George Saunders, Arthur Sze

De Amerikaanse schrijver George Saunders werd geboren op 2 december 1958 in Chicago. Zie ook alle tags voor George Saunders op dit blog.

Uit: The braindead megaphone

“Imagine a party. The guests, from all walks of life, are not negligible. They’ve been around: they’ve lived, suffered, own businesses, have real areas of expertise. They’re talking about things that interest them, giving and taking subtle correction. Certain submerged concerns are coming to the surface and surprise, pleasant surprise– being confirmed and seconded and assuaged by other people who’ve been feeling the same way. Then a guy walks in with a megaphone. He’s not the smartest person at the party, or the most experienced, or the most articulate. But he’s got that megaphone. Say he starts talking about how much he loves early mornings in spring. What happens? Well, people turn to listen. It would be hard not to. It’s only polite. And soon, in their small groups, the guests may find them-selves talking about early spring mornings. 0r, more correctly, about the validity of Megaphone Guy’s ideas about early spring mornings. Some arc agreeing with him, some disagreeing—but because he’s so loud, their conversations will begin to react to what he’s saying. As he changes topics, so do they. if he continually uses the phrase “at the end of the day,” they start using it too. If he weaves into his arguments the assumption that the west side of the room is preferable to the east, a slow westward drift will begin. These responses are predicated not on his intelligence, his unique experience of the world, his powers of contemplation, or his ability with language, but on the volume and omnipresence of his narrating voice. His main characteristic is his dominance. He crowds the’ other voices out. His rhetoric becomes the central rhetoric because of its unavoidability. In time, Megaphone Guy will ruin the party. The* guests will stop believing in their value as guests, and come to see their main role as reactors-to-the-Guy. They’ll stop doing what guests are supposed to do: keep the conversation going per their own interests and concerns. They’ll become passive, stop believing in the validity of their own impressions. They may not even notice they’ve started speaking in his diction, that their thoughts are being limned by his. What’s important to him will come to seem important to them. We’ve said Megaphone Guy isn’t the smartest, or most articulate, or most experienced person at the party– but what if the situation is even worse than this? Let’s say he hasn’t carefully considered the things he’s saying. Fie’s basically just blurting things out. And even with the megaphone, he has to shout a little to be heard, which limits the complexity of what he can say. Because he feels he has to be entertaining, he jumps from topic to topic, favoring the conceptual-general (“We’re eating more cheese cubes—and loving it!”), the anxiety-or controversy-provoking (“Wine running out due to shadowy conspiracy?’), the gossipy (“Quickie rumored in south bathroom!”), and the trivial (“Which quadrant of the party room do YOU prefer?”).”

 


George Saunders (Chicago, 2 december 1958)

 

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Paardengezicht

Een man in de gevangenis wordt paardengezicht genoemd maar doet niets
als iedereen in de kleermakerij scherpe koude scharen heeft;

hij herinnert zich de belediging maar lacht die weg. Terwijl hij lacht
draait een Cattaraugus indiaan die een stalen steunbalk last

zich naar een schreeuw die samenvalt met de lach en glijdt uit
naar zijn dood. Ik trek een biertje open, een auto nadert een garage.

De deur gaat open, het licht springt aan, binnen glimmen harken;
een kind met dysenterie wast zijn handen in koeienpis.

Ik vind een spoor van zaagmeel, loop in de stijve oude schoenen
van een dode moordenaar en voel hoe moeilijk het is om

het volledige gevaar van een moment te voelen: een merrie baart
een veulen, in de stad valt de elektriciteit uit, een danseres

staat stil in het donker en luistert naar het voorgeschreven geluid
van de voorstelling maar hoort alleen plotse paniekerige kreten.

 

Vertaald door K. Michel

 


Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2023 en ook mijn blog van 2 december 2018.

 

Neuer Advent (Maximilian von Schenkendorf), Arthur Sze

 

Bij de eerste zondag van de Advent

 


Kerstmarkt op de Marienplatz door Julie Galante, 2011

 

Neuer Advent

Komm wieder aus der Jungfrau Schoß,
O Kind aus Himmelshausen!
Es sehnt sich alles, klein und groß,
Ins Antlitz dir zu schauen.
Es schmachtet deinem Segen
Die Erde, Herr, entgegen.

Wie damals in der Römerzeit
Die Menschheit lag gebunden,
Des Paradieses Herrlichkeit
Von hinnen war geschwunden,
Als du, sie zu entsühnen,
Auf Erden warst erschienen.

So liegt sie nun, gebeugt, gedrückt,
In namenlosen Wehen;
Dein Licht, o Herr, ist ihr entrückt,
Ihr Licht scheint auszugehen;
Wollst wieder sie erlösen
Von der Gewalt des Bösen.

Dich rufen Leid und Klageton,
Dir weint ein Meer von Tränen
Und leise Seufzer kaum entflohn
Bescheidnem bangem Sehnen,
Zum Retten, zum Befreien
Das Alte zu erneuen.

O Menschensohn, voll Lieb’ und Macht,
O ew’ges höchstes Leben,
Hast oft schon Funken angefacht
Und Sterbekraft gegeben!
O Himmelsgast, steig wieder
Zum Tränentale nieder.

