Dimitri Verhulst, John Hegley

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: In weerwil van woorden

“Straks komen ze me halen. Ik voel het, ik weet het, en het kan me weinig schelen. Ergens zal ik zelfs opgelucht zijn, zoals, naar ik me liet vertellen, ook pedofielen opgelucht zijn wanneer ze ’s nachts door de politie uit hun bed worden gelicht. Het besef dat alles voorbij, eindelijk voorbij is, verklaart de lethargische glimlach die je vaak ziet bij mensen die in de boeien worden geslagen.
Zoals ik mij dat voorstel zullen ze met velen zijn. Onder hen een bemaskerde man in een wit pak, omdat men er rekening mee hield dat ik hier al enige poos dood en rottend ratten en kevers behaag, mijn tapijten bevuilend met alles wat ik nog te lekken heb. Zwaarbewapende jongens zullen uit hun computerspellen stappen en mijn eikenhouten deur stukstampen, de schietvizieren van hun lekkere speelgoed zenuwachtig zoekend naar mijn kop. Immers ben ik een man die zich door zijn gedragingen eigenhandig uit de wereld heeft gezet, dus zeker gek, en derhalve mogelijks gevaarlijk. Er zal een psycholoog zijn, wellicht een vrouw, mooi als de moeder die we voor onszelf zouden kiezen als we ook maar konden, en met een stem die de duisterste denker doet besluiten die stoel dan toch maar niet uit de loodlijn van zijn strop te schoppen. En zeer zeker ook een deurwaarder zal, zonder eerst zijn voeten te hebben geveegd, aan een mat die nochtans het woord ‘welkom’ ontbeert, fluks naar binnen komen gestapt, blocnote en pen in de hand, hopend op een confiscabel schilderijtje aan de muur, een zeldzaam incunabel, een antiquarisch meesterstuk, een tandartsstoel, een volledig kavel aan zilveren kandelaars. En terwijl hij zal schrijven, hoort hij zichzelf in versvoeten praten met al mijn schuldeisers. op de piano ligt, dat de vaatwas is gedaan, geen spinnenweb is te bespeuren. Een beetje tuberculeuze geuren zullen ze wel opsnuiven, maar die hebben ze louter aan zichzelf te danken, of dan toch aan het systeem dat ze dienen, omdat ik werd afgesloten van water, verwarming en elektriciteit. Dit klimaat is beter voor mensen dan voor huizen, mijn muren zijn er erger aan toe dan mijn huid. De indruk dat ik in onhygiënische omstandigheden leef zal zijn gevoed doordat ze mij aantreffen in een huis dat van onder tot boven is volgestapeld met papier. Om preciezer te zijn: ongeopende brieven. En ziedaar de eigenlijke reden van hun komst. Ik ben de man die schrik kreeg voor post. De man die er gaandeweg mee is gestopt zijn brieven te openen. Met alle voorspelbare gevolgen van dien. Mijn eettafel kan amper het gewicht van al die post nog dragen; ze zakt door zoals op de mezzanine, maar dan mooier, al mijn boekenplanken doorzakken. Indien te zwaarbeladen, kennen boekenschappen de prachtige kromming die men in de wiskunde, als ik mij dat goed herinner, een deltoïde noemt.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Een kort testament van Wil

Ik Wil dat de jongeling met het talent in de verwaarloosde ader
zal worden ontdekt.

Ik Wil dat het kind zoals ik, wiens stem klonk als een lied
maar dat niet gehoord werd, gehoord zal worden.

Ik Wil dat degenen op de plaats waar de leraren niet
de middelen hebben om de gouden stem in de duisternis
van de schooldagen op te roepen, geholpen zullen worden bij het vinden van de juweeltjes die verborgen liggen.

Ik Wil dat deskundigen op het gebied van de graafkunst naar de niet-gegraven plaatsen gaan
en de zingende zielen opdelven.

Ik Wil dat de verspreiding van het ongekende talent wordt bevorderd en gevoed
en gevierd.

Ik Wil dat degenen die aldus vóór ons zijn gebracht om te helpen bij
onze vooruitgang, worden bijgestaan in het beheer
van hun genialiteit.

Ik wil proberen een handje te helpen bij het aansturen
van deze zaken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 2 oktober 2018.

