangen? Maanlicht op zwart water,
gele forsythia die bloesemt in een aprilnacht,

rode esdoornbladeren in stilte vallend in oktober:
de seizoenen zijn nog geen menselijke vormen van verlangen

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2018.

December (Thomas Wentworth Higginson), Pierre Kemp, Arthur Sze

 

Bij december

 

Matin de décembre door Dimitri Sinyavsky, 2015

 

December

The evening sky unseals its quiet fountain,
Hushing the silence to a drowsy rain;
It spreads a web of dimness o’er the plain
And round each meadow tree;
Makes this steep river-bank a dizzy mountain,
And this wide stream a sea.
Stealing from upper headlands of deep mist,
The dark tide bears its icebergs ocean bound,
White shapeless voyagers, by each other kissed,
With rustling, ghostly sound;
The lingering oak-leaves sigh, the birches shiver,
Watching the wrecks of summer far and near,
Where many a dew-drop, frozen on its bier,
Drifts down the dusky river.
I know thee not, thou giant elm, who towerest
With shadowy branches in the murky air;
And this familiar grove, once light and fair,
Frowns, an Enchanted Forest.
Couldst thou not choose some other night to moan,
O hollow-hooting owl?
There needs no spell from thy bewildered soul;
I’m ghost enough alone.

 

Thomas Wentworth Higginson (22 december 1823 – 9 mei 1911)
Cambridge, Massachusetts, de geboorteplaats van Thomas Wentworth Higginson

 

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

Brief

Ik zie een straat en luister naar een brief,
gelezen door twee meisjes achter me in het gaan.
De jongen nam zijn pen en schreef zijn grief,
maar ’t meisje wil ’t nu eenmaal niet verstaan.
Dat andere beseft iets meer en het herkent
de jonkman, die zich reeds heeft afgewend.

 

Uitbundigheid

Met korven om manen in te vangen,
met bussen vol gezangen,
met potten om lichten in te drogen
reis ik langs de ogen van het land.
Met dozen zonnen,
met klanken in tonnen
en glazen gedichten in iedere dwaze hand.
Waar ik mijn armen ook rek,
ik ben overal gek.

 

Het licht is rond

Het licht is rond en rolt naar alle kanten
de bergen op en af, de dalen door,
de wezens in en uit en langs de planten
stijgt het de bomen in en gaat het alles voor.
Waarheen? Ik vraag dat niet, ik kom, ik ga,
omdat mijn handen en mijn voeten,
mijn ogen en mijn hart zo moeten
en ik het licht nu eenmaal zo versta.

 

Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)
Zelfportret, 1911

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Aardschijnsel 1

‘Fuck you, fuck you,’ herhaalde hij terwijl hij over de zandweg reed
Tamarisktakken schuurden langs de zijkant van het busje;

wat schuurt in de geest terwijl die zich openspert in het duister;

‘Jodido,’ schrok hij en het wit van zijn ogen draaide tevoorschijn;

‘Wat uit het duister komt, sla ik met duister’;

wie hoort er een nachtbloeiende cactus
een witte bloesem ontvouwen bij de vensterbank?

geknisper van vlammen in de open haard;

het klotsen van golven tegen de rotsen
terwijl een reuzenmanta zwenkt en zich voedt met plankton;

de ‘oh’ toen zijn blik op de overlijdensberichten viel;

de ‘oh’ toen zij het gevlekte rijstpapier openvouwde en een handgezet
gedicht vond;

sprint naar goud van een lucifer als hij de witte waskaarsen aansteekt;

zij laat haar haar tussen zijn tenen doorglijden;
hij wrijft over haar tepels met zijn handpalmen;

‘Wat uit het licht komt, sla ik met licht’;

zijn enkels kraakten terwijl hij op zijn tenen naar de badkamer liep;

wakker worden van een kat die in het donker op een muis zit te kauwen.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

Je moet niet slapen op de Waalbrug

Daar zitten we. De bogen van de brug staan als bolle
golven boven het water. Die brug is een belofte. We
moeten gaan.

Dave vindt dat ik op het verhaal vooruitloop.
In mijn hoofd ben ik er al.