Wir haben oft auf unsrer Bahn
Wie Simeon gebetet;
Wir blicken alle himmelan,
Ob sich der Osten rötet,
Komm denn im alten Liede
Auf Erden Freud’ und Friede!

 


Maximilian von Schenkendorf (11 december 1783 – 11 december 1817)
De Duitse kerk in Tilsit (tegenwoordig: Sovjetsk), de geboorteplaats van Maximilian von Schenkendorf

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Tienduizend op een

De Foeniciërs waakten over een recept dat
tienduizend purperslakken vereiste om
een onsje Tyrisch purper te maken.

Scan het oppervlak van Aldebaran met een radiogolf;
vermaal lapis lazuli
tot ultramarijn.

Zoek de zomerhemel af naar het sterrenbeeld kalkoen van de Anasazi;
zie hoe algen onder een elektronenmicroscoop
lijken op een Magelhaese wolk.

Een chemicus probeerde benzeen om te zetten in kinine
maar verknoeide het tot een violette
anilinekleurstof geheel bij toeval.

Heb je ooit maden zich tegoed zien doen aan een dode rat?
Luister naar het scheren van een roodstaartbuizerd
over de verstomde sparren en

dennenbomen in de canyon. Voel hoe een waterdruppel
langs een dennennaald rolt en glinstert
hangend aan de punt.

 

Vertaald door K. Michel

 

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2023 en ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

Raaktuffen

Mijn katers kruipen in mijn kaken, dus daar zal
de kanker ook wel gaan zitten. Ik droom de laatste tijd
dat ik wakker lig. Of ik lig wakker en denk dat ik
droom – maar dat lijkt me sterk.

Ik denk soms: ik ben de wereld die oefent.

Ik heb nog wat vragen openstaan, waaronder:
– Hoeveel mandarijnen tellen als twee stuks fruit?
– Wie kwam toch op het idee om miniatuurschepen
in flessen te zetten?

Iedereen kijkt filmpjes van volwassen mannen die
complete kamers in ballenbakken veranderen, met
koptelefoons op.

– Is het normaal dat inademen met piepgeluidjes
gepaard gaat?

Ik ben steeds vaker het soort persoon dat ik nog
geen vijf minuten aan mijn keukentafel zou
tolereren.

Ik denk tegelijkertijd: alles kan
en wat doe ik hier in vredesnaam?

Dan komen de drones.
Komt de hebzucht.
Komen de sluipschutters.
Komt de uitputting.

– Hoe weet je dat je toe bent aan een Deuter-rugzak
en stevige, winddichte kleren?

 

 

AAN KEATS

Nu de nachten steeds vroeger komen en langer duren, zou je denken dat we van feest naar feest en steeds weer ergens heen moeten, maar snel weer zullen bijpraten, beloofd. In werkelijkheid maakt de herfst ons achterdochtig.

Lotte heeft alleen al de afgelopen twee weken drie mobieltjes in de Waal gegooid, omdat ze dacht dat haar nummer weer was gelekt op internet en ze vreemde telefoontjes verwachtte. Ze draagt meer vermommingen dan outfits dit seizoen.

Dave eet alleen nog bij zijn ouders en sukkelt elke avond in slaap voor de TV, die de hele nacht reclames blijft herhalen. Hij zegt dat zijn fiets stuk is, maar beweert dat hij, zodra hij dat geregeld heeft, weer eens ergens een feestje geeft.

Dani gooit alles uit haar raam naar buiten; nu ze het daar zelf te koud begint te vinden, wil ze binnen plek hebben om rondjes door de kamer te kunnen draaien, ze noemt dat spinnen.

Luc is ook deze zomer niet teruggekomen. We kunnen alleen maar hopen dat hij het halfrond is overgestoken en ergens in de zon zit. Tot hij terugkomt blijven we hem indachtig sjekkies roken.

Terwijl de zwaluwen zich boven onze huizen verzamelen en zingend de kale weilanden achterlaten, twitteren wij met klamme handen vanaf de bank over hoe hard het buiten waait. We verversen de schermen tot de slaap ons haalt.

 


Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

Een groot plein heeft geen hoeken

‘Cut.’
Een actrice die honderd seconden veinst dood te zijn snakt naar adem.
Een man geeft gas
en scheurt met een rode Mustang heen en weer door de straat.
‘Cut.’

Een pottenbakker maakt op een heuvelflank een oven open
haalt er een gesmolten kom uit
en dompelt die onder
in koud water
hij sist, wordt zwart, breekt.

In nood wordt een parel een bol.
‘Cut.’
In Bombay staat langs de straat een rij oorschoonmakers.
Op de top van een mesa
breken de zuidelijke ramen van een huis;

ondergronds laten uraniummijnwerkers
explosieven ontploffen.
‘Cut.’
Een touw begint in je geest te rafelen
is, als een rood gewei,

de spil van een droom.
‘Cut.’
Wat is het geheim om de tijd te laten stilstaan?
Een kalligraaf met één oog
schrijft met een mop ‘een groot plein heeft geen hoeken’.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Frédéric Leroy, Arthur Sze

De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.