Dimitri Verhulst, John Hegley

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Hebben en zijn

“Leven is nog steeds de grootste doodsoorzaak.” Een spreuk op de deur. Eigenlijk hangt die hier op álle deuren, en dat zijn vele deuren: een mantra, iets wat met alle macht en tegen elke prijs in de ketels van de misnoegde aanwezigen moet worden gestampt.
Er is Malodot een kamer toegewezen die ruikt naar walnoten en ammoniak en volgens de Opzichter mag hij zich gelukkig prijzen, al was het maar omwille van de mannen met wie hij ze moet delen tot, tja, hij weet hoegenaamd niet tot wanneer. Vrolijke mannen, ondanks alles, zodat ze ook wat dommig ogen, en die goed met elkaar opschieten.
De oudste van de kamergenoten is Hubert, vierenzestig zouden de meesten zeggen als ze geld kregen om op en leeftijd in te zetten, van wie weinig opmerkelijks valt te noteren, op een lamme linkerarm na dan, en een tong die ietwat lusteloos uit zijn mond hangt, als wasgoed uit het nam om te drogen. Hij heeft vriendelijke ogen, de ruwe poten van een overtuigde werker, en te oordelen naar het vuil onder zijn vingernagels wroette hij vaak in de aarde. Wroette. Daar is het al. De verleden tijd. Emanuel is de tweede oudste. Hij zit onder de brandwonden, zijn gezicht nog het meest, etterachtige brijen sijpelen uit iedere porie die het nog opbrengt zijn huid te kuisen. Malodots afschuw amuseert Emanuel, ook al omdat hij weet dat de nieuwe die wufte sentimentjes hier snel zal kwijtspelen. `Terpentine op de barbecue is nooit een goed idee? De man met wie Malodot het stapelbed zal moeten delen, daar ziet het toch naar uit, heet Didier, een jonkie nog. Zijn broek hangt tot op zijn voeten, zodat Malodot zomaar diens jeugdig florissante, stijve geslacht kan zien. En zijn ene oog is met een 9mm Luger doorboord, zo stelt Didier zichzelf meteen voor, omdat hij de pech had een vrouw bij haar thuis op de wasmachine te nemen toen haar echtgenoot thuiskwam, luttele seconden voor zijn climax. Stom, want hij had helemaal niet geweten dat die lekkere geit getrouwd was, en al helemaal niet met een halvegare wapenfreak, maar ach, sommige dingen moet je nemen zoals ze komen. Waarna hij vraagt of Malodot boven- of onderaan in het stapelbed wil liggen. Dat maakt hem niet zo uit. Doe maar onderaan. Als hij boven ligt gaat hij het gevoel hebben dat de toeter van de jeugdeling de hele tijd naar hem wijst. Maar als die Didier belooft niet op zijn buik te zullen slapen, dan wil Malodot het onderste bed nemen. Graag. En hoe heet jij, Nieuwie, mogen we dat weten? Voorheen, wanneer zijn naam werd gevraagd, vroegen mensen bijna meteen daarna hoe je die schreef. Nu niet Dat valt hem op. Hij heeft te maken met drie kamergenoten die niet zinnens zijn ooit nog eens iets op te schrijven. Ze heten hem van harte welkom en stellen hem daarna de vraag die iedereen als eerste moet horen wanneer hij hier tot zijn eigen verbazing belandt. De vraag: Hoe ben jij aan je eind gekomen? Het heeft misschien minder met vergeten dan met willen vergeten te maken, maar hadden deze drie mannen hem er niet aan herinnerd nu, dan had Malodot het weer niet meer geweten sinds kon dood te zijn. Zijn einde, dat vroegen ze. Daar moet hij nog even over nadenken, eigenlijk, hetgeen normaal schijnt te zijn, iedereen heeft in het begin last van een beetje geheugenverlies.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Het welpen dagboek

Op een kerstdag vertelde ik mijn vader
dat mijn zus de pagina’s van mijn nieuwe welpen-dagboek had bekrabbeld.
Toen hij haar confronteerde met de schade
zei ze dat ze onschuldig was. Ik vroeg wie het gedaan had als zij nooit
en beseffend dat er geen andere waarschijnlijke verdachte was,
ervan uitgaande dat onze ouders boven zo’n zinloze overtreding staan,
zei Angela dat zij, hoewel ze geen
herinnering had aan het incident,
de schuldige moest zij zijn geweest;
een bekentenis waarvan mijn vader vond dat
die een grondig pak slaag rechtvaardigde.
Wat er feitelijk was gebeurd, was dit:
Toen ik mijn adres in het dagboek schreef,
dat ik er zo netjes mogelijk wilde laten uitzien,
had ik een fout gemaakt,
doorgestreept, er een knoeiboel van gemaakt
en mijn geduld verloren,
het boek verpest
met een reeks onuitwisbare markeringen.
Toen de razernij voorbij was
besloot ik dat iemand moest lijden voor deze daad van vernietiging
en dat die persoon mijn zus moest zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 2 oktober 2018.

Dimitri Verhulst, John Hegley

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Onze verslaggever in de leegte. Ongedateerde dagboeken

“Louise, Vrijdagavond in Frankfurt werd ik vastgeklampt door een mij niet nader bekende Nederlandse dame, wellicht iemand uit het vak. Ik had het gevoel dat ik al een tijd je door haar werd gadegeslagen, dat ze wist wie ik was, en toen ik uit de kroeg naar buiten stapte om een sigaret te roken zag ze haar kans schoon om eindelijk met mij alleen te zijn en te praten. Ze zal zichzelf wel hebben voorgesteld, maar haar naam bleef aan geen enkele hersencel van me kleven. Ze vroeg me waarom ik zo zelfdestructief was ingesteld, meteen, en voegde eraan toe dat het zonde was dat een man met mijn talenten zichzelf zomaar voluit en zwierig in de richting van het grafgat leefde. Het had geen zin haar bekommernissen weg te lachen, ik geloof dat ze oprecht het beste met me voorhad. Ze zei dat ze mijn ondergang rook, aan mijn adem, mijn huid. Dat kan. Ook mijn vader mufte al een paar jaar heel concreet naar zijn ondergang voor hij uiteindelijk echt wegteerde, en dan bedoel ik niet dat hij uit zijn bek naar alcohol stonk, hetgeen hij ook wel deed. Het is de dood zelf die op een bepaald moment via onze mond begint te hijgen, die uit onze poriën komt zweten. Ik wist wat ze bedoelde, ik kende die geuren, geuren die je meteen bij een ander herkent maar onmogelijk bij jezelf, en ze had gelijk. Ik had een week achter de rug van veel te veel gezuip, de gin was er met sloten tegelijk in gegaan en ik had sommige van mijn collega’s geïmponeerd met mijn onvermoeibaarheid, waar ik graag mee poch. Ik had een nacht slaap overgeslagen en was aardig op weg om een tweede nacht op rij mijn bed niet te zien. Dan had ik eens een uitstekend hotel gekregen. Aan het Hlauptbahnhof had ik mijn vijfde gram cocaïne op twee dagen gekocht, van een sm”erige dealer die verveeld moest toegeven dat ik de prijzen kende, en die mij meesleurde naar een seksshop omdat hij mij het spul niet op straat wou overhandigen. Tussen de rukkers en de gluurders werd de transactie afgesloten. Het station zat vol met zielige junks, tandeloze wezens, ondervoed, ver voorbij the point of no return. Ze waren bereid een man te pijpen om hun honger te stillen, de kleverigste kwak zouden zij inslikken om drugs te scoren. Er was een moment dat ik dacht dat ze daar vrijwillig hadden postgevat, opdat ik mij in de matte blik van hun ogen kon spiegelen. Want hoewel ik nog altijd in deftig pak door de straten struinde, keken zij naar mij als naar een gelijke. Dealers in alle steden herkennen mijn aard, ze spreken mij rechtstreeks aan, ik hoef hun niets wijs te maken. De ondergrond van de grootstad stelt geen enkel wantrouwen meer tegenover mij, ik ben er thuisgekomen.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Klassiek