Ik zeg: ‘Luister, meisjes krijgen mooie benen,
jongens grote voeten. Sommige dingen moet je laten gaan,
andere moet je achterna.’

Wij zitten daar en zijn afwezig; liggen liever dan
we lopen. We vergeten dat we uit net genoeg water
bestaan om een vloedgolf te vormen, vergeten dat
we verder kunnen komen.

Dave zegt: ‘Een brug is een brug.’

Het wordt tijd dat hij wakker wordt,
We moeten nodig het water over.

 

DAT DING HEET NIET VOOR NIKS DE EINDER

De enige jongen die ooit dichtbij kwam,
vertelde Lotte dat ze onregelmatig ademt
als ze slaapt.

Ik vroeg haar of ze hem weleens mist.
Ze zei dat dit niet meer was dan punten
die ten opzichte van elkaar zijn verschoven:

‘Alles wat dichtbij ligt lijkt sneller te gaan.
Het wordt trager naarmate je verder gaat,
totdat het langzaam aan de horizon raakt
waar alles stilstaat.’

Ze zei dat hij, met hoe ver hij was gegaan,
inmiddels zo goed als dood moest zijn.

 

ALS JE MAAR VAAK GENOEG SCHIET, RAAK JE WEL IETS

Op de meeste foto’s van ons vijven verdwijnt er een arm net langs de lens,
met achter ons een of ander evenement: niemand schiet platen op normale
dagen. We doen iets met onze haren, dragen onze beste kleren en staan in
poses die we van bandfoto’s hebben afgekeken: twee kijken vooruit, een naar
rechts, weer twee naar beneden. We schoten alles analoog, raakten zelden
wat we zochten.

Ik bewaar de mislukte afdrukken: waarop we vage vlekken zijn, waarop alles
over- of onderbelicht is, waarop niks vastligt. Het zijn foto’s waarvan we
slechts kunnen vermoeden wat het precies was dat we onderbraken om ze te
maken.

Ontwikkelen vergt een donkere kamer en de juiste chemicaliën.

 

Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

TER ERE VAN JOU

Ter ere van jou presenteert een man een zeebaars
met groen zeewierdraad vastgebonden op een zwartgelakt bord.

‘Oh’ gaat het door de zaal:
je weet niet goed wat er te gebeuren staat.

Je kunt door een telescoop turen naar de volle
stralende maan tegen de diepzwarte ruimte,

van de Bay of Dew naar de Sea of Nectar kijken,
maar nee, dit fraaie benoemen is een uitvlucht.

Wat zijn van jagers die op een zondagmiddag
met lege handen huiswaarts rijden de gedachten?

Hun begrip van eer zou kunnen samenvallen
met jouw begrip van wreedheid? De schuine

lichtbaan van de dalende zon is een mes
dat wil en daad scheidt in oneindig dunne

en lucide laagjes. Je kijkt naar het zeebaarsoog
helder en stralend. De kieuwen lijken te bewegen

o zo lichtjes. De zeebaars ruikt
naar dromen, maar dit is geen droom. ‘Oh,

wat een heerlijkheid’ gaat het door de zaal,
en de staart van de zeebaars plots flapt. Hij

bloedt en flapt, bloedt en flapt terwijl
de gastheer het ene na het andere laagje glanzende sashimi snijdt.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Kristina Sandberg, Arthur Sze

De Zweedse schrijfster Kristina Sandberg werd geboren op 3 december 1971 in Sundsvall. Zie ook alle tags voor Kristina Sandberg op dit blog.

Uit: Zorgen voor het gezin (Vertaald door Wendy Prins)