 

De merels

It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing)

Die merels, wat een rotkabaal. Waar,
   vroeg ik. Maar jongen toch, dáár, zei hij
      en wees naar het plafond. In de hersenen

struikelde een kind over een kei. Modder
   op de broek. Drek. Word ik weer gezond?
      vroeg hij, maar uit zijn mond klonk het als

nooit meer. De lente drong de kamer binnen,
   ontblootte deskundig de bleke, fossiele vondst:
      wat droge huid, wat beenderen, amper nog

wat bloed. Een bevende mummie in een bed
   van staal. Jongen, ik wist niet dat het leven,
      dat dit het leven, dat het leven dit maar is.

’s Nachts, als we slapen, laten ze honden los
   (gaat de hel open, stinkt het naar Joden,
      brandt het in de ovens). Godverdomme,

de mof zit in mijn kop. En hop! De Duke,
   dat was nog eens iemand! Sophisticated lady
      en de wereld danste en er kwamen rozen

uit mijn trompet. En op de Kwaremont
   viel Loeti in de koeiestront. Ik heb
      de dood niets te verwijten: de dood is

het einde van een liedje. Het opruimen van
   de tafels. De smeerlap is het leven zelf:
      hoe het je eerst zacht en breekbaar toelacht

als een meisje en je dan in de ballen knijpt,
   je op de stenen liggen laat en voortgaat.
      En terwijl het traag aan de horizon verdwijnt

en de dood nog op zich wachten laat, slechts dit:
   een stoffig, versleten lijf met broze benen.
      De pijn. Het kwistig fluiten van de merels.

 

Getijden

II. Mare incognitum

Omdat perfectie enkel huist in het alles en het niets
en de afstand tussen ons zowel te klein als te groot is.
Omdat we het diertje dat er leeft hebben omschreven als
een onrustige, onthutsende heremietkreeft. Omdat zwart
en wit geen kleuren zijn. Omdat azuur stilte rechtvaardigt.
Omdat het verlangen een slag is in het water en het water
zich niet aan regels houdt. Omdat begin het einde ontkent.


III. Mare clausum

Wanneer ze dan eens dun en bleek aan je voeten ligt,
geen medelijden tonen. Dit is een list, want nu
is zij op haar gevaarlijkst, haar omhelzing bijna

persoonlijk. Nu geurt haar trieste, trage adem
voorzichtig naar perzik en kruiden uit Ceylon.
In haar verstilde ogen danst zowaar
een meisje: ze is blond en tussen haar tenen
glippen kellevisjes, regent het goud.

Kijk weg. Negeer dit en fixeer
de horizon, hou stand tot ze zich
terugtrekt, krabben bijeenscharrelt,
haar lijf bedekt met wier en schuim.

Verwonder je over wat rest:
de winst. Verloren sieraden,
rijkdom aan de dagprijs.

Dit is wanneer
ik haar liefheb:

Laagtij.

 

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Het scheppingsmoment

Een schilder duidt de tijd van de dag aan
in een stilleven; schuin valt middaglicht op een mes,
citroenen, groene wijnfles met restje rode wijn.
Laten we altijd iets niet helemaal af?
We willen x hebben we x willen we y en hebben we y willen we z?
Ik probeer het scheppingsmoment te voelen
in de lichtval op een doorgesneden citroen. Wat ik wil is
het strooien van grind op modder verbinden met hongerig zijn.
‘Eet’, zei een man uit Afghanistan en wees
naar de oude rottende appels in de open kofferbak.
Ik zie een rij mannen een wolkendans dansen;
twee vrouwen dansen de complexe bliksempassen
aan de uiteindes. Mijn fouten en vergissingen
kloppen in mij ook als momenten van geluk,
maar ik wil dat de glanzende momenten uitdijen
resonerend als een gamelangong. Ik wil van de complexe
brokkelige momenten van onze levens een vloer
maken van jade, obsidiaan, turkoois, ebbenhout en lapis.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2018.

Decemberzon (Willem Thies), Pierre Kemp, Arthur Sze

 

 

Decemberavond door Asta Usiene, 2019

 

Decemberzon

Kranten klapwieken in de wind
maar komen niet van de grond.

Een kat neemt de veilige route
over schutting en ijzeren spijlen, 

hij beweegt zich lichtvoetig en soepel,
als iemand die een plan heeft opgevat 

waarvan hij weet dat het zal slagen.
Vliesdun ijs bedekt de vijver,

een meerkoet staat op karikaturen van poten
in het eerste smeltwater van een nieuwe dag.

 

Willem Thies (Nijmegen, 17 februari 1973)
Zonsondergang in Nijmegen

 

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

Onvereeuwigbaar

Vannacht heb ik de Dood staan koken
en toch naar geen soep getracht.
De mensen der stad hebben ‘t geroken
en trokken mijn deur langs de ganse nacht.
Zij werden onrustig en ik kon lezen
in hun ogen omlijst met angst-in-groen:
wat moeten wij nu aan ‘t eind van ons wezen
met ons onvereeuwigbaar leven doen?

 

Accenten

De lucht is vol accenten van een oude vriend.
Hoe die de kinderliedjes mede zong,
wanneer van meisje, dat niet van hem was gediend,
het kind toch tussen zijn knieën sprong.
Waarom hoor ik dat nu zo goed?
De kinderen van heden zingen
niet meer zo van de verschijnselen der natuur
en waar zij achter ballen springen
vindt hun intentie in de sport haar moed
en is het niet meer om het zonnevuur.