In het radio-interview
vroeg de oud-studente Klassieken
me naar de overeenkomst tussen
mijn geschriften en die van Aristoteles.
Ik zei dat ik niet wist dat er zo’n overeenkomst was.
Toen ze vroeg hoe nuttig mijn studie sociologie was geweest,
antwoordde ik dat die me had geleerd hoe ik met een viltstift
mijn idee van een aardappel op een vel transparant plastic moest tekenen,
om het dan met de echte wereld te vergelijken
door het over een bestaande aardappel te plaatsen,
en zei zij: ‘dat is Plato’.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 2 oktober 2018.

Dimitri Verhulst, Stephan Reich

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: De pruimenpluk

“Oefening die ik somtijds maak: mijn ogen sluiten en slenteren door het ouderlijk huis dat waarschijnlijk niet meer bestaat, of anders onherkenbaar is verbouwd zoals ik mezelf soms vanbinnen helemaal zou willen verbouwen. De kleur van het (afwasbare) behang oproepen, de motiefjes ervan, waarvan men zich afvraagt hoe ze in godesnaam ooit modieus kunnen zijn geweest. De geur van vocht in elke kamer. De geur in de woonkamer, sterk bepaald door het krantenpapier op de bodem van de vogelkooi waarin de sappen van talloze kanariekakjes waren gedrongen, vermengd met zaadjes. Onze kanarie (ik zou mijn moeder kunnen citeren, ik zou bijna al mijn vergane liefdes kunnen citeren) at zaden zoals ik chips, zodat er meer op de grond lag dan er in het eetgat was gegaan.
Weet ik nog elke lichtschakelaar staan? Ja!
In alle huizen die ik heb bewoond, in ieder appartement van elke vrouw bij wie ik introk, ook deze die het zo lang met me uithielden dat ik nog lang niet al mijn dozen had uitgepakt toen ik alweer op zoek mocht naar een ander onderdak, weet ik nog de lichtschakelaars staan, allemaal. Elke nacht nog zou ik er dronken kunnen thuiskomen en het bed zien te halen zonder dat ook maar één vaas aan diggelen gaat. Mijn ruimtelijk geheugen is feilloos: ik stoot aan niets een teen, na mijn doortocht door de gangen hangen alle schilderijen steeds nog waterpas. Het geheugen van een blindschaker.
Maar misschien ook niet. Niet het verstand namelijk – het lichaam zélf herinnert zich. Uit het hoofd zou ik nooit kunnen zeggen hoeveel trappen de woning telde waar ik m’n veertigste verjaardag vierde, maar mijn benen weten het. Zeer precies. En zij zouden mij opnieuw en veilig naar boven loodsen in het donker. Mijn voeten voelen een half centennium na datum de kou na van de vloer in het huis van mijn grootmoeder, op weg naar het veel te verre toilet in de nacht. En mijn beenspieren herinneren zich haarscherp hoeveel kracht ze moesten zetten om mij als kleine koter zo hoog te laten springen opdat ik, eindelijk, eindelijk, de deurbel kon raken.
Ik geloof dat zulks geluk was: het moment waarop ik voor het eerst de deurbel haalde. Een gedachte, geformuleerd wanneer ik eraan begonnen ben vooral nog dingen voor het laatst te doen.
Talrijk al waren de huizen die ik kon bezoeken in mijn herinnering, de zomer waarin ik de Dictionnaire français las, van a tot z, van a tot zythum. Alles bij elkaar een hele straat vol. Ouderlijke huizen, internaten, de huizen en vakantiehuizen van tantes die op me pasten, de zolderkamers aan het begin van mijn volwassendom, koterijen, appartementen waar je de stoelgang van de bovenburen naar beneden hoorde kletteren en de kreten van de afgeroste onderbuurvrouw uitgeschreeuwd, waar je als het ware haar kaakbeen hoorde kraken tegen de gebalde vuist, en gaandeweg de betere burgerhuizen die ik mij onverhoopt veroorloven kon, met tuintjes waar je meer werk dan genot aan had.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Duitse dichter en schrijver Stephan Reich werd geboren in 1984 in Kassel.Zie ook alle tags voor Stephan Reich op dit blog.

 

in de hoeken van de slaap
verzet zich de geometrie

bijna als dropen de muren
op de grond groeien de ledematen
vanuit het gebouw, vanuit de droom
hoort men

het zwijgen, zware ademhaling
in onrustige slagen tegen de klok
(maar heel weinigen slapen zich zelf)

& op het dak is iets groenachtigs
trillen de dakspanten
ontgroeien reeds hun vorm

wordt de ruit te strak
om de nek
& te werkelijk, waarachtig

een huis, een huid
van vier graden, tien hoeken, een tweede gezicht

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Stephan Reich (Kassel, 1984)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2018.