“We zitten op het beglaasde balkon, op imitatierotan stoelen die kraken – het is midden jaren negentig, in Örnsköldsvik. Na het eten – een warme maaltijd met aardappelpuree, kabeljauw en een romig sausje van wortelen en prei – heeft Maj rabarbertaart met vanillesaus bij de koffie geserveerd. Het is vast moeilijk, zegt ze, ja, mijn nachtwerk als persoonlijk begeleider lijkt haar zwaar. Dan kijkt ze op, staart me enige tijd aan.
Trouw een rijk man, zegt ze onverwacht en glimlacht, jij die zo goed kunt koken en bakken. Jarenlang studeren en je grote schulden op de hals halen… Schiet ik in de lach? Meent ze dat nu serieus – ik wil toch geen huisvrouw worden, zeg ik snel, maar hou me dan in. Probeer te bedenken wat ik eigenlijk had moeten zeggen. Maar in de stilte die volgt vraag ik niet of zij had willen studeren, een opleiding had willen volgen, een eigen inkomen had willen hebben. Haar blik dwaalt af naar de loodgrijze voorjaarslucht boven het water en dan komt ze wat moeizaam uit haar stoel overeind, leunt tegen de balustrade, met haar rug naar mij toe. Ze schuift een ruit opzij en zwaait naar de kinderen op de binnenplaats, zegt dat hun moeder, die in het naastgelegen pand woont, ook op andere kinderen past, dan hoeven die van haar niet naar de crèche nu ze nog klein zijn. Voltijds werken terwijl je thuis kleine kinderen hebt, hoe… Ze onderbreekt zichzelf en loopt zonder iets te zeggen naar binnen – gaat ze nu al afwassen? Ik had de koffie toch ook wel kunnen halen, probeer ik als ze terugkomt om nog een kopje in te schenken. Ik vind dat er niet echt smaak aan zit, verzucht ze, knijpt haar ogen tot spleetjes en steekt me haar geopende hand toe – is dit werkelijk een zoetje?
Voordat ik naar het busstation ga, wil ze me een donkerblauwe rok en een gestreepte tuniek laten zien. Ze vertelt dat ze de kleren heeft gekregen van een vermogende vriendin die haar garderobe heeft opgeruimd. Ook een zwarte lange broek – denk je dat je moeder die wil hebben? Op maat
gemaakt… Ja, economie interesseert haar. Niet de wereldeconomie, maar de persoonlijke bezittingen en schulden van mensen. Een goede vriend heeft een dochter die met een kolonel is getrouwd en in de hoofdstad in een villa met twaalf kamers en een eigen park hier midden in de stad.
Zelf verstaat ze de kunst haar leven welgesteld te doen lijken, hoewel ze iedere maand minder te besteden heeft dan wij studenten die klagen dat de studiefinanciering te laag is. Gierig zijn is slecht en ze is niet gierig.
Moet je nu al weg, zegt ze als we elkaar onhandig omhelzen. Terwijl ik door het trappenhuis naar beneden loop hoor ik dat ze de voordeur pas sluit als ik bij de buitendeur ben.
Als ik buiten vanaf de parkeerplaats langs de gevel omhoog had gekeken, had ik gezien dat ze achter het slaapkamerraam stond te wachten tot ik me zou omdraaien. Had ik echt zo’n haast?”

 

Kristina Sandberg (Sundsvall, 3 december 1971)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Onvermurwbaar

Herten snuffelen bij zonsopgang in een appelboomgaard,
terwijl valse christusdoornbladeren het voetpad bevuilen.
Een buurman hoort geweerschoten in het galerijbos

en vraagt zich af wie er van dichtbij schiet;
Ik ontdek berensporen bij de Pojoaque-rivier
maar zie geen teken van de gerapporteerde bergleeuw.

Terwijl chlorofyl in de wortels van een populier glijdt
en de bladeren in geel goud uitbarsten , vraag ik me af,
waar onze dodelijke gloed is? Je kunt reizen

naar waar de Tigris en de Eufraat samenvloeien
en de uitvindingen van mensen bewonderen die leven
op drijvende eilanden van riet; je kunt reizen

langs een archipel en wandelen tussen vulkanische
meertjes die stomen van water en zwavelzuur;
maar je kunt niet het eindige, onvermurwbare lichaam veranderen.

Hoewel de dood misschien niet als een genezing komt,
een giftige pijl, uit een koker geblazen, of je hard
raakt, zoal branding breekt op zwarte lavasteen,

hij zal komen – hij zal komen – en hij verenigt ons –
broer, zus, bokser, spinner – in dit verbond,
terwijl je met trillende hand een letter kerft.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e september ook mijn blog van 3 december 2018 en eveneens mijn blog van 3 december 2017 deel 3.