 

Idealen

De dag staat zo strak, zo inkoop blauw
en zilver over de dingen geklokt.
De prijs van het schone in man en vrouw
is tegen hun voorhoofd geblokt
en over hun borsten hangt als een sjaal
met andere blokken mat-rood
de tekening van hun ideaal
en de franjes van vlak voor de dood.

 

Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Witverblinding

Je verwacht ronddraaiende ijsbrokken te zien
zuidwaarts drijvend naar het open water van de oceaan,
maar nee, een moment van witverblinding als
het draaiende ijs bij zonsondergang noordwaarts drijft.
In een restaurant met een leeg scherm
staat een vrouw op en zingt een Chinees lied
ondersteund door een ‘leeg orkest’.
Begeleidingsmuziek vult de ruimte
en de lichtbundel van een laserdisc werpt
rode hibiscus en een waterval op het scherm.
Je bent niet geïnteresseerd in het zingen en
het volgen van de woorden terwijl ze veranderen
van geel naar paars over de tekstmonitor.
Daarom loop je naar buiten het blauwgroene gletsjer
ijs op en voelt hoe het in de lente tot water slinkt.
Je ontdekt twee elanden langs de dooiende oever
die wroeten naar knoppen en ziet het aangeplakte verbod
‘Vanaf hier verboden te schieten.’ Maar ‘hier’ is ‘daar’.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

DE SLAGERS WAKEN OVER DE WEILANDEN

En de kinderen zingen.

Een dik pak sneeuw brengt alles terug
tot afstand en hoogte. We dossen
ons uit en blijven thuis. Met elk derde
blok brandhout gooien we een oude
gewoonte op het vuur. We verzinnen
verhalen over hoe we hebben gejaagd.

Dan worden we enkel ons ademen en
beloven: er komt meer dan leeftijd alleen.

Morgen slapen we uit. De kinderen zingen:
‘En de slagers waken over de weilanden.’

 

WE HEBBEN STROOM NODIG

Het water haalt zich hier – in de bocht bij de brug –
keer op keer in; tekent krullen op het oppervlak
terwijl het flessen, touw en stokjes, yoghurtbekers,
dopjes en stukken van plastic tassen aan de kant,
voor onze voeten, draagt.

Zo is ook deze stad ooit op de kade geklapt.

Dave en ik drinken en kijken naar de boten die
voorbijvaren. We praten nauwelijks en als we
al iets zeggen is het langzaam, klinkt het lager.

We kunnen niet tegen water.

We gooien onze flessen de Waal in; geloven dat
we ze kunnen volgen tot voorbij de elektriciteitscentrale.

We stoppen er geen briefjes in; denken dat de boodschap
ondanks dat wel duidelijk is.

 

VANAF VANDAAG IS HET EEN KETTINGREACTIE

Ik sta paraat, heb mijn zaad klaar;
de komende zomer zal ik planten
temmen. Zoals de dag een kortere
versie van het jaar is, zo ben ik
de maker; ben ik deze mensen
werpende aarde waarop alles
richting zon draait. Ik denk groen.

Niets is anorganisch, ik kan alles
doen groeien. Het is al ochtend,
laten we opstaan; buiten is er
alles.

 

Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

Aardschijnsel  2

Lopend over een pad in het arboretum van de Manoa Valley
gebaart hij mij te stoppen terwijl hij probeert
te onderscheiden of er zojuist een roodoorbuulbuul of
een roodbuikbuulbuul op een tak is neergestreken.
Ik ontdek een macadamianoot op de grond, kijk
omhoog in een boom ernaast en schrik van
twee enorme nangkavruchten die aan de stam hangen.
Een inzicht verschijnt nooit zoals een varenblad zich
in de nevel ontvouwt, het verschijnt terwijl ik over een wortel struikel,
een mug op mijn arm plet. Wij gaan verder maar stoppen
voor vliegjes die in een wolk opstijgen als we in een hoop
rozenappels trappen die op de grond liggen te rotten
Ook al lopen we een doodlopend pad af naar waar water
van een steile rotswand stroomt, de geest stopt hier:
hier laten de vliegenzwammen een wolk sporen los
in de koele augustuslucht; hier werpen geliefden
aardschijnsel op een wassende halve maan; hier
gaat de telefoon over en hoor ik van een zelfmoord,
een speldegat groeit uit tot een eclips; hier
druppelt water terwijl ik afdaal in een hellende zwarte lavatunnel.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York, 1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Frédéric Leroy, Arthur Sze

De Vlaamse dichter Frédéric Leroy werd geboren op 2 december 1974 in Blankenberge. Zie ook alle tags voor Frédéric Leroy op dit blog.

 

Niemand

Dit huis is leger dan zijn lege kamers
want hier woont Niemand: iemand niet in staat
de ruimte te vullen. Overal stilte, hoe hard
er ook geroepen wordt. De trappen zijn
hoog maar komen nooit in de buurt van

de hemel. Het vlees van Niemand ruikt naar perzik
en smelt in de mond. Zomerfruit voor het rapen,
maar met een beetje zomer slechts verwarm je
geen winter. Niemand is vandaag negen
maar houdt er een eigen tijdrekening op na.