Dimitri Verhulst, Joost Baars, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch, Jan Morris

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Het leven gezien van beneden

“Tien december is niet de vrolijkste datum denkbaar om in Stockholm een feestje te organiseren, maar daar zal Michail Sjolochov weinig last van hebben gehad toen hij in 1965 deze stad aandeed om er zijn Nobelprijs voor Literatuur op te pikken. Hij wist wat winter was. Hoe het ijs kan kruien staat beschreven in die ene roman waarom hij altijd herinnerd zou blijven, zolang de mensheid tenminste nog iets in boeken wenste te zoeken. En hoewel de wind lelijk huis kan houden op de plaats waar een gulden medaille ongeduldig lag te verlangen naar zijn borst, moet Sjolochovs karakter het ons toestaan te fantaseren dat hij zelfs, eenmaal aangekomen aan de Zweedse scherenkust, ostentatief een jasje heeft uitgedaan om zijn gehardheid als rasechte Kozak te illustreren.
Al zal hij die jas natuurlijk wel hebben aangehouden, enerzijds uit beleefdheid, en anderzijds uit angst dat hij de banketrede, die hij zorgvuldig in z’n binnenzak bewaarde, door deze vestimentaire overmoed kwijt zou raken. Hij, de zogenaamde ‘Leo Tolstoj van het volk’, was voor zijn heenreis in Moskou nog snel even naar de kapper gegaan en had een paar druppels parfum over zijn spoedig uit te beitelen kop gesprenkeld om de prijs in ontvangst te nemen die de echte doch kennelijk minder volkse Tolstoj nooit had mogen krijgen.
Dit was zijn dag. Definitief afgerekend werd er vandaag met zijn sombere jaren als dokwerker, boekhouder, steenkapper, kloefkapper, belastingcontroleur, manusje-van-alles en handlanger-van-niks. Afgerekend, met de konten die hij had gelikt, zich moeizaam een weg naar boven lebberend als journalist. Dat hij met zijn eerste manuscripten had moeten leuren maakte hem in deze stonden alleen maar groter, hij, zoon van een analfabete moeder. En hij voelde met genoegen de woede van al de redacteuren die opeens begrepen dat zij destijds het prille gepruts van een toekomstig Nobelprijswinnaar hadden afgewezen. Het kon niet lang meer duren of zijn tronie zou prijken op een postzegel van vijf kopeken, straatnaambordjes met zijn naam waren al onderweg naar de letterzetter, uiteraard, en alleen het eeuwige leven kon hem nog een staatsbegrafenis ontnemen.
Zuiver toeval was er enkel voor mensen zonder talent. Dat het stadhuis van Stockholm aan het brede water was gelegen had een hogere reden, en die reden heette: Michail Aleksandrovitsj Sjolochov! Rivierenliefhebber in hart en pen, publieke beschermheer van de Wolga en het Baikalmeer.”

 

 
Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Nederlandse dichter, essayist, bloemlezer en boekhandelaar Joost Baars werd geboren op 2 oktober 1975 in Leidschendam. Zie ook alle tags voor Joost Baars op dit blog.

 

ondanks wat ik van Jou

ondanks wat ik van Jou
aan anderen vertel,

Jij houdt Je bij hen weg
zoals Je Je in elk gesprek

aan alle taalweerslag
onttrekt. het is verteld

dat Je een lichaam hebt gehad
dat woorden sprak

zoals ik spreek als ik
met vrienden ben. hoe moeten

wij ooit samen zijn als ieder glas
met hen ten teken staat

van een vertrek?
hoe vindt in ons – dat lege,

ondoordringbare verbond
in ieder stervend woord

dat wij elkaar toespreken –
afzonderlijk Jouw terugkeer

plaats? is dat de vraag?

er loopt een katje in Je rond.
ze lijkt naar iets te zoeken,

houdt dan stil. ik haal haar aan,
maar als ze opkijkt, oogt ook zij

verloren wat ze daar niet vond.

 

the rustling in the trees is

the rustling in the trees is
not the rustling in the trees.

it is Your voice. the rustling
which is always the same, is not

always the same. it unlocks me,
works its way inside of me, to the

place that is Yours, where You appear
to be absent. that’s where I can hear

Your peaceful livid churning, not
the rustling, but the rustling

that makes the rustling sound,
from a place in me that doesn’t sound,

where the words I speak
don’t exist until You speak,

where You are born in the rustling
of the rustling of the sound-

less rustling and shape me inside.

 

Vertaald door Astrid Alben

 


Joost Baars (Leidschendam, 2 oktober 1975)

 

De Zweedse dichter en vertaler Göran Sonnevi werd geboren in Lund op 2 oktober 1939. Zie ook alle tags voor Göran Sonnevi op dit blog.

 

Still there is clear, sharp light

Still there is clear, sharp light
April-spring’s
light
Still the sky is being stretched, pale, gleaming
The earth dry, granulous
after the snow
Touch its brittle surface
with the fingers of the
imagination
It is cold Being stretched
within me is a new rhythm
that is far beyond all destruction
For a long time
I have been living among gleaming shadows
in a mother of Hades A wing
breaks out
A leaf, an
oar
Everything is already white
Everything is already delight
The heart of the deep sun
The ache within the heart The breathing
in, in
The sun’s oarstrokes
The quivering water
It is still cold
Still nothing has opened
Still nothing has died
Everything wakes up so slowly
So slowly that we are
almost dying
Come with me, out
An oar-blade stratches your forehead
A sparkling writing of stars
And is
the deep voice of humanity
All language dies out
All language dies so slowly
We will die out completely
Also in the ultimate task
We write in the language of the stars
which is not the language of a human

 

Vertaald door John Irons

 

 
Göran Sonnevi (Lund, 2 oktober 1939)

 

De Engelse schrijver Graham Greene werd geboren op 2 oktober 1904 in Berkhamsted, Hertfordshire. Zie ook alle tags voor Graham Greene op dit blog.