Frédéric Leroy, Arthur Sze

De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.

 

ZIJ BREEKT
(IN ZES FRAGMENTEN)

voor Efi Leontopoulou

1.
Zij breekt de fetakaas in twee en drijft scabreus de spot
met Belgische tomaten, grof versneden circusneuzen
tussen het komkommerzaad, ach geeft niet, fluistert ze
en slaat een kruis (want goede olie kan mirakels doen).

2.
Zij is mooi als sneeuw en breekt het ijs in januari,
als we samen met het nieuwe jaar ineengestrengeld
en woordeloos naar dode bomen turen, fabelachtig
veinst ze dat ze van de winter houdt (en kust me zacht).

3.
Zij breekt me soms in hele kleine stukjes als de maan
vol is en er moordende horden door haar aders jagen,
als ik door de badkamerdeur naar haar borsten staar,
ze likken wil, dan laat ze honden los en gooit met tanden.

4.
Zij breekt naar oeroud ritueel en met een vloek haar ei
hard op het mijne, synthetisch rood en niet langer gedoopt
in bloed van pasgeborenen, vóór ons een versneden karkas
ter meerdere glorie van een pas herrezen lentegod.

5.
Zij breekt de ritmische adem van het grote, blauwe lichaam
dat ze meedraagt in het hart, waar ze zorgen in laat zouten,
ze beseft maar ziet niet dat er vissen in haar leven,
– ik wel, zie ze soms wanneer ik in haar ogen duik.

6.
Zij breekt vandaag wat morgen, in soepel ochtendlicht
onverwoestbaar lijken zal, weet steeds van de dingen
de wezenlijke kern te vinden, dat wat theoretici
hadden uitgesloten, en knijpt dan hard, genadeloos.

 

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Ochtendgeweien

Kopervleugelige merels in de lisdoddenvijver—
vandaag trapte ik op een vleugel en draaide
hem om in het zand en zag dat hij was afgescheurd
van een specht. De regen van gisteren liet

sneeuw achter op Tesuque Peak en de rivier
zal breder worden en dan versmallen. Wij stappen
een huis in en zien geweien bevestigd
aan de muur achter ons; een kind van tien dagen oud

kijkt, verpleegt en slaapt; zijn moeder
lacht maar zegt dat ze huilt en huilt dan

terwijl de leegte zich opvult en overloopt.
En aangezien acties geworteld zijn in gevoelens,

zie ik hoe het plukken van spinazie in een veld
de plukker laat opbloeien, hoe door een ondoordachte handeling
een vleugel afscheurt. Als we naar buiten lopen
naar de auto, is het daglicht helderder

dan we ons realiseerden. Wij geloven niet
dat vlammen uit een ketel van dagen opschieten
maar, kijkend naar de horizon, zien we
vlammen overspringen en kronen boom na boom.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2018.

Pierre Kemp, Arthur Sze

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

AKTE VAN BEROUW

De appels slapen in het blauwe licht.
Er roert geen kind meer aan de witte winde.
De ziel beschildert nu haar grijs gezicht
en vraagt: hoe God haar nog zal vinden
en of Hij niet verstoord zal langs haar gaan,
omdat zij heeft zoo dwaas met verf gedaan.

 

Nachtstilte

Het is zo stil boven de planten,
boven de lage en boven de gerankten
en de lucht is alleen vol reuken
van ranonkelingen in de grote wei.
Het is zo stil in de keuken
en de maan schijnt op een ei.

 

Eieren

Ik eet geen eieren zonder zon,
eieren van de lopende band.
Ik eet ze alleen als de kip ze kon
leggen op het open land.
Dan eet ik meteen het rode licht
gefronst in lel en kam
en blijft het ei dat klein gedicht
van een kip en met of zonder ham.

 

Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

De vormen van bladeren

Ginkgo, populier, moeraseik, amberboom, tulpenboom:
onze emoties lijken op bladeren en levend
naar hun vormen worden we gevoed.