Niemand houdt stand. Niemand is niet bang
van duister, wel van het licht in de inkomsthal.
Niemand is zo bang van het geluid van stappen
dat hij liever niet beweegt. Hij ziet geen kwaad
in stil zijn, in stilte. In zwijgen. In stilletjes stil.

 

Het lied van vermiste kinderen

Een zonbeschenen plein. U heeft mij niet
begrepen. Nog eens: een zonbeschenen plein,
veel stof en voor wie het horen wil: een lied
dat zichzelf bezingt. Bomen. Geen fontein.

Dit is het plein, zonbeschenen en niet
voorzien van een fontein. Wel: het zingen
van vermiste kinderen. Maar dit is geen lied
dat in stilte ook de stilte kan bedwingen.

Ik besluit: een plein. Wijds en zonbeschenen,
veel stof en een onthutsend gebrek aan fontein.
Bomen. Dat wel. En kinderen die, verdwenen,
ontbeend, enkel het lied van een lied kunnen zijn.

Zo ook dit gedicht: een zonbeschenen plein,
het zingen en het zingend afwezig zijn.

 

Getijden

I. Mare liberum

Laagtij –

want dan trekt zij
haar kleed omhoog

en laat haar enkels zien,
haar pokkige dijen bezaaid
met zeikers en koekerluiten.

Omdat we haar schelpen toewerpen
stapt ze briesend uit haar kleed,
bralt ze en spuwt ze, de obese trees,
de schuimende, fluimende sloerie, nat

van pis, zwaar van vis. Het speeksel bruin
als van garnaalvissers. Men zegt wel eens
dat zij geen hart zou hebben. Dat is gelogen.
Dit lijf draagt meerdere harten mee: ze drijven
als kwallen langs haar vliezen. Maar houden van

dat niet. Dat nooit meer. Op de bodem van haar schoot
ligt al eeuwenlang de liefde, levenloos,
verstomd, laveloos. Dronken van de dood.

 

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

DE WITTE HAAI

Al dagenlang gooit hij een spoor van tonijnbloed
in de oceaan om zo een witte haai

te lokken zodat we zijn vin kunnen aanraken.
De kracht van het primitieve is parallactisch:

in een museum komt een chacmool over als elegant
en verfijnd beeldhouwwerk, als kunst, maar

zie hoe de priester het kloppend hart uit
het blauwe lijf van het slachtoffer rukt en het

nog pompend op de chacmool legt en we braken bijna.
We denken dat het gebruik van een berylliumgyroscoop

technologische superioriteit toont maar de drang
van ideologieën toen en nu maakt wraak meedogenloos.

De drang tot skydiven, abseilen, wildwaterkanoën
is de drang tot ontladen, de drang om te sterven.

Diamant en grafiet mogen dan allotrope vormen
van koolstof zijn, maar wat zijn de allotrope vormen

van ritueel en verlangen? Maanlicht op zwart water,
gele forsythia die bloesemt in een aprilnacht,

rode esdoornbladeren in stilte vallend in oktober:
de seizoenen zijn nog geen menselijke vormen van verlangen

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e december ook mijn blog van 2 december 2018.

December (Thomas Wentworth Higginson), Pierre Kemp, Arthur Sze

 

Bij december

 

Matin de décembre door Dimitri Sinyavsky, 2015

 

December

The evening sky unseals its quiet fountain,
Hushing the silence to a drowsy rain;
It spreads a web of dimness o’er the plain
And round each meadow tree;
Makes this steep river-bank a dizzy mountain,
And this wide stream a sea.
Stealing from upper headlands of deep mist,
The dark tide bears its icebergs ocean bound,
White shapeless voyagers, by each other kissed,
With rustling, ghostly sound;
The lingering oak-leaves sigh, the birches shiver,
Watching the wrecks of summer far and near,
Where many a dew-drop, frozen on its bier,
Drifts down the dusky river.
I know thee not, thou giant elm, who towerest
With shadowy branches in the murky air;
And this familiar grove, once light and fair,
Frowns, an Enchanted Forest.
Couldst thou not choose some other night to moan,
O hollow-hooting owl?
There needs no spell from thy bewildered soul;
I’m ghost enough alone.

 

Thomas Wentworth Higginson (22 december 1823 – 9 mei 1911)
Cambridge, Massachusetts, de geboorteplaats van Thomas Wentworth Higginson

 

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

Brief

Ik zie een straat en luister naar een brief,
gelezen door twee meisjes achter me in het gaan.
De jongen nam zijn pen en schreef zijn grief,
maar ’t meisje wil ’t nu eenmaal niet verstaan.
Dat andere beseft iets meer en het herkent
de jonkman, die zich reeds heeft afgewend.

 

Uitbundigheid

Met korven om manen in te vangen,
met bussen vol gezangen,
met potten om lichten in te drogen
reis ik langs de ogen van het land.
Met dozen zonnen,
met klanken in tonnen
en glazen gedichten in iedere dwaze hand.
Waar ik mijn armen ook rek,
ik ben overal gek.

 

Het licht is rond

Het licht is rond en rolt naar alle kanten
de bergen op en af, de dalen door,
de wezens in en uit en langs de planten
stijgt het de bomen in en gaat het alles voor.
Waarheen? Ik vraag dat niet, ik kom, ik ga,
omdat mijn handen en mijn voeten,
mijn ogen en mijn hart zo moeten
en ik het licht nu eenmaal zo versta.