Uit: Graham Greene: A Life In Letters

“Sunday, Aug. 30 [1954]
[…[

“They believe that the various gods of war & love etc. start winging their way from Africa when the ceremony starts. They had taken about five hours to cross the Atlantic — & on this occasion it was the God of War. A man started staggering & falling & twisting. People held him up, twisted a scarlet cloth round his middle & put a rum bottle & a panga in his hand. Then he began to whirl around the room, falling & tripping & brandishing the axe; we had to leap up on benches to get out of the way. Sometimes he pressed the blunt end of the panga in someone’s stomach, & that man or woman knelt on the ground before him & kissed it, while he sprayed them with rum out of his mouth. Two of those got possessed too, but were quieted by the priest. I was glad when the man gave a shriek & collapsed, & the God had started back to Africa & the party was over.
I like Truman Capote very much. A most queer figure not only in the technical sense. He is telling my fortune & it gives one the creeps because one half believes — there’s an odd psychic quality about him. The fortune depresses me for obvious reasons even though it might be called a happy one. I’ll put it on record.
Between September 1956 & February 1957 I marry a girl 20 years younger who is either Canadian, American, New Zealand or Australian. I am very much in love & she is 5 months gone with a daughter who proves herself a genius by the time she is 18. I see little of my other children. My whole life changes. We have a house abroad by the sea where we are very happy & about the same time I finish (or start) my best book. When I am in the seventies (I remain sexually active till the end!) we spend the summer in the mountains & the winters in the desert. We are very happy, but before we marry I go (in about 2 years time) through a great crisis with myself. Well, there it is — watch out. I’m oddly depressed by it. I want to be with you till death.”

 

 
Graham Greene (2 oktober 1904 – 3 april 1991)
Het geboortehuis van Graham Greene in Berkhamsted School, Hertfordshire

 

De Amerikaanse dichter en essayist Wallace Stevens werd geboren op 2 oktober 1879 in Reading, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 eneveneens alle tags voor Wallace Stevens op dit blog.

 

Sunday Morning

5
She says, “But in contentment I still feel
The need of some imperishable bliss.”
Death is the mother of beauty; hence from her,
Alone, shall come fulfilment to our dreams
And our desires. Although she strews the leaves
Of sure obliteration on our paths,
The path sick sorrow took, the many paths
Where triumph rang its brassy phrase, or love
Whispered a little out of tenderness,
She makes the willow shiver in the sun
For maidens who were wont to sit and gaze
Upon the grass, relinquished to their feet.
She causes boys to pile new plums and pears
On disregarded plate. The maidens taste
And stray impassioned in the littering leaves.

6
Is there no change of death in paradise?
Does ripe fruit never fall? Or do the boughs
Hang always heavy in that perfect sky,
Unchanging, yet so like our perishing earth,
With rivers like our own that seek for seas
They never find, the same receding shores
That never touch with inarticulate pang?
Why set the pear upon those river-banks
Or spice the shores with odors of the plum?
Alas, that they should wear our colors there,
The silken weavings of our afternoons,
And pick the strings of our insipid lutes!
Death is the mother of beauty, mystical,
Within whose burning bosom we devise
Our earthly mothers waiting, sleeplessly.

 

 
Wallace Stevens (2 oktober – 1879 – 2 augustus 1955)
Cover van een studie over leven en werk

 

De Nederlandse dichter en kunstcriticus Nes Tergast (eigenlijk Albert Ernest Bruno Johannes) werd geboren in Salatiga, Java, op 2 oktober 1896. Zie ook alle tags voor Nes Tergast op dit blog.

 

Thuiskomst

Of mij de aarde nog herkennen zal,
Het dorp, het huis, het kleine perk met bloemen?
De oude schimmel van de groenteman
Die ik sinds jaren bij de naam mag noemen,
Zal hij mij nog, als ik hem weer ontmoet,
Begroeten met zijn grote gele tanden?
En zal de merel die naar voedsel zoekt
Dat vroeger werd gestrooid door deze handen,
Maar die mij met dat al nooit heeft vertrouwd,
Niet reeds haar heil hebben gezocht bij andren?
Zullen mijn honden zonder voorbehoud
Weer met mij stoeien en mij niet verbannen
Buiten de sfeer van hun gemeenzaamheid?
En zal mijn spiegel niet zijn zwijgzaamheid
Verbreken en mij openlijk verzaken?

Maar weet, het is dezelfde eenzaamheid
Waarmee, wat grijzer weer, ik aan kom dragen
Als ik voor u de koffer van mijn hart
Ontpak, een koffer vol onzekerheden
Die zijn gewikkeld in dezelfde schemer
Van het verleden, en niet zijn verhard.

 

 
Nes Tergast (2 oktober 1896 – 12 december 1974)
Salatiga (Geen portret beschikbaar)

 

De Duitse dichter en schrijver Andreas Gryphius (gelatiniseerde naam van Andreas Greif) werd geboren op 2 oktober 1616 in Glogau (Silezië). Zie ook alle tags voor Andreas Gryphius op dit blog.