Heb je de uitgestrektheid en contouren van verdriet gevoeld
langs de randen van een grote Noorse esdoorn?
Heb je gehuiverd bij de oranje gloed

die de rondingen van een krullende kornoelje verschroeit?
Ik heb vanuit de lucht leeg gekapte eilanden gezien,
elk met een netwerk van vertakkende grindwegen,

en voelde een moment van pure woede, espengoud.
Ik heb prairiekraanvogels zien rondstappen in een open veld,
een enkele witte schreeuwende kraanvogel in de zwerm.

En ik heb gereisd langs de contouren
van bladeren die geen naam hebben. Hier
waar de lucht nat is en het licht koel,

voel ik wat anderen denken en niet zeggen,
heb ik plezier in de aderen van een suikeresdoorn,
leef ik aan de rand van een nieuw blad.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

WIJ ZIJN POP

Ze zei:
‘Onder hoe je loopt ligt een baslijn;
er zitten drums in hoe je danst.
Er klinkt een riff in je stem en een
songtekst door in wat je zegt.’

Meer dan soundtrack is dit waar we
vandaan komen en als de muziek stopt
gaan wij mee.

 

Arnhem

Ik ben in die andere stad geweest, ben er uitgestapt en heb er rondgelopen
Ik kende de verhalen, maar wist niet of ze mocht geloven

En ja, ze geven de straten daar rare namen,
Leggen aan alsof ze graag rondjes draaien.
Als het regent vind je bijna geen afdaken,
In de zomer te weinig zon.

Die stad heeft de schijn tegen, totdat je zijn mensen ziet

Net als bij ons hebben de meisjes mooie benen, die je blijft volgen
Tot ze om de hoek zijn verdwenen – meisjes die weten
Hoe ze moeten staan op feestjes, hoe te bewegen.
Net als bij ons zijn de jongens langzaam
Liggen ze ’s nachts wakker of dromen ze van hard gaan.

Het is alsof je voor een spiegel staat, alsof alles andersom,
Maar in wezen hetzelfde gaat.

Ik was gewaarschuwd dat ik zou verdwalen,
Maar ik volgde gewoon de kabels terug naar het station.

En ik dacht dit, we zouden vrienden moeten worden.
Maar als dat niet lukt zouden we broers en zussen kunnen zijn,
Want die schreeuwen terwijl ze ergens wel beter weten.

 

Hoeveel steden deze stad is

III
Dan is er nog de stad waar de Italiaan bij de Turk zijn inkopen doet
Waar goed volk elkaar gedag zegt Waar de buurtwinkel nog bestaansrecht heeft.

Er staan hier genoeg bomen, alsof we ze verza melen. De waarheid is:
we vinden het leuk om naar dingen te kijken. Eén keer per jaar trekken we meubels naar buiten, al was het maar om elkaar te zien lachen en de bezoekers te begroeten.

Waar ’s zomers de kampvuren op het strand de boten de weg naar de kade wijzen.

Meer dan dat is het de stad die als een decor achter de Waal staat gestapeld. Waar we niet terugkomen naar de mensen, maar naar de verhalen die er wonen.

Het is de stad die ik elke dag dwars door het centrum verlaat en van een afstand welterusten wens.

 

Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

Kriskras

Meanderend over een veld met wilde asperges,
schrijf ik met mijn lichaam de lettertekens voor gras,

water, transformatie, pijn om één te zijn met de lente.
In watermeloen bijtend, zwarte zaden uitspugend
op een bord, kijk ik naar de ogen van een Armeense
accordeonist, en voordat ik een paar euro
in zijn bruine pet laat vallen, ruik ik zweet en angst.
Ik blijf op mijn hoede voor het rode paard, Relámpago, sluit
de poort achter mij; een doornige Russische olijf-
tak hangt gebogen over het pad onder mijn voorhoofd,
en terwijl ik de rivier de Pojoaque nader, herinner ik me:
het bord, pas op voor zakkenrollers, zoek graafmachinesporen,
water in een sloot geleid. kriskras door
de stroom, vat ik als in een flits, de witte,
gevlekte beekforel, achteraan, naar het oosten en in
het interval tussen bliksem en donder,
als sneeuw zich ophoopt op zwarte takken,
de kloof tussen wat ik voor ogen heb en wat ik doe.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.