 

Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)
Zelfportret, 1911

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze op dit blog.

 

Aardschijnsel 1

‘Fuck you, fuck you,’ herhaalde hij terwijl hij over de zandweg reed
Tamarisktakken schuurden langs de zijkant van het busje;

wat schuurt in de geest terwijl die zich openspert in het duister;

‘Jodido,’ schrok hij en het wit van zijn ogen draaide tevoorschijn;

‘Wat uit het duister komt, sla ik met duister’;

wie hoort er een nachtbloeiende cactus
een witte bloesem ontvouwen bij de vensterbank?

geknisper van vlammen in de open haard;

het klotsen van golven tegen de rotsen
terwijl een reuzenmanta zwenkt en zich voedt met plankton;

de ‘oh’ toen zijn blik op de overlijdensberichten viel;

de ‘oh’ toen zij het gevlekte rijstpapier openvouwde en een handgezet
gedicht vond;

sprint naar goud van een lucifer als hij de witte waskaarsen aansteekt;

zij laat haar haar tussen zijn tenen doorglijden;
hij wrijft over haar tepels met zijn handpalmen;

‘Wat uit het licht komt, sla ik met licht’;

zijn enkels kraakten terwijl hij op zijn tenen naar de badkamer liep;

wakker worden van een kat die in het donker op een muis zit te kauwen.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e december ook mijn blog van 1 december 2020 en eveneens mijn blog van 1 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.  

Dennis Gaens, Arthur Sze

De Nederlandse dichter Dennis Gaens werd geboren in Susteren op 30 november 1982. Zie ook alle tags voor Dennis Gaens op dit blog.

 

Je moet niet slapen op de Waalbrug

Daar zitten we. De bogen van de brug staan als bolle
golven boven het water. Die brug is een belofte. We
moeten gaan.

Dave vindt dat ik op het verhaal vooruitloop.
In mijn hoofd ben ik er al.

Ik zeg: ‘Luister, meisjes krijgen mooie benen,
jongens grote voeten. Sommige dingen moet je laten gaan,
andere moet je achterna.’

Wij zitten daar en zijn afwezig; liggen liever dan
we lopen. We vergeten dat we uit net genoeg water
bestaan om een vloedgolf te vormen, vergeten dat
we verder kunnen komen.

Dave zegt: ‘Een brug is een brug.’

Het wordt tijd dat hij wakker wordt,
We moeten nodig het water over.

 

DAT DING HEET NIET VOOR NIKS DE EINDER

De enige jongen die ooit dichtbij kwam,
vertelde Lotte dat ze onregelmatig ademt
als ze slaapt.

Ik vroeg haar of ze hem weleens mist.
Ze zei dat dit niet meer was dan punten
die ten opzichte van elkaar zijn verschoven:

‘Alles wat dichtbij ligt lijkt sneller te gaan.
Het wordt trager naarmate je verder gaat,
totdat het langzaam aan de horizon raakt
waar alles stilstaat.’

Ze zei dat hij, met hoe ver hij was gegaan,
inmiddels zo goed als dood moest zijn.

 

ALS JE MAAR VAAK GENOEG SCHIET, RAAK JE WEL IETS

Op de meeste foto’s van ons vijven verdwijnt er een arm net langs de lens,
met achter ons een of ander evenement: niemand schiet platen op normale
dagen. We doen iets met onze haren, dragen onze beste kleren en staan in
poses die we van bandfoto’s hebben afgekeken: twee kijken vooruit, een naar
rechts, weer twee naar beneden. We schoten alles analoog, raakten zelden
wat we zochten.

Ik bewaar de mislukte afdrukken: waarop we vage vlekken zijn, waarop alles
over- of onderbelicht is, waarop niks vastligt. Het zijn foto’s waarvan we
slechts kunnen vermoeden wat het precies was dat we onderbraken om ze te
maken.

Ontwikkelen vergt een donkere kamer en de juiste chemicaliën.

 

Dennis Gaens (Susteren, 30 november 1982)

 

De Chinees-Amerikaanse dichter Arthur Sze werd geboren op 1 december 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Arthur Sze  op dit blog.

 

TER ERE VAN JOU

Ter ere van jou presenteert een man een zeebaars
met groen zeewierdraad vastgebonden op een zwartgelakt bord.

‘Oh’ gaat het door de zaal:
je weet niet goed wat er te gebeuren staat.

Je kunt door een telescoop turen naar de volle
stralende maan tegen de diepzwarte ruimte,

van de Bay of Dew naar de Sea of Nectar kijken,
maar nee, dit fraaie benoemen is een uitvlucht.

Wat zijn van jagers die op een zondagmiddag
met lege handen huiswaarts rijden de gedachten?

Hun begrip van eer zou kunnen samenvallen
met jouw begrip van wreedheid? De schuine

lichtbaan van de dalende zon is een mes
dat wil en daad scheidt in oneindig dunne

en lucide laagjes. Je kijkt naar het zeebaarsoog
helder en stralend. De kieuwen lijken te bewegen

o zo lichtjes. De zeebaars ruikt
naar dromen, maar dit is geen droom. ‘Oh,

wat een heerlijkheid’ gaat het door de zaal,
en de staart van de zeebaars plots flapt. Hij

bloedt en flapt, bloedt en flapt terwijl
de gastheer het ene na het andere laagje glanzende sashimi snijdt.