 

Am tage Nicolai. Matth. 25

O König, der du mir dein pfundt vertravvet,
Gieb das ich embsig, vveil du aussen bist,
Mein ampt versorge: sterck zu aller frist.
Dis zarte fleisch dem stets fur arbeit gravvet.
Ja stevvr dem feinde der nur einig schavvet.
VVie er durch faule knecht, durch blinde list,
Durch grimme macht dir deine kirch vervvüst.
Hilff das durch mich dein vvechsel vverd erbavvet:
Damitt ich entlich in der ernsten stunden
In der du Herr die rechnung hegen vvirst,
Bey deiner ankunft vverde trevv erfunden.
Las mich mitt allen die fur dir bestehen
Zu deiner grosser frevvd o lebens furst
Nach so viel müh, undt harter sorg eingehen.

 

 
Andreas Gryphius (2 oktober 1616 – 16 juli 1664)
Sankt Nikolaus door Fritz Tüshaus, 1863,Stadtmuseum Münster

 

De Oostenrijkse schrijfster en literatuurwetenschapster Waltraud Anna Mitgutsch werd geboren in Linz op 2 oktober 1948. Zie ook alle tags voor Waltraud Anna Mitgutsch op dit blog.

Uit: Die Züchtighttps://romenu.blog/tag/waltraud-anna-mitgutsch/ung

“Nach zehn Jahren sagte ich. Gott sei Dank, daß sie so früh gestorben ist, ich hätte mich unter ihrem Blick nie entfalten können. Wenn ich mit meinem Kind in unserem Sommerhaus Ferien verbringe, in dem Haus, in dem ich aufwuchs, siebzehn Jahre lang, bis ich fortging und fünf Jahre nicht wiederkam, sitze ich auf ihrem Platz zwischen Küche und Esstisch. Ich hantiere mit ihrem Geschirr und schlafe in ihrem Bett. Ihre Kleider habe ich hergeschenkt, die Heiligenbilder und den Weihwasserkessel habe ich von der Wand genommen, aber über meinem Bett hängt noch immer die Zeichnung von mir, die ich ihr zu ihren letzten Weihnachten geschenkt habe. Ein junges Mädchen im Profil, das sehsüchtig aus einem Spitzbogenfenster auf eine weite Landschalt hinausschaut. Auf dem Bücherregal steht das Foto das sie als Sterbebild wollte, das in ihren Grabstein eingelassen ist, eine Vierundzwanzigjahrige mit aufrechtem Rücken und aufgetürmtem schweren Haar, Hochmut und Verletzlichkeit in dem zarten Gesicht. Es ist nicht das Gesicht einer jungen Frau. dieses Gesicht hat endgültig Stellung bezogen zum Leben, für dieses Gesicht gibt es keine Überraschungen mehr, ihr habt mich verletzt, ihr werdet wieder tun, ich werde euch keine Angriffsflächen bieten. Es war das erste Jahr ihrer Ehe, das erste Jahr nach dem Krieg, zwei Jahre später war sie meine Mutter. Das ist Bild, das vor mir auftaucht, wenn ich Mutter denke, eine Vierundzwanzigjährige in der Nachkriegsmode mit steifem, unnahbarem Rücken. Später ließ sie sich nicht mehr photographieren. Erst als ich schwanger war, dachte ich wieder an sie. Damals war sie schon viele Jahre tot. Ich schob meinen Bauch durch Supermärkte und verlangte nach Sulz, hausgemachtem Sulz. Ich wachte mit dem Geruch von Surbraten in Nase auf, ich konnte ihren herb-süßen gallertigen Schokoladenpudding zwischen Zunge und Gaumen schmecken.”

 

 
Waltraud Anna Mitgutsch (Linz, 2 oktober 1948)

 

De Britse (reis)schrijfster en historica Jan Morris werd als James Humphrey Morris geboren op 2 oktober 1926 in Clevedon, Somerset. Zie ook alle tags voor Jan Morris op dit blog.

Uit: A Writer’s House in Wales

“In 1981 the titular Prince of Wales, who has almost nothing to do with the country, and
possesses no house in Wales, was married amidst worldwide sycophancy to the future Princess Diana, at Westminster Abbey in London. It was to be a vast display of traditional ostentation, with horses, trumpets, coped ecclesiastics, armed guards, royal standards and all the paraphernalia of consequence, the whole to be transmitted by television throughout the world. I thought it exceedingly vulgar (besides being romantically unconvincing), and with a small band of like-minded patriots decided to celebrate instead an anniversary of our own that fell on the same day.
Exactly 900 years before, the Welsh princes Trahaearn ap Caradog and Rhys ap Tewdwr had fought a battle on a mountain called Mynydd Carn, and that’s what we chose to commemorate — an obscure substitute perhaps for a televised royal wedding at Westminster, but at least an occasion of our own. We stumbled up that very mountain in a persistent drizzle, and while the entire universe gaped at the splendors in the abbey far away, we huddled there in our raincoats congratulating ourselves upon celebrating a private passion rather than a public exhibition.
Actually national ostentation seems to be gradually going out of fashion even in England. Just as the tanks no longer roll through Red Square on May Day, so formality is fading in royal palaces, even in the most traditionally decorous of them all. I was at a Buckingham Palace reception recently, and when I left I could find no queen, prince or duke to thank for the royal hospitality. I told the policeman at the gate that I had been brought up to say “thank you for having me,” but finding nobody inside the house to say it to, would say it to him instead. “Not at all, madam,” he at once replied, “come again.” Yet if the style of the English monarchy is relaxing, the English nation can neuer be unpretentious. It is too far gone for that. Simplicity is the prerogative of smaller States, and in particular of the minority nations, like Wales, which are not States at all—by the nature of things, grandeur is seldom their style. Patriotism, on the other hand, rides high among them. I dislike the word “nationalist,” which seems to imply chauvinism or aggressive traits, but I respect honest patriotism everywhere, and I have come to think of myself as a minority patriot, a cultural patriot perhaps—one who believes that the characteristics of a people, however insignificant, a language, a tradition, an ideal, are worth preserving for their own sakes.”