 

Vertaald door K. Michel

 

Arthur Sze (New York,1 december 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e november ook mijn blog van 30 november 2018 en eveneens mijn blog van 30 november 2016 en ook mijn blog van 30 november 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Dolce far niente, M. Vasalis, Nachoem Wijnberg, K. Michel, Alexander Münninghoff, Michel Faber

 

Dolce far niente

 

 
The Day Is Done door John Francis Murphy, 1887

 

Oud

Eén dans, één dans met sproeiende ogen,
gloeiende wangen, losse handen.
En dan opzij gaan staan. De bleke glimlach voelen,
die als een nevel op een avondwei
omhoog stijgt. Langzaamaan verkoelen
en merken dat de nevel sneeuw geworden is.
Dan wijze dingen denken, lachen, liegen,
winst maken uit het wezenlijk gemis?
Of plotseling weer het feest inspringen,
op stijve benen en met koude handen
dansen en vallen, overdekt met schande?
Het helpt niet. Houding is het leven niet,
onthouding evenmin. Zwijg en ga heen
en loop alleen zoals een oude wolf
en lik de laatste druppels uit de droge plassen.
Proef goed, het is uw heil en de grimassen
die gij moet trekken zijn vol herinnering
aan vroeger lachen. Met nog één druppel
loodzwaar bestaan, dat toekomst heet:
de laatste terug van onverdund en helend leed.

 

 
M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)
De Prinsessengracht in Den Haag, de geboorteplaats van M. Vasalis, in 1909

 

De Nederlandse dichter en schrijver Nachoem Mesoelam Wijnberg werd geboren in Amsterdam op 13 april 1961. Zie ook alle tags voor Nachoem Wijnberg op dit blog.

 

Vergeten te kijken naar de zon die ondergaat

Een zonnige middag, we kunnen naar buiten gaan, daar verliest
niemand iets aan.
Ik laat je eens straat zien waar ik als kind doorheen liep, er stonden
toen geen bomen of ze waren heel klein.
Toen ik een kind was maakte ik een hengel van een stok en een
touw en een gebogen spijker.
Ik bewoog de stok door het water en een vis bleef haken aan
de spijker.
ik rende huilend naar huis, de vis aan de stok in mijn hand,
de werkster nam die van mij aan.
Later zei zij mij dat ze de vis naar het water teruggebracht had.
We komen terug als het bijna donker is en doen niet verbaasd,
dat zou komedie zijn.

 

Tweede man

Als een man met een tweede man
in een trein gereisd heeft en die
tweede man sterft dan neemt de ander
de rest van zijn leven in ontvangst.

Hij stapt uit nadat de trein aangekomen
is en loopt met openhangende jas door
de koud nachtlucht naar de uiterste
en verboden zijkant van het station.

Van daaruit kijkt hij naar de rails
en de lichten en een locomotief die
los op de rails geparkeerd staat.

Groot en ondoorzichtig. Een man die
met een andere man, die stierf, samen
gereisd heeft is hem dit schuldig.

 

De wandeling

Ik loop met mijn zoon over straat
ik hoop dat ik niet sterf voordat hij volwassen is
hij weigert te zeggen of hij volwassen is
ik wil hem niet slaan of op een andere manier pijn doen

hoffelijkheid eist dat als wezens die voorgeven
aan ons verwant te zijn ons bezoeken
zij zich eerst aan ons uitleggen
ik wijs naar een vrouw en hij zegt dat hij geen vrouw is

hij zegt dat als een soort leger de stad binnen zou trekken
en hij neergeschoten zou worden zonder reden
dat ik dan dezelfde vragen aan een ander zou stellen
en dat hij zich niet kan voorstellen dat de ander zou slagen die te beantwoorden.

 

 
Nachoem Wijnberg (Amsterdam, 13 april 1961)

 

De Nederlandse dichter K. Michel werd geboren op 13 april 1958 in Tilburg. Zie ook alle tags voor K. Michel op dit blog.

 

Groet

Ik herinner me de plankenvloer
die kraakte, de eksters in de tuin
de ijsbloemen op het slaapkamerraam

dat je zei, in een vorig leven
was ik een aquarel, nee een witregel

dat het bizongras in de fles
zweefde als een zeepaardje

dat ik na het tellen tot honderd
ging zoeken, de laatste tree
miste in het donkere trappenhuis

dat de telefoonkaart vergeten
in de abri langs de weg bleef steken

dat in de hal van het vliegveld
de lucht plots massief werd
toen ik tegen een glazen wand op liep

Ja, het is reuze leuk om je te verstoppen
maar een ramp als je niet gevonden wordt.

 

Toespraak tot het plafond

ooit was de dolfijn een landdier
het wandelde rond en haalde adem
onder druk van de weersomstandigheden
werd de dolfijn in luttele millennia
richting het water gedreven
de eens volgroeide poten werden korter
en korter tot ze nagenoeg verdwenen
wat de dolfijn aan het bestaan
op het droge overhield waren de longen
evolutionair gezien is dat raar want
wat moet je daarmee onder water
vermoedelijk gaat het om een functie
die nuttig is zij het indirect – denk
bijv. aan lichaamshaar, blindedarm
staartbeentjes of in breder verband
het blijven voortbestaan van dichters –
misschien is het evolutionaire voordeel wel
dat het de dolfijn in staat stelt van tijd
tot tijd aan de opppervlakte te komen
boven het water uit te springen
en een blik te werpen op de blauwe
of sterren- of wolkenlucht
en de kust

 


K. Michel (Tilburg, 13 april 1958)

 

De Nederlands schrijver en journalist Alexander Münninghoff werd geboren in Posen op 13 april 1944. Zie ook alle tags voor Alexander Münninghoff op dit blog.

Uit: De stamhouder

“Toen dokter Van Tilburg het onomstotelijke eindvonnis geveld had — ‘Hij is dood, lieve mensen’ —, zeeg mijn grootmoeder, zoals dat hoort bij Russische vrouwen, krampachtig snikkend bij de Oude Heer neer. Dat had ik wel min of meer verwacht; wat me echter verbaasde was dat mijn vader meteen naar het raam liep dat op de achtertuin uitkeek en de gordijnen, die de hele week dag en nacht gesloten waren geweest, opende, waarna Xeno, die achter hem aan was gekomen, ze in een vloeiende, naadloos aansluitende beweging weer sloot. Beide broers keken elkaar een paar tellen zwijgend aan, waarna ze naar het sterfbed terugkeerden en, Xeno aan het hoofdeind en mijn vader aan het voeteneind, zo ver mogelijk van elkaar af aan weerszijden ervan plaatsnamen. Dat beeld is me bijgebleven als een allegorie van de tweespalt die vanaf het doodsuur van Opa de relatie tussen mijn vader en mijn oom zou kenmerken; ook zag ik hierin het streven van Xeno aanschouwelijk gemaakt om de onbetwiste beheerder te worden van het erfgoed van de Oude Heer — zoals hij daar zat, met de handen gevouwen en zijn hoofd voorovergebogen en zo dicht mogelijk bij de lippen van de dode, leek het alsof hij hoopte nog een laatste ademtocht met een alleen voor hem bestemde boodschap op te vangen — terwijl het gedoe met de gordijnen ten slotte voor mij een teken was dat Xeno inderdaad iets te verbergen had en dat ook zo wilde houden. Iets waar mijn vader de voorafgaande weken in steeds nadrukkelijker bewoordingen over had gesproken: ‘Die gaat ons allemaal belazeren als we niet oppassen.’
Dat waren natuurlijk woorden die uit achterdocht en afgunst ontsproten waren. Daar leek ook wel reden voor. Zeker in de laatste week voor Opa’s dood had Xeno de regie der gebeurtenissen strak in eigen hand genomen. Hij had zijn vader opgehaald uit het ziekenhuis om hem op De Laan te laten sterven en hij had ervoor gezorgd dat een stoet notarissen, juristen, directeuren van Opa’s bedrijven en adviseurs, met attachékoffers en stapels paperassen onder de arm, bij de Oude Heer thuis langskwam om afscheid te nemen, regelingen op papier te zetten en laatste instructies te ontvangen. Met drie kussens als ruggensteun lag de Oude Heer, gekoppeld aan een zuurstofcilinder, in het grote mahoniehouten bed waar ik vroeger nog wel eens op zondagochtend, samen met Frau Kochmann, het ontbijt mocht komen brengen, met een vertrokken gezicht en in ademnood verslagen aan te horen en oekazes uit te vaardigen.”

 

 
Alexander Münninghoff (Posen, 13 april 1944)

 

De Schotse, Engelstalige schrijver van Nederlandse herkomst, Michel Faber werd geboren in Den Haag op 13 april 1960. Zie ook alle tags voor Michel Faber op dit blog.

Uit: The Crimson Petal and The White

“The main characters in this story, with whom you want to become intimate, are nowhere near here. They aren’t expecting you; you mean nothing to them. If you think they’re going to get out of their warm beds and travel miles to meet you, you are mistaken.
You may wonder, then: why did I bring you here? Why this delay in meeting the people you thought you were going to meet? The answer is simple: their servants wouldn’t have let you in the door.
What you lack is the right connections, and that is what I’ve brought you here to make: connections. A person who is worth nothing must introduce you to a person worth next-to-nothing, and that person to another, and so on and so forth until finally you can step across the threshold, almost one of the family.
That is why I’ve brought you here to Church Lane, St Giles: I’ve found just the right person for you.
I must warn you, though, that I’m introducing you at the very bottom: the lowest of the low. The opulence of Bedford Square and the British Museum may be only a few hundred yards away, but New Oxford Street runs between there and here like a river too wide to swim, and you are on the wrong side. The Prince of Wales has never, I assure you, shaken the hand of any of the residents of this street, or even nodded in passing at anyone here, nor even, under cover of night, sampled the prostitutes. For although Church Lane has more whores living in it than almost any other street in London, they are not of the calibre suitable for gentlemen. To connoisseurs, a woman is more than a carcass after all, and you can’t expect them to forgive the fact that the beds here are dirty, the décor is mean, the hearths are cold and there are no cabs waiting outside.”

 

 
Michel Faber (Den Haag, 13 april 1960)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e april ook mijn blog van 13 april 2018 en ook mijn blog van 13 april 2014.