 

 
Jan Morris (Clevedon, 2 oktober 1926)
Cover

Dimitri Verhulst, Joost Baars, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch, Jan Morris

e Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

 

De vensters behangen met langdurige landschappen,
een zak met slanke handen aan een meisje voeren
van achter de tralies die mijn vingers zijn.

Een ooggetuige van het zwart uithoren
op de hoek van twee nachten
en geduldig wachten
tot de schaduw uit de bomen valt.

Mijn ogen wegens verbouwing sluiten
en haarfijn dromen
dat ik een ver verwant werd van mijzelf.

Van mijn verveling grote vliegers vouwen,
van de vissen de schaliedekker zijn
en van de mens de mens.

Een steentje in de diepte van mijn droefheid gooien
en tellen tot ik de tel kwijt ben.
En herbeginnen.

 

Ik zie mij in jouw ogen zien.

Hoe ik je
Zeg dat wij in staat zijn
Sterren te bekijken
Die lang voor ons al ophielden te bestaan
hoe ik je
luid, likkend aan de klepel
van je vuig bebaarde klok.

Hoe ik je
toon die trillende angel
in mijn handen en
hoe ik mijn paarsbekopte spijker
in je kruishout sla, ha,

Hoe ik je
judaskus en dodendans
in al je holten ja.

Hoe ik je
vertaal dat wij in staat zijn
van ontbinding, gepolijste woorden
horen van een liefde die inmiddels
al is doodgegaan.

Doe ik je
toch geen pijn.
Hoe durf ik.

Zwijg nu maar
Blaas geen tekstballon in mijn gezicht!
Want vanavond wil ik je vlooien,
mij vertakken tot in je donkerste vertrekken.
Ik wil vanavond van de avond zijn
en met de blinden open bepoteld worden.

 

 
Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

Lees verder “Dimitri Verhulst, Joost Baars, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch, Jan Morris”

Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch, Jan Morris

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Bloedboek

“Indien er effenaf niks was in het begin, dan ook geen toekomst. Dus was er God, van wie niemand weet en weten zal van waar Die zelf dan komt, Hij had uit al dat niks gewoon Zichzelf gemaakt, vraag niet hoe, vraag niet waarom, en Die nadien, om Zijn status te verdienen uit Zijn krammen had te schieten en te scheppen, om te beginnen de hele hemel en een ietepetieterige jammerbol, waarop vooralsnog geen sprietje onkruid stond. Dood en troosteloos lag het maaksel van de wereld in de smerig zwarte, universele leegte waarin zelfs God geen halve meter voor Zich uit kon zien. Zijn djinn doolde over de vreugdeloze vlakten, en over het water, dat er door Zijn toedoen ondertussen ook al was. Toen kreeg Hij een, welja, zeer goddelijk gedacht, en vond Hij dat er licht moest zijn. En Hij had geluk, want Hij had die dingen maar uit te spreken en, pardaf, daar was dat licht dan al. Meteen, ja, inderdaad. En omdat de dingen eigenlijk maar pas ten volle gaan bestaan indien ze zijn voorzien van één of andere naam, noemde Hij dat lichtelijke licht ‘het licht’, lidwoord incluis. Zeer, zeer slim voorwaar, die aandacht voor de taal. Want niks zal hebben bestaan, niks zal zijn gebeurd, dat niet ooit kan worden naverteld. Hij gaf al Zijn creaties Zelf een naam, en als er later trammelant ontstond over dit verhaal, dan alleen omdat het zo kadukelijk werd vertaald.
Wisselde Hij de donkerte en dat lichte af, dan ontstond er dag en nacht. Zodoende werd de machine van de tijd op gang gebracht. Er waren dagen, en zij gingen voorbij. Het eerste van nog vele etmalen trad al toe tot het rijk van de opspelende vergetelheid toen Hij van oordeel was dat dit kladwerk nood had aan een duidelijke boven- en een al even zo duidelijke onderkant. Hij spleet het weinige wat was horizontaal en met vaste hand in twee, etiketteerde het bovenste gedeelte geheel content als het firmament, hetgeen niet simpel was, want de hele operatie nam de volledige tweede dag toch in beslag. Op de derde dag is Hij ongetwijfeld zeer vroeg opgestaan, om al dat water te laten stromen, meer bepaald naar beneden, zodat alle druppels en spetters en stralen zich konden verenen in de zeeën en het land hoog en droog, of alleszins toch iets minder nat, boven al dat water lag. Echt waar prachtig vond Hij dat. Nu pas kon Hij beginnen aan het onkruid en het gewas, vol zaden, zodat die dingen zichzelf konden hermaken. De bomen schonk Hij eikels, en ook al had het eigenlijk iets heikels, zij waren nu geoutilleerd het hele perpetuum van de voortplanting voor hun eigen rekening te nemen.”

 
Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

Lees verder “Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch, Jan Morris”

Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: De helaasheid der dingen

“Franky was de enige en waarschijnlijk ook welgekomen zoon van een van die gezinnen die in Reetveerdegem de laatste gronden opkochten en ze volbouwden met de villa’s die in die tijd als norm voor het geluk golden. Bakstenen dozen met een oprijlaantje dat naar de garage leidde. Al deze symmetrische huizen hadden een haag waarachter ze hun levens voor ons zo veel als mogelijk verborgen hielden en die ze ’s zomers frisseerden in hun hang naar orde. De brievenbussen stonden op een kleine wandelafstand van de voordeur, nu eens diende de postbode de pakjes te droppen in een tonnetje dat door een nudistische engel werd vastgehouden, een ander huis beschikte dan weer over een constructie die een postbode eerder voor een kunstwerk dan voor een brievenbus hield, waardoor hij de kranten gewoon aan de deur legde. Ze hadden honden waarin ze zoveel vertrouwen stelden dat ze alarmsystemen plaatsten aan hun gevel. In hun tuinen van gemillimeterd gazon pronkten ze met gemetselde barbecues, enkelingen hadden een vijvertje met goudvisssen en een fonteintje; een vijvertje dat overigens was afgespannen met draad uit angst dat hun kinderen erin zouden vallen en verzuipen. ’s Zaterdags gingen de eigenaars van al deze weelden met een tuinslang hun wagen te lijf of demonstreerden ze het geluid van hun grasmaaiers. Achteraan beschikten ze tevens over een veranda waarin je, als het goed weer was en de haag weer kort geföhnd, een vrouw de strijk zag doen terwijl ze naar de televisie keek.
Het waren ontwortelde families, ergens geboren en nergens getogen. Met Reetveerdegem hadden zij geen enkele binding, wensten zij overigens geen enkele binding; dat zij hier komen wonen waren had uitsluitend te maken met de nog beschikbare gronden die in de steden schaarsers en duurder waren geworden.
Zij hebben zich geen enkele maal aan ons voorgesteld als zijnde onze nieuwe buren, bezochten onze feesten noch onze kroegen, namen nergens aan deel. Ze bleven weg van onze kermissen, zetten hun geld veilig op de bank en dropten het niet, als wij in de spaarkas van het café tot we voldoende bij elkaar gepot hadden om de opbrengst op een veel te korte avond in één keer te verbrassen.”

 
Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

Lees verder “Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Nes Tergast, Waltraud Anna Mitgutsch”

Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Waltraud Anna Mitgutsch

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

De dood viel op een dinsdag

De dood viel op een dinsdag en je was er niet.
In bad zat ik, ik uitte onderwaterwensen tot ik
happend naar jouw adem mijn bespiegeling te boven kwam.
Piano’s sloegen hun vlerken uit en wachtten op vingers,
op de gedachte aan je lichaam die hem in de vingers zat.
Aders marmerden mijn armen dieper en dieper dan een glas
was de stem die jou plechtig aan het hoofd bracht
van al mijn onbegonnen doch gezongen brieven.

Zo liet ik mij te water, zo lag ik te baden in dat lied.
Met mijn erectie linea recta naar jouw sterrenbeeld.
Een dinsdag en de dood, zei ik. Je was er niet.

Verliefdheid is ook ruimschoots op voorhand droevig zijn
om een mislukken dat nog niet mogen beginnen is.

 

Liefde over duizend jaar

Liefde over duizend jaar
dat zijn jij en ik vandaag
maar dan op betere matrassen

Misschien de mannen
iets of wat langere kalebassen
in retromodieuze kamerjassen.
Misschien de vrouwen
nog meer nachtcrème in hun vouwen
en de stiltes tussen hen
al te danig draaglijk

Men tost of men de cd van de specht
of die van een kwakend beest opzet
als men geniepig gaat vossen
in de plastic bossen
van Barvaux of daaromtrent.

Liefde over duizend jaar;
die helse hemel en evenzeer onzeker
als jij en ik vandaag.

 
Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

Lees verder “Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius, Waltraud Anna Mitgutsch”

Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

 

Uit: De laatkomer

 

‘Haar vrees voor het vacuüm illustreerde zij dit keer door mijn hele kleine en sowieso reeds beklemmende kamertje vol te stouwen met kadertjes. En in die kadertjes: foto’s van haarzelf! Moniek met echtgenoot. Moniek met kroost. Moniek met echtgenoot en kroost. Moniek solo. Niet één spontaan kiekje dat was terug te vinden in haar selectie. De ijskoningin van de pose liet zich het liefst van al portretteren in een decor van bloemen of struiken. Ze had ook de eigenaardige tic deze bloemen of struiken te moeten aanraken voor de camera. Heel lullige foto’s levert dat op, een vrouw die stokstijf met een bevroren tandpastareclameglimlach de lens aangaapt en onderwijl in een mimosa knijpt.

(…)

 

Ik was geen onbekende voor die boekhandelaar; ongeveer een kwart van onze boekenkast was gevuld met spul dat uit zijn winkel kwam. Hij had in totaal vast een vakantie of twee met het hele gezin overgehouden aan mijn bellettristische vraatzucht. Dus kende hij best wel mijn dada’s en had ie redenen te over om zijn bedenkingen te hebben bij mijn plots opgewekte interesse voor overschotels, origamifiguren en tuinmeubelen. Maar een boekhandelaar krijgt niet alle dagen een dementerende over de vloer, en crisis was het voor iedereen, voor een kleine zelfstandige nog zo zeer, en hij greep de gelegenheid om nog een laatste keer aan mij te verdienen met beide pollen beet en verkocht mij de goorste troep.

(…)

 

Hoewel volkomen opzettelijk, is het zeer tegen mijn zin dat ik iedere nacht opnieuw in mijn bed schijt. Mij te verlagen tot deze zelfconterende daad is waarlijk de lastigste consequentie van de ietwat zotte levensweg die ik op mijn oude dag ben ingeslagen. Maar ik zou mijn verplegers en verpleegsters achterdochtig stemmen indien ik het in mijn slaap droog hield. Wens ik niet uit mijn rol van seniele grijsaard vallen, dan heb ik geen andere keus dan op regelmatige basis mijn luiers te bevuilen. Want dat is het inderdaad: een rol. Ik ben helemaal niet zo dement als ik mijn omgeving doe geloven!”

 

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

Lees verder “Dimitri Verhulst, Göran Sonnevi, Graham Greene, Wallace Stevens, Andreas Gryphius”